Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, u bracht in het kader van de Noordstrategie van de Vlaamse Regering een tweedaags bezoek aan Estland en Finland. In Estland ontmoette u de Estse premier Kaja Kallas en in Finland de Finse minister van Transport en Communicatie Timo Harakka.
Digitalisering stond hoog op de agenda. Zo werd een bezoek gebracht aan het Finse innovatiefonds Sitra, waar Digitaal Vlaanderen de plannen voor een Vlaams datanutsbedrijf voorstelde. Dat Vlaams datanutsbedrijf moet via datakluizen en een datasluis de Vlamingen in staat stellen de controle over hun data te behouden. Laat ons zeggen dat databeveiliging de laatste weken een hot issue is in de nieuwsberichtgeving. Vlaanderen wil daarin koploper zijn.
Ook de oorlog in Oekraïne werd besproken en er werd een bezoek gebracht aan een tentoonstelling van een Vlaamse kunstenaar in Finland.
Minister-president, kunt u een kort overzicht geven van het verloop van het tweedaagse bezoek aan Estland en Finland?
Werden er concrete afspraken gemaakt met de Estse of Finse regering? Zo ja, welke? Werden er akkoorden gesloten met Estse of Finse bedrijven? Zo ja, welke?
Wie reisde er mee? Hoe evalueerden zij het bezoek?
Wat was de reactie van de Finse aanwezigen op de voorstelling van de Vlaamse plannen voor een Vlaams datanutsbedrijf? Werden er bepaalde punten van kritiek geuit die meegenomen kunnen worden?
Wat neemt u nog mee van het bezoek wat betreft digitalisering? Zijn er bepaalde zaken die u hebt gezien die u deze legislatuur ook nog in Vlaanderen wilt realiseren?
U hebt ondertussen alle landen die het onderwerp van de Noordstrategie vormen, bezocht, op Letland na. Wat kunt u concluderen uit deze bezoeken en op welke manier zijn deze bezoeken aantoonbaar nuttig geweest? Welke beleidsbeslissingen werden bijvoorbeeld ingegeven of bijgestuurd naar aanleiding van deze werkreizen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Samengevat ben ik zeer tevreden over de zendingen. Ik heb verschillende politieke contacten gehad, bedrijven bezocht, expats ontmoet en ik heb deelgenomen aan een aantal culturele activiteiten.
Aangezien de moeilijke geopolitieke positie van Estland en de regio kwam de oorlog in het nabije Oekraïne uitgebreid aan bod. Ik bezocht het Estonian Centre for International Development (ESTDEV) en had ook een virtuele ontmoeting met de burgemeester van de Oekraïense stad Mykolajiv over de situatie aan het front. Mykolajiv ligt redelijk dicht bij het front. We steunen met de Vlaamse overheid een project in zijn stad en bespraken de mogelijkheden voor toekomstige samenwerkingen, bijvoorbeeld met de haven, met de stad.
Ik kom later nog terug op gesprekken die ik had met andere politici. En voor alle duidelijkheid, dat Estonian Centre for International Development, dat steunen wij ook financieel.
Op bedrijfseconomisch vlak bezocht ik verschillende ondernemingen die een voortrekkersrol spelen in het digitaliseringsverhaal. Een voorbeeld is het e-Estonia Briefing Centre. Estland staat heel ver op het vlak van digitalisering en e-Estonia is het centrum dat dat aantoonbaar moet maken. Ik bezocht ook het technologiebedrijf Clevon en Bolt, een start-upbedrijf dat autoverhuur, micromobiliteit, autodelen en voedselbezorgdiensten aanbiedt en ook een van de negen ‘Unicorns’ is die Estland rijk is, voor zo’n klein land. (Opmerkingen van de voorzitter en Johan Deckmyn)
U hebt Bolt ook bezocht? Skype was ook … Ik wist dat niet. Dat was echt wel interessant.
