Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, met deze relatief korte vraag wil ik voor een stuk opvolging geven aan onze eigen signalen van de voorbije jaren vanuit meerdere fracties met betrekking tot de bezorgdheid over de Vlaamse jeugdhulp. Het gaat om de problemen die er daar zijn, maar ook om de noodkreten die de laatste maanden regelmatig kwamen vanuit de sector. Zowel jeugdrechters als advocaten hebben regelmatig de alarmbel geluid. Op 18 november 2022 verzamelde de sector zelf aan uw kabinet met de slogan ‘Jeugdhulp is een recht, geen privilege’. Ze klaagden het aanhoudende plaatsgebrek aan. Dat is niet nieuw. Daardoor kan de sector aan de kinderen en jongeren in nood niet de hulp en veilige plek bieden waar zij nood aan hebben en ook recht op hebben. Ik denk dat iedereen het erover eens is dat onze jongeren dit verdienen.
Als antwoord op die signalen gaf u aan met de sector in gesprek te zullen gaan om samen oplossingen te zoeken voor de problematiek, zowel of korte termijn als structureler. Daartoe zou een taskforce worden opgericht. Ik volg dat graag vanuit mijn fractie op.
Vond er al overleg met de sector plaats? Werd de taskforce al opgestart?
Wie werd hierbij betrokken? Welke doelstellingen op korte of lange termijn heeft de taskforce?
Zijn er al quick wins te realiseren of vastgesteld? Zijn er al denkpistes richting een structurele aanpak van de problemen in de jeugdhulp, die extra beleid zijn naast wat er de voorbije jaren al dan niet is gebeurd?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, op 11 januari 2023 is de taskforce een eerste keer samengekomen. Ik heb de uitnodiging medio december 2022 gestuurd naar de actoren die betrokken zijn bij de integrale jeugdhulp. Concreet gaat het over de parketmagistraten, de jeugdrechters, de jeugdadvocaten, de voorzieningen erkend door Opgroeien en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH), de crisisnetwerken, de vertegenwoordigers van de geestelijke gezondheidszorg, de kinder- en jeugdpsychiatrie, het federale kabinet, de FOD Volksgezondheid, de Centra voor Leerlingenbegeleiding (CLB’s) en de vertrouwenscentra, de cliëntenvertegenwoordigers, het kabinet van minister Dalle en het Kinderrechtencommissariaat. Die waren allemaal aanwezig. In totaal waren we met 54. Dat is dus een bijzonder grote groep. Ik vind het heel belangrijk om hen nu samen te roepen. Ik heb een paar weken geleden ook samengezeten met de vakbonden. Dat was een heel indrukwekkend gesprek. Als ik zo vrij mag zijn: het is ongelooflijk wat vandaag de samenlevings- en de gezinsproblemen zijn waardoor jongeren in onze jeugdhulp terechtkomen.
De taskforce heeft de bedoeling concrete oplossingen uit te werken voor zeer acute noden, en deze dan te vertalen in acties op korte termijn, die aanvullend zijn op de projecten en de versterkingen die deel uitmaken van een structurele oplossing. Dat kan gaan over alle mogelijke aspecten van het continuüm van de dienstverlening aan kinderen en aan jongeren.
Heel wat deelnemers gaven vooraf hun signalen door, maar ook suggesties voor oplossingen. De eerste vergadering heeft een veelheid aan ideeën opgeleverd. We kunnen wel wat quick wins realiseren op het vlak van instroom, doorstroom en uitstroom, maar ook met betrekking tot het vereenvoudigen van een aantal processen. We hebben gemerkt dat daar soms wat complexiteit zit. Er zijn ook vragen naar gerichte investeringen. Maar er is ook een heel sterke vraag naar een gedeelde verantwoordelijkheid over de sectoren heen. Er moet meer worden ingezet op preventie. Er moet een gelijk speelveld zijn op het vlak van financiering en van de output tussen de diverse actoren.
Een aantal projecten lopen al met het perspectief op de wat langere termijn, zowel op het Vlaamse als op het federale niveau. Maar de deelnemers bevestigen inderdaad opnieuw dat de jeugdhulp nood heeft aan een vernieuwd paradigma op middellange termijn. Een aantal decreten zijn dit jaar tien jaar oud. We zien dat de achterliggende systemen wat op hun limieten botsen.
Ik vind de zorggarantie voor kinderen en gezinnen enorm belangrijk. Daar is zuurstof nodig.
We zitten in een snelle cadans, collega Vaneeckhout. De eerste vergadering werd bijgewoond door zoveel mensen. Er werden ideeën gesprokkeld. Volgende week is er een tweede bijeenkomst. Dan is de doelstelling om vanuit de brainstorm van vorige week tot een werkplan te komen.
