Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Voorzitter, ik ga niet mijn hele vraag voorlezen. Het is eigenlijk eenvoudig: dit is een problematiek waar al heel lang heel veel vragen over gesteld zijn, en die bijzonder schrijnend is. De Europese Commissie zegt dat ons land, samen met Nederland, blijkbaar een centrale spil is in de Oost-Europese puppyhandel. Dat blijft een bijzonder problematisch en schokkend gegeven.
Het is niet verwonderlijk dat organisaties, asielen en vrijwilligers die dieren opvangen als ze in asielen of op straat terechtkomen, geregeld hartenkreten naar de wereld uitsturen. Er was er weer zo een op het einde van de zomer, na een aantal moeilijke coronajaren. Voor het eerst in 27 jaar legde de vzw Poezenboot het werk neer. Zoals ze zelf aangaven, gingen ze met pijn in het hart in staking. Ze hebben een mail gestuurd naar alle leden van deze commissie om aan te geven wat er volgens hen op het terrein verkeerd loopt. Het vrij verkeer van goederen, waaronder dieren helaas blijken te vallen, geeft malafide fokkers een gemakkelijke weg om argeloze burgers te bedriegen en hen met mooie foto’s tot impulsaankopen te verleiden, soms tegen waanzinnige bedragen.
Om dat aan te pakken heeft Vlaanderen al een bilateraal akkoord afgesloten met Hongarije – daar zult u vermoedelijk straks naar verwijzen, minister – maar uit de praktijk blijkt dat die afspraken niet volstaan. De handelaars worden bijzonder weinig geïnspecteerd en er is bitter weinig informatie over de aard van de inbreuken. Dat zijn toch allemaal tekenen aan de wand. Er is ook een recente rechtszaak van GAIA tegen een bekende broodfokker uit de provincie Antwerpen. Dat was ook niet min, er was een veroordeling voor illegale exploitatie. Maar dat is nog iets anders dan gerechtigheid, of het effectief een halt toeroepen van de problematiek.
Daarom wil ik graag de volgende vragen stellen, minister:
Hebt u, na die noodkreet van onder andere de Poezenboot, contact gehad met dierenopvangorganisaties zoals henzelf, maar ook anderen die aan de alarmbel hebben getrokken?
Welke conclusies trekt u, of welke evaluatie maakt u, naar aanleiding van de recente rechtszaak tegen de broodfokker Happy Dogs, die gebruik heeft gemaakt van illegale exploitatie en bedrieglijke praktijken? Welke evolutie ziet u in de regelgeving om tegemoet te komen aan de vaststellingen die daar werden gedaan?
Wat is uw evaluatie van het bilaterale akkoord met Hongarije? Is de invoer van daaruit gestegen of gedaald, of gelijk gebleven? Welke evolutie ziet u daar?
Ook over de naleving van de quarantaineregel blijken veel twijfels te bestaan. Hoe evalueert u dat?
Hoe evalueert u het aantal inspecties tegenover de totaliteit van erkende kwekers-handelaars in Vlaanderen, wetende dat de broodfok en de Oost-Europese puppyhandel ondertussen de derde meest winstgevende illegale handel in Europa blijkt te zijn?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik krijg natuurlijk wel het signaal, al is het wat disparaat, dat verschillende asielen stellen dat er een toename is van het aantal dieren dat men moet opvangen. Maar ik moet erkennen dat het beeld niet altijd eenduidig is en dat het wat kan afwijken.
Ook wat de oorzaken betreft zijn er verschillende hypothesen, maar ook daar is het niet zo eenduidig. Ongetwijfeld heb je wel een corona-effect, schat ik. Anderzijds is er ook het effect van de economische crisis. De reden waarom ik vermoed dat die twee elementen spelen is omdat je kunt vaststellen dat er zowel jonge als oude honden worden afgestaan. Dat doet vermoeden dat mensen door de moeilijke economische tijden niet meer kunnen instaan voor de opvang van een dier.
Ik heb alvast wel een structureel subsidiesysteem voor asielen op poten gezet. Dat gaan we nog constant finetunen, maar er is dus voor het eerste een structurele financiële ondersteuning gekomen voor de asielen. Daar bovenop gaan we ook nog eens een energiesubsidie toekennen aan de betrokken asielen.