Meteen aansluitend op mijn bezoek aan Estland ging ik voor een eendaags werkbezoek naar Finland. Daar waren, naast de oorlog in Oekraïne, innovatie, de Europese Chipwet, digitalisering en data enkele thematische aandachtspunten. In Helsinki had ik een kort onderhoud met enkele belangrijke gesprekspartners, waaronder de CEO van het voedingsconcern Paulig, het management van Stora Enso en vertegenwoordigers van Nokia en het Finse Innovatiefonds Sitra. Samen met de KU Leuven en hun Finse partners ging ik ook in dialoog met de burgemeesters van Helsinki en Espoo over innovatiesystemen en de rol van een ecosysteem. Het sluitstuk van mijn werkbezoek aan Finland was een bezoek aan de tentoonstelling ‘The Quiet Parade’ van kunstenaar Hans Op de Beeck in het museum Amos Rex. Daar sprak ik het diplomatiek korps en andere genodigden toe. Ik zei hun dat Vlaanderen en Finland zeker gelijkgestemd zijn en veel baat zouden hebben bij een nog nauwere samenwerking op het gebied van EU-zaken, innovatie en de groene en digitale transitie.
Wie reisde er nog mee? Tijdens mijn bezoek aan Estland was er een ruime aanwezigheid van Vlaamse bedrijfsleiders alsook een delegatie van de UGent. De rector van de UGent had een gesprek met de vicerector van de universiteit van Tartu over hun samenwerking binnen het ENLIGHT-netwerk. In Finland omvatte mijn delegatie een aantal diplomatieke en FIT-vertegenwoordigers (Flanders Investment & Trade), de secretaris-generaal van het Departement Cultuur, Jeugd en Media (CJM), een expert van Digitaal Vlaanderen, de CEO van North Sea Port, de rector van de KU Leuven en experten van FIT en het Departement Kanselarij en Buitenlandse Zaken (DKBUZA). Tijdens beide bezoeken werd ik ook vergezeld door twee kabinetsmedewerkers.
De delegatie evalueert de zending als zeer positief. De vele interessante gesprekken over het investeringsklimaat in Vlaanderen, Estland en Finland hebben uitgemond in veel opvolgpunten en mogelijkheden tot samenwerking met diverse Estse en Finse partners. Dergelijke bezoeken helpen deuren te openen voor economische, culturele, academische en diplomatieke actoren en helpen Vlaanderen ook op de kaart te zetten.
Dan vroeg u welke concrete afspraken er gemaakt zijn met de Estse of Finse regering. Ik ga dieper in op de ontmoeting met de Estse en Finse regeringsleden. Tijdens mijn gesprek met de Estse premier Kallas kwamen zowel geopolitieke thema’s als concrete bilaterale thema’s aan bod. We hadden het onder meer over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne, de opvang van vluchtelingen en humanitaire steun op het terrein. Ik heb meegedeeld dat Vlaanderen de banden met Noord-Europese landen nog verder wil intensifiëren en ook de bilaterale samenwerking wil versterken.
Tijdens een werklunch met de Estse minister van Cultuur, Piret Hartman, verkenden we de mogelijke pistes voor samenwerking op het gebied van digitalisering van erfgoed. We bespraken verder het Belgische EU-voorzitterschap in 2024 en het Vlaams voorzitterschap van de cultuur- en audiovisuele raad binnen dat Europees voorzitterschap.
Met de Estse minister van Ondernemen en IT besprak ik gegevensbeheer en datakluizen in Vlaanderen. Ik lichtte er de Vlaamse digitale strategie en het weldra operationele datanutsbedrijf toe. De Estse zijde introduceerde het Nordic Institute for Interoperability Solutions (NIIS), een vzw met als missie de ontwikkeling en het strategisch beheer van grensoverschrijdende oplossingen voor digitale overheidsinfrastructuur. Digitaal Vlaanderen zal dat verder van nabij opvolgen. Dat leek ons wel interessant.
Met de Finse minister van Transport en Communicatie Harakka heb ik verschillende onderwerpen aangesneden: de digitale transformatie, het belang van data en de rol die data kunnen spelen bij innovatie, de verstoorde mondiale transport- en waardeketens, de strategische autonomie, 5G en 6G, ICT-infrastructuur en technologie. Minister Harakka reikte de hand om het gesprek met Vlaanderen over het gebruik van data voort te zetten, zeker wat betreft Europese initiatieven en regelgeving hieromtrent.
In het voorjaar van 2023 wordt alvast een beleidsuitwisseling gepland tussen onze respectievelijke transportministeries rond de vergroening en digitalisering van transport. Er zal met Finland ook verder bilateraal worden afgestemd rond de Europese Chipwet. De vertegenwoordiging van Vlaanderen in de Noordse landen plant bovendien nog een werkbezoek aan Oulu en andere innovatieve en digitale hubs.
