Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, diffuse lozingen van nutriënten vanuit de land- en tuinbouw vormen een van de oorzaken van de nutriënten die worden teruggevonden in het oppervlaktewater. Het Interreg-project ‘NuReDrain’ ontwikkelde filtersystemen om stikstof en fosfor uit drainagewater en spuistromen te verwijderen. Ze verwijderen fosfor door adsorptie aan ijzerrijk materiaal. Dat ijzerrijk materiaal wordt onder meer gevonden in reststromen van de drinkwaterbedrijven. Stikstof wordt verwijderd door bacteriologische denitrificatie. Dat kan gebeuren in een ‘moving bed bioreactor’ (MBBR), maar ook in een rietveld of in een houtsnipperfilter.
Het zijn natuurlijk technieken die al langer bestaan op kleine schaal, maar die nu via veldproeven in Beitem, Staden, Destelbergen en Sint-Katelijne-Waver een aantal resultaten met zich meebrengen die een nutriëntenreductie tonen van 60 tot 95 procent. Dat zijn resultaten die toch alleszins veelbelovend zijn.
Dit roept een aantal vragen op, en wellicht is dit een thema dat nog wel zal terugkomen in deze commissie. Nu heb ik alvast al twee vragen aan u, minister. Ten eerste, werd u op de hoogte gebracht van de resultaten van dit project? Wat is uw reactie op de resultaten? En ten tweede, hoe staat u tegenover de vraag van de initiatiefnemers om – in opvolging van die geïsoleerde veldproeven – per provincie een testgebied te selecteren waar een vereist aantal filters kan worden geïnstalleerd om de concentratie van nutriënten in het oppervlaktewater te verminderen? Alvast bedankt voor uw antwoord.
Minister Demir heeft het woord.
De trekker van het onderzoeksproject is het Vlaams Kenniscentrum Water (Vlakwa). Dat is geen entiteit die ik zelf aanstuur. Dat gebeurt door de collega die daarvoor bevoegd is. Mijn administratie heeft momenteel geen formeel onderzoeksrapport ontvangen en was ook niet betrokken bij het overleg waar een visie tot stand kwam. Mijn administratie heeft wel op eigen initiatief deelgenomen aan door Vlakwa georganiseerde workshops en events. Uiteraard zijn wij altijd tevreden met innovatie- en onderzoeksinitiatieven. Het is goed dat daar ook continu geïnnoveerd wordt, en dat daar ook nieuwe onderzoeksinitiatieven komen die bijdragen tot de doelstellingen van ons milieu- en waterbeleid. Ik heb dan ook het onderzoeksrapport bij Vlakwa opgevraagd.
Wat uw tweede vraag betreft: dit project heeft betrekking op het landbouwbeleid en de bevoegdheden van de minister van Landbouw. Maar zoals ik heb gezegd: nieuwe kennis en inzichten zijn steeds van harte welkom. Die omarm ik dus warm.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, dank voor uw antwoord. Het was een kort antwoord, maar het was natuurlijk een eerste vraag over dit thema. Er zullen er wellicht nog volgen. Ik ben enigszins verbaasd, als ik dat mag zeggen, dat u zegt dat het volledig onder de bevoegdheid van collega Brouns zit. Alles wat zich richt op het reduceren van nutriënten in het oppervlaktewater valt natuurlijk onder uw bevoegdheid, onder andere de meetnetten, de opvolging daarvan, ook de werking die daar de afgelopen jaren rond heeft gelopen op het terrein. Dit lijkt me een van de toepassingen die zou kunnen bijdragen aan een oplossing voor een aantal meetpunten in het MAP-meetnet (mestactieplan), bijvoorbeeld. Dus ik ben toch wel enigszins verbaasd van uw antwoord, dat u zegt dat dit eigenlijk buiten uw bevoegdheid valt. Misschien als bijkomende vraag, minister: kunt u verklaren – of nog beter uitleggen – waarom u zegt dat dit soort projecten en veldproeven die zorgen voor een betere waterkwaliteit, toch volledig buiten uw bevoegdheid vallen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik kan daar natuurlijk ook niks aan doen dat het concrete project niet bij mij zit. Dat zit volledig bij Vlakwa en een andere minister trekt dat. Uiteraard staan wij open voor oplossingen die worden gerealiseerd. Dat is allemaal geen probleem. Ik zou zeggen dat de minister van Landbouw mij dat best opstuurt of dat hij het opneemt in het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) onder zijn departement. Maar ik kan het alleen maar toejuichen, want het is een belangrijke uitdaging, of het nu gaat om stikstof, mest of MAP 7. Dat kan dus sowieso meegenomen worden in het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Maar ik trek Vlakwa niet; het staat niet onder mijn bevoegdheid.
De heer De Roo heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw bijkomend antwoord.
Het is natuurlijk niet omdat Vlakwa trekker is van dit Europees Interreg-project dat dat zou moeten betekenen dat de resultaten uit een Europees project sowieso niet moeten worden bekeken door een minister van wie de bevoegdheden wel vallen onder hetgeen in dat project wordt onderzocht. Maar ik neem uw oproep zeker mee. Ik zal minister Brouns daar ook over ondervragen om te horen of daar mogelijkheden zijn binnen het GLB. Een essentiële voorwaarde daarbij is dat dit GLB snel kan worden uitgerold en dat er snel duidelijkheid in komt. Maar het lijkt me toch het best dat we eens terugkomen naar deze commissie om – ondanks het feit dat u zegt dat u geen trekker bent van dit specifieke project – te kijken naar de resultaten die een impact kunnen hebben op uw beleidsdomeinen. We kunnen die niet zomaar overboord gooien omdat de trekker van het project niet onder uw bevoegdheid zou vallen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.