Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, wegenwerken gaan onvermijdelijk gepaard met een zekere overlast en met wegomleidingen. Voor wagens is dat vaak goed georganiseerd, maar ik krijg nogal wat reacties van fietsers en voetgangers die zich erover beklagen dat de omleidingen voor hen niet zo goed zijn aangegeven bij wegenwerken.
Ik heb u daarover een schriftelijke vraag gesteld. Daaruit blijkt dat er de voorbije vijf jaar elk jaar meer dan 200 ongevallen gebeurden met voetgangers en fietsers bij wegenwerken. 2021 was een recordjaar, met 277 ongevallen. Dan is de vraag wat we daaraan zouden kunnen doen.
Hoewel het aantal ongevallen met voetgangers de voorbije jaren even leek te dalen, gingen de cijfers vorig jaar opnieuw in stijgende lijn. In 2017 waren er 46 voetgangersongevallen. Dat zakte in 2020 met 34 ongevallen naar het laagste punt, terwijl het cijfer in 2021 alweer steeg naar 43 ongevallen. Bij de fietsongevallen is er zelfs geen sprake van een daling, maar is er door de jaren heen een duidelijke stijging te zien. In 2017 werden 156 fietsongevallen bij wegenwerken geteld, in 2021 waren er dat 234. Er is geen 'coronadip' te zien in de cijfers, hoewel de totale hoeveelheid ongevallen die periode wel afnam.
U hebt in uw antwoord op mijn schriftelijke vraag duidelijk verwezen naar de regels die gelden voor aannemers rond signalisatie, maar die worden niet consequent nageleefd. Er moet dus meer worden toegezien of de signalisatie bij wegenwerken altijd duidelijk is en er een veilige alternatieve route is wanneer een fiets- of voetpad niet toegankelijk is. Ook bij wegenwerken zou de veiligheid van actieve weggebruikers gegarandeerd moeten zijn. Vandaag is dat absoluut niet het geval. Er is zelfs geen positieve evolutie te zien.
Minister, hoe interpreteert u deze cijfers?
Hoe wilt u extra inzetten op verkeersveiligheid van actieve weggebruikers bij wegenwerken?
Naar aanleiding van mijn vraag kreeg ik ook het signaal dat in Gent een verbod bestaat om een bord ‘fietsers hier afstappen’ te plaatsen. Het is vaak een gemakkelijkheidsoplossing die aannemers gebruiken. Men zou dat nooit, om een boutade te gebruiken, zeggen aan autobestuurders. Waarom dan wel aan fietsers? In Gent is het blijkbaar verboden om zo'n bord te gebruiken. Kan dat volgens u breder worden toegepast?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Bex, ik dank u voor uw vragen. Elk ongeval is er een te veel, ongeacht of het bij wegenwerken gebeurt of anders. Dat wil ik eerst zeggen. De cijfers die u aanhaalt van ongevallen bij wegenwerken, zo'n tweehonderd, zijn er uiteraard tweehonderd te veel.
Een deel van die ongevallen – en dat blijkt ook uit het antwoord op uw schriftelijke vraag – gebeurt op gemeentewegen. Ik kan me alleen maar uitspreken over wat er op de gewestwegen gebeurt en welke regels daar gelden.
U weet dat het de regel is dat er, telkens wanneer er wegenwerken worden uitgevoerd op een gemeenteweg of een gewestweg, altijd voorafgaandelijk een signalisatievergunning van het gemeentebestuur moet worden verkregen. Dat waakt mee over de naleving van de werfsignalisatie door de aannemer.
De correcte plaatsing van werfsignalisatie is een aandachtspunt dat permanent moet worden opgevolgd en geen aanleiding mag geven tot verwarring bij de weggebruikers, of dat nu een fietser, een voetganger of een gemotoriseerde weggebruiker is. Er moet dus op worden toegezien dat de werfsignalisatie geen aanleiding geeft tot een verhoogd risico op ongeval.
In het verleden zijn er hiervoor al een aantal elementen opgenomen. De opmaak van een werfsignalisatieplan en een vergunning zijn verplicht voorgeschreven in de verkeerswetgeving. Dat is een eerste garantie voor een correct verloop en het garandeert dat men niet zomaar borden plaatst, maar conform de vergunning en conform de regelgeving. De administratie heeft recent ook een checklist opgemaakt aan de hand waarvan men gaat controleren of de signalisatievergunning en de bepalingen die daarin zijn opgenomen, zijn nageleefd.
Ten tweede is ook opgenomen dat aannemers die wegenwerken uitvoeren op gewestwegen moeten dat doen conform het Standaardbestek 250 (SB 250). Ook daar is er voor de wegenbouw een verplichting voorzien voor een opleiding in signalisatie. De aannemers die werken willen uitvoeren op onze gewestwegen, moeten dus een attest kunnen voorleggen dat ze zo’n opleiding in signalisatie hebben gevolgd. Ook dat zorgt voor een verbetering op dat vlak.
