Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Dit is een vraag over een misschien vergeten conflict of een conflict dat misschien niet altijd evenveel aandacht krijgt, namelijk het conflict in Ethiopië. Sinds twee jaar woedt daar een brutale burgeroorlog die Tigray volledig heeft geïsoleerd van de rest van het land en van de rest van de wereld en waar volgens onderzoekers van de UGent ondertussen honderdduizenden burgers om het leven gekomen zijn.
Eind vorig jaar, in november, werd er een vredesakkoord gesloten om een einde te maken aan het geweld in de Tigrayregio en de voorbije weken is Tigray gedeeltelijk opengesteld en worden basisdiensten geleidelijk aan hersteld. Maar volgens onderzoekers van de UGent is dit slechts een druppel op een hete plaat.
“Door een bewust gecreëerde hongersnood wordt die oorlog onder de radar gevoerd. En worden Tigreërs met opzet uitgehongerd”, zegt professor Nyssen van de UGent. Ik heb daarom drie vragen.
Eerder gaf u aan, minister-president, in een antwoord op eerdere vragen dat er geen intra-Belgische contacten geweest zijn. Zijn er de afgelopen maanden nog wel contacten en intra-Belgische coördinatievergaderingen geweest met betrekking tot Ethiopië? Zo ja, wat werd er besproken?
Ten tweede, de hervatting van humanitaire hulp werd ingezet, maar bepaalde regio’s in de provincie blijven geïsoleerd zonder toegang tot basisvoorzieningen. Hebt u ondertussen meer concrete gegevens over die 200.000 euro directe steun die via Caritas werd gegeven en of die ondertussen de bevolking in Tigray heeft bereikt? Zijn er plannen om ook steun te bieden aan de nog steeds geïsoleerde gebieden in Tigray?
Tot slot, zult u de situatie en het vredesverdrag in Tigray verder blijven opvolgen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
In de voorbije maanden hebben twee intra-Belgische coördinatievergaderingen plaatsgevonden over dit dossier, steeds ter voorbereiding van een Raad Buitenlandse Zaken.
Een eerste overleg vond plaats op 13 oktober 2022. Hierin werd de Belgische positie afgeklopt, die vertrekt vanuit het belang van de ‘Responsability to Protect’. België blijft aandacht vragen voor het respect van de mensenrechten, de strijd tegen straffeloosheid en het belang van volledige humanitaire toegang tot de Tigrayregio. Ook werd gewezen op het risico voor de regionalisering van het conflict. België pleitte in dezen voor een EU-actie om de spanningen tussen Ethiopië en Soedan te verminderen en, uiteindelijk, op te lossen. Daar was dus consensus over binnen België.
Een tweede coördinatievergadering vond plaats op 19 januari jongstleden, enkele weken na de ondertekening van het vredesakkoord. Tijdens dit overleg werd gewezen op de rol van de EU om dit prille vredesproces te ondersteunen. De deelnemers bespraken ook hoe de EU de positieve evoluties op het terrein kan steunen.
Wat de humanitaire hulp betreft, heeft de zeer beperkte humanitaire toegang tot de Tigrayregio ook het project van Caritas getroffen. De blokkade van de regio heeft het transport, de communicatie en de levering van diensten grotendeels onderbroken. Hoewel het project normaal gezien in september 2021 zou eindigen, werd het met negen maanden verlengd tot juni 2022. Het eindrapport werd enkele maanden geleden ingediend.
In samenwerking met een lokale afdeling van Caritas Ethiopië, werd het project uitgevoerd in de districten Irob en Subha-Saissie, gesitueerd in Oost-Tigray. Met dank aan de Vlaamse financiering konden er voedselpakketten voor 5533 personen en een ‘unconditional cash transfer’ voor 700 huishoudens worden verdeeld in april 2022. Het project kon helaas niet volledig worden uitgevoerd. Waterputten zijn nog niet hersteld wegens de blokkering van bankrekeningen en brandstofschaarste. Deze activiteit, alsook extra unconditional cash transfers, loopt verder op eigen financiering van Caritas en met de hulp van een private donor. Op heden zijn er geen concrete plannen voor de financiering van nieuwe projecten in de regio. Mijn diensten zullen eventuele nieuwe projecten bekijken als deze zich aandienen.
U vraagt of ik de situatie verder zal opvolgen. Mijn diensten blijven natuurlijk in contact met Caritas om de situatie van nabij op te volgen. Voorts volg ik verdere ontwikkelingen op via intra-Belgische coördinatievergaderingen en communicatie met de EU, met humanitaire actoren en met de Verenigde Naties, die ter plaatse zijn.
De heer Nachtergaele heeft het woord.
Ik wil u bedanken voor de aandacht voor deze problematiek, minister-president. Ik heb geen verdere vragen.
De heer Aerts heeft het woord.
Dank u, collega, voor de interessante vraag. Ik heb nog wel een bijkomende vraag. We hebben een aantal maanden geleden, bij het begin van het parlementaire jaar, een resolutie gestemd over de Hoorn van Afrika waartoe Ethiopië ook effectief behoort. Daarin riepen we de Vlaamse Regering op om drie concrete zaken op te nemen, namelijk, het aankaarten op diplomatiek vlak, ten tweede om te onderzoeken of er binnen de Vlaamse begroting ruimte was voor noodhulp in die regio, en ten derde om te onderzoeken of er via uitwisselingsprojecten met de Vlaamse onderzoeksinstellingen, kennis- en proefcentra, structureel kon worden bijgedragen. Ik hoor u net zeggen dat u geen concrete plannen hebt voor verdere financiering voor de regio. Betekent dit dat u dat deel van de resolutie naast u neerlegt of dat daar geen verdere stappen in worden ondernomen of dat er geconcludeerd is dat we daar geen verdere noodhulp aan geven? Ik vroeg me af wat de stand van zaken is wat de werking van die resolutie betreft.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik denk dat ik gezegd heb dat er op dit moment geen concrete noodhulp loopt maar, te uwer informatie, eind januari heeft Caritas met ons contact opgenomen om een nieuw project te introduceren. We staan daar in principe voor open en zijn dat nu aan het evalueren. Het is niet zo dat de noodhulp voor de regio gesloten is. We hebben alleen het vorige bedrag niet volledig kunnen besteden, niet omdat we dat niet wilden, maar omdat het, vanwege de lokale situatie, gewoon praktisch onmogelijk was om het geld aan te wenden waar het voor bedoeld was.
Wat de resolutie betreft, moeten we die uitwisseling met de kennisinstellingen nog opnemen. Dat moet wel nog gebeuren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.