Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Tot 1 december dit jaar konden gemeenten een subsidie aanvragen via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) van 30 procent voor de aankoop en/of transformatie van leegstaande of vrijkomende handelspanden en bedrijfsruimten in de kernen van gemeenten en steden, met een maximum van 500.000 euro per project en per gemeente. De aankoop en transformatie moest gebeuren om een project te realiseren dat ondersteunend of faciliterend is voor het lokaal ondernemerschap in de kern. Op die manier kon men vanuit de gemeente mee de leegstand tegengaan en de handelskern versterken. Naar wat ik hoor, is de subsidie echter voor 1 december al stopgezet door opgebruikte middelen. Enkele gemeenten die hier nog op wilden intekenen voor de einddatum, vielen op die manier buiten deze subsidie.
Minister, klopt het dat deze subsidie eerder stopgezet werd dan voorzien en dat de middelen voor de einddatum al opgebruikt waren? Zo ja, voor welk bedrag werd er in totaal aan subsidies uitgekeerd?
Hoe evalueert u deze subsidie?
Hoeveel gemeenten hebben er gebruikgemaakt van deze subsidie?
Komt er eventueel nog een vervolg op deze oproep?
Minister Brouns heeft het woord.
Het klopt: na de jurering van 28 november werd duidelijk dat het budget al ruim werd overschreden. Aangezien in dezen het principe geldt dat ontvankelijke en gegrond bevonden projecten volgens volgorde van indieningsdatum een subsidie toegekend kregen, heeft VLAIO inderdaad de indieningsmogelijkheid stopgezet.
Er werd in totaal voor 6.519.657 euro aan subsidies vastgelegd. Oorspronkelijk was er 10 miljoen euro geraamd voor handelspanden en bedrijfsruimten. Hiervan werd echter een deel verschoven naar de oproep rond duurzame en bereikbare kernen. Deze subsidie kwam immers sneller op gang en er is een overbevraging van meer dan 6 miljoen euro, zodat we met reguliere middelen moeten bijpassen.
Na een ietwat aarzelende start wat betreft de evaluatie, hebben uiteindelijk, zeker in vergelijking met het voorgaande programma rond handelskernversterking uit 2013, toch nog heel wat gemeenten het initiatief genomen om een pand aan te kopen en of een eerder aangekocht pand te transformeren. De Profploeg – u wel bekend – heeft daarmee een stimulans gegeven aan dat project. Opvallend is de interesse in deze formule vanuit eerder kleinere steden en gemeenten die daarin de mogelijkheid zagen om de invulling van beeldbepalende panden in hun kern mee vorm te geven en te sturen, bijvoorbeeld door via concessie een horeca-invulling mogelijk te maken, al dan niet gecombineerd met andere belangrijke centrumfuncties. In dergelijke gemeenten speelde ook de wens om enig leven in de kern te kunnen behouden. Een mooi voorbeeld daarvan is Herne, waar zonder deze mogelijkheid na de coronaperiode geen enkele horeca-activiteit meer in de kern zou zijn overgebleven.
De subsidie voor aankoop en transformatie van leegstaande panden had de bedoeling om gemeenten een mogelijkheid te geven te kunnen sturen op de invulling van panden op een andere manier dan via de regelgeving. Als eigenaar of concessiegever kun je panden geschikter maken of groter of kleiner in functie van de noden, sturen op de invulling van de functie – dat kan heel divers zijn, van horeca tot ambachtelijke invulling – of binnen de bestemming detailhandel in functie van het type winkel of andere voorwaarden opleggen.
Deze subsidiemaatregel stond ook niet op zich. Er was een maatregel om gemeenten aan te zetten het planologisch kader aan te passen als daar nood toe was. Een andere maatregel beoogde investeringen in het openbaar domein in functie van de bereikbaarheid en de vergroening van de kernen, waarnaar ik zojuist ook al verwees. Er was ook nog een maatregel die eigenaars of huurders wil aanzetten om hun eigen panden te verduurzamen en te verfraaien. De verschillende maatregelen samen bestreken bijgevolg zowat alle mogelijke flankerende maatregelen die zonder in te grijpen op Vlaamse regelgeving – bijvoorbeeld rond leegstand – snel konden genomen worden om een kern meer attractief te houden of te maken. Zo creëerden we met de relancemiddelen een impulsfinanciering ten bate van de kernversterking. Alles bij elkaar werd er via VLAIO voor 22 miljoen euro geïnvesteerd in onze Vlaamse kernen.
Er zijn uiteindelijk 45 dossiers ingediend. 24 gemeenten hebben een subsidie toegekend gekregen voor in totaal 28 dossiers. Enkele gemeenten hadden meer dan één dossier ingediend. Elke gemeente kon maximaal 500.000 euro aan steun ontvangen.
Voorlopig zijn er in het Fonds voor Innoveren en Ondernemen (FIO) geen middelen voorzien voor een nieuwe oproep. We zullen in de loop van 2023 evalueren of er ruimte gecreëerd kan worden voor een nieuwe oproep.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U haalt zelf de Profploeg aan. Ik kan vanuit Waregem getuigen – en ik wil die mensen daarvoor danken – dat de Profploeg ontzettend fantastisch werk verricht.
Ik stel een bijkomende vraag omdat er bij enkele gemeenten blijkbaar verwarring was. De oproep zou opnieuw opengesteld zijn, waarna zij na een aantal weken het bericht kregen dat er niet beoordeeld was omdat er jammer genoeg niet meer voldoende middelen waren om de subsidie toe te kennen. Is het nog mogelijk, minister, om met uw eigen middelen te schuiven? Of verschuift u dit naar 2023 voor een nieuwe oproep met dezelfde doelstelling?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Ik stelde in juli een gelijkaardige vraag. Toen was ongeveer een derde van de middelen benut. U hebt toen wat met de middelen geschoven omdat er onderbenutting was of minder vraag naar dit investeringsfonds. Nu zit u aan twee derde van de middelen die voorzien waren, aan 6 miljoen euro. Ik heb toen gezegd dat de investeringsfondsen, als ze hun doel dienen, inderdaad een enorme steun zijn voor onze steden en gemeenten en dat ze onze kernen wel degelijk kunnen versterken.
Ik vroeg u ook om goed te waken over het bereiken van ons doel met deze investeringsfondsen. Ik vroeg u om na te denken over een conditionaliteitsclausule met kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) om zeker en vast een effectieve invulling van bepaalde panden tegen een bepaalde tijd te krijgen.
Als u doorgaat of in 2023 een nieuwe oproep doet, hebt u dit dan al onderzocht? Zult u dat invoeren?
Minister Brouns heeft het woord.
Mevrouw De Vreese, als wij inderdaad zouden overwegen om in 2023 opnieuw een oproep te lanceren, dan zal dat in de evaluatie worden meegenomen. Bij de uitwerking van een nieuw voorwaardelijk kader zullen we die suggestie meenemen.
Het klopt, mijnheer Vanryckeghem, dat er wat verwarring is ontstaan omdat de oproep werd afgesloten maar nog een tijdje openstond. Die is dan toch weer afgesloten, maar ik heb begrip voor de verwarring bij de steden en gemeenten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.