Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Het Kotkompas, een jaarlijkse analyse die we hier wel kennen, heeft nu voor de derde keer resultaten uitgebracht. De conclusies bevestigen dat de betaalbaarheid van studentenhuisvesting een issue blijft. De gemiddelde huurprijs van een kamer was hoog, die blijft ook hoog. Die zit rond 400 tot 450 euro per maand. In het rapport geven trouwens ook steeds meer studenten aan dat de betaalbaarheid de belangrijkste reden is om niet op kot te gaan.
U kent ons standpunt: studeren mag geen luxeproduct worden. Het aanbod in de studentenhuisvesting en van de studentenkamers moet omhoog. Het aanbod moet niet enkel omhoog in het dure segment. Als we jongeren hun studiekansen niet willen ontnemen, moeten we al het mogelijke diverse aanbod kunnen laten toenemen. Want op kot gaan betekent voor kwetsbare jongeren vaak het verschil tussen het wel of niet gaan studeren van datgene waar je je oog op hebt laten vallen.
Er zijn verschillende mogelijkheden om het tekort aan studentenhuisvesting te verminderen. We hebben hierover al een aantal keren van gedachten gewisseld. We spraken over grotere studentencomplexen, studentendorpen aan de stadsrand, maar zeker over het overwegen om over te gaan tot het bouwen van sociale studentenkoten. Een jaar geleden vroeg ik u al om sociale huisvestingsmaatschappijen, binnenkort de woonactoren, te betrekken bij het aanbieden van – wat ik noem – sociale studentenkamers. Ik blijf geloven dat zij een belangrijke bijdrage kunnen geven in het verhogen van het aanbod en voornamelijk in het betaalbare aanbod. Ik wil daar mijn vraag herhalen, omdat het duidelijk is dat de nood er blijft zijn.
We zien ook dat er steeds meer studenten met een leefloon zijn: 8500 studenten op dit moment. Voor hen is het trouwens mogelijk nog belangrijker om de studies te kunnen aanvatten en zeker ook te kunnen afmaken. We hebben de afgelopen dagen in de media gezien dat er mensen dankzij dat leefloon echt wel studies kunnen aanvatten en afmaken en hun arbeidskansen verhogen, maar ook echt wel kunnen breken met de vicieuze cirkel van armoede. Het is net de bedoeling om die kwetsbare studenten te ondersteunen.
Minister, hebt u kennisgenomen van de derde editie van het Kotkompas? Wat zijn volgens u de voornaamste conclusies?
Wilt u overwegen om in overleg te gaan met sociale huisvestingsmaatschappijen, al is het maar om te kijken waar men eventueel door de expertise die ze hebben met toewijzing of sociale bouw een meerwaarde kan betekenen?
In samenwerking met het Overlegplatform Private Huur – Studentenhuisvesting organiseerde de administratie op 26 september en 11 oktober denkdagen. Kunt u daar wat meer over vertellen? Wat waren de voornaamste knelpunten? Welke beleidsaanbevelingen werden geformuleerd? Hoe kunt u daar eventueel rekening mee houden in uw verdere beleid?
Zal het onderzoeksrapport naar het aanbodbeleid rond studentenhuisvesting, dat wordt uitgevoerd door het Steunpunt Wonen, zoals aangekondigd deze maand opgeleverd worden?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Jans, voor uw vragen. Het rapport van KotKompas brengt, zoals u zelf al aanhaalt, de gekende knelpunten naar boven, namelijk: betaalbaarheid en een aanbodtekort, dat zich vooral situeert bij het segment van de basiskoten.
De conclusies van het rapport kwamen ook aan bod op de twee denkdagen inzake aanboduitbreiding van studentenhuisvesting. Het opzet van de denkdagen was om ervaringen uit te wisselen over de verschillende vormen van studentenhuisvesting en de mogelijkheden om het aanbod uit te breiden. Tegelijk diende de bespreking ertoe om ook knelpunten in kaart te brengen en concrete beleidsaanbevelingen te doen om de aanboduitbreiding te faciliteren.
Op de denkdagen werd er onder andere dieper ingegaan op de kotmadamformule of het hospitawonen en private studentenhuisvesting in grote complexen van marktspelers. In de debatten van de denkdagen bleef het streven naar een betaalbaar bijkomend studentenhuisvestingaanbod centraal staan.
