Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Wie langer dan vier jaar op de wachtlijst staat voor een sociale woning komt in aanmerking voor huurondersteuning. Ik heb eerder al gewezen op de onderbenutting van die ondersteuning.
Om een beter beeld te krijgen van de redenen waarom rechthebbenden die huurpremie niet opnemen, gaf u aan Steunpunt Wonen de opdracht om een studie uit te voeren. Daarop is het wachten. Oorspronkelijk zou de uitvoering gebeuren vanaf juni 2021 tot het najaar van 2022. Maar ook in het najaar werd de publicatie uitgesteld. In december vernamen wij van u dat het rapport mogelijk in die maand werd opgeleverd.
In het verleden voerden we hier in de commissie ook al het debat over het niet opnemen van die huurondersteuning. In de hoop dat de toen genomen initiatieven al enige vruchten hadden afgeworpen, vroeg ik opnieuw de cijfers op, maar de antwoorden stemmen me eerder ongerust.
Uit een aantal schriftelijke vragen over de huursubsidie en de huurpremie blijkt dat het gekende patroon aanhoudt. Alle potentiële rechthebbenden worden aangeschreven, slechts de helft vraagt de huurondersteuning aan, en er zijn er nog minder die het effectief toegewezen krijgen. In 2021 gaat het over meer dan 23.000 rechthebbenden, maar nog geen 12.000 mensen dienden ook effectief een aanvraag in. Iets meer dan 5000 daarvan worden vervolgens goedgekeurd. Dat telkens slechts de helft van alle rechthebbenden niet eens een aanvraag indient, betekent dat er jaar na jaar mensen zijn die op de private markt moeten overleven, maar steun mislopen.
Ik hoef niet te onderschrijven dat die huurpremie en -subsidie een zeer welgekomen vorm van huurondersteuning is. We kennen allemaal de Huurbarometer. Die onderschrijft dat de gemiddelde huurprijzen blijven stijgen. En voor veel mensen neemt die huur een heel groot deel uit het gezinsbudget.
Wanneer kan het rapport over het niet opnemen van de huurondersteuning worden ingekeken?
Hebt u of heeft uw kabinet kennis kunnen nemen van dat rapport?
Indien ja, welke gerichte initiatieven zult u op basis van die studie ondernemen om ervoor te zorgen dat rechthebbenden de ondersteuning daadwerkelijk aanvragen? Indien neen, wat zijn de redenen voor dit lange uitstel? En wanneer verwacht u het rapport?
In welke mate kan het automatisch toekennen van de huurpremie het probleem van het niet opnemen verhelpen?
Mijn laatste vraag gaat over een concreet dossier waarover ik u in maart vragen heb gesteld. Ik heb u destijds gevraagd om ervoor te zorgen dat huurders hun huursteun niet verliezen door de stijgende inflatie, door een stijgende huurprijs. Minister, u hebt toen ook meteen een extra indexeringsformule toegepast. Hebben intussen alle dossiers met een opschorting wegens een te hoge huurprijs een nieuwe controle gehad? En in welke mate zijn de retroactieve betalingen van die herbekeken dossiers afgerond? Hoeveel huurders die eerst een opschorting hadden gekregen door de extra indexering, ontvingen nu toch opnieuw hun huurpremie?
Minister Diependaele heeft het woord.
Het rapport rond het onderzoek van de non-take-up zit in de laatste rechte lijn. De oplevering wordt verwacht eind deze maand, eindelijk. De reden dat het zo lang geduurd heeft, is blijkbaar dat er na het eerste onderzoek ook nog een extra project in Antwerpen mee is opgenomen in het rapport. Dat heeft ervoor gezorgd dat we eigenlijk twee golven hebben gehad. Dan zullen de resultaten bestudeerd worden en zal bekeken worden welke maatregelen zich al dan niet aandienen.
Het huurpremiestelsel is reeds semi-automatisch. Zodra de kandidaat-huurder vier jaar op de wachtlijst staat van een domiciliemaatschappij ontvangt hij een brief van het agentschap. De kandidaat-huurder kan de aanvragen indienen en zal tegelijk een aantal documenten, zoals de huurovereenkomst of bepaalde attesten van handicap of regelmatig verblijf van kinderen, zelf moeten aanleveren.
Het is ook niet mogelijk om de huurpremie volledig automatisch toe te kennen omdat niet alle gegevens elektronisch bij authentieke bronnen beschikbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan een bewijs waaruit blijkt dat een kind regelmatig verblijft bij een ouder, en dus in aanmerking komt als persoon ten laste.
