Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Claes heeft het woord.
Competentiedenken, we kennen het allemaal, is ook belangrijk voor de sector van de maatwerkbedrijven. Afgelopen jaren werd met middelen van ‘Europa WSE’ (Werk en Sociale Economie), het vroegere Europees Sociaal Fonds (ESF), door Groep Maatwerk een competentieprognoseonderzoek gedaan in de sector. De bedoeling van het onderzoek was om in te spelen op maatschappelijke evoluties en transities in de competenties van de toekomst en de impact op de maatwerkbedrijven.
Op de website van Groep Maatwerk staat een vraaggesprek met medewerkers van het Departement WSE en het Expertisecentrum Innovatieve Leerwegen. Daaruit leren we dat de digitalisering, de automatisering en de groene transitie een grote impact zullen hebben voor de maatwerkbedrijven. Denken we maar aan de maatwerkbedrijven met veel routinematige taken of de opdrachten in de logistiek.
Zoals in de reguliere economie zijn vooral de generieke en transversale competenties belangrijk voor de doelgroepwerknemers. Het gaat dan in het bijzonder over probleemoplossend denken, samenwerken in interdisciplinaire en wisselende teams, verantwoordelijkheid nemen en omgaan met digitale tools. Ik kan me inbeelden dat deze sociale en technische vaardigheden extra uitdagend zijn voor de maatwerkbedrijven.
Vlaanderen heeft een brede waaier aan mogelijkheden om levenslang leren te stimuleren en tal van initiatieven staan in de steigers om de leercultuur te versterken. Denken we aan het voorzien van opleiding, het inzetten op evaluatie- en coachinggesprekken en de introductie van de competentiechecks. Tot slot ontwikkelt het Steunpunt Werk tegen 2025 een geïntegreerd arbeidsmarktprojectiemodel. Dat gebeurt in opdracht van het Departement WSE. Het moet voor sectoren, beroepen en competenties de transities en uitdagingen voor de toekomst in kaart brengen.
De vraag is of het reguliere aanbod ook volstaat voor de maatwerkbedrijven om deze ingrijpende toekomstige uitdaging aan te pakken.
Minister, hoe evalueert u de uitdaging van het competentiedenken voor de maatwerkbedrijven? Hoe kan daar het best op worden ingespeeld?
Volstaan de huidige ondersteuningsmodellen en het aanbod voor de maatwerkbedrijven? Anticiperen deze voldoende op de toekomstige noden?
Wat wordt verwacht van de maatwerkbedrijven zelf om daar nu al werk van te maken?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u, collega Claes, voor deze vraag.
Ik vertel u niets nieuws als ik zeg dat economische, ecologische en technologische evoluties een grote impact op Vlaamse ondernemingen en de arbeidsmarkt hebben en dit in de toekomst nog zal toenemen. De maatwerkbedrijven zullen daarvan eveneens de gevolgen voelen.
Routinematige taken zijn het meest vatbaar voor digitalisering en automatisering. Deze activiteiten vinden we vaak terug in de maatwerksector. De coronacrisis heeft dat proces van digitalisering alleen nog maar versneld. Dat is hier ook al vaak aan bod gekomen. Het vormt een grote uitdaging voor kortgeschoolde werknemers in de maatwerksector, en voor de sector zelf.
Maar deze maatschappelijke uitdagingen creëren ook kansen waarop ondernemingen zich kunnen organiseren. Dit telt eveneens voor de maatwerkbedrijven. In de circulaire economie ontstaan bijvoorbeeld heel wat nieuwe jobs. Vanuit het beleid zien we daar veel potentieel in en zijn we daarop voortgegaan. Met de ‘1000 klimaatjobs’ geef ik uitvoering aan het engagement van de Vlaamse Regering om meer mensen een kans te geven op de arbeidsmarkt en tegelijkertijd in te zetten op een duurzame en circulaire economie.
Om van dit verhaal een kansenverhaal te maken, zullen maatwerkbedrijven sterk moeten inzetten op een doordacht competentiedenken. Levenslang leren is essentieel om de doelgroepwerknemers weerbaarder te maken op persoonlijk en sociaal vlak en om hen in staat te stellen de uitdagingen het hoofd te kunnen bieden. De overheid speelt hier een belangrijke rol want we stellen vast dat de sense of urgency nog niet bij alle maatwerkbedrijven op dit ogenblik leeft. Eigenlijk in globo bij alle ondernemingen niet, als ik eerlijk ben. Het is belangrijk om hen te sensibiliseren over het belang en nut van competentiedenken, zodat zij begrijpen waarom het belangrijk is om in te zetten op de ontwikkeling van hun werknemers. Eind 2021 hebben we in dat kader een Actieplan Levenslang Leren gelanceerd met daarin een resem acties, gericht op de individuele werknemers, ondernemingen, opleidingsverstrekkers en de samenleving in haar geheel.
