Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, we hadden het er vorige week over in de plenaire vergadering. U werd daar met verve vervangen door uw collega Crevits. Helaas moest zij mij het antwoord op twee specifieke vraagjes schuldig blijven.
Het thema beroerde de gemoederen. Het was er naar aanleiding van het programma Faqda op VRT MAX, waarin aan het licht werd gebracht dat er Telegramgroepen bestaan waar naaktbeelden van minder- en meerderjarige meisjes worden gedeeld. Telefoonnummers en andere contactgegevens worden er uitgewisseld en te grabbel gegooid. Er wordt daar jacht gemaakt op die meisjes. Er wordt bovendien op een schandalige manier over die personen gesproken. Er wordt daar op schandalige wijze over heel wat mensen gesproken. Opvallend was dat in de vele honderden reacties op mijn eigen TikTokfilmpje naar aanleiding van die vraag iedereen struikelde over het n-woord dat ik in mijn citaat aanhaalde, maar dat men los over de andere woorden heen walste, woorden die heel denigrerend en enorm vrouwonvriendelijk waren. Dat vond ik een klein beetje schokkend. Wat ook opviel was dat geen enkele jongere op TikTok zich schroomde om op het profiel van een compleet wildvreemde eventjes te gaan stellen dat het niet gepast is om dergelijke taal te gebruiken. Dat is het vernoemen hier minstens waard, want dat is toch iets wat ik heel erg ferm vond.
Minister, ik keer terug naar de kern van de zaak. Minister Crevits behandelde mijn vraag maar bleef mij twee elementjes schuldig. Ze gaan over WAT WAT. We hebben gemerkt dat WAT WAT specifiek voor deze zaak, maar ook in het verleden, nogal laat inspeelt op de actualiteit. Ze werden vermeld in de reportage van Faqda, maar ze hebben daarover pas heel laat artikels online gezet, en dan ontbraken daarin nog enkele zaken. Ik heb dit hier al in het verleden aangekaart. Ik vroeg mij af welke stappen u al hebt ondernomen om dit probleem aan te pakken, aangezien we vaststellen dat het probleem er nog altijd is. Welke stappen zult u ondernemen om herhaling te vermijden?
In het WAT WAT-bericht over wat je kunt doen tegen het verspreiden van naaktbeelden, blijkt dat je ervoor kunt zorgen dat die naaktbeelden offline worden gehaald wanneer er beelden van jou online verschijnen. Is er een handleiding beschikbaar? Hoewel Telegram een van de meest gebruikte platformen is voor dergelijke exposegroepen, bevat die handleiding niet de methodiek om die beelden offline te halen bij Telegram. Ook daar laat men het een beetje afweten. Men gaat in op Instagram, Facebook en Twitter, maar Telegram is een blinde vlek – en dat voor een partner die heel erg betrokken zou moeten zijn bij dit hele verhaal en bij het ondersteunen van onze jongeren in dit gegeven.
Dit waren de twee vragen waarop men mij het antwoord nog schuldig bleef.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Perdaens, dank u voor uw vragen. Mijn verontschuldigingen voor het feit dat ik u vorige week niet persoonlijk te woord heb gestaan. Ik ben opnieuw ‘alive and kicking’.
Ik denk dat collega Crevits heel goed heeft aangegeven dat dit absoluut niet door de beugel kan. Niet alleen is veel van wat daar gebeurt illegaal en strafbaar – het zonder toestemming delen van foto’s van iemand is sowieso strafbaar –, maar het is ook bijzonder laakbaar, wat er allemaal gezegd en geschreven wordt over personen. Zeker wanneer het gaat over jonge meisjes, is dat absoluut totaal onaanvaardbaar. Ik denk dat collega Crevits dat duidelijk heeft aangegeven in de plenaire vergadering.
