Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Vraag om uitleg over de mentale weerbaarheid van leerkrachten
Verslag
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Minister, uit recent onderzoek van de VUB bij 2167 leerkrachten in het secundair onderwijs blijkt dat de COVID-19-pandemie voor heel wat extra stress, angsten en bijkomende belasting heeft gezorgd. De coronapandemie heeft het risico op burn-outs bij leerkrachten langdurig vergroot, terwijl die cijfers sowieso al bovengemiddeld hoog lagen in het onderwijs. Voor maart 2020 liep een leerkracht in het secundair onderwijs ongeveer 20 tot 25 procent kans op een burn-out. Die eerste maanden in lockdown brachten een daling tot 15,7 procent met zich mee, maar tegen het einde van het schooljaar ging dat cijfer weer omhoog, naar 20,9 procent. Dit is te verklaren door ‘herstelnood’. Tijdens dit meetmoment waren scholen gesloten en hadden de leerkrachten geen onderwijstaken.
Tegen mei en juni moesten de leraren zich dan weer aanpassen aan online lesgeven, wat heel wat stress met zich meebracht. Terwijl de zomervakanties normaal voor een daling zorgen, was het burn-outrisico in juli en augustus 2021 20,9 procent, even hoog als in september 2019, toen het 20,8 procent was. Bovendien groeide bij veel leerkrachten een twijfel over hun persoonlijke bekwaamheid. Met andere woorden, ze hadden het gevoel dat ze hun job minder onder de knie hadden dan daarvoor. Mogelijkerwijze kwam dat door onzekerheid over face-to-facecontact tijdens een pandemie of als resultaat van een langdurig gebrek aan interactie met de leerlingen. Volgens onderzoekster Yanni Verhavert is de belasting gewoon te groot en moet er iets gebeuren.
Minister, tijdens de commissievergadering van 2 juni van vorig jaar bevroeg ik u over burn-out bij leerkrachten naar aanleiding van de driejaarlijkse werkbaarheidsmonitor van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). U gaf toen onder meer aan dat u aan de UGent en Arteveldehogeschool had gevraagd om een onderzoek te voeren rond de versterking van het welzijnsbeleid in scholen.
Hierbij heb ik de volgende vragen. Hoe reageert u op het onderzoek van de VUB? Welke aanbevelingen zult u meenemen in het beleid? Wat is de stand van zaken betreffende het onderzoek van de UGent en Arteveldehogeschool? Wat is de stand van zaken betreffende de uitrol van de planlastcalculator?
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Net voor het kerstreces werden de resultaten van een VUB-onderzoek over burn-out en levensstijl bekendgemaakt. Tussen september 2019 en augustus 2021 peilde doctoranda Yanni Verhavert bij 2167 leerkrachten secundair onderwijs in Vlaanderen naar hun mentaal welzijn. Door de timing kreeg de onderzoekster ook een unieke kans om de impact van COVID-19 op burn-out te onderzoeken. Die blijkt op de lange termijn niet gering.
Het risico op burn-out daalde tijdens de coronapandemie aanvankelijk nog, maar nadien steeg het risico opnieuw substantieel. De risicocijfers daalden wel in de zomervakantie, maar het niveau bleef tijdens de zomer van 2021 toch even hoog als het percentage in september-oktober 2019, traditioneel een drukke periode voor leerkrachten. In het onderzoek wordt tot slot geadviseerd om meer in te zetten op het ontwikkelen van tools en interventies om de impact van moeilijke periodes zoals een pandemie op de mentale gezondheid van leerkrachten op te vangen.
De bezorgdheid om het psychisch welzijn van onze leerkrachten heb ik al vaker in deze commissie en in de plenaire vergadering aangekaart. De jongste keer was dat in de commissievergadering van 2 juni 2022. Minister, toen verwees u onder andere naar een onderzoek van de UGent en Arteveldehogeschool rond het versterken van het welzijnsbeleid in scholen. Deze onderzoeksgroep ontwikkelde ondertussen een inspiratiegids, maar het is broodnodig om deze thematiek van heel nabij te volgen en alle tools in functie van preventie en hulpverlening zo breed mogelijk te verspreiden en in te zetten.