Dan was er nog uw laatste vraag. De eenmalige tussentijdse controle is afgerond. Er is tijdig een tussentijdse controle geweest voor alle betrokken dossiers. Wie opnieuw in aanmerking kwam heeft ondertussen een retroactieve uitbetaling ontvangen. De definitieve cijfers zijn opgevraagd maar zullen pas eerstdaags beschikbaar zijn. Volgens de meest recente cijfers kwamen 65 huursubsidiedossiers en 324 huurpremiedossiers opnieuw in aanmerking. Op dat moment werd al meer dan 85 procent van de dossiers gecontroleerd.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoorden. Ik zal misschien beginnen met dat laatste. Het is zeer positief om te vernemen dat die controles lopen en dat we ervoor gezorgd hebben dat mensen die die noodzakelijke huursteun genieten, die daar recht op hebben en dat ontvangen, hun ondersteuning niet verliezen door een mankement met inflatie en een kortdurende stijging van hun huurprijs. Het is zeer positief dat u daar snel op hebt ingegrepen, en u ervoor hebt gezegd dat niemand zijn ondersteuning verliest.
Ik verneem ook dat het rapport over enkele weken ter beschikking zal zijn. Ik stel voor dat we dat afwachten, om dan samen te bekijken welke conclusies of welke aanbevelingen men daarin geeft, om dan te zien wat we kunnen doen om ervoor te zorgen dat meer mensen die premie waar ze recht op hebben, zullen aanvragen.
De heer Veys heeft het woord.
De Vooruitfractie is ook blij dat die studie er eindelijk zit aan te komen. Ik heb het nog eens in het archief bekeken. De pijnpunten met betrekking tot de huurpremie kwamen aan bod in een vraag om uitleg van collega Michèle Hostekint in 2015. Toen was parlementsvoorzitter Homans nog minister. Daarnet had u het over een permanente revolutie, maar af en toe eens goed voortdoen lijkt mij al een mooi begin op dit vlak.
Ik wilde gewoon nog vragen naar de timing. Dan trekt u uw conclusies. Ziet u deze legislatuur nog mogelijkheden om hierop in te zetten, zodat dat verbeterd kan worden, zodat we die non-take-up kunnen bijsturen? Ik heb deze zomer opnieuw heel wat halve tragedies gehoord van mensen die dat kwijtraken, en dan duurt het heel lang om dat opnieuw in orde te krijgen. Dus als we dat hier al kunnen verbeteren, die non-take-up, dan denk ik dat we al een heel essentiële stap kunnen zetten. Want die huurpremie is zeer belangrijk.
En dan ga ik nog even stout zijn, omdat ik daarnet niet zeker was of ik het gehoord had toen het over geconventioneerd huren ging. Indien iemand die een huurpremie krijgt, in een geconventioneerde huurwoning intrekt, behoudt die sowieso de huurpremie. Daar hoef je niet mee in te zitten. Want die 900 tot 1000 euro zit soms boven de voorwaarden voor de huurpremie.
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw Jans, ik heb net gehoord dat we de definitieve cijfers over die laatste vraag ook hebben. Dus we kunnen die meesturen met het verslag, als dat helpt. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Diependaele heeft ons ter zake de volgende aanvulling bezorgd: “In opvolging van onze belofte om u de definitieve cijfers aan te leveren, kunnen we meedelen dat er 69 huursubsidiedossiers en 423 huurpremiedossiers werden goedgekeurd en opnieuw in betaling werden gezet.”)
Mijnheer Veys, het voordeel dat men heeft bij die geconventioneerde verhuur is wel degelijk die min 25 procent. En de huurpremie, de huursubsidie die men daarbovenop krijgt, kan ook behouden blijven. En dan is er nog de al dan niet genegotieerde korting vanwege de btw-verlaging en dergelijke meer. Er zijn dus drie elementen die die huurprijs naar beneden halen, in het SVK-systeem. (Opmerkingen van Maxim Veys)
Als men voldoet aan de voorwaarden. Als dat naar beneden gaat, als dat daaronder valt, dan zal men dat kunnen behouden.
Voor ik het slotwoord aan mevrouw Jans geef, wens ik de leerlingen van een school uit Schoten te verwelkomen in onze commissie Wonen en Onroerend Erfgoed.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik dank de minister voor zijn antwoord. Het is misschien een gelegenheid om zo meteen of bij een van de volgende gelegenheden bij een regeling van de werkzaamheden te bekijken of het mogelijk is om een gedachtewisseling te organiseren over de studie die zal verschijnen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.