Wij willen die cadans van intens vergaderen aanhouden. De sfeer is goed. Je voelt dat de mensen de problemen erkennen, maar ze blijven daar niet in hangen. Men zoekt mee naar oplossingen. Het is belangrijk om vanuit zo’n sfeer te komen tot extra ingrepen.
Ik heb een enorm respect voor het werk dat deze mensen doen, en dat in omstandigheden waarin ze soms bijzonder explosieve situaties moeten zien te bemeesteren, zoals dat dan heet.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, het is heel goed dat dit heeft plaatsgevonden en dat er een ruime groep van aanwezigen was. Dat was een heel divers palet van actoren. Dit is een sector die heel veel aspecten samenbrengt. Ik ben niet verwonderd over het feit dat er rond de tafel een zeer constructieve houding was. Als er een iets is wat zowel de jeugdwerksector als de jeugdhulpsector en iedereen die daarmee bezig is kenmerkt, dan wel dat dit mensen zijn die vaak in de luwte huzarenwerk verzetten en heel vaak in moeilijke omstandigheden zoeken naar de sprankels hoop en energie die er zijn om te bouwen aan een toekomst voor jonge mensen. De appreciatie die u uitdrukt, delen wij heel sterk.
Ik heb twee aanvullende vragen.
U zegt dat het de bedoeling is om tot een werkplan te komen. Er is volgende week een volgende vergadering. Ik weet niet of het realistisch is om te verwachten dat er dan al een werkplan ligt. Hebt u een timing, zodanig dat we hier niet onnodig snel de vraag opnieuw stellen? We zullen het uiteraard niet laten stilvallen.
U zegt dat het duidelijk was dat er een zoektocht is naar een vernieuwd paradigma voor de jeugdhulpsector en dat de vraag daarnaar wordt gedeeld. Kunt u een klein beetje een tip van de sluier oplichten over wat er vanuit de 54 aanwezigen is gekomen met betrekking tot wat nu de grote lijnen zijn van zo’n nieuw paradigma? Wat benadrukt de sector zelf? Hebt u rond de tafel nieuwe dingen ervaren met betrekking tot dat vernieuwde paradigma? De andere details zullen we later wel opvragen.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag 119 hierover gaf u aan dat een online tool werd ontwikkeld waarin voorzieningen moeten aangeven welke maatregelen ze nemen bij een personeelstekort, met een dreigende impact op het aanbod. Deze tool werd half oktober gelanceerd. De resultaten van die registratie zouden het mogelijk moeten maken om de situatie beter te evalueren en om gerichtere acties te ontwikkelen.
Minister, is er momenteel al zicht op die resultaten? Zo ja, wat zijn die resultaten? Zo neen, wanneer worden de eerste resultaten verwacht?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vaneeckhout, het zal sowieso niet de bedoeling zijn om volgende week al dat werkplan te hebben. Ik wil daar wel niet te veel gras laten over groeien. Jullie weten dat we ook aan het werken zijn aan de nota ‘Vroeg en nabij’. Er is al veel inkt over dat woord gevloeid, maar voor mij is de zorggarantie zo belangrijk. De jeugdhulp is daar een belangrijke schakel in. Ik zie wat problemen in systemen die op elkaar botsen. Soms hebben kinderen nergens een plek. Hoe kun je dat vermijden? Er ontbreekt soms souplesse. De regelgeving staat soms in de weg. Sommige dingen zijn lange termijn, andere zaken zijn korte termijn. Ik vermoed dat we nog wel wat weken tijd nodig zullen hebben. Het feit dat men zo positief was, toont de nood aan overleg aan.
Ik geef een voorbeeldje. De voorzieningen geven aan dat een aantal kinderen vandaag vijf dagen op zeven worden opgevangen in de ene voorziening en in het weekend naar een andere voorziening moeten verhuizen. Dat is natuurlijk heel lastig. Er zijn veel zulke praktische zaken. De zorggarantie is van belang. We moeten niet altijd doorverwijzen, maar mogelijkheden creëren om bij te schakelen als dat nodig is.
Dit wordt dus vervolgd. Collega Wouters, ook dat wordt vervolgd, maar we zijn gestart in een positieve vibe.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, zoals u het verder opvolgt, zullen wij hetzelfde doen. Dat is uiteraard onze rol. We gaan ook niet onnodig iedere week de vraag stellen. We zullen tussentijds eens polsen hoever het staat. Het is heel goed dat het niet alleen over de grote kwesties gaat, maar ook over de heel kleine praktische dingen, die een grote impact hebben op zowel personeel als op mensen die in de jeugdhulp verblijven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.