Daarom heb ik de volgende vragen. Welke acties zult u ondernemen om deze inspiratiegids verder te verspreiden naar de scholen? In welke ondersteuning voorziet u voor de scholen die hiermee concreet aan de slag willen gaan? Hoe kan deze gids worden geïmplementeerd in de dagelijkse schoolpraktijk? Welke concrete acties of maatregelen werden ondertussen al uitgewerkt door de werkgroep psychosociale risico’s, waarin de onderwijsverstrekkers en vakorganisaties, maar ook de FOD WASO (Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg) vertegenwoordigd zijn? Wat staat er verder nog op de agenda van deze werkgroep? Zijn er mogelijkheden om in het kader van de proeftuinen die de Vlaamse Regering eind december goedkeurde, verder expertise op te bouwen of goede praktijken te delen rond deze thematiek?
Minister Weyts heeft het woord.
De bevindingen van het onderzoek van de VUB bevestigen natuurlijk het belang van een sterk personeelsbeleid en een sterk welzijnsbeleid in scholen. We hebben daar al een paar keer over gediscussieerd in deze commissie. Het is ook nadrukkelijk een klemtoon die we leggen, trouwens ook in de strijd tegen het lerarentekort en dus het retentiebeleid. Dat maakt daar inherent deel van uit.
Een van de aanbevelingen van het onderzoek is het ontwikkelen van tools en interventies om de impact van moeilijke periodes op de mentale gezondheid van leerkrachten te verzachten. Ik denk dat u allebei ook hebt verwezen naar het onderzoek dat we tevoren zelf al lieten uitvoeren door de Ugent en Artveldehogeschool. In de zomer van afgelopen jaar hebben we de resultaten ervan gepubliceerd. We hebben echter niet alleen het probleem gehighlight en geanalyseerd. We hebben ook onmiddellijk al samen daarmee een inspiratiegids aangekondigd, waarin er maar liefst vijftig instrumenten zijn opgenomen die scholen kunnen inzetten om hun welzijnsbeleid te versterken, gelinkt aan verschillende domeinen van het personeelsbeleid. Het onderzoek en de inspiratiegids hebben we ook gecommuniceerd. We hebben die ook op onze website gezet, maar hebben dat ook gedaan via nieuwsbrieven van Klasse en Schooldirect. Ik bekijk echter ook nog samen met de onderzoekers of we daaromtrent op korte termijn ook geen webinar kunnen organiseren om het onderzoek en het gebruik van de inspiratiegids nog meer bekendheid te geven.
Daarnaast heb je ook de werkgroep psychosociale risico’s, die toch ook wel een belangrijke rol speelt in die thematiek. Die werkgroep zal er nu mee op toezien dat die inspiratiegids actueel wordt gehouden, en zal ook voorstellen doen met betrekking tot de verdere communicatie en verspreiding. De belangrijkste verwezenlijkingen van de werkgroep zijn ongetwijfeld de opleidingen en de supervisies voor vertrouwenspersonen die al een aantal jaren worden georganiseerd door ons departement. Die vertrouwenspersonen spelen een belangrijke rol in de preventie van heel wat welzijnsproblemen op het werk. Ik heb dan ook beslist om daar dit jaar mee door te gaan. Er zullen binnenkort dus ook nieuwe opleidingen en supervisies voor vertrouwenspersonen worden georganiseerd. De toekomstige activiteiten van de werkgroep zelf zullen in de loop van dit jaar ook worden bepaald.
Als het gaat over de preventie van burn-out, moet ik toch ook verwijzen naar het afsprakenkader dat we hebben gemaakt. In het kader van heel de problematiek van burn-out en welzijn verwijs ik ook naar een concreet initiatief in de strijd tegen het lerarentekort zoals het verminderen van de administratieve lasten en druk allerhande. In dat kader is het toch belangrijk dat we afspraken hebben gemaakt rond het gebruik van digitale communicatie, samen met de sociale partners. Ik krijg daar een goede feedback over. Niet overal gaat men daar even snel mee aan het werk. We hebben ook gezegd dat men dat wat tijd moet geven: tegen 1 september moet men ter zake een lokaal kader hebben vastgelegd. Daardoor geven we toch ook de boodschap dat men ervoor moet zorgen dat die digitale tools er vooral komen ter ontlasting van zowel leerkrachten als leerlingen, dat die dus ten dienste van hen moeten staan veeleer dan een last te zijn.