Ten tweede vraagt u mij welke initiatieven ik ga nemen om, los van de ondersteuning van de asielen, ervoor te zorgen dat de instroom beperkt wordt. Daarvoor staan we op het punt om twee communicatieve initiatieven te nemen. Enerzijds willen we de impulsaankopen tegengaan, ook nu in de komende kerstperiode, door te zeggen dat je nooit een levend wezen cadeau moet geven aan iemand. Doe dat niet! Daarnaast hebben we adopteereendier.be. Daarmee heb ik ervoor gezorgd dat zoveel mogelijk asielen hun aanbod etaleren op één website. Aanvankelijk was dat met beperkt succes, maar ondertussen is dat dermate gegroeid dat we daar ook een communicatieve boost op kunnen zetten om dat aanbod voor het voetlicht te brengen. Dat zal in het voorjaar gebeuren. Men kan echt geen excuus hebben om naar een dierenhandel te lopen, gelet op het grote aanbod dat er momenteel is in de asielen. Daarbij kun je heel gebruiksvriendelijk aanduiden welke provincie je wil, welk ras, welke kleur, welke leeftijd, kindvriendelijk of niet, en dergelijke dingen. Dat kun je allemaal via de website kiezen. Ik vind het belangrijk dat we dat nog eens voor het voetlicht brengen. Dat zijn dus twee communicatieve initiatieven die we nog gaan nemen.
U had ook vragen gerelateerd aan de hondenhandel. Er is geen discussie dat de rotte appels eruit moeten. Ik heb recent nog een aantal erkenningen ingetrokken – een vijftal denk, ik. Wij werken ook samen met het gerecht in acties tegen malafide fokkers, zoals recent nog in de Kempen.
Wat de regelgeving betreft, blijven we constant wat finetunen. Ik heb ook het advies gevraagd van de Vlaamse Raad voor Dierenwelzijn, bijvoorbeeld aangaande de quarantaineperiode, die vandaag terecht ter discussie staat. Daar ga ik een initiatief in nemen. In algemene termen zegt de Raad voor Dierenwelzijn mij ook dat zij geen verstrenging van de erkenningsvoorwaarden bepleiten, want de regels in Vlaanderen zijn eigenlijk al heel streng, zeker in vergelijking met de rest van Europa. Het is altijd een zoektocht naar het optimum: in welke mate is kordate, strenge regelgeving nodig voor onze eigen kwekers en handelaars? Maar hoe strenger je daar bent, hoe groter de verleiding zou bestaan in een Europa met vrij verkeer van goederen en diensten om te gaan importeren vanuit andere Europese lidstaten. Vanuit het streven naar dat optimum, zegt de raad te opteren voor het faciliteren van binnenlandse kweek van honden en katten om op die manier de nood aan invoer te verkleinen. Het is een evenwicht dat we moeten zoeken.
Voor de import, waarvan we weten dat die er is, proberen we maximaal – dat is zowat de grijze zone die we opzoeken, opnieuw in het kader van een vrij verkeer van goederen en diensten binnen de Europese Unie – bepaalde regels op te leggen en bilaterale akkoorden af te sluiten, zoals dat met Hongarije, en ook te exporteren naar andere lidstaten die bekend zijn om hun export richting Vlaanderen, namelijk Tsjechië en Slowakije. In dat akkoord staat een betere informatie-uitwisseling over de gezondheid en de herkomst van de dieren, snelle identificatie van problemen en probleemkwekers, waarmee we de vermijdbare gezondheids- en welzijnsproblemen reduceren.
Op het vlak van de controles hebben we toch een ongelooflijke evolutie afgelegd. In 2015, een jaar na de overdracht van de bevoegdheid Dierenwelzijn naar Vlaanderen, werden er iets meer dan tweeduizend controles uitgevoerd door de dienst Dierenwelzijn. In 2019, op het einde van de vorige legislatuur, waren dat er al meer dan vijfduizend, en in 2021 bijna zesduizend. Als u dat vergelijkt met de start in 2015, is er een verdrievoudiging van het aantal controles sinds de regionalisering. Het blijft een opgaande curve. Ik heb er ook voor gezorgd dat er extra mensen konden worden aangeworven. De inspecteurs, die nu voltijds zoveel mogelijk worden ingezet voor dierenwelzijnsinspecties, zitten niet bepaald om werk verlegen. Het aantal controles gaat dus nog altijd crescendo.
