Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, u hebt aangekondigd dat u de tabaksindustrie verantwoordelijk wilt stellen voor een deel van de totale zwerfvuilkosten van de sigarettenpeuken die worden weggesmeten. U hebt ook geopperd om hetzelfde te doen voor de voedingsindustrie en voor producenten van bijvoorbeeld vochtige doekjes. Wat de tabaksindustrie betreft, hebt u het over 25,5 miljoen euro bijdragen op een totaal van 150 miljoen euro. Dat is niet niks. Daarom heb ik een aantal vragen.
Volgens het onderzoek van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) bestaat 41 procent van het zwerfvuil uit sigarettenpeuken. U eist daarom, zoals ik net zei, dat de tabaksindustrie bijna 25,5 miljoen euro op tafel legt, goed voor 17 procent van alle zwerfvuilkosten. De voor de hand liggende vraag is hoe u aan dit bedrag komt. Waarop is dit prijskaartje gebaseerd?
Minister, u zegt dat fabrikanten zich gezamenlijk kunnen organiseren of ervoor kunnen kiezen hun verplichtingen individueel na te komen. Hoe zal worden bepaald hoeveel elke fabrikant moet betalen? Op welke juridische basis of met welke middelen zullen deze betalingen worden afgedwongen en hoe zal hieraan navolging gegeven worden? Wat bij weigering tot betaling bijvoorbeeld?
Plant u nog andere maatregelen om het aantal sigarettenpeuken te reduceren dan louter deze financiële bestraffing die u oplegt aan een aantal producenten van producten?
Zoals ik al zei, spreekt u ook over de andere producten die zwerfvuilgevoelig zijn, zoals eetverpakkingen, kauwgom, vochtige doekjes, ballonnen en dergelijke. Ik zou daar nog mondmaskers aan toevoegen. Ook hier heb ik de vraag hoe de grootste vervuilende bedrijven geïdentificeerd zullen worden en hoe bepaald zal worden welk bedrijf hoeveel zal betalen? Hoe zit het met bijvoorbeeld grote fabrikanten die in eigen land geen productie hebben? Hoe zullen dergelijke betalingen afgedwongen worden?
Minister, u kondigt dit ontwerpdecreet aan naar aanleiding van een studie van de OVAM. Kunt u kort de werkwijze en de resultaten van deze studie toelichten?
Hoe beoordeelt u de mogelijkheid dat deze nieuwe taks voor de tabaksindustrie, want dat is het toch, maar ook voor andere industrieën, zoals de voedingsindustrie en producenten van bijvoorbeeld vochtige doekjes, desgevallend zal worden doorgerekend aan de consument en dus aan de burger?
Minister Demir heeft het woord.
Het bedrag van 25,5 miljoen euro vertegenwoordigt het volledige aandeel van sigarettenpeuken in de opruim- en beleidskosten voor de zwerfvuilaanpak in heel Vlaanderen. Dit aandeel, zijnde 15,5 procent, is bepaald door het rekenkundig gemiddelde te nemen van het aandeel van sigarettenpeuken in het aantal stuks, 41 procent, het gewicht, 2,5 procent, en het volume, 1,1 procent, van het zwerfvuil in Vlaanderen. Elk van deze eigenschappen is een belangrijke kostendrijver: het aantal stuks bepaalt de in te zamelen hoeveelheid, het volume bepaalt vooral de transportkosten en het gewicht bepaalt de verwerkings- en transportkosten.
Bij alle bestaande UPV-systemen (uitgebreide producentenverantwoordelijkheid) hebben nagenoeg alle producenten ervoor geopteerd om op collectieve basis uitvoering te geven aan hun verplichtingen. Het basisscenario is dat dit ook voor deze nieuwe UPV voor zwerfvuil het geval zal zijn. In dat geval beslist het collectief systeem over de vergoeding die elke producent moet bijdragen. Logischerwijze zal dit een vast bedrag zijn per op de markt gezette eenheid.
Als een producent toch zou opteren om op individuele basis uitvoering te geven aan zijn verantwoordelijkheid, dan moet hij daarvoor een plan ter goedkeuring voorleggen aan de overheid. Hierin moet worden aangegeven hoe de producent zal voorzien in een vergoeding die in een proportionele verhouding staat, in functie van de op de markt gebrachte producten, tot de financiële verplichting van de globale sector. De interregionale commissie voor de UPV zal ter ondersteuning hiervan zorgen voor de bekendmaking van de nodige kostenindicatoren. De juridische basis van dit alles wordt vormgegeven via het interregionaal samenwerkingsakkoord betreffende het kader voor de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid voor bepaalde afvalstromen en voor zwerfvuil.