Werden er contracten gesloten? De vertegenwoordigers van Vlaamse ondernemingen maakten van hun aanwezigheid gebruik om eigen contacten te leggen. Het is me niet bekend of daar akkoorden werden gesloten, maar zoals eerder aangehaald, werden er ongetwijfeld afspraken gemaakt.
Wat was de reactie van de Finse aanwezigen op het Vlaamse datanutsbedrijf? Finland is een voortrekker wat digitalisering van de overheid betreft. Onder impuls van de wereldwijde MyData-beweging, die haar oorsprong heeft in Finland, is de Finse overheid aan het verkennen hoe ze burgers meer controle kan geven over het gebruik van hun data. In een gesprek met experten van de Finse overheid, Sitra en MyData bleek dat het Vlaamse datanutsbedrijf en de datakluizen die het aanbiedt, complementair zijn aan de Finse initiatieven. Er komt op vraag van de Finse overheid een extra kennisdelingssessie met betrekking tot de datakluizen. Daarnaast zullen MyData en het Vlaamse datanutsbedrijf nog intensiever gaan samenwerken, onder meer in een proefproject op Europees niveau dat andere regio’s en lidstaten moet inspireren.
U vroeg ook of er kritiek werd geuit. Mijn antwoord daarop is kort en bondig: neen.
Wat neem ik mee op het vlak van digitalisering? Ik zal verder laten onderzoeken hoe de digitale diensten die Estland ter beschikking stelt via zijn X-Roadgegevensdelingsplatform, met name op het niveau van de lokale besturen, zich verhouden tot het dienstenaanbod dat Vlaanderen ter beschikking stelt via het MAGDA-gegevensdelingsplatform (maximale gegevensdeling tussen administraties). Daartoe zal ook bekeken worden hoe een verdere informatie-uitwisseling kan worden opgezet tussen X-Road in Estland en MAGDA in Vlaanderen.
Wat is het voordeel van X-Road? Estland is dat ook aan het opzetten met andere landen. Dat maakt dat je vergelijkbare processen parallel kunt gaan automatiseren. Als we X-Road en MAGDA met elkaar zouden kunnen combineren, zou dat ons ook wel vooruithelpen.
Het is ook zo dat we hun productcataloog, alles wat ze al gedigitaliseerd hebben, naast onze cataloog gaan leggen om te bekijken wat wij al gedigitaliseerd hebben en wat zij voor ons kunnen betekenen en vice versa. Veel processen zijn toch vergelijkbaar.
Dan kom ik tot uw laatste vraag, inzake de Noordstrategie. De reeks zendingen die kaderen binnen de Noordstrategie gaan niet alleen uit van mezelf, maar ook vanuit andere ministers in de Vlaamse Regering. Succes van de strategie schuilt in de brede inzet en interesse van de hele regering. Het is overigens voor het eerst deze eeuw dat een Vlaamse minister-president een officieel bezoek bracht aan Ierland, Finland, Noorwegen en Zweden. De zendingen zijn zinvol geweest voor ons bedrijfsleven en om onze handelsrelaties te ondersteunen. Ook faciliteren ze de academische en culturele samenwerking tussen Vlaamse en Noord-Europese partners. Ten slotte creëren ze een platform voor beleidsmakers om ervaringen uit te wisselen op tal van gebieden, zoals hoe om te gaan met statiegeld, de stikstofproblematiek, groene energie en digitalisering.
Ik heb mijn administratie alvast gevraagd om een stand van zaken te maken en voorstellen uit te werken voor de volgende fase van de Noordstrategie. We hebben eerst alle landen bezocht, het terrein gescreend bij wijze van spreken, en nu gaat de administratie aan de slag om te bekijken wat de volgende stappen kunnen zijn. Wat ik wel merk, is dat we met die landen op heel veel vlakken op dezelfde golflengte zitten. We hebben gelijkaardige ambities, maar de ene staat er al wat verder in dan de andere, waardoor we veel van elkaar kunnen leren.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Dank u voor uw uitgebreid antwoord, minister-president.
Met deze commissie hebben we Estland ook bezocht en daar hebben we in een bepaalde hub gezeten waar Estse unicorns als Bold en Skype zijn ontstaan. We hebben daar heel interessante informatie gekregen.