Kwansuis vermeldde u dat het aantal inspecties bij kwekers-handelaars in Vlaanderen bijzonder laag zou zijn. Ik weet niet waarop u zich baseert, want dat is niet zo, zeker in vergelijking met andere landen. Er wordt effectief ook onaangekondigd geïnspecteerd in handelszaken en kwekerijen, zowel bij beroeps als bij hobbyisten.
U zegt ook dat er weinig info zou zijn over de aard van de inbreuken. Wel, dat is inderdaad een keuze die we maken. Opnieuw, we willen dat de dierenwelzijnsinspecteurs vooral actief zijn op het terrein. Een beperkte mate van rapportering moet er zijn, maar we gaan daar niet helemaal in door. Dat is een keuze die we moeten maken. Rekening houdend met de administratieve lasten en verplichtingen die men oplegt ten aanzien van het effectieve werk op het terrein, hebben we ervoor gekozen om de inspecteurs niet te belasten met het registreren van dergelijke gegevens, maar ervoor te zorgen dat er genoeg tijd overblijft voor de effectieve controles. Dat is een discussie die men inderdaad kan voeren. Dat neemt niet weg dat Dierenwelzijn Vlaanderen wel wat gegevens registreert, zoals wanneer een controle werd uitgevoerd of een waarschuwing of een pv werd opgesteld. Meestal is het een samenloop van verschillende kleinere overtredingen. Als men dat allemaal moet gaan categoriseren en rapporteren, is dat een workload die ertoe zal leiden dat men minder effectieve controles zal kunnen doen.
Als ik het goed begrijp, verwijst uw laatste vraag in verband met invoerrechten naar het verbod dat in de drie gewesten geldt voor dierenasielen om dieren in te voeren. Daar kunnen we straks in een andere vraagstelling op terugkomen.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Ik heb goed naar u geluisterd, minister, maar een aantal vragen zijn blijven hangen. Is er contact geweest met een organisatie zoals de Poezenboot die, na een werking van 27 jaar, zegt dat ze ermee stoppen, dat ze staken en dat ze het signaal willen geven dat ze gehoord willen worden door de commissie? Hebt u die organisaties de afgelopen maanden gehoord of gezien? Hebt u daar contact mee opgenomen? Weet u waarom ze die hartenkreet menen te moeten sturen naar deze commissie? Want het is toch niet niets dat dierenorganisaties op het terrein aangeven dat het genoeg geweest is en dat ze het niet meer zien zitten. Ze zeggen dat de deur openstaat en dat ze moeten dweilen met de kraan open. Dat is kort samengevat. Het is het veld zelf dat aangeeft dat het aantal controles bij de effectieve broodfokkers laag is, zo’n veertig controles op jaarbasis. Als je dan weet dat het vanuit de Europese Commissie en internationaal bekend is dat Nederland en in België de draaischijf zijn van dat illegale criminele netwerk van broodfok, is de vraag naar categorisering wel nodig. Hoeveel van die zesduizend controles die u aangeeft, gaan naar de broodfok? Ik stel gewoon vast dat er een heel groot verschil bestaat tussen wat men op het terrein zegt en wat u aangeeft, namelijk dat er een verdrievoudiging is, wat een goede zaak is. Maar hoeveel daarvan gaat naar deze problematiek?
Dan is er nog een andere vraag. Ik onthoud dat u vier of vijf erkenningen hebt weerhouden. De recente rechtszaak tegen die Vlaamse broodfokkers verraadt dat daar een systematiek in zit en verdient op zich, in regelgeving of in controles, wel wat opvolging. Dat geldt ook voor het bilaterale akkoord met Hongarije. U hebt geen antwoord gegeven op de vraag of de situatie verbetert. U kunt mij evengoed nu zeggen dat het te vroeg is om dat te evalueren. Maar wat is de evaluatie op het terrein van het akkoord dat gesloten is met Hongarije? Wat is de evaluatie van de navolging van de quarantaineregel? Want er zijn toch heel wat kwekers en handelaars omdat het gewoon een financieel interessant model is.
