Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Het Antwerpse stedelijke agentschap Atlas ontving in 2021 ongeveer 14 miljoen euro van de Vlaamse Regering om het regeringsbeleid in verband met Integratie en Inburgering uit te voeren. Op de website – diversiteitspraktijk.be – van dat stedelijke agentschap wordt blijkbaar aan agressief activisme gedaan tegen ons traditionele sinterklaasfeest en Zwarte Piet. Zwarte Piet, zoals u zich hopelijk nog kunt herinneren, is de traditionele metgezel van Sinterklaas. Volgens Atlas zou niet alleen de figuur van Zwarte Piet, maar zelfs het hele sinterklaasfeest, getuigen van racisme en kolonialisme.
Atlas brengt op de website zelfs een volledige argumentatienota over hoe men personen die voorstander zijn van Zwarte Piet kan overtuigen van het racistische karakter van onze mooie traditie. Voor een organisatie die de inburgering van nieuwkomers behoort te organiseren, is het volgens ons bijzonder ongepast om nieuwkomers op te jutten door hun het foute signaal te geven dat de Vlaming en zijn tradities, en in het bijzonder ons sinterklaasfeest, racistisch zouden zijn.
Ik geef u enkele voorbeelden, maar ik raad iedereen aan om zelf te gaan kijken op diversiteitspraktijk.be, met name om die argumentatienota te bekijken, want dat vind ik toch wel heel frappant. Dat is dus echt een debatfiche voor wokeactivisten tegen Zwarte Piet. Daar staat dan bijvoorbeeld, in argument 3, dat je aan iemand die zegt: “Ik vier het sinterklaasfeest en ik ben toch geen racist”, moet repliceren: “Stel je gesprekspartner gerust. Dat iemand het sinterklaasfeest viert, wil zeker niet zeggen dat hij of zij een racist is.” Dat zou eraan mankeren. Maar dan staat er: “Maak duidelijk dat het feest zelf wel racistische en koloniale invloeden heeft. Geef enkele voorbeelden van referenties naar het kolonialisme.” Dat moet ‘referenties aan’ zijn uiteraard, maar zo staat het er.
Bij argument 6 staat er: “Mijn zwarte vriend/collega/buurman vindt het geen probleem.” Dan staat er als tip: “Probeer dit argument om te draaien: ‘De meerderheid van de zwarte Belgen, zo staat er, vindt het wél een probleem.’” Of dat zo is, dat wil ik wel eens zien, op basis van onderzoek. Ik denk helemaal niet dat dat het geval is. “Dat één zwarte persoon de figuur van Zwarte Piet geen probleem vindt, mag uiteraard geen reden zijn om alle andere stemmen die duidelijk aangeven dat ze het kwetsend en beledigend vinden, weg te cijferen.” Zo staat dat dus in die argumentatienota.
Verder op de website wordt ook de vervanging gesuggereerd van het traditionele sinterklaasfeest door wat men een ‘inclusief sinterklaasfeest’ noemt. En er worden dan tips gegeven om een inclusief sinterklaasfeest te organiseren. Ik citeer: “Door steeds een witte, mannelijke Sinterklaas op bezoek te krijgen, kunnen niet alle kinderen zich volledig identificeren met de sint. De samenleving is diverser dan ooit en het huidige sinterklaasfeest is daar geen representatie van. Ook de echte Sint-Nicolaas zal er wellicht anders hebben uitgezien dan nu, aangezien hij een bisschop was uit het huidige Turkije. Kies daarom eens voor een vrouw als sint, een sint met een donkere huidskleur, een sint in een rolstoel … Zo kunnen alle kinderen de sint zien als rolmodel en ervan dromen om zelf ooit sint te worden.” Einde citaat dus van de website www.diversiteitspraktijk.be van het agentschap van de Vlaamse overheid.
