Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over asbestsluikstorten en het asbestattest
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zal het zo kort mogelijk proberen houden, ook omdat ik nu plots zin heb in pannenkoeken, wafels en frisse pintjes.
Het asbestattest is zowel vorige week als woensdag al aan bod geweest. Door het feit dat we sinds 23 november, dus zes dagen geleden, die verplichte aflevering van het attest hebben bij de verkoop van een woning, is deze vraag wel zeer actueel, en nog altijd wel nuttig om te stellen. Want er leven nog altijd heel veel vragen op het terrein.
Het probleem is gekend. Het asbestattest wordt ingevoerd, alleen verloopt het certificeren van erkende deskundigen nogal moeizaam. Volgens de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) zijn er minstens zeshonderd deskundigen nodig om te kunnen werken. Er waren er vorige week een kleine driehonderd. Als ik nu de website van de OVAM bekijk, zitten we daar al net iets over. Alleen krijgen wij ook gesignaleerd dat dat vaak geen voltijdse asbestdeskundigen zijn. Het is dus een illusie om te denken dat die zitten te wachten op werk. Uit de belrondes blijkt dat als er nu gevraagd wordt naar een asbestattest, er daar ergens in het voorjaar werk wordt gemaakt bij heel wat bureaus. Februari en maart worden vaak geciteerd als periode, en we zitten met negentigduizend verkooptransacties in Vlaanderen per jaar. Dus de vraag naar asbestattesten zal bijzonder groot zijn.
Tegelijk horen we signalen over oplopende prijzen voor attesten. Schaarste creëert waarde, dat geldt ook in dit geval. Uw bedoeling was dat het attest rond de 500 euro zou kosten, ondertussen horen we verhalen over attesten die meer dan 1000 euro kosten. Er is een vrije prijszetting in dezen, en misschien zou het nuttig zijn om daar wat meer regel in te brengen.
Tot slot is er de discussie over het voorstel van de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB), en ook van de voorzitter van deze commissie, om met opschortende voorwaarden te werken bij verkooptransacties. Dat zou eigenlijk wat ademruimte kunnen geven aan diegenen die aan de verplichting moeten voldoen. Minister Diependaele heeft vorige week al geantwoord dat daar eigenlijk nu al op een creatieve manier kan worden gewerkt met die periode tussen compromis en het verlijden van de akte, maar daar is allicht het laatste woord nog niet over gezegd.
Vandaar een aantal vragen, minister.
Hebt u zicht op de drukte en de behandeltermijn van de aanvragen tot certificering bij de certificatie-instellingen? Welke is de gemiddelde termijn van behandeling tussen de aanvraag en het verkrijgen ervan? Hoe verloopt dat met die verschillende instellingen die daarvoor moeten instaan? Er is er eentje die het zeer druk heeft, en blijkbaar andere minder.
Hoe kijkt u naar de kostprijs van het attest? Op welke manier wordt het gemonitord, en op welke manier kan men ervoor zorgen dat we bijvoorbeeld een prijsvork kunnen hanteren per vierkante meter, zodat er wat zekerheid komt voor de aanvragers van het attest, en misbruiken voorkomen worden?
Het aantal asbestdeskundigen dat slaagt voor zowel theorie als praktijk is op zich vrij goed. Alleen wordt de stap naar effectief aan de slag gaan met certificatie vrij beperkt gezet. De OVAM is bezig om daarop te werken, maar op welke manier kan dat nog versneld worden? De OVAM zegt zelf dat er zeshonderd deskundigen nodig zijn. We zitten net over de helft, heb ik begrepen. Het is dus tijd om nog een tandje bij te steken bij de OVAM, denken wij dan, ook wat de organisatie van examens betreft. Dus graag ook daar een stand van zaken. Op welke manier kunt u daar het aantal geslaagde asbestdeskundigen omhoog krijgen?