We hebben de discussie over het aanbod door sociale huisvestingsmaatschappijen (SHM’s) op deze markt al eens gehad in de commissievergadering van 9 juni dit jaar. Zoals u weet laat de Vlaamse Codex Wonen toe dat SHM’s gemengde projecten realiseren. Die mogelijkheid blijft voor de toekomstige woonmaatschappijen behouden, waarbij de lokale besturen meer zeggenschap zullen hebben. Dus, als studentensteden aan de woonmaatschappij de opdracht willen geven om op die gemengde projecten meer in te zetten, dan zullen zij dat kunnen.
Maar zoals ik toen ook al had aangegeven in de commissie, verwacht ik dat de sociale huisvestingsector vooral blijft inzetten op zijn kerntaak, namelijk de aanboduitbreiding van het sociale huuraanbod. Ik denk dat we het erover eens kunnen zijn dat ook daar zeer grote noden zijn om meer sociale woningen te hebben.
Daarom wil ik nogmaals oproepen tot redelijkheid inzake de verwachtingen naar de sector toe als het over de realisatie van studentenhuisvesting gaat. Het is goed dat dergelijke gemengde projecten mogelijk zijn, maar de inspanningen van de sociale huisvestingssector moeten bij zijn kerntaak liggen.
Wat uw derde vraag betreft: op de denkdagen kwamen verschillende thema’s aan bod, zoals ook aangehaald in mijn antwoord op de eerste vraag. De bevindingen en beleidsaanbevelingen uit de denkdagen zullen nog worden gevoed met de onderzoeksresultaten van het ad-hoconderzoek van het Steunpunt Wonen inzake aanboduitbreiding van studentenhuisvesting.
Deze week heeft ook een focusgroep plaatsgevonden waarbij dan specifiek de private spelers mee aan tafel zaten. Als het gaat over aanboduitbreiding, zijn het dan ook voornamelijk de private ontwikkelaars die de realisatie op zich zullen nemen. Het is dan ook heel relevant om in kaart te brengen welke hindernissen zij ondervinden. Samen met de bevindingen van de twee denkdagen, de focusgroep en de resultaten van het onderzoek zullen in het voorjaar de beleidsaanbevelingen gefinaliseerd worden.
Wat uw laatste vraag betreft kan ik heel kort zijn. Het onderzoeksrapport van het Steunpunt Wonen wordt inderdaad eind deze maand verwacht. Zoals steeds doet de stuurgroep dan een finaal nazicht. Nadien volgt de oplevering.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Ik denk dat we stilaan komen tot de essentie, dat de tekorten op de studentenhuisvestingsmarkt zich voornamelijk bevinden bij de basiskoten. Ik heb ook wel de indruk dat alles wat erbij komt op dit moment, meer de luxekoten of de kleine studio’s zijn. Daar vind je, in die prijscategorieën, wel nog voldoende. De basiskoten zijn inderdaad wel een probleem.
Het is goed dat u op de denkdagen rond die kotmadamformules, meer het Leuvense verhaal, en het hospitaverhaal, het Gentse verhaal, bent doorgegaan. U weet dat ik dat ook een belangrijk stuk vind in het aanbod, om dat zo divers mogelijk te houden. Ik vind het op zich wel een charmante vorm van studentenhuisvesting. Het speelt ook in op het efficiënt benutten van de ruimte in de huizen, en het is vaak nog net iets betaalbaarder dan al de rest.
Ik heb u horen zeggen dat eind deze maand – dat zou dus ongeveer nu zijn – die studie klaar zou zijn. Dat moet dan nagekeken worden, en dan wordt die opgeleverd. Hebt u zicht op de timing, of op de termijn van die oplevering? Het is gewoon praktisch om te kijken wanneer we mogelijk in de commissie dat onderzoeksrapport kunnen raadplegen. Dat is niet helemaal duidelijk.
Minister Diependaele heeft het woord.
Neen, in alle eerlijkheid, ik kan u dat nu niet direct zeggen, maar ik wil dat wel nog nakijken en eventueel zelfs nog vandaag laten weten via de secretaris van de commissie. En dat we daar in januari op uw vraag of op jullie vraag een keer over samenzitten, een gedachtewisseling houden of wat dan ook, daar zijn we zeker toe bereid. Maar als het goed is zullen we vandaag nog meer concrete informatie doorgeven wat de timing betreft aan de voorzitter en de secretaris van de commissie.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Dank u wel, en zeker bereid. Ik hoop dat dan via de secretaris te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.