Sinds vorige zomer is er een permanent rookverbod ingevoerd in al onze natuurgebieden en bossen. Het beste is dat de mensen niet roken. Dat is mijn mening, maar dat doet er in dezen niet toe. Via Mooimakers kunnen lokale besturen ondersteuning krijgen bij de aanpak van de peukenproblematiek. Dit kan zowel via een project zwerfvuil en sluikstort als via begeleiding op maat via een medewerker van Mooimakers binnen het kader van een traject. Daarnaast biedt Mooimakers aan alle lokale besturen en afvalintercommunales gratis communicatiemateriaal specifiek rond peuken aan en delen ze goede praktijken uit projecten. Ook naar het grote publiek zal er verder ingezet worden op de sensibilisering die in 2022 opgestart werd. Daarnaast weet u ook dat we sterker hebben ingezet op handhaving door middel van het aanstellen van dertig handhavers bij de OVAM. Zij hebben intussen al vele duizenden betrappingen op heterdaad gedaan, waarvan de meeste voor peuken. De mensen die sigarettenpeuken laten vallen en die we op heterdaad betrappen, krijgen de nodige sancties. Dat is geen respect hebben voor uw omgeving.
Zoals gesteld gaan we er in de eerste plaats van uit dat de bedrijven zich zullen verenigen in een collectief systeem, zoals bij elke UPV het geval is. We beschikken reeds over een team terreincontrole bij de OVAM dat vertrouwd is met controles op freeriders in het kader van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid. Het is hun taak om na te gaan dat iedereen die hier iets op de markt zet, aan zijn verplichtingen voldoet.
Wat uw vijfde vraag betreft, zijn er twee verschillende studies uitgevoerd door de OVAM. Eén is een studie over de hoeveelheden en kosten van zwerfvuil en sluikstorten en een tweede is een fractietelling van het zwerfvuil. Ik wil die heel kort en beknopt toelichten.
Voor de bepaling van de totale Vlaamse beleidskost voor de aanpak van zwerfvuil op het openbaar domein werden in 2020 alle Vlaamse gemeenten en steden en andere relevante actoren uitgenodigd om een vragenlijst in te vullen. Er namen 174 van de 300 gemeenten deel aan deze bevraging. De ingediende gegevens werden gevalideerd en geanalyseerd. Vervolgens werd door extrapolatie, volgens een classificatie van de Vlaamse gemeenten en steden op basis van onafhankelijk verklarende sociodemografische indicatoren, de zwerfvuilkosten ingeschat voor alle Vlaamse steden en gemeenten.
De resultaten van de fractietelling van het zwerfvuil bepalen het aandeel van de zwerfvuilkosten dat betaald moet worden door de relevante producenten. De fractietelling bepaalt de samenstelling van het zwerfvuil op de grond aan de hand van circa 6500 metingen over heel Vlaanderen.
Dan kom ik bij uw laatste vraag. De zwerfvuilbijdrage bedraagt minder dan 1 procent in vergelijking met het bedrag betaald aan federale belastingen, dat zijn de accijnzen en btw op tabak. We moeten dit dus in perspectief zien.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, minister.
Ik zal misschien beginnen met het laatste. Zet dat in perspectief tot de torenhoge belastingen die bedrijven helaas reeds worden opgelegd in dit land. Eigenlijk impliceert dat toch dat u toegeeft dat die bijkomende taks voor de afvalstoffenproblematiek, de zwerfvuilproblematiek, dus inderdaad wellicht zal worden doorgerekend aan de consument, aan de burger. Van tabak zou u nog kunnen zeggen – want ik ben het daar natuurlijk met u eens – dat roken ongezond, slecht en bovendien ook letterlijk vervuilend is. Ik zou het dus iedereen afraden. Maar anderzijds is er natuurlijk de burger, die de vrijheid heeft om sigaretten te kopen en om te roken. In die zin betreur ik het toch dat deze maatregel er wellicht toe zal leiden dat producten – niet alleen tabak, maar ook andere zaken, zoals in de voedingsindustrie en de voedingsverpakkingen – nog duurder zullen worden. Al zijn het maar een aantal procenten, elke procent telt, zeker in deze tijden van inflatie.
Dat gezegd zijnde, mevrouw Demir, heb ik nog twee bijkomende vragen. Waarom kost het in België en Vlaanderen zo veel meer per inwoner om zwerfvuil op te ruimen dan in andere landen? In Vlaanderen kost dat 17,4 euro per inwoner. In Nederland is dat 11 euro per inwoner. In Finland en Oostenrijk is het zelfs nog minder. Ik vind dat zeer frappant, en dat leidt er natuurlijk ook toe dat, als u dat wilt doorrekenen aan de bedrijven en aan de producenten, het toch wel hoge bedragen worden.