Tot slot over die opschortende voorwaarden: hoe kijkt u daarnaar als oplossing? Is dit volgens u haalbaar? Minister Diependaele gaf een creatievere piste aan in de plenaire vergadering van vorige week. Hoe kijkt u daarnaar, en op welke manier is dat haalbaar en juridisch correct?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat vooral over het asbestsluikstortdossier, waarover het weekblad Knack vorige week berichtte. Het was een beetje cynisch, want net op de dag dat het asbestattest ingevoerd werd, vorige week woensdag, blijkt dat Vlaanderen vergeven is van de asbeststorten. Een beperkt onderzoek van Knack laat zien dat er minstens 216 asbeststorten in Vlaanderen te vinden zijn. Minister, ik heb zelf eens wat rondgebeld naar enkele gemeenten en ze erkennen inderdaad dat ze, vooral dit jaar, toch al een aantal storten hebben opgeruimd. Het onderzoek van Knack beperkt zich tot enkele tientallen gemeenten, maar het zijn er dus veel meer dan hier naar voren geschoven wordt.
Ik wil niet te veel ingaan op anekdotes, maar moet toch wel zeggen dat ik er zelf heel wat gezien heb op wandelingen die ik de voorbije jaren gemaakt heb. Het is dus toch wel een probleem dat we niet mogen onderschatten.
Ik heb daarbij de volgende vragen, minister.
Hebt u zicht op het totaal aantal asbestsluikstorten in Vlaanderen? Zo niet, bent u van plan om dit beter te monitoren? Blijkbaar waren de gemeenten waarnaar ik belde niet verplicht om dat aan iemand door te geven. Het stort werd opgeruimd, of niet, en daarmee was de kous af voor de betreffende gemeenten.
Wat wilt u doen om dit probleem bij de wortel aan te pakken?
Mijn laatste vraag sluit aan bij de vraag van collega Bothuyne. Vorige week woensdag werd het asbestattest officieel ingevoerd in Vlaanderen. Dat is een goede zaak. Hoe voorkomen we dat een strengere aanpak rond asbest aanleiding geeft tot meer illegaal stortgedrag?
Minister Demir heeft het woord.
Voor ik inga op de vragen, wil ik even de actuele cijfers meegeven. Er waren gisteren, op 28 november, in totaal 1148 mensen die de verplichte opleiding gevolgd hebben. Hiervan zijn er 558, ongeveer de helft, geslaagd voor het examen. Van deze mensen zijn er nu al 359 gecertificeerd als deskundige; zij kunnen dus attesten opmaken. Dit aantal groeit elke dag aan.
De OVAM verleende tijdig aan vier verschillende certificatie-instellingen een erkenning. Elke kandidaat-asbestdeskundige die slaagt voor het examen krijgt de informatie over deze vier instellingen en vindt de contactgegevens ook terug op de website van de OVAM. Het was dus ook voor de OVAM een verrassing dat de kandidaat-asbestdeskundigen zich voor hun aansluiting hoofdzakelijk tot een van deze vier bleken te richten, temeer omdat de andere instellingen een even snelle certificatieprocedure en een zelfs concurrentiëler aansluitingstarief aanbieden. De OVAM heeft na deze vaststelling in samenwerking met de examenbeheerder in de communicatie naar de geslaagde kandidaten gewezen op de tijdelijk langere wachttijden bij die ene instelling en de beschikbaarheid bij de andere drie instellingen. De instelling met de langere wachttijd is gestart met het tijdelijk stopzetten van nieuwe aansluitingen wegens de oplopende wachttijd. Deze aanpak wierp de voorbije week al vruchten af, want het aantal nieuwe deskundigen per dag groeit exponentieel aan.
De kostprijs bestaat hoofdzakelijk uit twee onderdelen: het luik expertisekost en het meer variabele luik gelinkt aan de laboanalyses. In een niet-gerenoveerde woning waarin veel asbestverdachte toepassingen aangetroffen worden, kan de kost voor dit tweede luik natuurlijk hoger oplopen. We monitoren de prijzen en we zien dat 90 procent van de eengezinswoningen in de vork tussen 350 en 750 euro, exclusief btw, valt. In de huidige context van een opstartende marktwerking zijn de gehanteerde tarieven voor de opmaak van een asbestattest marktconform. Op basis van de ervaringen met de marktopstart van het energieprestatiecertificaat (EPC) destijds, verwachten we ook voor het asbestattest een daling in de tarieven naarmate de sector zich efficiënter en concurrentiëler heeft georganiseerd. Ook innovaties inzake laboanalyses kunnen tot een daling van de tarieven leiden. De OVAM heeft de opdracht om deze evoluties goed te bekijken. Als er anomalieën zijn, zullen we wel moeten tussenkomen in de marktwerking. Ik denk dat dat wel heel duidelijk is. Ik doe dat natuurlijk het liefst niet, maar als we zien dat er anomalieën zijn of als het echt de pan uit swingt, dan zullen we daar als overheid in moeten tussenkomen.
