Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, u hebt er daarnet zelf al naar verwezen. Er zijn er die heel graag dieren willen redden die in het buitenland aan hun lot worden overgelaten, vanuit hun groot hart voor dierenwelzijn. Maar er is tegelijkertijd ook een waarschuwing van andere asielen over de invoer van straatdieren uit het buitenland.
Helaas, de rode lijn is weer dezelfde: winstgevendheid. Er wordt altijd creatief gezocht naar manieren om het hart van mensen aan te spreken. En er gaat geen dag voorbij of er worden weer nieuwe technieken gevonden. En een daarvan gebeurt in het kielzog van mensen die windhonden zijn gaan redden uit Zuid-Europa nadat die na de races gewoon gedumpt werden. Nu zijn er ook broodfokkers die inspelen op de emoties van argeloze burgers, en dieren verkopen onder het mom van gedumpte racedieren of straatdieren in een ander land. En dus krijgen de asielen de vraag om honden op te vangen die uit het buitenland zogenaamd werden gered, zoals gedumpte jachthonden, racehonden en zwerfhonden. Spanje, Portugal, Griekenland en ook Roemenië blijken de belangrijkste herkomstlanden.
Er worden vzw’s opgericht, die die dieren naar hier halen nog voor er een baasje gevonden is. En zij vragen tot 500 euro vergoeding voor het redden van zo’n dier. Heel vaak gebeurt dat ook zonder dat zij onderzoek hebben gedaan naar wat het karakter van dat dier is, wat dat dier allemaal aan trauma’s heeft meegemaakt. Dat kan dat dier onvoorspelbaar maken. Ik heb daarnet al verwezen naar de hoorzitting over bijtincidenten hier.
Er worden schrijnende foto’s gepubliceerd op websites, zelfs op www.2dehands.be, over dodingsstations. “Dit dier heeft dringend een baasje nodig, wie wil het kopen?” Als men het naar hier haalt, dan kost de invoer en de inentingen honderden euro’s, zo klinkt het. Voor een burger met de juiste intenties is het onmogelijk om bij die aanbieders het kaf van het koren te scheiden. De fundamentele vraag is of het wel een goed idee is om dit te doen. Het is immers zeer moeilijk om de noden van de dieren in kwestie op voorhand en vanop afstand in te schatten.
Ik vroeg mij af of de problematiek op uw radar staat. Hoeveel van dat soort vzw’s, die specifiek dit soort straatdieren en zwerfdieren opvangen in het buitenland en hier aan de man willen brengen, bestaan er? Hoeveel daarvan doen dat tegen betaling? En klopt het aanvoelen van het veld dat dat aantal toeneemt?
Welke initiatieven hebt u eventueel al gepland wat betreft sensibilisering, screening van advertenties, controles en samenwerking met de herkomstlanden? Deze dieren komen eerder uit Zuid-Europese landen, met uitzondering van Roemenië. Soms is het hart sterker dan het verstand, en kopen mensen dieren waar ze echt niets over weten vanuit het idee goed te doen. Dan gebeuren daar grote ongelukken mee en eindigt zo’n dier opnieuw in een asiel, om daar geëuthanaseerd te worden.
Minister Weyts heeft het woord.
Bedankt. Het is een langlopende discussie. Ik denk dat u goed de pijnpunten aanduidt. Het is ook geen nieuw gegeven. Twintig jaar geleden ging het vooral over de invoer van Spaanse windhonden en galgo’s, nu zijn die activiteiten ook uitgebreid naar andere landen. Een land dat zeer regelmatig opduikt is Griekenland, en in toenemende mate ook Roemenië en Bulgarije. Dat heeft natuurlijk ook te maken met de toetreding tot de Europese Unie.
Die tendens zorgt natuurlijk voor bezorgdheid bij verschillende landen van bestemming. Want per definitie is de voorgeschiedenis van die betrokken dieren niet gekend, wat ons vragen doet stellen over hun gezondheid, maar ook over de mate van socialisatie. Het is ook zinvol om de vraag te stellen of het zinvol is om honden naar hier te vervoeren als onze eigen dierenasielen vol zitten. Wat de problematiek van gezondheid en socialisatie betreft: als het effectief gaat over straathonden, dan zijn die op latere leeftijd niet meer socialiseerbaar. Uiteindelijk worden die dan door de betrokken adoptanten opnieuw afgestaan. Die hebben hier dan ook geen mooi leven.