Tot slot: u hebt ook een ‘whitelist’ die onbeperkte invoerrechten geeft aan de fokkers en handelaars die op die lijst staan. Hoe worden die fokkers en handelaars gescreend? Herbekijkt u die lijsten regelmatig? In de mail die de Poezenboot naar ons gestuurd heeft, wordt expliciet verwezen naar die whitelist als een bron van misbruiken.
Dit zijn toch nog vragen waarvan ik hoop dat u er wat duidelijker op kunt antwoorden. Ik zou verder graag schriftelijk een overzicht krijgen van die vier à vijf erkenningen die u hebt ingetrokken. Daar moet toch een dossier aan de grondslag liggen met een argumentatie en daar is dus wel een categorisering van de reden van intrekking van die erkenning. Het antwoord op de vraag naar cijfers mag schriftelijk worden bezorgd. Ik zou graag nog de antwoorden op deze vragen willen.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Voorzitter, ik zou kort even willen aansluiten bij de vraag van collega Almaci, waarin ze aangaf dat er op dit moment een vrij verkeer is van goederen in Europa, wat de malafide fokkers toch wel vrij spel geeft om honden en katten massaal in te voeren naar Vlaanderen. Ik heb daar een bijkomende vraag over, minister. In 2024 wordt België voorzitter van de Europese Unie. We kunnen dan misschien toch wel proberen wat te verwezenlijken op het vlak van dierenwelzijn. Mijn vraag is dan ook de volgende: gaat u hier dan ijveren om een verbod in te voeren voor het vrij verkeer van levende dieren zodat die malafide fokkers niet meer massaal honden en katten naar Vlaanderen kunnen invoeren?
Minister Weyts heeft het woord.
In het kader van de Europese regelgeving heb ik al aangeduid dat we in Vlaanderen toch ook een voortrekkersrol spelen, in die zin dat we, niettegenstaande de Europese regels voor vrij verkeer van goederen en diensten, toch beperkingen opleggen en er ook voor zorgen dat de landen die honden exporteren naar Vlaanderen, aan onze regels worden onderworpen. Dat is al een grijze zone waarin we heel creatief te werk gaan, maar gelukkig ook in samenwerking met de betrokken exporterende landen.
U verwijst naar de Poezenboot. Zij contacteren met een zeer grote regelmaat mijn administratie, mijn kabinet met vragen allerhande. Daarbij heeft men op een bepaald moment bij wijze van protest tegen het overmaat van aanbod even gestaakt, wat vrij vreemd is vanuit de optie van dierenwelzijn. Gelukkig heeft men dat ook niet zo lang volgehouden. De Poezenboot is ook diegene die pleit voor de mogelijkheid voor asielen om dieren te importeren vanuit het buitenland. Het is dus een beetje raar dat ze zeggen dat ze vol zijn, maar dat ze wel willen importeren vanuit het buitenland. Dat is misschien een tegenstrijdige stelling. Maar goed, daar komen we straks in een andere vraagstelling ongetwijfeld nog op terug.
U had vragen bij de cijfers van broodfok. Ook die kunnen we bezorgen, hoor. U noemt dat broodfok, maar er is een onderscheid: er zijn heel veel hobbykwekers, er zijn de beroepskwekers, er is de kwekerijhandel en er zijn de handelszaken. We hebben de cijfers van het aantal controles apart geregistreerd. Voor die groep van hobbykwekers, beroepskwekerijen, kwekerijhandelaars en handelszaken samen gebeuren er ongeveer zeshonderd controles op jaarbasis. Voor alle duidelijkheid: we spreken ook over enkele honderden instellingen. Maar u zegt dat we die niet controleren. Integendeel, u kunt die cijfers opvragen. Maar ik geef u even mee dat er alleszins een ordegrootte is van zeshonderd controles die daar jaarlijks gebeuren. Het is dus niet alsof we daarvan wegkijken. Dat heeft ook een grote mate van efficiëntie, zeker als het gaat over controles bij kwekerijhandelaars en beroepskwekers. We weten dat er daar veel dieren zijn, dus dan kun je onmiddellijk bij één inspectie heel veel dieren gaan inspecteren.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, dieren zijn geen producten. Dat is een visie op andere levende wezens op deze planeet: zij hebben rechten, zij kunnen lijden, zij kunnen emoties doormaken en hebben een bewustzijn.