Het laatste maakt duidelijk: het is niet enkel Zwarte Piet die wordt geviseerd, maar zelfs onze traditionele Sinterklaas, en dus getuigt die Atlaswebsite, minister, van wokeactivisme, van de cancelcultuur – onze Zwarte Piet en Sinterklaas moeten worden gecanceld – en vertegenwoordigt die volgens ons de opvatting en activistische ideologie van een kleine maar extremistische minderheid. Want volgens ons houdt de overgrote meerderheid van de bevolking graag vast aan het traditionele sinterklaasfeest in zijn traditionele vorm, en storen de mensen zich geenszins aan de traditionele figuren van Sinterklaas en Zwarte Piet. Dat geldt, zoals ik daarnet al zei, ook voor mensen van vreemde afkomst. Wij zien in onze steden, in de steden en gemeenten waar nog een traditioneel Sinterklaas met Zwarte Pieten de optocht doet, dat er enorm veel mensen zijn met een andere afkomst, met een migratieachtergrond, die gewoon genieten van het feest, en die vinden dat er absoluut niets aan de hand is. Nogmaals vinden we het ontoelaatbaar dat een kleine wokeminderheid blijkbaar haar visie heeft kunnen doordrukken op een website van deze Vlaamse overheid.
Minister, aan u dus de volgende vragen.
Bent u het mij eens dat Atlas hiermee uit de bocht gaat, met die argumentatienota en met dat wokeactivisme tegen Sinterklaas en Zwarte Piet? Vindt u niet, minister, dat het in een kwaad daglicht stellen van onze tradities net de integratie van nieuwkomers belemmert?
Zult u hierover, minister, Atlas of het Agentschap Inburgering en Integratie op het matje roepen? Bent u bereid het agentschap op te dragen de betrokken passages te verwijderen van de website?
Hoe wilt u, minister, voorkomen dat dergelijke cancelculture en wokeactivisme nog langer worden opgedrongen op de websites van agentschappen die bevoegd zijn voor Integratie en Inburgering?
En tot slot, minister, acht u het opportuun om tijdens het inburgeringstraject meer in te zetten op onze tradities en dat nieuwkomers die behoren te respecteren in plaats van het bekritiseren ervan aan te moedigen, en zeker in plaats van het brandmerken van onze tradities als racistisch?
Minister Somers heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Van Rooy, voor uw vragen. Het wordt ook stilaan een traditie om rond 6 december rond deze thematiek van gedachten te wisselen.
De items waar u naar verwijst zijn opgenomen op de website diversiteitspraktijk.be van Atlas. Het doel van de website is om praktische tips te geven aan vrijwilligers, professionals en hun organisatie, om uitdagingen in de samenleving aan te gaan. De website heeft tot doel om te werken aan een inclusieve en toegankelijke samenleving, een van de opdrachten waar Atlas rond werkt. De website is niet gericht naar nieuwkomers of individuen, maar naar organisaties met vragen rond de diverse samenleving.
Het thema dat u aanhaalt is vaak een sterk gepolariseerd thema. In Nederland leidde dat in het verleden tot gewelddadige botsingen tussen voor- en tegenstanders van Zwarte Piet. In Vlaanderen zijn we daar gelukkig tot nog toe van gespaard gebleven, en zien we een geleidelijke evolutie naar roetpieten, bijvoorbeeld in de serie ‘Dag Sinterklaas’ en bij de intocht van Sinterklaas in Antwerpen. Momenteel is de situatie in Vlaanderen dat Zwarte Piet en roetpiet eigenlijk naast elkaar bestaan.
Het moet mij van het hart dat dit thema al te veel opgeblazen wordt, volgens mij, voor politiek gewin. Zo heb ik me bijvoorbeeld nooit geïdentificeerd met Sinterklaas, ook niet als kind. Ik heb ook niet de ambitie om me te identificeren met Sinterklaas, maar ik begrijp wel bijvoorbeeld dat de figuur van Zwarte Piet bepaalde mensen tegen de borst kan stuiten, en ik vind het normaal dat we daar als samenleving creatief mee omspringen. In die zin verwelkom ik een evolutie naar roetpieten. Maar ik wil tegelijk zeggen dat ik weinig begrip heb voor mensen die daar nu overdreven veel trammelant en drama rond maken.
Ik vind de Antwerpse website dan ook erg verregaand in één richting. De verantwoordelijkheid voor deze website ligt bij Atlas, haar raad van bestuur en de bevoegde Antwerpse schepen, want u weet dat Atlas een stedelijk agentschap is. Ik stel voor dat u het debat ook daar voert, want daar ligt de verantwoordelijkheid. Als ik me niet vergis, zit u zelfs in de raad van bestuur van het bewuste agentschap, en hebt u daar de mogelijkheid, en ook de medeverantwoordelijkheid, om binnen die raad van bestuur dat thema aan te kaarten en op te nemen.