De tweede bijkomende vraag, minister, is hoe u eigenlijk bepaalt … Want ik hoor u verwijzen naar de handhavers. U sprak over dertig handhavers die duizend betrappingen hebben gedaan, geloof ik. Dat klinkt natuurlijk als muziek in mijn oren. Ik vind nog altijd – ik heb dat vroeger ook al gezegd in deze commissie – dat de enige echte hoofdverantwoordelijke van het op straat weggooien van wat dan ook, degene is die het doet, en niet de producent daarvan. Ik zie in Antwerpen matrassen op straat liggen, ik zie bureaustoelen op straat staan. Alles wat je je maar kunt inbeelden, vind je in bepaalde wijken gewoon op de hoek van de straat. Dat is de verantwoordelijkheid van diegene die dat doet. Dat gezegd zijnde, u weet dat: ik bepleit zeer sterke handhaving, strenge handhaving, maar ook straffen die zo zwaar mogelijk zijn. Dan bedoel ik niet een gemeentelijke administratieve sanctie (GAS-boete) van 250 of zelfs 500 euro, maar wel van duizenden euro’s. De mensen die zijn betrapt op het weggooien van een peuk, welke boete hebben die gekregen? Was dat slechts de maximale GAS-boete?
Mijn allerlaatste vraag is waarom u niet nog meer inzet op handhaving, nog meer. Want die dertig extra, wat is dat toch voor een land – wat mij betreft een land, ik hoop wat u betreft ook – als Vlaanderen? Dertig bijkomende handhavers: dat is niks. Alles wat extra is juich ik toe, maar misschien zou u daarin wat meer miljoenen euro’s kunnen steken, in plaats van in andere zaken zoals het proberen verder te vermijden dat mensen het op de grond gooien. Ik geloof daar niet echt in. Ik denk dat alleen draconische straffen en een hogere pakkans kunnen helpen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Het aandeel sigarettenpeuken in ons zwerfvuil is natuurlijk dramatisch. Ik denk dat het iedereen stoort. Het is vreselijk vuil. Het duurt ongelooflijk lang voordat het ontbindt. Dat het aangepakt wordt, is dus een heel erg goede zaak, minister. Dat producenten daarvoor verantwoordelijk gehouden worden, natuurlijk ook, en ook dat er extra aandacht is voor waar de peuken wel naartoe moeten gaan. Dat is natuurlijk beter dan dat ze in de natuur of in de openbare ruimte terechtkomen.
Ik vroeg me af of er op een manier ook kan worden ingezet, door u of de Vlaamse Regering, op de wijze waarop sigaretten ontwikkeld worden. Het gaat immers niet alleen om de peuken, maar ook om de verpakkingen. Ook die slingeren rond in de openbare ruimte. Productontwikkeling is niet alleen voor sigaretten en peuken, maar eigenlijk voor alles wat in het zwerfvuil terechtkomt, heel erg belangrijk. Hebt u ook plannen wat betreft productontwikkeling?
Ik volg uiteraard de opmerking over handhaving. Ik heb daar in het verleden ook al meermaals op gedrukt. Ik ben tevreden dat er dertig extra handhavers werden aangeduid.
Wij hebben in onze kleine, landelijke gemeente samen met de buurgemeenten en de intercommunale extra ingezet op de aanschaf van eigen handhavingscamera’s. Ik kan alleen maar zeggen dat dat, in combinatie met sensibiliseringsacties, in onze gemeente echt werkt. Ik zou dus zeker de suggestie willen doen om daar extra aandacht aan te geven, want dat is echt iets dat werkt en dat mensen ook afschrikt. Die dertig extra handhavers kunnen inderdaad niet overal tegelijkertijd zijn.
Ik wil nog een tweede suggestie doen in deze discussie over de sigaret. Het is inderdaad ongezond. Ik snap ook niet dat mensen dat doen. Maar heel velen doen het. En heel velen gooien het helaas ook op de grond. Ik denk dat het qua zwerfvuil het meest gevonden plastic afvalvoorwerp in Vlaanderen is. Het is onbegrijpelijk. De sector zelf verwijst naar de afvalbakjes die je kunt kopen. Ik heb daar in mijn gemeente ook op ingezet. Wij bieden die intussen al jaren te koop aan in de supermarkt. En er zijn mensen die dat doen, maar het percentage is veel te laag. Mij lijkt het logisch dat de sigarettensector zelf investeert in een afvalbakje, ingewerkt in het pakje sigaretten. Als mensen een sigaret opsteken, hebben ze hun pakje altijd bij, maar het afvalbakje niet. Laat ze het erin stoppen, en we zijn ervan af. Dat is een suggestie die ik heel graag wil doen.