Dan kom ik aan de vraag over het aantal asbestdeskundigen dat zowel voor theorie als praktijk slaagt. Ik heb daar naar een aantal zaken verwezen, ook naar de laatste recente cijfers. De sectorfederatie Fedasbest was hierin duidelijk. Het is een economische wetmatigheid dat het aanbod de marktvraag volgt. Concreet startte deze marktvraag erg laat, nauwelijks twee, drie weken voor de invoering van de verplichting. In de twee maanden daarvoor was de vraag zo laag dat veel geslaagde asbestdeskundigen de investering in de certificatie, het materieel en het contracteren van medewerkers uitstelden omdat de vraag zo laag bleek te zijn. Het is pas een paar weken geleden dat eenieder wakker geworden is. Via de OVAM hebben we ook een lijst beschikbaar gesteld met meer dan honderd deskundigen die op korte termijn nog ruimte hebben in hun agenda. Zoals ik gezegd heb, komen er elke dag deskundigen bij, soms zelfs tientallen per dag.
De OVAM staat, zoals u terecht zegt, enkel in voor het examen en het toezicht op de door haar erkende certificatie-instellingen. Het zijn de instellingen die verantwoordelijk zijn voor het organiseren en de kwaliteit van de verplichte opleidingen en de kwaliteit van de afgeleverde asbestattesten. Er zijn vier erkende instellingen, wat op dit moment meer dan voldoende is voor het aanbod en de capaciteit. Verwijzend naar mijn eerder antwoord zijn er ook acties genomen door de OVAM om de onverwachte, onvoldoende spreiding aan te pakken. Wij zullen daar zeker ook op toezien, zodat het aantal deskundigen stelselmatig blijft stijgen.
Om een verbintenis onder een opschortende voorwaarde aan te gaan, moet deze afhangen van een toekomstige en een onzekere gebeurtenis. De vergelijking met het blanco bodemattest kan in dezen niet gemaakt worden, aangezien de voorwaarde hier niet afhangt van het behaalde resultaat van het asbestattest. Een blanco asbestattest bestaat niet en de finaliteit van een asbestattest is sterk verschillend van een bodemattest: het is zelf een onderzoeksrapport en geen verwijzing naar onderzoeken in de databank. Een asbestattest kent ook geen concept van asbestvrij als equivalent van ‘geen vervuiling vastgesteld’, enkel het concept asbestveilig of niet.
Het afsluiten van de voorlopige overeenkomst zonder aanwezigheid van het asbestattest is juridisch inderdaad nog altijd mogelijk mits melding ‘nog geen asbestattest beschikbaar of overgemaakt’. Dat gaat dan over het compromis. De consequentie is uiteraard dat de koper dan het recht heeft om in de periode tot de authentieke akte de nietigheid te vorderen als die daar reden toe ziet. Bij het verlijden van de authentieke akte moet natuurlijk het attest beschikbaar zijn en met de nodige referenties opgenomen worden in de akte tezamen met de melding dat de koper verzaakt aan de nietigheidsvordering. Deze werkwijze biedt mogelijkheden tot uitstel in het bekomen van het asbestattest als koper en verkoper zich in deze werkwijze kunnen vinden. Mijns inziens zou ook bij een opschortende voorwaarde de koper zich het recht moeten kunnen voorhouden om af te zien van de aankoop op basis van de inhoud van het attest, dus in de praktijk komen beide zaken op hetzelfde neer.