Het is belangrijk dat we in de Europese Unie stappen zetten om bijvoorbeeld in het debat over vrij verkeer ook eens dát debat aan te gaan. Ik kijk uit naar 2024 als een mogelijkheid om dat debat te starten. Tot het zover is, kan ik alleen maar vaststellen dat de problematiek van de broodfok al jaren echt problematisch blijkt, al zijn we vooruitgang aan het boeken. De schandvlek is dat ons land en ook deze regio echt een draaischijf zijn.
En als er dan fokkers zijn die niet de juiste vergunningen hebben, die bijvoorbeeld geen milieuvergunning hebben, die niet de juiste procedures hebben doorgelopen, die een verkeerde manier van werken hebben, dan dringt een evaluatie zich op.
Ik ben blij dat u zegt dat de cijfers die ik heb gekregen, niet kloppen en dat u ze mij wilt bezorgen. Het gaat over de grootteorde van een zeshonderdtal controles. Ik ben echt benieuwd. Ik zal ook blij zijn als ik de evaluatie van het Hongaarse akkoord van u zou kunnen krijgen. Want dat was toch een concrete vraag van mij. Als we voor verdere bilaterale akkoorden gaan, is het toch belangrijk om na te gaan of die bilaterale akkoorden überhaupt werken. Want als we er meer van gaan maken en ze blijken geen zoden aan de dijk te zetten, dan moeten we toch wel ingrijpen. Voor alle duidelijkheid: ik hoop op het tegendeel.
Een evaluatie van de cijfers kan maar als we weten welke richting het nu uitgaat. En een evaluatie van de whitelist waarbij men onbeperkte invoerrechten krijgt, kunnen we ondertussen nog wel doen, in de hoop dat het Europese debat over dierenrechten ooit de stap zet om dieren als meer dan louter producten te beschouwen.
Wat dat betreft, minister, denk ik dat er zowel qua controles bij ons als qua oefening binnen Europa echt nog wel wat werk is om de rotte appels eruit te halen. Want ze zijn helaas met veel en ze zijn heel vindingrijk. Daarover gaat straks onder andere ook mijn vraag.
En voor mij is er daarbij geen tegenspraak met de oproep die de Poezenboot doet. Ik begrijp wel waarom ze die oproep doen, al deel ik hem niet. Ze zeggen dat anderen gelijke invoerrechten krijgen en zij niet wanneer ze dieren zien die worden mishandeld in het buitenland. Ik begrijp dat vanuit de zorg voor het dierenwelzijn. Dat is om te voorkomen dat die dieren opnieuw worden geëxploiteerd. Want mijn andere vraag gaat net over het feit dat die dieren ook worden verkocht tegen waanzinnige prijzen. Dus eigenlijk zou dat algemeen moeten stoppen. Ik verwijs naar de hoorzitting rond de bijtincidenten. Er is namelijk het grote probleem van een absoluut gebrek aan socialisatie, met een gevaar voor onze openbare orde en voor bijtincidenten als gevolg. Ik begrijp dus vanwaar die oproep komt, uit zorg voor het dierenwelzijn. En ik snap ook dat men daar eens is gaan staken. Men heeft dat als laatste redmiddel gezien.
Tot slot wil ik hier aan de collega's en algemeen in de commissie zeggen dat het misschien wel tijd wordt om effectief hoorzittingen te organiseren met de asielen en de opvangcentra. Want wij krijgen regelmatig verschillende mails met verschillende aspecten en het is zeer moeilijk om in wat u die disparate en diffuse omgeving noemt, ook qua oorzaken echt eens tot op het bot te gaan. Ik denk dat dat echt zou kunnen helpen. In die zin wil ik hier onderstrepen wat ons al een paar keer, niet alleen via de Poezenboot, maar ook via de andere, bekende dierenwelzijnsorganisaties is gevraagd, om echt eens dieper over deze problematiek van broodfok met hoorzittingen te kunnen debatteren.
De vraag om uitleg is afgehandeld.