Wat de planlastcalculator en de proeftuinen betreft: die planlastcalculator zal binnenkort en eigenlijk ook als element van een bredere campagne ter beschikking van het onderwijsveld worden gesteld. De proeftuinen die wij in de schoot van de Vlaamse Regering hebben goedgekeurd, zullen de volgende twee schooljaren werken rond twee doelstellingen: het lerarentekort terugdringen en het beroep van leerkracht herwaarderen. Via die weg spelen ze echter natuurlijk ook in op heel de welzijnsproblematiek. Die proeftuinen kunnen werken rond de beide doelstellingen of rond een van beide. De maatregelen die ze uitproberen, situeren zich binnen het domein van de schoolorganisatie, maar ook binnen het domein van het hr-beleid. Ik verwijs naar de tegenstellingen en de discussies die al zo lang bestaan in het kader van het sociaal overleg, en de maatregelen die daar worden gesuggereerd, maar waaromtrent er altijd een welles-nietesdiscussie wordt gevoerd. Ik herinner ook aan de 38 urenwerkweek: welke concrete consequenties heeft die op de werkvloer? Via de proeftuinen kunnen we bekijken wat er werkt in de realiteit.
We moeten zo proberen antwoorden te zoeken op knelpunten zoals het aantrekken van leraren, het terugdringen van de uitstroom van leraren en het terugdringen van het ziekteverzuim bij leerkrachten, door een doeltreffend personeelsbeleid en het aantrekkelijk maken van de loopbaan van de leraar door bijsturingen aan de schoolorganisatie. Ik ga ervan uit dat de proeftuinen die focussen op de herwaardering van het lerarenberoep, ook zullen werken binnen het domein van het hr-beleid. Het is evident dat mentaal welzijn daarbij ook een aandachtspunt is. De opzet van de proeftuinen geeft hun daar alleszins de nodige mogelijkheden toe.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik denk dat er geen enkele beroepscategorie is die ontsnapt aan het risico op burn-out, maar het risico binnen het onderwijs ligt een stuk hoger. Ik denk dat drie dingen belangrijk zijn daarbij. Het is een emotioneel belastende job, de werkdruk ligt er hoog en in heel wat scholen hebben leerkrachten ook een beperkte autonomie. Als je je als leerkracht eigenlijk alleen maar een uitvoerder voelt, dan kun je ook sneller stress krijgen en in een burn-out terechtkomen. U hebt al heel wat initiatieven genomen. Het is natuurlijk ook niet alleen iets wat op uw bord terechtkomt. Het is echt duidelijk een gedeelde verantwoordelijkheid. Het is de verantwoordelijkheid van de onderwijsverstrekkers, zeker ook van de schooldirecteurs, maar ook van de inrichtende machten, denk ik, die daar de schouders onder moeten zetten.
Ik las de berichtgeving over de proeftuinen. Ik was ook heel blij dat er ook scholen zijn die inzetten op planlastvermindering. Er is onder andere een school in Limburg, in Hasselt die daarop gaat inzetten en waaraan ik zeker eens een bezoek ga brengen. Ik denk dat zij met hun aanpak, net als met de planlastcalculator, trouwens, ook heel duidelijk zullen maken wat er nu eigenlijk op een school moet gebeuren en wat er wordt gedaan dat absoluut niet nodig is en daarom ook heel veel energie vreet. Zodra we dat weten, ook met de planlastcalculator, kunnen we heel gerichte acties op poten zetten om dingen te ondernemen.
Ik kijk dus uit naar die planlastcalculator. Als er nu één actie is die een school moet ondernemen, dan is het die planlastcalculator door de school laten lopen. Men moet natuurlijk ook inzetten op het deconnecteren van die digitale tools. Dat is ook enorm belangrijk. Verder ben ik ook tevreden dat ik u heb horen zeggen dat u verder gaat inzetten op de vertrouwenspersonen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Het is duidelijk dat u de kaart van preventie trekt als het gaat over de mentale weerbaarheid bij leerkrachten. Dat is ook de weg die wij moeten volgen. Het is goed dat er wordt voortgewerkt en dat er een webinar zou worden opgestart om dat meer bekend te maken. Het onderzoek is er. Het lijkt me heel belangrijk dat we dat ook bij de mensen brengen die dat moeten weten.