Het vaststellen en opruimen van sluikstorten is een lokale bevoegdheid. Dat was een vraag van collega Danen. Er bestaat geen centraal register dat alle sluikstorten registreert. Het aantal sluikstorten met asbestafval in, is verwaarloosbaar ten opzichte van het totale aantal sluikstorten, maar elk asbestsluikstort is er natuurlijk één te veel. Ik voorzie daarom via de OVAM kosteloze opleidingen voor lokale toezichthouders over hoe zij met asbestincidenten kunnen omgaan, ook omgaan met asbestsluikstorten. Ze zeggen dat er geen centraal register bestaat voor alle sluikstorten, maar aangezien ze zeggen dat het aantal sluikstorten met asbestafval verwaarloosbaar is, veronderstel ik dat ze daar wel een lijst of een soort register van hebben. Dat moet ik eens navragen bij de OVAM, maar gezond boerenverstand zegt van wel, maar je weet nooit.
De burger kan via het recyclagepark kosteloos van zijn asbestcement af geraken, dus voor mij zijn er geen excuses om dit dan ergens te gaan sluikstorten. Daarnaast heb ik het mogelijk gemaakt dat de burger tegen sterk gesubsidieerd tarief asbestcement aan huis kan laten ophalen. Zo maken we de drempel om van asbestcement af te geraken zo klein mogelijk. Bij dezen heb ik in dat kader ook een primeur voor u: via de OVAM vernam ik dat ook de laatste twee gemeenten een subsidieaanvraag indienden om de inzameling van asbestcement voor hun burgers mogelijk te maken. Zo zitten we nu aan 100 procent van de Vlaamse gemeenten. Dat is heel goed nieuws voor de bewoners die daar gebruik van kunnen maken.
Ik zie het asbestattest als een belangrijke kwalitatieve gids voor de burger, die deskundig informeert over welke materialen in het gebouw asbest bevatten, in welke staat deze verkeren en of er blootstellingsrisico’s aan verbonden zijn. Het asbestattest leidt de burger net toe naar oplossingen: het informeert de burger hoe asbestmaterialen het best verwijderd worden of waar men ermee terecht kan, zoals in het recyclagepark of via de ophaling aan huis. Als men het niet zelf kan of mag verwijderen, biedt het attest ook inzicht over welke asbestprofessional het best wordt ingeschakeld. Het attest neemt dus net heel veel onwetendheid weg en helpt de burger om de correcte aanpak te hanteren voor het verwijderen van eventueel aangetroffen asbest. Als koper wil men weten of er asbest aanwezig is of niet en wat men kan doen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, dank u wel. Uiteraard stelt niemand in vraag dat we keihard moeten werken om asbest zo snel mogelijk uit de wereld te helpen. Het attest moet daar een hulpmiddel bij zijn. Ik ben blij dat het aantal deskundigen stijgt. Er zijn er nu 359 volgens het laatste cijfer. De OVAM geeft zelf aan dat er minstens 600 nodig zijn om een goede markt te hebben. Ik hoop dus dat er de komende dagen en weken tientallen of zelfs honderden bijkomen want anders blijven veel kopers op hun honger zitten en vooral op een wachtlijst staan. Ik denk dat we dit van heel nabij moeten opvolgen, minister. Op welke manier en op welk moment voorziet u een evaluatie en monitoring van de situatie op het terrein, zowel voor wat betreft het aantal deskundigen als het aantal afgeleverde attesten per deskundige?
Zoals ik zei, zijn er logischerwijze deskundigen die dat niet voltijds gaan doen want heel veel deskundigen zijn bijvoorbeeld ook actief rond EPC's, waar ook al heel veel vraag naar is wegens de regelgeving die we vanuit dit parlement hebben gecreëerd. Als we regelgeving creëren, moeten we ervoor zorgen dat die op het terrein kan worden gehaald en gehandhaafd. Dus hebben we genoeg deskundigen nodig. Het is jammer dat de OVAM zo laat is gekomen met haar campagne om opleidingen te voorzien en certificering op te starten. Dat had veel vroeger en veel beter gekund en we hadden deze situatie kunnen vermijden.
Ik ben ook blij met uw toezegging om eventueel tussen te komen als we zien dat er rond de prijszetting een aantal zaken fout gaan. Ik heb gezien dat heel veel deskundigen werken met een vierkantemeterprijs. Ik denk dat dat een heel correcte manier van werken is. Grotere woningen vergen een groter onderzoek en dus meer werk. Ik denk dat een prijsvork in die vierkantemeterprijs een heel nuttige manier zou kunnen zijn om de markt te reguleren. Maar laat ons dat ook een element van de opvolging noemen.