Waar ik wel voor bevoegd ben, is het Vlaamse inburgeringsbeleid. Zoals ik in het halfrond al dikwijls heb uiteengezet, is het inburgeringsbeleid erop gericht om meer aandacht te geven aan basiswaarden rond vrijheid, gelijkheid, solidariteit, respect en burgerschap. In elke cursus is er, ongeacht de samenstelling van de groep, aandacht voor gevoelige en/of taboeonderwerpen. Het doel is respect op te brengen voor individuele vrijheden, verschillen in meningen, diversiteit … En daar hoort bijvoorbeeld ook de mogelijkheid, het begrijpen dat er in onze samenleving kritiek kan worden gegeven, zelfs kritiek gegeven kan worden op tradities, maar ook het aanvaarden dat andere mensen daar een andere mening over hebben. Dat is het kenmerk van ons samenlevingsmodel.
Hoe pakken we dat aan? In open dialoog met de cursisten. De docent neemt geen standpunt in, maar stimuleert de open dialoog, waarbij respectvol moet worden omgegaan met andere standpunten. Ook voor de behandeling van actuele gebeurtenissen die gevoelig kunnen zijn, wordt vertrokken van onze basiswaarden. Binnen het inburgeringstraject wordt ingezet op respect voor elkaars gebruiken, om zo te komen tot wederzijds begrip. Maar voor alle duidelijkheid: de website waarnaar u verwijst, komt dus niet aan bod in het inburgeringsbeleid en in de inburgeringscursus.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Misschien om te beginnen: ik heb deze vraag ook ingediend op de Antwerpse gemeenteraad. Ik zit inderdaad in die raad van bestuur, en ik laat mijn stem daar zeker horen, maakt u zich geen zorgen. Alleen is dat daar natuurlijk helaas een minderheidsstem. Er zitten ook andere partijen in die raad van bestuur, waaronder de uwe, waar ik helaas geen medestander in kan vinden als ik zoiets aankaart.
U zegt dat u niet bevoegd bent voor die website, maar het is natuurlijk wel zo dat Atlas, de eigenaar van de website, het Antwerps stedelijk agentschap voor integratie en inburgering, zoals ik in mijn inleiding zei, van u 14 miljoen euro krijgt. Het krijgt van de Vlaamse Regering 14 miljoen euro. Dat is een hele som. En dus vind ik dat u er toch te gemakkelijk aan voorbijgaat, en dat u wel degelijk een verantwoordelijkheid hebt te nemen.
U gaat eraan voorbij omdat u zegt dat u de trammelant over Zwarte Piet overdreven vindt. U hebt daar weinig begrip voor, zegt u. Ja, daar verschillen we inderdaad, minister, fundamenteel van mening over. Wij zien het sinterklaasfeest met Zwarte Piet als een symboolstrijd over onze cultuur, over onze tradities. Als wij toelaten – zoals ik in mijn inleiding heb gezegd – dat een kleine extremistische wokeminderheid daar zijn zin in krijgt, dan is het einde zoek natuurlijk.
We zien ook dat het einde eigenlijk al zoek is, want je kunt bijna dagelijks – laat ons zeggen gemiddeld wekelijks op een jaar – voorbeelden vaststellen, zien, van een wokeminderheid die ervoor zorgt dat er iets wordt gecensureerd. In dit geval gaat het over Zwarte Piet, maar het kan gaan over een album van Kuifje, het kan gaan over een stripmuur in Brussel, het kan gaan over FC De Kampioenen op televisie, bepaalde afleveringen. Het einde is op dit moment al zoek, minister, en ik zou dan toch van u willen verlangen om daar toch stelliger uw positie in te nemen, die u hier voorzichtig formuleert, namelijk: wij mogen geen duimbreed meer toegeven aan die wokeactivisten om welke vorm van censuur ook toe te passen op onze tradities, op onze stripalbums, op onze tv-programma’s, tv-series, wat dan ook. Dat zou ik echt van u verlangen, minister, dat u veel stelliger positie inneemt.
En om misschien te eindigen, voorzitter, stel ik toch vast dat ook de N-VA hier zeer sterk positie in neemt. In de steden Aalst en Kortrijk voert de N-VA eigenlijk een campagne vóór Zwarte Piet, en dat is natuurlijk zeer goed. Daar is Zwarte Piet ook behouden, terwijl in mijn stad, Antwerpen, waar N-VA-burgemeester Bart De Wever aan het roer staat, Zwarte Piet helaas al vele jaren is vervangen door roetveegpieten, en dat gaat volgens ons dus echt de verkeerde kant op.