Wat de proeftuinen betreft, u weet dat ik altijd vragende partij ben geweest om dat zo snel mogelijk te doen landen. Ik kijk uit naar hoe men daarmee aan de slag gaat in het werkveld, maar ik kijk ook uit naar hoe men directieleden nog sterker kan maken, als coach, naar hoe men hun de tools en de vaardigheden kan geven om hun medewerkers als het ware te screenen, te scannen en te begeleiden op het vlak van weerbaarheid. We zijn ook heel sterk vragende partij om de mentale weerbaarheid van onze directeurs ook zeker niet uit het oog te verliezen. We hebben het hier immers over burn-outs bij leerkrachten, maar ik hoor toch dat er ook bij heel veel directeurs een grote druk is. We hebben het heel vaak over het lerarentekort, maar ik vrees voor een directeurstekort. Dat is toch ook een uitdaging waarvoor we de ogen niet kunnen sluiten. Misschien dus ook een uitbreiding naar die doelgroep.
De heer Vandenberghe heeft het woord.
Minister, collega’s, ik denk dat we een open deur intrappen als we zeggen dat het lerarenberoep vatbaar is voor stress en burn-out. Als je kijkt naar de studie van de KU Leuven, Odisee en ACOD Onderwijs (Algemene Centrale der Openbare Diensten) van 2021, zie je dat in het onderwijs 70 procent ontevreden is over de te hoge werkdruk. Dat is bijzonder veel, en bij het onderwijzend personeel loopt dat ontevredenheidscijfer zelfs op tot 76 procent. Bijna 30 procent, bijna een derde dreigt in een burn-out te belanden. Dat zijn hallucinante cijfers, als u het mij vraagt. Onze fractie vindt dan ook dat het lerarenberoep echt wel met visie moet worden hertekend. Ook de leidinggevende, de directeur speelt daar echter een belangrijke rol in.
Het recente rapport van de SERV leert ons dat ondersteunend leiderschap echt een belangrijke sleutelvariabele blijkt te zijn voor het welzijn van werknemers op het werk. Ik ben ook schooldirecteur geweest, dus ik kan ook spreken uit ervaring. Ondersteunend en modern leiderschap is cruciaal. Dat onderzoek ging niet specifiek over leerkrachten, maar er zijn geen redenen om te vermoeden dat dat bij leerkrachten anders zou zijn. Uiteraard kan een directeur niet alle problemen op de werkvloer tegengaan, dat is duidelijk, maar hij of zij kan wel een belangrijk verschil betekenen. Daarom vinden we het ook erg belangrijk dat de rol van directeur onder de loep wordt genomen, en dat hij of zij daarin extra wordt ondersteund en gecoacht. Minister, dat is dus al een eerste tussenvraag: welke extra initiatieven plant u daarvoor?
We stellen ook het gigantische lerarentekort vast. Na de vakantie is dat niet anders. Ik heb daarover al diverse reacties gekregen. Dat is er niet alleen in het basisonderwijs, maar vooral ook in het secundair onderwijs. Dat is echt een van de allergrootste bedreigingen voor onze welvaart. Willen we ervoor zorgen dat er in de toekomst nog voldoende leerkrachten naar het onderwijs komen en er blijven, dan moeten we ervoor zorgen dat ze ruimte krijgen voor professionalisering, functiedifferentiatie, overleg en cocreatie. U zult immers waarschijnlijk wel zeggen dat er nu weer heel wat meer mensen zijn die studeren voor leerkracht en die naar het onderwijs zullen komen, maar het gaat niet alleen over hen daarheen krijgen, maar ook over hen daar houden, en hen niet alleen daar houden, maar ook maken dat ze niet uitvallen. Dat is het probleem.
Ik hoor van u al een paar jaar heel wat projectmatige initiatieven in uw beleid. Dat is positief, u probeert er projectmatig iets aan te doen, maar onze fractie mist toch nog altijd een beetje een visie op middellange en lange termijn omtrent de aanpak van deze problematiek. U mag mij dat niet kwalijk nemen. Nogmaals, het is positief dat die projecten regelmatig worden gelanceerd, dat zijn verschillende zaken om er iets aan te doen. U laat niet betijen, maar echt een visie op middellange en lange termijn ontbreekt vandaag nog altijd, terwijl we het dieptepunt op dat vlak nog altijd niet hebben bereikt. Ik denk dat we nog maar aan het topje van de ijsberg zitten en dat we nog veel dieper in het moeras zullen terechtkomen.