Dus blijft de vraag: wanneer verwacht u een eerste evaluatie van de OVAM zodat we eventueel kunnen bijsturen? Voorziet u nog een overleg met bijvoorbeeld de Confederatie van Immobiliënberoepen en de notarissen om te zien op welke manier dit op het terrein verloopt?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Ik ben blij te horen dat nu alle gemeenten zich hebben aangesloten bij een of andere maatregel om asbest op te ruimen en dat inwoners op een goedkope manier zich van bepaald asbestafval kunnen ontdoen. Op zich is dat heel goed nieuws.
We moeten niet naar het verleden kijken maar naar de toekomst. In het verleden was ik een erg pleitbezorger van zo'n attest. Ik heb ook verschillende keren gevraagd naar de opleidingen, maar zoals zo vaak, is het pas als het water echt aan de lippen staat, dat men inziet dat men misschien wat moet bijsturen op dat vlak. Dat is geen opmerking naar u, minister. Ik hoor dat de asbestdeskundigen de laatste weken gigantisch veel werk hebben en de maanden ervoor heel weinig, maar we weten toch al een jaar of twee dat het asbestattest eraan komt. Soit.
We moeten naar de toekomst kijken. Ik wil daarbij nog opmerken dat er nu een probleem van kwantiteit is rond de attesten. Hoe het met de kwaliteit zit, weten we niet. Het is ook mijn vraag om dat goed te monitoren en misschien een voorbeeld te nemen aan de goede praktijken van de energieprestatiecertificaten want daar was in de beginjaren ook wel wat gedoe rond. Er waren wat cowboys op het veld, en die zullen er vandaag allicht ook zijn bij de asbestattesten. Ik denk dus dat het goed is om de kwaliteitsmonitoring echt wel goed in de gaten te houden en op te zetten. Hoe gaat u dat doen?
Wat betreft de asbeststorten is er natuurlijk geen enkele reden, noch een goede, noch een slechte, om iets te storten, wat dan ook. Zeker asbest mag niet worden gestort, maar geen enkel materiaal zou mogen worden gestort. Ik zie wel een probleem. Als mensen met een gedumpt asbeststort op hun domein te maken krijgen, op een stukje landbouwgrond of een bos, worden zij zelf verantwoordelijk voor de sanering als de dader niet wordt gevonden. Dat geeft soms problemen. Er is een geval in een Limburgse gemeente waar dergelijke asbeststorten jarenlang blijven liggen omdat de eigenaar niet wil saneren en de gemeente het ook niet doet. Vervolgens gebeurt er niets. Wilt u aan dat probleem misschien proberen te verhelpen? Ik weet dat u wellicht met veel grotere problemen wordt geconfronteerd, maar als mensen gaan wandelen of als kinderen spelen in de bossen, is het toch onaanvaardbaar dat er asbeststortplaatsen zijn. Ook al zijn ze niet zo groot in aantal, elk asbeststort is er een te veel.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u, voorzitter. Het is goed dat hier aandacht voor is. We weten dat we hier, in deze commissie en over al de partijen heen, iets willen aan doen en dat asbest moet verdwijnen in het belang van de gezondheid van iedereen. Maar de praktijk is nog wat anders. Ik ben het niet eens met u, minister, als u zegt dat de nulscore van het bodemattest van de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij niet te vergelijken is met het asbestattest. We moeten ervan uitgaan dat de Vlaming vrij creatief is. We merken ook dat bij de verkoopprijs van huizen de vraagprijs ruimschoots overschreden wordt met 10 tot 15 procent, dus dan vallen die kosten van 1000 of 1500 euro goed mee. De vraag is dan hoe die attesten opgemaakt worden. Er is al duidelijk aangegeven dat er te weinig gediplomeerde mensen zijn en die doen dan ook al vaak EPC-attesten. Dus daar zijn de nodige problemen. Ik denk dus dat we moeten opletten dat we in de toekomst geen grote problemen in de immobiliën krijgen en dat we, ondanks de attesten, toch geen woningen met asbest gaan krijgen. Een attest is tien jaar geldig maar de attestverleners geven toch geen garantie dat er geen asbest aanwezig is. Het is allemaal een beetje diffuus en vrij ingewikkeld. Ik ben dus benieuwd hoe het gaat worden afgehandeld. Ik ben niet zeker dat dat allemaal op een correcte manier zal verlopen.