Dat in het kader van deze reis de klemtoon vooral op de moeilijke geopolitieke situatie van Estland en Finland lag, dat kan ik zeker begrijpen gezien de situatie. U verwees ook naar een gesprek met de burgemeester van Mykolajiv. Toen u daarnaar verwees, zei u dat u daarop terug zou komen. Ofwel heb ik dat niet goed begrepen, maar het interesseerde mij wel. U was virtueel in gesprek met de burgemeester, samen met de Finse of Estse partners. Mykolajiv is een belangrijke handelspartner. Jaren geleden ben ik samen met de Haven van Gent naar Mykolajiv geweest in het kader van de graantrafiek. Het is een belangrijke haven ten oosten van Odessa. Het is zeker goed om ook daar de nodige contacten mee te behouden. Dank daarvoor.
U zei ook dat er in het voorjaar van 2023 beleidsuitwisselingsinitiatieven zullen komen tussen Finland en Vlaanderen. Hoe moet ik dat concreet zien? Gaat dat om een Teamsgesprek waarbij je in groep zegt wie wat heeft gedaan of gaat doen? Hoe moet ik dat zien, samengevat? Ik zou het interessant vinden om dat te weten.
U besloot met de conclusie uit de Noordstrategie en zei dat dit een goede zaak is. Ik vind het zeker een goede zaak om naar het Noorden te kijken en te zoeken naar convergenties. Op dat vlak ben ik zeker niet pessimistisch ingesteld. We kunnen zeker leren uit ‘best practices’ uit het Noorden.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, ik vroeg mij heel concreet af of er ook gesprekken waren over het beveiligen van informatie. Dat is bij ons wat minder aan bod gekomen, maar het is meer dan ooit van belang. Hebt u in Estland contacten kunnen leggen die misschien de moeite kunnen zijn om onze lokale besturen en de eigen administratie een handje toe te steken bij informatieveiligheid?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Wat de verdere uitwerking van beleidsinitiatieven betreft, heb ik daarnet een voorbeeld gegeven. Zij hebben een dienstencataloog net zoals wij. Dat is iets heel concreets: er wordt gekeken welke processen bij welke administraties geautomatiseerd zijn en of er uitwisseling kan plaatsvinden om samen sneller vooruit te gaan.
We hebben het voornamelijk over data en dataplatformen gehad. Ons kluizensysteem, dat is beveiliging van die data. Waar u op alludeert, is het hacken van netwerken, en daar hebben we het niet specifiek over gehad. Iedereen zegt wel altijd dat, hoe meer we digitaliseren, hoe meer we ervoor moeten zorgen dat we de poort dicht kunnen houden. Dat geldt zeker in die landen, die natuurlijk een target zijn van de grote beer die aan hun grenzen ligt.
Ook ondanks de recente gebeurtenissen denk ik dat iedereen zich bewust is van de nood om je in te dekken tegen de kwetsbaarheid van informaticasystemen. ‘Never say never’, maar ik denk dat we daar in ons digitale Vlaanderen, in een van de vijf strategische pijlers, voldoende aandacht aan besteden. Maar goed, terwijl ik dit nu zeg, kan er ondertussen een aanval plaatsvinden. Wij worden regelmatig geconfronteerd met aanvallen, maar tot nog toe hebben we die kunnen afwenden. Als je dan ziet dat een grote stad als Antwerpen, met Digipolis … Als Brasschaat, buurgemeente van Antwerpen, hebben we altijd met veel jaloezie gekeken naar wat er op informaticavlak in zo’n grote stad mogelijk is. Dat nu juist Antwerpen niet alleen target, maar ook slachtoffer is van zo’n aanval, toont aan dat je nooit kunt denken dat je veilig bent. Dat geldt ook voor andere zaken: tegen terroristische aanvallen kun je jezelf ook nooit 100 procent veilig noemen. Je kunt alleen maar proberen om je veiligheidscirkels zo goed mogelijk te maken.
We hebben het in Estland wel over de beveiliging gehad van data die mensen ter beschikking stellen. Dat is dan in de context van ons datanutsbedrijf. Maar het beveiligen van netwerken tegen hacking was geen onderwerp.
De vraag om uitleg is afgehandeld.