Wat we hier in de commissie dus zeker niet mogen doen, is een goednieuwsshow brengen en denken dat we er met die projectmatige initiatieven zullen geraken. De realiteit spreekt dat volkomen tegen. De reacties die ik nu al krijg na bijna een week school, spreken dat volkomen tegen. Het onderwijs zit echt in de hoek waar de klappen vallen, om talrijke redenen. Minister, vandaar mijn concrete vragen. Beseft u terdege dat er echt wel een groot probleem is op korte, middellange en lange termijn? Bent u bereid om niet alleen nog een tandje bij te zetten, maar om vooral ook echt eens, in samenspraak met de commissie, in samenspraak met de actoren, een visie op middellange en lange termijn te ontwikkelen?
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u. Er werd terecht op gewezen dat burn-outs een maatschappelijk probleem zijn, en zelfs een maatschappelijk probleem dat nu net in de afgelopen vier jaar heel acuut is geworden. Er is een toename van het aantal burn-outs op de arbeidsmarkt met 66 procent. 66 procent. Ik weet niet hoe de cijfers over het onderwijs die hier werden aangehaald, zich verhouden tot die van de andere sectoren, maar ik veronderstel dat dat enigszins gelijklopend is. Ik verwijs naar onze initiatieven in het kader van de versterking van het hr-beleid, voor leerkrachten, maar evengoed – u hebt gelijk – voor directeurs. Ik denk dat we op dat vlak echt zo veel mogelijk doortastende maatregelen proberen te nemen, en ook proberen in het kader van hr-beleid zo veel mogelijk tools en tips en tricks aan te reiken, en daaromtrent ook goed te communiceren.
We zitten nu echter in de periode waarin het lerarentekort normaal gezien altijd een hoogtepunt kent. Eind januari, februari zitten we eigenlijk altijd met een piek. Dat is in de afgelopen jaren altijd zo geweest. Een goednieuwsshow? Als er goed nieuws is, mag dat ook wel worden gebracht. Ik vind dat het een lichtpunt is als je vaststelt dat het aantal inschrijvingen in de lerarenopleiding voor het eerst is gestegen, dat het aantal zijinstromers nog nooit zo hoog is geweest, namelijk 4500. In 2019 waren dat er misschien 1000 of zo. Ook hebben we nu al meer dan 1000 inschrijvingen op de lerarenbonus, en hopelijk is dit nog maar een pril begin. Dat zijn dus lichtpuntjes, die we zeker ook voor het voetlicht mogen plaatsen.
Dat wil niet zeggen dat we op onze lauweren gaan rusten. Neen, integendeel, we zetten nog verdere stappen, ten eerste op het vlak van het verlagen van de administratieve lasten, dus niet alleen met de instrumenten die hier werden aangehaald, maar ten tweede ook wat het nog versterken van het aantrekkelijker maken van de lerarenopleiding en het verhogen van de zijinstroom betreft. We gaan dus resoluut door op die ingeslagen wegen. Als er lichtpunten zijn, dan denk ik dat dat ons net moet motiveren om resoluut door te gaan op die ingeslagen wegen.
Mevrouw Grosemans heeft het woord.
Ik denk dat we op heel veel fronten aan het vechten zijn tegen burn-out, en ik hoop dat de kentering hiermee wordt ingezet. Verder heb ik mijn punt zeker gemaakt in de tweede ronde, waarin ik vlot mijn spreektijd heb overschreden. Ik zal dus het goede voorbeeld geven.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, burn-out is inderdaad een groot maatschappelijk probleem, maar onderwijs is zo fundamenteel. Zonder leraar, zonder directeur hebben we geen onderwijs. Daarom mogen we daar toch extra aandacht voor vragen, maar ik denk dat we het er kamerbreed over eens zijn dat we er alles aan moeten doen om ook de mensen in het onderwijs te behoeden voor problemen qua psychische en mentale weerbaarheid.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.