Mevrouw Perdaens heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter, en collega’s voor de vraagstelling. Het voelt een klein beetje aan alsof je voor een school werkt, tegen een deadline aanloopt en dat de spanning stijgt. De afgelopen drie weken hebben we hier het asbestattest al een aantal keren besproken, zowel in de plenaire als in de commissie. En het zat er, zoals collega Danen net aangaf, al een tijdje aan te komen. Collega Bothuyne, u zei dat ze niet op werk zitten te wachten. Maar er is wel een periode geweest dat de controleurs zaten te wachten op werk en dat het gevoel van urgentie er blijkbaar niet was. Het is een spijtige vaststelling, en natuurlijk heel erg menselijk, maar dat maakt de bezorgdheden niet minder terecht. Op dit moment zijn de wachttijden lang. Het is spijtig dat men dat had kunnen voorzien maar het is wat het is. Het is nodig om de situatie in de praktijk op te volgen. De wachtlijsten en de overdreven prijzen voor de diensten kunnen een probleem zijn en er gaat nood zijn aan meer asbestkeurders, aan een performant systeem om ze te contacteren, om binnen afzienbare tijd gekeurd te geraken en aan een snelle en betaalbare levering van de diensten. Maar ik ben ervan overtuigd, minister, dat, zoals u ondertussen al een paar weken aangeeft in de commissie, u en de OVAM dit goed opvolgen. Het sluikstorten van asbest, waar collega Danen het terecht over had, is absoluut problematisch en een zeer kwalijk gegeven. Ik denk dat we het daar allemaal over eens zijn. De aandacht qua asbestattesten gaat, zoals ik twee weken geleden aangaf bij de eerste bespreking in de commissie, hoog moeten blijven voor fraude en misdrijven, als we die opruim vlot willen laten verlopen.
Minister, ik wil zelf mijn opmerking van twee weken geleden herhalen. Ik heb van een aantal nieuwe asbestdeskundigen vernomen dat er een en ander schort. Ten eerste qua inhoud van de opleiding waar de praktijkervaring ontbrak en ook qua procedure. Daar zou vanaf de wens om de opleiding te volgen tot het effectief behalen van het attest veel te veel tijd over gaan. Ik vraag u om dat toch even verder te onderzoeken. Verder blijf ik, zoals ik zei in mijn pleidooi van de vorige plenaire vergadering, voorstander van een, weliswaar tijdelijke, opschortende voorwaarde. Ik geef u uiteraard gelijk als u zegt dat er een aanzienlijk verschil is tussen een blanco bodemattest en een asbestattest, maar dat is, volgens mij, perfect oplosbaar met een opschortende voorwaarde waarin staat dat de nietigheid van het compromis kan wanneer asbest dringend dient te worden verwijderd of wanneer er maatregelen voor asbestverwijdering dienen te worden genomen. Ik verwijs daarmee naar de rode categorieën op het asbestattest. Volgens mij is dat perfect definieerbaar en biedt dat meer zekerheden in het kader van de verkoop, ook voor de verkoper, want nu is het alleen ontbindend vanwege de koper, wat niet eerlijk is.
Dan wil ik het over betaalbaarheid hebben, mijn derde opmerking. Initieel werd er eigenlijk de helft gecommuniceerd. Momenteel is het meer dan het dubbele in de praktijk. Ik vraag om dat goed in de gaten te houden en te evalueren.
Het is belangrijk om met de immobiliënsector en het notariaat verder in overleg te gaan om hier een tijdelijke oplossing te krijgen. Dit zijn mijn bijkomende vragen.
Minister Demir heeft het woord.
De procedure voor de wachttijden waar u naar verwees hebben we de voorbije week maximaal verkort. De certificering van deskundigen loopt ook sneller.