De heer Ongena heeft het woord?
Het moet mij toch ook wel van het hart dat ik me wel erger aan het feit dat wat op zich altijd wel een mooi kinderfeest is, elk jaar opnieuw erger en erger politiek wordt misbruikt. En langs de twee kanten van het verhaal. Ik vind het echt spijtig dat dat elk jaar opnieuw terugkomt. Straks mag de lieve sint misschien ook niet meer met zijn stoomboot komen, want dat is misschien milieuvervuilend. Straks mag hij ook niet meer op een paard door de stad rijden, want dat is misschien dierenmishandeling. En straks mag hij zelfs niet meer op het balkon komen zeggen dat er geen stoute kindjes zijn, want dat zou potentieel discriminerend of stigmatiserend kunnen zijn voor kinderen. Voor je het weet zal die lieve sint ons land links laten liggen, komt die niet meer naar hier. En ik denk dat dan heel veel kindjes helemaal verdrietig zullen zijn.
Kortom, wat ik zou willen zeggen: collega’s, stop daarmee. Laat daar nu toch geen politiek debat over zijn, en laat dat gewoon dat kinderfeest zijn, zoals wij het ons toch allemaal uit onze jonge tijd mooi herinneren.
Mij maakten ze nog bang dat ze mij in een zak gingen steken. Dat heeft veel indruk gemaakt.
De heer Aerts heeft het woord.
Collega’s, vandaag en de afgelopen dagen heeft de sint, samen met zijn pieten, heel veel kinderen gelukkig gemaakt, met chocolade, met een bezoekje, met marsepein, met speculaas, of speculoos, afhankelijk van de regio waar we in wonen. Dat is toch de essentie van dat sinterklaasfeest. Dus ik sluit me aan bij de oproep van collega Ongena: laat dat nu vooral een feest zijn, een kinderfeest, en stop met daar politieke spelletjes rond te doen. Die kinderen, die zien dat niet, of ze daar nu een roetveegpiet tegenkomen. Voor hen is het gewoon het feest waar zij beloond worden omdat ze weer een heel jaar braaf zijn geweest. En laat dat vooral de essentie zijn van het sinterklaasfeest, en ik hoop dat we dat nog heel veel jaren op die manier vieren.
Mevrouw Sminate, bent u ook braaf geweest?
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik heb vanmorgen op de fractie drie pakken speculoos gekregen. Ja, het is echt waar. (Opmerkingen van de voorzitter. Gelach)
Ah voilà, racisme hé. (Gelach)
Maar allé, ik stel me soms echt de vraag waarover wij hier debatteren. Als ik dan die website heb bekeken, dan vind ik toch ook dat sommige passages – hoe moet ik het formuleren – ‘ongelukkig’ zijn. Zeggen dat je geen racist bent omdat je Sinterklaas viert, dat impliceert dat er überhaupt een mogelijkheid was om dat wel zo te interpreteren. Het lijkt me allemaal niet zo heel verstandig, wat er op die website staat. Maar ik vind het wel jammer – en dat is eigenlijk geen verwijt naar de vraagsteller toe, maar eerder naar bepaalde stromingen in onze samenleving – dat we het op deze dag niet hebben over de positieve aspecten van het feest, en van de magie van het feest. Dus laat ons die traditie centraal stellen, laat ons dat kinderfeest centraal stellen, en laat ons stoppen om te discussiëren over Zwarte Piet of roetpiet, of het racisme of kolonialisme dat daar zou achter steken. Ik ben dat beu. Voilà.
Minister Somers heeft het woord.
Collega’s, ik deel natuurlijk het basisgevoel bij vele collega’s. Sinterklaas is een heel mooi kinderfeest, dat we allemaal gevierd hebben in onze toenmalige onschuld, toen we vol spanning zaten te wachten tot de goede sint kwam, en hoopten op cadeautjes. Dat was altijd een fantastisch mooi moment. Wie kinderen heeft, heeft dat bij zijn eigen kinderen ook gezien. En zij die kleinkinderen hebben, zullen dat waarschijnlijk bij hun kleinkinderen zien. Dat is dus een heel mooi feest, en ik denk dat het vooral belangrijk is om dat een feest te laten zijn. Daarmee ben ik het eens met iedereen.