Wat is de regelgeving vandaag? Dierenasielen mogen geen honden importeren. Dat betekent dat de straat- en asielhonden uit het buitenland niet anders dan rechtstreeks naar de adoptant kunnen gaan. De huidige verenigingen worden dus niet erkend. Ik kan u daarom ook geen opsomming geven, want ze worden niet erkend. Ze mogen enkel bemiddelen en honden vanuit een asiel in het buitenland rechtstreeks bij de adoptant in Vlaanderen plaatsen. Maar we weten dat daar creatief mee wordt omgesprongen.
Ik weet dat er voor- en tegenstanders zijn van de invoer van straat- en asielhonden. Er zijn de voorstanders, zoals de vele organisaties die deze honden invoeren. Er zijn de betrokken eigenaars, die terecht emotioneel gedreven zijn door de motivatie om de honden in nood te helpen. Dan is er de andere groep, onder wie de dierenartsen. Die groep focust op de gezondheidsrisico’s en de gedragsrisico’s die verbonden zijn aan de invoer daarvan. Daarenboven wordt ook nog verwezen naar de druk op asielen vandaag.
Ik heb de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn toch nog eens gevraagd wat daar de vernieuwde inzichten ter zake zijn. Dat leidde tot een duidelijk advies. De Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn zoemde vanuit de praktijk in op de risico’s. De dierenartsen krijgen op consultatie baasjes van straathonden over de vloer die echt getuigen van gedragsproblemen, van gestoord gedrag. Dierenasielen moeten ook in toenemende mate zulke honden opvangen omdat de baasjes er eenvoudigweg geen raad mee weten.
Wat betreft de discussie: sommigen zeggen dat asielen ook de mogelijkheid moeten krijgen om te importeren. De Raad van Dierenwelzijn helt over naar de andere kant en bepleit eerder, als die zou mogen kiezen, een totaalverbod op de import. Ik probeer initiatieven te nemen voor de registratie van de invoerende organisaties te zorgen zodat we daar toch een beter beeld van krijgen en zodat we het kaf van het koren kunnen scheiden. Er zijn veel bonafide organisaties werkzaam, maar nu hebben we er geen duidelijk zicht op en beschik ik dus niet over cijfers. Daarenboven weten we dat sommigen – zoals u ook terecht alludeerde – misbruik maken van de dierenliefde van de kandidaat-adoptanten en hen gewoon misleiden voor financieel gewin. In sommige gevallen valt trouwens ook te betwijfelen of het gaat over honden die voor adoptie werden opgegeven of dat het straathonden zijn.
Verder wil ik het risico op gezondheids- en gedragsproblemen bij de ingevoerde honden verkleinen. Ten behoeve van de bonafide organisaties wil ik er toch ook voor zorgen dat organisaties die de honden invoeren een grotere verantwoordelijkheid dragen over het soort hond dat ingevoerd wordt en de match met de kandidaat-adoptant. Het zal hoe dan ook een uitdaging blijven om hierin stappen vooruit te zetten. Er zijn veel organisaties waarvan de zetel niet op Vlaams grondgebied gevestigd is en waarvan de controle en erkenning dus ook een moeilijkheid zijn. De adoptie gebeurt bovendien op basis van een foto en een beschrijving van het dier waardoor er op Vlaams grondgebied zelfs geen sprake meer is van een transactie. De honden worden dus gewoon vanuit het buitenland naar hun baasje in Vlaanderen vervoerd. Maar het zou zinvol zijn als we zorgen voor een erkenning van organisaties hier in Vlaanderen, dat dat dan misschien ook kan fungeren als een soort kwaliteitsmerk en dat we een onderscheid kunnen maken tussen diegenen die op het internet circuleren zonder een effectieve basis hier in Vlaanderen en anderzijds de bonafide Vlaamse organisaties ter zake.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, het staat op de radar. Er is geen registratie van de vzw’s. Het is inderdaad een heel goed idee om dat te doen en om daar ook voorwaarden aan te koppelen: je krijgt geen registratie als je niet voldoet aan de voorwaarden die gevraagd worden rond matching enzovoort. Er is de vraag – daar moet ik zelf eens naar kijken – naar de internationale regelgeving of je kunt eisen dat diegenen die hier dieren verhandelen hier een aanspreekpunt hebben of op zijn minst een juridische zetel – dat klinkt nu heel zwaar –, of toch een plaats hebben waar zij ter verantwoording geroepen kunnen worden. Dat komt erop neer dat zij eigenlijk geen handel mogen drijven, of het nu is uit bonafide redenen, dan wel om er munt uit te slaan. Je kunt als Vlaanderen toch wel een voorwaardencriterium opstellen als men van plan is om dat in Vlaanderen te doen, dat men toch op de een of andere manier rekening moet houden met de Vlaamse administratie en de criteria, want handel wordt ook gereguleerd. Je kunt eigenlijk gaan zoeken naar manieren om de registratie en de regulatie te doen, om daar een soort grondgebonden aanwezigheid rond te vragen.