WAT WAT informeert via verschillende kanalen. Zij hebben hun website maar zij hebben ook sociale media. De website bundelt intussen meer dan 1200 artikels. Actualiteit is slechts een van de overwegingen voor WAT WAT om de openingspagina met bijdragen aan te sturen. Momenteel staat het onderwerp ‘Naaktfoto’s of -video’s verspreiden: is dat strafbaar?’ duidelijk op de openingspagina. Het is in deze context belangrijk dat dat daar nu staat.
De website functioneert eerder op basis van thema’s dan op basis van actualiteit. Die thema’s worden bepaald door de vragen van de jongeren zelf. Uit cijferrapporten blijkt dat thema’s als ‘seks’ en ‘sexting’ voorkomen in de top 10 van de meest aangeklikte tags. Jongeren consulteren dus ook los van actuele programma’s regelmatig WAT WAT over dit thema.
Daarnaast en zeker even belangrijk is de aanwezigheid van WAT WAT op sociale media en de samenwerking met vele partners. Op deze manier wil WAT WAT concrete antwoorden op vragen van jongeren leveren.
Ook de VRT is een partner van WAT WAT. Zo werkt WAT WAT inderdaad samen met het programma Faqda, waarnaar u verwijst, voor de afleveringen over online haat. De verspreiding van naaktbeelden en bijhorende commentaren in Telegram kwam aan bod in aflevering 8, ‘Zit haat in ons?’. Aan het begin van elke aflevering worden jongeren doorverwezen naar de webpagina watwat.be/haat. De bedoeling is dat de jongeren die na het programma met vragen blijven zitten, of die meer informatie zoeken, de weg kunnen vinden naar WAT WAT.
Net zoals in het fysieke leven komt haat jammer genoeg ook in de digitale wereld voor, ook naar en tussen kinderen en jongeren. WAT WAT biedt daarover het hele jaar door informatie aan. Het werkt daarvoor samen met partners zoals Mediawijs, Pimento, Alles over Pesten en Child Focus. Ik geef een aantal voorbeelden om dat te illustreren.
WAT WAT post regelmatig berichten over dit thema op sociale media. Op 26 november bijvoorbeeld postte het een bericht over het sturen van naaktfoto’s: ‘Is naaktfoto’s sturen iets voor jou?’. WAT WAT adverteert ook regelmatig informatieberichten op sociale media zoals Instagram en TikTok. In het begin van oktober verspreidde het bijvoorbeeld een advertentie met als titel ‘Mag ik nee zeggen?’, waarmee het 244.607 jongeren bereikte.
Om de vinger aan de pols te houden en de actualiteit van bijdragen te waarborgen, organiseert WAT WAT regelmatig coworkdagen met de verschillende organisaties. Ze bekijken samen hoe ze inspelen op de actualiteit of veranderende tendensen. Ook de feedback van de jongeren is natuurlijk belangrijk. Aan de hand van emoji’s kunnen ze duidelijk maken of ze tevreden zijn over een pagina. Pagina’s met een slechte score worden tegen het licht gehouden en eventueel vervangen. Bovendien worden de realisaties van WAT WAT jaarlijks opgevolgd door mijn administratie in het kader van de jaar- en werkingsverslagen van De Ambrassade, die WAT WAT beheert en daarvoor wordt betoelaagd. Weet ook dat we die betoelaging fors en structureel hebben opgetrokken.
Dan kom ik tot uw tweede vraag. WAT WAT bevestigt dat Telegram inderdaad nog niet wordt vermeld in de handleiding waarnaar u verwijst. Het heeft in samenwerking met de partner die de expertise ter zake aanreikt, namelijk het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen (IGVM), intussen voor een update gezorgd. Het is zo dat WAT WAT normaliter nooit naar pdf-versies van documenten verwijst. In dit geval was er jammer genoeg geen andere website beschikbaar die de specifieke informatie in de pdf op jongerenmaat aanbood, waarnaar WAT WAT zou kunnen doorverwijzen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord.