Ik heb het eigenlijk principieel moeilijk met iedereen die probeert om daar een soort strijd van te maken met een politieke dimensie. Ik zeg dan ook: van iedereen, zowel van de ene als van de andere kant, die dat probeert op te kloppen tot een symbool waarbij het gevecht gevoerd moet worden over wie we zijn en wie we niet zijn. Ik volg dat niet helemaal. Ik vind dat we daar meer ontspannen mee moeten omgaan.
Ik heb trouwens, voor alle duidelijkheid, laten weten aan de vertegenwoordigers in de stad Antwerpen, dat ik het met sommige passages die daarin staan, heel moeilijk heb. Ik heb dat laten weten. Dus men kent mijn mening daarover.
Dit gezegd zijnde, toch één element. Ik denk dat zij die tradities proberen te bevriezen, en zeggen dat die traditie niet onderhevig mag zijn aan verandering, ook een gevaar zijn voor tradities. Want het eigene aan tradities in onze samenleving is dat die permanent evolueren. Ik geef een voorbeeld. Wij hebben sinds enkele decennia een volledig nieuwe traditie. De traditie van de kerstmarkt. Dat is volledig nieuw. Ik heb soms op sociale media gelezen dat we onze ‘middeleeuwse kerstmarkten’ moeten beschermen en in stand houden, omdat dat een belangrijke Vlaamse traditie is. De eerste kerstmarkt in ons land is georganiseerd in 1987, in Luik. Toen ik student was in Leuven, waren er nog geen kerstmarkten. Op het einde – want ik heb wat langer over mijn studies gedaan – begonnen de eerste kerstmarkten te verschijnen. Maar in mijn jeugd bestond dat niet, een kerstmarkt. Dus tradities worden nieuw. Toen ik op relationele leeftijd kwam – bij sommigen was dat wat vroeger dan bij anderen, mijnheer Van Dijck –, was er nog geen Valentijn. Toen was een relatie goedkoper dan vandaag. (Gelach en opmerkingen)
Dat was zo. Dat was handig. Dat bestond niet. Nu vinden we dat een sterke Vlaamse traditie, maar dat is overgewaaid vanuit Frankrijk. (Opmerkingen van de voorzitter)
Halloween, ik heb dat in mijn kindertijd nooit gevierd. Dus tradities … er komen nieuwe tradities, er verdwijnen tradities. En zelfs het sinterklaasfeest is vandaag al fundamenteel veranderd ten opzichte van mijn jeugdjaren, en wel op drie manieren.
Het is op drie manieren echt anders geworden. De eerste manier: in mijn jeugd was de sint een bisschop. De heilige man was een bisschop, en elk kind in mijn jeugd wist in Vlaanderen wat een bisschop was. Die kende dat, een bisschop. Vandaag is dat een overgrootvader geworden. Want vraag aan honderd kinderen in Vlaanderen wat een bisschop is … Ik zal u zeggen, er zijn er niet veel meer die weten wat een bisschop is. In onze beleving, in de tijd dat Vlaanderen nog massaal naar de katholieke kerk ging, in mijn jeugdjaren, toen de kerken nog vol zaten, wist iedereen wat een bisschop was. Vandaag is dat een overgrootvader. Een overgrootvader.
De tweede grote verandering: in mijn jeugd hadden wij schrik van Sinterklaas en Zwarte Piet. En dat was niet, mevrouw Sminate, omdat u zegt dat ik een stoute jongen was. Neen: we hadden schrik, want die ging ons van de roe geven. Die ging lijfstraffen geven. Die ging ons in de zak steken. Die ging ons mishandelen. Die bisschop was een strenge bisschop. Dat was geen goedhartige man, dat was een strenge. We zaten met de poepers als die kwam. (Gelach)
Waarom? Omdat dat een traditie was, in die tijd, zoals tradities zijn. Want wat zijn tradities. Tradities zijn een uitpuring, een symbolisering van de samenleving waarin we zitten. Dat was toen een symbool van de gezagsrelatie van ouders en leraars ten overstaan van kinderen. Die was strenger, die was hiërarchischer. Je moest daarnaar luisteren. Als je daar niet naar luisterde, kreeg je slaag. Ik ben linkshandig. Ze hebben me rechts gemaakt, mijnheer Van Rooy.