Minister Demir heeft het woord.
Beter niet roken, zoals ik eerder heb gezegd. Maar je hebt natuurlijk ook de individuele verantwoordelijkheid van elke mens daarin. Ik vind het gewoon een heel slecht idee om te roken. Het is niet goed voor de gezondheid, in de eerste plaats. En het is ook niet goed voor de omgeving. Maar er zijn nog altijd mensen die ernaar grijpen.
Voor mijn part mogen sigaretten zo duur zijn als wat. Ik vind dat iets ongezonds. En iets dat ongezond is, moeten we niet gaan motiveren. Dat de tabaksindustrie 25,5 miljoen euro op tafel legt, vind ik zelfs te weinig, maar wij kunnen natuurlijk ook niet meer dan de effectieve zwerfvuilkosten van hen vragen. Zij waren ook niet zo tevreden. Ze hebben dan ook onmiddellijk gecommuniceerd dat ze het te veel vinden en dergelijke meer. Maar ik vind dat niet te veel, integendeel. Je komt die sigarettenpeuken overal tegen.
We hebben in het kader van het zwerfvuilcharter aan de sector gevraagd om die zakasbakjes mee te verkopen met de sigaretten. Ik wil gerust bekijken of ik dat decretaal kan opleggen, ik vind dat een goed idee. Het is hun rommel, die moeten ze zelf maar opruimen.
Wat de handhaving betreft, mijnheer Van Rooy, ik vind dat ook, er moet gehandhaafd worden, maar dat is een lokale bevoegdheid. Eigenlijk mogen we dat zelfs niet. Decretaal is dat een lokale bevoegdheid. Elk lokaal bestuur moet goed handhaven. Sommige gemeenten zeiden dat ze daar geen personeel voor hadden en dit en dat. We hebben daarop gezegd dat we dertig handhavers extra zouden aanwerven. Ik wil nog eens een warme oproep doen aan de lokale besturen om op handhaving op zwerfvuil in te zetten. Het bedrag van de gasboetes wordt ook lokaal bepaald. We hebben wel aan het federale niveau gevraagd om het maximumbedrag te verhogen. Dat hebben ze nu ook gedaan. Vroeger was dat 250 euro, nu 500 euro. Dat is een maximum, lokale besturen kunnen daarvan afwijken. Wat mij betreft, mag dat zo hoog mogelijk zitten.
Wij voorzien dertig extra handhavers voor besturen die echt in de problemen zitten. Ik denk dat de tabaksindustrie haar verantwoordelijkheid heeft. Ik kijk uit hoe we dat zakasbakje decretaal kunnen opleggen. Dat zal niet zo simpel zijn, maar we gaan dat proberen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, u verengt het tot de tabaksindustrie. Dat is terecht natuurlijk, omdat het goed klinkt om te blijven herhalen dat roken ongezond is en zoveel mogelijk moet worden afgeraden. Daar ben ik het mee eens. Maar het gaat, zoals ik heb gezegd, ook over andere producten zoals levensmiddelen, voedingsproducten, vochtige doekjes, ook dat zijn producten die duurder dreigen te worden door deze bijkomende taks. Ik zal blijven benadrukken dat ik dat betreur.
U hebt ook niet geantwoord op de vraag waarom het zoveel meer kost in Vlaanderen dan in andere landen, om het zwerfvuil op te ruimen.
Wat de handhaving betreft, dat is ook een frustratie van mij. Misschien moet er eens over nagedacht worden om de handhaving van zwerfvuil en sluikstort op Vlaams niveau te regelen. We willen toch allemaal een zo proper mogelijk Vlaanderen.
Ik zie op lokaal niveau dat de politiediensten de handen vol hebben met andere, zwaardere, echte vormen van criminaliteit. Verder zie ik met mijn eigen ogen dat ze nauwelijks worden opgeleid om elk uur van de dag hun ogen open te hebben voor mensen die een sigarettenpeuk of iets anders op de straat gooien. Het gebeurt letterlijk dat een politiecombi naast een auto staat, dat uit die auto een peuk wordt gegooid en dat de twee agenten geen vin verroeren. Zo krijg je dat probleem zeker niet opgelost, als er bij de handhavers geen sense of urgency bestaat.
Tot slot, mevrouw De Vroe, wil ik u bedanken voor uw inbreng. Ik vind dat een zeer goed idee. Misschien kan dat op die manier even goed ingeburgerd geraken als het zakje voor hondenpoep, de meesten hebben dat bij zich. Misschien kan dat ook voor het zakasbakje, dat het bij elk sigarettenpak verplicht mee wordt verkocht.
De vraag om uitleg is afgehandeld.