Het was eigenlijk heel erg fijn om vorige week uw collega te kunnen bevragen over de welzijnselementen, want dit impacteert natuurlijk ook enorm het welzijn van jongeren.
En ik vind het ergens een beetje – het spijt mij, mocht dit hard klinken – triest dat WAT WAT effectief samenwerkte met faqda voor deze reportage en er dan nog niet in slaagt om er, voordat de reportage online komt, voor te zorgen dat de teksten een hot topic zijn, dat de handleiding aangepast is en dat jongeren er dus terechtkunnen. Dat men nu aan die handleiding gaat werken, is eigenlijk echt te laat.
Het probleem wordt hier, ‘case by case’, regelmatig aangehaald, niet alleen door mij, ook door andere collega’s. Het is een probleem dat heel erg leeft bij onze Vlaamse jongeren. Het is een probleem dat een enorme impact heeft op onze Vlaamse jongeren. Dus dat we dan achterblijven qua quick wins en kort op de bal spelen – het spijt mij echt als het hard klinkt –, dat is ongelooflijk frustrerend. Te meer omdat de middelen richting WAT WAT ook verhoogd zijn.
En ik begrijp dat de homepage aangepast is op basis van verschillende elementen, maar op het moment dat die reportage online komt en dat dus ook al die ouders jongeren over die thematiek gaan bevragen, dat je merkt dat het online zo ongelooflijk hard leeft, dan kan het niet dat die teksten niet ergens op de startpagina staan. Dat snap ik echt niet, daar kan ik niet bij.
Ook ongelooflijk belangrijk in dit dossier is die transversale aanpak. U bent coördinerend minister voor Jeugd, en dus ook bevoegd voor kinderrechten. Dat is ook de reden waarom ik de vraag vorige week aan u richtte. Het is een transversale functie die er vooral in bestaat andere ministers te attenderen op het belang van een jeugd- en kinderperspectief. Ik ga er een klein beetje van uit, aangezien u die taak en die plicht ook met verve opneemt in contact met uw Waalse collega’s, wanneer het bijvoorbeeld gaat over onze jeugdwerking, dat u dit soort problematieken ook met de federale collega’s heel degelijk aanpakt.
De vraag is heel concreet: wat Binnenlandse Zaken en Justitie betreft, op welke manier zorgt u ervoor, of wat deed u in dat kader al, om druk te leggen op het federale niveau, of om te vragen hier antwoorden op te bieden, om hier een sluitstuk te garanderen voor een problematiek die echt nijpend is voor onze jongeren?
Ik wil me nog even aansluiten. Ik heb me vorige week in de plenaire ook aangesloten op een aspect dat tussen cultuur en media hangt. Het heeft me indertijd bijzonder gefrappeerd – het is al even geleden, ik draai ook al even mee – dat in 2010 het woord van het jaar ‘tentsletje’ was. Als we debatteren over de terminologie die jongeren gebruiken en over het gevaar en het gevoel van onveiligheid dat jongeren hebben over hun eigenheid en over hun lichaam en hoe met dat soort beelden wordt omgegaan, dan moeten we durven erkennen dat daaronder een groter debat schuilgaat. Toen is vanuit een aantal vrouwenbewegingen daarop gereageerd of dergelijke seksistische termen wel het voorwerp kunnen uitmaken van een brede mediaoproep als ‘Woord van het Jaar’. Ik gebruik dat als illustratie voor de problematiek die we nu uitvergroot zien bij jongeren via socialemediakanalen en die een onderstroom heeft die meer onze aandacht verdient en waar we op verschillende manieren aandacht voor moeten hebben. Die sociale media zijn eigenlijk een soort Far West. TikTok, Telegram enzovoort kunnen in een kwetsbare periode in iemands ontwikkeling een grote impact hebben.