Verder is er recent een dienstorder opgemaakt waarin specifieke richtlijnen zijn opgesteld inzake communicatieborden en voor werfaankondigingsborden bij werven.
U had nog een vraag om een bord ‘fietsers hier afstappen’ dat in Gent wordt gebruikt, voor heel Vlaanderen uit te rollen. Nu, het is altijd zo dat bij het plaatsen van werfsignalisatie er altijd – dat staat ook zo in het SB 250 – een veilige doorgang moet worden voorzien voor de actieve weggebruikers, dus ook voor de fietsers en de voetgangers. Dat moet sowieso voorzien zijn. Als er dus werken aan het fietspad of het voetpad zijn, dan moet men eerst kijken welke alternatieven er zijn om voor de actieve weggebruikers een veilige doorgang te voorzien. Het is dus niet aan ons om te bepalen dat elk lokaal bestuur borden moet plaatsen naar analogie met wat Gent doet.
Ik denk dat we er vooral eerst naar moeten kijken dat we voor elke weggebruiker, zeker voor de actieve weggebruiker, een veilige doorgang hebben bij het uitvoeren van wegenwerken. Als er echt geen ander alternatief bestaat, dan kan het een optie zijn om te zeggen dat fietsers het best afstappen, maar we zoeken altijd eerst naar de beste alternatieven. Ik denk dat lokale besturen hun regelgeving ook zo doen: als het echt niet anders kan, dan ‘afstappen’, maar eerst zoeken naar de beste alternatieven.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Daaruit blijkt duidelijk dat er op administratief vlak voldoende aandacht is voor een plan van aanpak in wat een ‘ideale wereld’ kan worden genoemd, waarin elke aannemer vlot de regels volgt en zijn of haar best doet om dat zo goed mogelijk te doen. Helaas is de realiteit iets wispelturiger. Vaak zijn er tijdens de werken ook aanpassingen aan de signalisatie en is het helemaal niet zo eenvoudig om daar als actieve weggebruiker je weg in te vinden. Ik vind wel dat er in het antwoord dat u me gegeven hebt op mijn schriftelijke vraag toch nog mogelijkheden tot verbetering lijken te zitten. U lijkt immers weinig zicht te hebben op het aantal klachten dat daarover ingediend wordt, en de manier waarop die worden opgevolgd. Ik vraag me dan toch af in welke mate al die regelgeving leidt tot effectieve boetes voor aannemers die de regels niet volgen. Kunt u daar iets meer over zeggen?
Mijn tweede punt is een algemene bedenking. Ik denk dat u gelijk hebt als u zegt dat de gemeentebesturen ook bevoegd zijn voor de werken die op hun grondgebied gebeuren, op de gemeentewegen. Maar het is natuurlijk ook uw verantwoordelijkheid als minister van Verkeersveiligheid – om dat aspect van uw rol eens te benoemen – om te zorgen dat er op de gemeentewegen veiligheid is. Ik denk dat we dat alleszins straks op die manier zullen benaderen wanneer we de brede discussie over verkeersveiligheid voeren. In die zin zou het misschien toch te overwegen zijn om ook richting de gemeentebesturen nog eens een oproep te doen om streng toe te zien op de regels. Die zijn blijkbaar streng genoeg, maar ik denk dat ze in veel gevallen niet goed worden nageleefd.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik wil aansluiten op de collega. Minister, het is inderdaad zo dat we op die gemeentewegen heel vaak omwegen zien voor de zwakke weggebruiker die vaak niet logisch zijn, vaak heel ver zijn en die veel beter zouden kunnen. Ook in mijn stad, in Brugge, zie je heel vaak en heel snel het bord ‘fietsers afstappen’. Als je maar van die fiets afstapt, men doet eigenlijk alles om de auto door te kunnen laten. De fietser wordt toch heel vaak benadeeld.
Mijn vraag is hier: in welke mate staat u in contact met de lokale besturen om actief toch ergens overkoepelend mee te kijken of wel het beste wordt gedaan voor de voetgangers en fietsers? Het is immers wel dé gemakkelijkheidsoplossing om hen gewoon overal te doen afstappen of hen heel ver in omleiding te zetten. Dank u.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik wil eerst even ingaan op wat collega Bex zei. Ik ben ervan overtuigd dat iedere aannemer ook wel zijn best doet om de correcte signalisatie aan te brengen. We mogen niet zo het gevoel hebben dat de aannemer een soort cowboy is die speelt met de veiligheid van de weggebruiker. Ik wilde toch nog eens melden dat iedere aannemer daarvoor wel de nodige aandacht heeft.