Verder is het de taak van de overheid om ondernemingen te ondersteunen bij het implementeren van een competentiegericht hr-beleid. Hiervoor heeft ze verschillende tools voorhanden: het in kaart brengen van competentienoden via de competentiecheck, het aanmoedigen van opleiding via de opleidingsincentives, het faciliteren van samenwerking tussen ondernemingen en opleidingsinstellingen, enzovoort. In 2021 werd bijvoorbeeld de oproep ‘Opleidingssteun aan maatwerkbedrijven’ gelanceerd. Binnen deze oproep werd in kader van de relance naast het reguliere vormingsbudget 2 miljoen euro extra voorzien voor het stimuleren van vorming en training bij de maatwerkbedrijven. De oproep stond uitsluitend open voor de vormingsfondsen van de maatwerkbedrijven en had tot doel hen te ondersteunen om een inhaalbeweging te maken op het vlak van opleidingen rond het ontwikkelen van nieuwe 21ste-eeuwse vaardigheden en digitale skills.
In de oproep werd expliciet aan de sector gevraagd om acties uit te werken om de omslag naar en de verankering van levenslang leren te realiseren. Het plan omvat interessante en inspirerende acties, zoals een onderzoek naar de opleidingsbehoefte in de sector en het daarop afstemmen van het opleidingsaanbod, het opstarten van regionale lerende netwerken, het opzetten van een grote sensibiliseringscampagne en dergelijke meer. Dat loopt nog tot en met 2024. Daarnaast moet er voldoende geanticipeerd worden op toekomstige uitdagingen in de sector en de weerslag daarvan op het competentiedenken.
Ik ben tevreden met de vaststelling dat de maatwerksector daarbij het heft in eigen handen neemt. In de periode 2021-2022 startte de Groep Maatwerk vzw met het ESF-project Competentieprognoses Maatwerk. In dat project werden competentienoden op basis van toekomstscenario’s in kaart gebracht en vervolgens werden in het verlengde daarvan verscheidene sensibiliserende acties ondernomen. Zowel de invulling van staffuncties en begeleidende functies op de werkvloer als de functie van doelgroepwerknemer kwamen aan bod. In de studie werd onder andere gekeken naar de invloed van digitale evoluties en van de circulaire economie en koolstofneutraliteit. Vandaag gaat Groep Maatwerk verder aan de slag om de resultaten van de competentieprognose door te vertalen naar opleidingen en dit binnen de oproep opleiding van de toekomst binnen Europa WSE. In 2023 zal samen met een groep van partners uit het onderwijs- en opleidingsveld, innovatieactoren en werkactoren bijvoorbeeld werk gemaakt worden van opleidingen rond veiligheid en soft skills.
Een meer doordacht en versterkt competentiedenken is een win-win voor iedereen. Het biedt een kans om de Vlaamse economie te versterken en de werkgelegenheid te bevorderen. Maatwerkbedrijven die in staat zijn om competenties gericht te ontwikkelen en versterken bij hun werknemers, zullen beter in staat zijn om aan te sluiten bij de veranderende vraag van de arbeidsmarkt en de productiviteit te verhogen. Het biedt tot slot doelgroepwerknemers de mogelijkheid om specifieke vaardigheden en kennis te ontwikkelen, wat leidt tot groei en ontwikkeling op persoonlijk én professioneel vlak.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Dank u wel voor het antwoord, minister. Ik denk dat het duidelijk is dat het niet enkel de reguliere, maar ook de sociale economie is die zeer onderhevig is aan die transitie op de arbeidsmarkt en aan die maatschappelijke tendensen en evoluties. U hebt het zelf ook gezegd: stilstaan is niet ter plaatse trappelen, maar wel zeker achteruitgaan en dat moeten we absoluut voorkomen. U hebt daarnet ook gezegd dat die sense of urgency er niet altijd is, dus daar moeten we absoluut op inspelen zodat die sector niet achteruitgaat, want dat kunnen ze zich niet veroorloven omdat ze een heel belangrijke maatschappelijke taak hebben op onze arbeidsmarkt.
We weten ook dat die doelgroep – ik ben er al een paar gaan bezoeken – specifieke kenmerken heeft, ook qua jobuitvoering en jobinhoud, en dat voor velen structuur belangrijk is, namelijk stabiliteit, evenwicht en ook de voorspelbaarheid van de jobs. Dus inspelen op nieuwe competenties en levenslang leren, dat vraagt ook een specifieke aanpak voor die doelgroep. We weten ook dat het niet de sterkste op de werkvloer is die het beste zal presteren, maar net die doelgroep die zich het best kan aanpassen aan die nieuwe omstandigheden en tendensen. En dat is waarschijnlijk de grootste uitdaging voor die sector en die doelgroepwerknemers.
We kijken in de eerste plaats naar de maatwerkbedrijven zelf om daarop in te spelen en zich vooral voor te bereiden op de toekomst. Ik denk dat de overheid daar ook een belangrijke rol in speelt en ook zijn steentje zal bijdragen. Mijn vraag is dan: hoe kan het financieringsmodel hierop worden afgestemd en kunnen maatwerkbedrijven die al volop inzetten op innovatie of dat willen doen, ook worden beloond? Dank u wel.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik wil die vraag zeker bekijken. Ik denk dat we diegenen die voorlopen en bijvoorbeeld een rol kunnen spelen op vlak van innovatie, levenslang leren en competentiedenken daartoe de kansen moeten geven. Ik heb hier nu geen pasklaar antwoord over de mate waarin we dat gaan doen, maar ik neem uw suggestie mee.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik ben al blij te horen dat u het voorstel in overweging zult nemen en we zullen wel een terugkoppeling vernemen. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.