Rechtshandig, hé. (Gelach)
Rechtshandig. Waarom? Met de regel. Er werd toen met de regel geslagen als je links schreef. Dat was toen normaal. Dat waren lijfstraffen. Ik heb in mijn jeugdjaren nog af en toe een muilpeer gekregen. Ten onrechte! (Gelach)
Vandaag de dag doet geen enkele onderwijzer dat nog, of je ziet in de commissie Onderwijs van het Vlaams Parlement een interpellatie over het gedrag van leraars. Dus die gezagsverhouding weerspiegelde de samenleving van toen.
Wat is vandaag Sinterklaas en Zwarte Piet? Dat zijn twee vrolijke fransen. Die overgrootvader is de lieve man, en die Zwarte Piet is een vrolijke vriend geworden. Dat is de weerspiegeling van hoe wij met onze kinderen omgaan vandaag. De relatie met mijn ouders, of de generatie voor ons, was een hiërarchische, vandaag is die veel meer horizontaal. Dat is eigen aan tradities, dat die in de diepte veranderen. Maar dat zien wij niet. Waarom zien we dat niet? Die verandering zien we niet, omdat we die zelf hebben doorgemaakt, omdat die ons gevolgd is. Die is ons gevolgd.
Derde verandering: Sinterklaas en Zwarte Piet, die hebben een werkrelatie. Die hebben een werkrelatie. Zwarte Piet is de knecht – we zeggen altijd: de knecht – van Sinterklaas. Maar hoe was die relatie in mijn jeugd? Die Zwarte Piet moest serieus luisteren naar die Sinterklaas. Die had op zijn beurt schrik van die Sinterklaas. Want dat was de werkrelatie zoals in mijn jeugdjaren werkgevers met werknemers omgingen: een strakke hiërarchische relatie. Het was voor mij shockerend toen mijn kinderen naar Sinterklaas en Zwarte Piet gingen. Het was shockerend! Die Zwarte Piet houdt de zot met Sinterklaas! Die zit er wat mee te zwammen, en achter zijn rug doet die zo naar Sinterklaas! (Minister Somers maakt een schertsend handgebaar. Gelach)
Dat was shockerend! Dat is de werkrelatie vandaag! (Gelach)
En als ik op mijn kabinet kom, staan ze op mijn kabinet achter mij ook zo! (Gelach)
Die lachen ook met mij. Die spreken mij tegen. Kun je je inbeelden dat een minister dertig jaar geleden werd tegengesproken? Vandaag doen die niet anders! (Gelach)
Dat is ook zo in de klas. Dat is de verandering van de werkgever-werknemerrelatie.
Opnieuw, ik zeg het wat uitvergroot. Maar wat ik zeg is in de grond juist. Dat is een verandering in onze samenleving, waar werknemers en werkgevers anders met elkaar omgaan, en opnieuw: die Zwarte Piet en Sinterklaas staan daar symbool voor. Dat is de kracht van een traditie. Een traditie is niet iets wat losstaat van onze maatschappij. Die is geworteld in onze maatschappij. Die geeft een beeld van onze maatschappij. Die geeft houvast aan onze maatschappij. Maar die maatschappij verandert. Dus die traditie verandert mee, die evolueert mee. Want als die traditie niet mee verandert, dan sterft die af.
Dus zij die pleiten voor het behoud van de traditie, maar die die tegelijkertijd willen verstillen, die maken de traditie kapot. Een traditie is pas waardevol als die mee evolueert met de maatschappij. En al die veranderingen heeft die traditie gedaan. Zij die nu zeggen dat die traditie nu niet meer verder zal veranderen, omdat elke verandering die de traditie nu meemaakt een bedreiging is voor ons … (Opmerkingen van Sam Van Rooy)
Heb ik gezegd dat u dat zegt? Pas op, u wordt zenuwachtig. Ik voel het. (Gelach en opmerkingen)
U mag subiet. Mijn punt: een traditie evolueert mee. Op het moment dat je samenleving verkleurt, en dat in Vlaanderen één kindje op drie een migratieachtergrond heeft, of van elders komt, is het dan niet normaal dat ook daar veranderingen in komen, op een zachte manier? Moet dat afgedwongen worden? Moet dat geëist worden? Moeten we een decreet stemmen over hoe die Zwarte Piet er moet uitzien? Neen. Maar die evolutie is wel bezig. En die evolutie is geen bedreiging voor die traditie, want die traditie blijft daarmee overeind, en wordt daardoor zelfs versterkt.