Ik sluit me dus aan bij de vragen over hoe dit concreet moet worden aangepakt, met als sluitstuk natuurlijk de juridische kant van de zaak. Maar dan is het helaas al te ver gekomen. Daarom zit ik helaas ook met de vraag wat wij kunnen doen rond bewustwording, meer algemeen, niet alleen van jongeren, maar gewoon welke termen we gebruiken, hoe we hiermee omgaan en hoe we dat debat kunnen voeren. Ik besef dat dit een bedenking is die het debat in deze commissie ver overschrijdt. Is er niet ook een samenwerking nodig die niet alleen maar een handleiding schrijft op een platform zoals WAT WAT en niet alleen outreachend is naar meer regelgeving op sociale media, maar die ook meer gaat over hoe wij als samenleving zelf terminologieën gebruiken of niet gebruiken? Ik weet dat ik mij daar op een zeer gevaarlijk pad begeef, maar bij mij is daar toen toch wel een angeltje blijven hangen.
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Perdaens, wat uw vraag betreft over justitie, is het heel belangrijk dat de aandacht voor een strafbaar fenomeen hoog op de agenda staat van onze politionele en justitiële diensten. Ik heb dan ook het initiatief genomen om de mensen bijeen te roepen. Mijn kabinet zal dat op korte termijn doen, zodat deze problematiek extra onder de aandacht wordt gebracht.
Collega Almaci, ik denk dat uw zorg terecht is. Dit gaat natuurlijk niet alleen over media of jeugd, het is eigenlijk een breed maatschappelijk probleem. Ik steun uw verontwaardiging over een aantal zaken die in het verleden gebeurd zijn en die jammer genoeg soms ook nog vandaag gebeuren. Wat het Woord van het Jaar betreft, vind ik het kinder- en jongerenwoord altijd interessanter. U moet zeker eens consulteren welke het dit jaar zijn. Mijn favorieten zijn ‘skeer’ en ‘strijder’. (Opmerkingen van Meyrem Almaci)
‘Cringe’ is eigenlijk ‘skeer’. (Gelach)
Wat dat betreft kan ik garanderen dat er dit jaar geen seksistische woorden tussen zitten. Op dat vlak gaan we dus vooruit.
Alle gekheid op een stokje, ik denk wel dat het belangrijk is dat er sterk wordt ingezet op bewustwording via het aangaan van gesprekken met kinderen en jongeren, op vele plekken, thuis, op school en in verenigingen. Zeker op het vlak van mediawijsheid denk ik dat dit een belangrijk aandachtspunt is. Het vergt eigenlijk een cultuuromslag waar we volop in zitten. Ik zie ook wel positieve tendensen die we zeker de komende jaren moeten versterken, zeker ook op sociale media. Daar ben ik het absoluut mee eens.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord en zeker voor het beleggen van het overleg. U verwacht waarschijnlijk wel dat ik dat natuurlijk graag verder opvolg.
Als de reactie van heel wat jongeren op de TikTokfilmpjes mij iets geleerd heeft, is dat zij het niet schuwen om op een ongelooflijk beleefde manier op te komen voor wat ze denken en wat ze juist vinden. Ik vind dat heel erg mooi. Maar ik heb ook moeten vaststellen, en dat was misschien zelfs niet eens in hoofdzaak door jongeren maar zeker ook door jongeren, dat ze reageerden dat men die foto's dan maar niet online had moeten zetten en verspreiden. Dat soort victimblaming, dat bovendien nog eens compleet ten onrechte is, want in de meeste gevallen hebben die meisjes niet eens zichzelf gefotografeerd, is een complete misvatting. Daarin moeten we mensen ook onderrichten en informeren. Het is echt een probleem met heel veel facetten.
Ik ben het helemaal met u eens dat de mentale omslag erdoor krijgen prioritair is, bij jongeren en bij mensen die niet meer tot de doelgroep jeugd behoren. Ik denk dat we wat dat betreft met zijn allen echt nog heel veel werk op de plank hebben liggen. Wij werken verder.
De vraag om uitleg is afgehandeld.