Zodra de registratie er is, weet je natuurlijk ook wel meteen welke vzw’s hier effectief gevestigd zijn en welke niet. Er kan bijvoorbeeld aan diegenen die ook bonafide zijn in de landen van herkomst gevraagd worden om zich te liëren aan vzw’s hier. Er zijn dus echt wel manieren denkbaar om die stromen beter te organiseren en zoveel mogelijk het misbruik eruit te halen. Ik begrijp uit uw antwoord dat er effectief een stijging is. Het aanvoelen van de asielen klopt dus duidelijk wel.
Ten slotte, naast preventie, naast screening, naast het bekijken van de advertenties, is het toch belangrijk om rond die matching echt te kijken hoe we de problematiek ernstig kunnen aanpakken. Ik ken het antwoord ook niet, hoor. Uit de hoorzitting is gebleken dat de dieren die echt problematisch zijn, die echt zwerfdier zijn of die echt gedumpt zijn als racedier, heel vaak met hele grote gedragsproblemen kampen en dat men dan vaak met de beste bedoelingen een dier in huis haalt dat gewoon gevaarlijk is voor het gezin. Men zet dat dan in een hok in de tuin of dumpt het in een asiel. Het gevolg? Men laat het daar uiteindelijk evengoed inslapen. Daar zit toch heel veel schrijnends achter. Die matching is echt een enorm pijnpunt. Ook hier moeten we kijken hoe we in dezen de best practices die er ook elders bestaan beter kunnen toepassen.
Tot slot ben ik voorstander van de positie die de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn inneemt. Ik zou het liefst een totaalverbod hebben. Want voor diegenen die het wel met een warm hart voor dierenwelzijn doen, is het natuurlijk pijnlijk om te zien dat zij het niet kunnen doen en dat anderen ongereguleerd kunnen invoeren. Opnieuw: daar bots je op de Europese regelgeving van vrij verkeer van goederen en diensten terwijl we eigenlijk niet te maken hebben met producten, met goederen. Je krijgt dan iets disproportioneel dat je moeilijk kunt verdedigen.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Ik zou nog even willen tussenkomen. Minister, ik heb gezien dat het advies zelf nog niet openbaar is. Kunt u dat openbaar maken zodat ook de diensten die juridische mogelijkheden kunnen bekijken?
Minister, u spreekt over de registratie van de invoerorganisaties en u hebt concreet gezegd dat u bijvoorbeeld kijkt naar een erkenning van die organisaties, naar een soort van kwaliteitslabel. Hebt u daarvoor al concrete stappen ondernomen?
Ik denk ook dat we moeten opletten. Het enkel registreren van die onwettige invoer gaat het probleem nog niet helemaal verhelpen en daarom kijk ik ook naar de handhaving. Wordt daarmee een link gelegd?
Minister Weyts heeft het woord.
We trachten momenteel op grond van het advies een regelgeving uit te werken. Dat is uiteraard niet simpel als je zou pleiten voor een totaalverbod. Ik heb dat juridisch laten onderzoeken en dat gaat niet in een Europa van een vrij verkeer van goederen en diensten. Dat hebben we laten bekijken. Ik denk dus dat de doelstelling inzake regelgeving is om de bonafide organisaties in dezen, die er absoluut wel zijn, te erkennen, om zo het kaf van het koren te kunnen scheiden. Dat vergt nog wel wat initiatieven maar we zijn ermee bezig.
De vraag om uitleg is afgehandeld.