Maar ik ben het wel eens met hen die zeggen dat we op die traditie niet alle maatschappelijke problemen mogen projecteren, zoals we in het voorstel van Atlas nu een sint nodig hebben in een rolstoel en een vrouwelijke sint en dergelijke meer. Ik denk dat we dan een karikatuur aan het maken zijn van waar we maatschappelijk mee moeten bezig zijn. Dat is de overdrijving. En dat is niet goed. En ik heb mijn mening ook laten weten.
We moeten die traditie in stand houden. Ik zou graag hebben dat mijn kinderen, hun kinderen en hun kleinkinderen, ook nog een Zwarte Piet en een Sinterklaas, of een Piet en een Sinterklaas, hebben. En die zal mee evolueren. Die zal mee evolueren in de samenleving. Dat is een goede zaak. Maar de essentie ervan zal blijven, namelijk: een feest voor kinderen, waar kinderen eigenlijk een moment hebben waar iedereen voor hen zorgt, en waarin ze een feeërieke figuur krijgen die hen liefde en warmte geeft, en ook wat cadeautjes. Dat is voor mij de essentie. Dus laten we dat debat op een meer ontspannen manier voeren, zonder daar een ongelooflijke strijd van te maken, en te eisen dat die exact zo moet zijn als in onze jeugd, want die is al lang niet meer zo.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw gloedvol betoog.
Ik zal misschien toch eerst beginnen met die strijd. Ik zou die het liefst ook niet voeren, natuurlijk. Die wordt mij, die wordt ons opgedrongen. Het is omdat we dat soort waanzinnige teksten zien op een overheidswebsite, dat we die vraag indienen, en dat we die stellen. Waarom? Er is uiteraard niets mis met tradities die evolueren. Niemand vraagt om een bevroren traditie. Maar bij elke evolutie moet men zich natuurlijk de vraag stellen in welke richting die evolutie gaat. Wie vraagt die evolutie? Is dat een minderheid, een meerderheid? Welke minderheid of meerderheid is dat? En welke intentie zit daarachter?
En dan hoor ik u helemaal aan het eind van uw betoog gelukkig toch nog zeggen dat er hier inderdaad totaal is overdreven door die website. Ik citeer hem zelden of nooit, maar ik zal toch uw eigen voorzitter Egbert Lachaert citeren, die op 11 augustus 2020 tweette: “We gaan het nu nog eens herhalen. Zwarte. Piet. Heeft. Niets. Met. Racisme. Te. Maken.”
Er was toen ook een stemming in het Europees Parlement, stel u voor, waarin werd gevraagd aan landen om Zwarte Piet te verbieden. Stel u voor: om Zwarte Piet te verbieden! Dat verzin ik niet. Dat is een strijd die dus wordt gevoerd door een wokeminderheid die er zelfs in slaagt om tot in het Europees Parlement te geraken, met een voorstel om Zwarte Piet overal in Europa te verbieden. And guess what? Verhofstadt stemde voor. De N-VA, cd&v en uiteraard ook wij stemden daar toen tegen.
Dus ik voer die strijd niet graag. Die wordt ons opgedrongen. Er is niets mis met evolutie, maar het is en blijft een feit dat de meerderheid van de mensen, ook de meerderheid van de mensen met een migratieachtergrond, totaal geen probleem hadden of hebben met Zwarte Piet, en dat die extremistische wokeminderheid, die dat activisme opdringt, dat niet alleen doet inzake een traditie als Zwarte Piet en Sinterklaas. Ik heb ernaar verwezen. Ik heb het debat toch breder willen trekken. Het gaat over tv-series, het gaat over films, het gaat over stripalbums, het gaat over van alles en nog wat. En het blijft dus broodnodig dat wij ons daartegen blijven uitspreken, en de hakken in het zand zetten.
En ik ben dus blij minister, dat u aan hen hebt gezegd wat u van die website vindt. Maar wat zal nu de slotsom zijn? Dat die website gewoon blijft bestaan. Ja, dat is mijn vrees en dat zal denk ik ook bewaarheid worden. En dus winnen zij. Dus winnen zij, en niet wij, en dat is de spijtige conclusie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.