Minister, ik wil het ook nog even hebben over het charter wegtransport, dat moet bijdragen aan een maximaal bereikbare, leefbare en veilige omgeving tijdens private en publieke bouw- en wegenwerken op het grondgebied van bepaalde gemeenten. Het gaat hier wel duidelijk over lokale gemeenten. Ik heb gehoord dat de Vlaamse Stichting Verkeerskunde hieromtrent een bevraging gedaan heeft om de effectiviteit van dit charter te meten. Zijn de resultaten al bekend? Misschien zitten hier ook wel mogelijkheden in om de ongevallencijfers naar beneden te krijgen.
Ik heb nog een bijkomend vraagje. Ik weet niet of een dergelijk charter ook bestaat voor het Agentschap Wegen en Verkeer. Is dat ook mogelijk of bestaat er daar iets dergelijks?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor de bijkomende vragen of de suggesties.
Wat de gemeenten betreft, hebben die sowieso ook de bevoegdheid om signalisatievergunningen af te leveren. Ik neem aan dat zij, op het moment dat zij klachten krijgen van burgers, van actieve weggebruikers rond een bepaalde signalisatie, ook optreden. Ik weet dat ik dat zelf in het verleden als burgemeester ook ooit gedaan heb. Dan worden werken ook effectief stilgelegd als werken niet conform zijn of als de signalisatie niet conform is. Ik denk dat lokale besturen wat dat betreft ook de verkeersveiligheid hoog in het vaandel dragen en dus ook al het mogelijke doen om te zorgen dat de signalisatie is zoals ze zou moeten zijn.
Gaandeweg gebeurt het inderdaad wel dat de signalisatie soms wordt aangepast. Dat doen wij zelf ook langs onze gewestwegen. Vaak is dit naar aanleiding van bijvoorbeeld ongevallen. Of als wij klachten krijgen omtrent duidelijkheid, dan gebeurt het ook dat wij zelf zorgen voor aanpassingen, extra signalisatie. Ik denk dat het zeker nodig is dat we daar flexibel mee om kunnen gaan, net ten behoeve van de verkeersveiligheid.
Mevrouw Lambrecht, wat het kiezen voor logische omleidingen betreft, denk ik dat dat sowieso een optie moet zijn. Zorg altijd voor de meest praktische en logische omleiding, laat niet automatisch de fietser afstappen. Lokale besturen gebruiken normaliter ook de standaardbestekken die opgemaakt zijn voor de wegenwerken. Zij kennen dus ook het verhaal. Het is specifiek een voorschrift dat opgenomen is in die standaardbestekken. Heel specifiek – dat is allemaal ook vrij technisch – gaat het dan over hoofdstuk 10 van de werfsignalisatievoorschriften die in het standaardbestek zijn opgenomen. Die bepalen dat er altijd een gang gevormd moet worden voor de actieve weggebruiker zodat hij of zij zich veilig kan verplaatsen. Ook lokale besturen gebruiken die standaardbestekken bij het aanbesteden van hun wegenwerken. Ik neem dus aan dat zij dit ook respecteren. Dat gaat dan specifiek ook over de wegenwerken van categorie 2, dat betekent wanneer één rijstrook in principe wordt ingenomen voor de wegenwerken. Ik ga er dan van uit dat het Agentschap Wegen en Verkeer dat blijft opvolgen, maar dat ook de lokale besturen dat te allen tijde blijven opvolgen en nakijken als daar bijkomende klachten over zijn.
Het exact aantal klachten? Ik neem aan dat men in eerste instantie gaat aankloppen bij de lokale besturen als men van oordeel is dat er onveilige situaties zijn, specifiek omdat zij die signalisatievergunningen ook afleveren. Als wij bij het Agentschap Wegen en Verkeer klachten krijgen, wordt sowieso ook gekeken hoe daarmee omgegaan moet worden.
En dan wat betreft het charter voor wegtransport: ik weet dat wij een tijd geleden nog met de hele wegenbouwsector aan tafel hebben gezeten om te bekijken hoe we nog meer kunnen zorgen voor veiligheid rond wegenwerken. Het gaat dan niet alleen over de andere weggebruikers, maar natuurlijk ook over de mensen die daar aan het werk zijn, specifiek op de autosnelwegen en gewestwegen. Maar ik zal alleszins verder navragen hoe het zit met de naleving van dat charter, en in welke mate dat wordt gerespecteerd. Daar heb ik nu niet onmiddellijk een antwoord op. Maar ik breng dat zeker onder de aandacht bij onze mensen.
De heer Bex heeft het woord.
Veel aannemers doen hun best; laat mij zeker niet gezegd hebben dat dat niet zo zou zijn. Minister, het feit dat u moet interveniëren na ongevallen of klachten, betekent dat de situatie verre van perfect is op het terrein, en dat we daar toch zeker aandacht voor moeten hebben. Ik denk dat het echt belangrijk is dat dat signaal ook gegeven wordt aan de diensten, aan de lokale besturen, om meer aandacht te hebben voor de situatie van de actieve weggebruikers bij wegenwerkers, zodat die statistieken die ik heb aangehaald, eindelijk een knik naar beneden kunnen kennen. Want dat is in het belang van iedereen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.