De opschortende voorwaarde hebben we ook bekeken. De federatie van de notarissen is daar tegen. Met CIB blijven we in overleg, we zien ze al morgen.
Wat de kostprijs van het attest betreft, rekent de OVAM inderdaad met 400 euro. Ik zou bij dezen de sector willen oproepen om te sensibiliseren, zo niet moet ik ingrijpen. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Men zegt mij dat het over vraag en aanbod gaat en dat ik nog eventjes moet wachten. Bij de EPC was dat ook zo. We zullen nog even wachten, maar we monitoren het goed en we zullen dat ook evalueren. De prijs moet zich zetten rond die 400 euro.
Ik wil ook meegeven dat de OVAM alles heeft voorbereid zoals dat moest worden voorbereid, collega Bothuyne. De marktvraag is gewoon heel laat gekomen. In juli 2022 waren er bijvoorbeeld al deskundigen, maar die hadden geen werk want de kopers wilden nog geen attest. Het eerste attest is in september 2022 afgeleverd, zegt men. In de eerste week van oktober 2022 waren de agenda’s nog leeg. Ik zou niet zeggen dat de OVAM laat was, dat denk ik niet, maar ik denk dat de marktvraag te laat gekomen is. We zien nu pas de laatste weken dat er een gigantische toevloed is. Zoals uit de cijfers die ik heb meegegeven blijkt, komen er elke dag deskundigen bij. Wat de prijs betreft, houden we dat in het oog. We zullen het evalueren en monitoren en tussenkomen als we zien dat zich dat niet zet. Vandaar ook mijn oproep naar de sector om goed naar die richtprijs van 400 euro te kijken.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u, minister. Het is goed dat u gaat monitoren. Het is goed dat u overlegt met CIB en met de notarissen. Zij zijn diegenen die in de praktijk de eerste gevolgen ondervinden van het al dan niet goed verlopen van de implementatie van de regelgeving rond het asbestattest. Het is belangrijk om na twee of drie maanden een stand van zaken op te maken, minister, en eventueel bij te sturen. Het is belangrijk dat er een duidelijke deadline is.
Als we de sector van de deskundigen vragen om zich te schikken naar wat u zelf aangeeft – die 400 of 500 euro als richtprijs die in de praktijk vaak het dubbele is – en de wachtlijsten die er in de praktijk blijkbaar wel zijn en die hopelijk over twee of drie maanden zijn weggesmolten, dan kunnen we – na een evaluatie – van een geslaagde introductie van een beleidsinstrument spreken. Zo niet moet er snel worden bijgestuurd, in overleg met de sector. Dit wordt vervolgd.
De heer Danen heeft het woord.
Er zijn de laatste jaren al heel veel asbestdossiers op de agenda van deze commissie gekomen. Wat me vaak opvalt is dat mensen en organisaties niet altijd weten waar ze terechtkunnen als er een probleem is. Ik wil nogmaals mijn pleidooi herhalen om ergens een meldpunt of een telefoonnummer of een asbestloket te installeren waar mensen rond asbest hun vraag kunnen stellen. Dat kan heel ruim gaan, maar dat kan bijvoorbeeld ook gaan over de asbestattesten. Ik kan me best voorstellen dat, zoals u daarstraks zei, er ook wel cowboys op de markt zullen komen. Gelukkig zullen de meeste mensen te goeder trouw zijn. Maar als je met een slecht asbestattest geconfronteerd wordt, dat niet oké is in de éne of de andere richting, waar moet je dan terecht? Mensen weten dat niet. Het is belangrijk dat we een meldpunt, een telefoonnummer of een loket in de markt proberen te zetten.
Ten slotte merk ik dat er over het attest een sereen debat wordt gevoerd. Dat is zeer belangrijk. We moeten goed voor ogen houden dat een asbestattest geen pestmaatregel of een pestattest is, maar een maatregel waardoor kopers geen kat in een zak kopen. Zo weten ze wat ze kopen. En verkopers laat het toe om een eerlijke en juiste prijs te bepalen. Dat is het belangrijkste bij die attesten. Het is ook het verhaal dat we moeten blijven vertellen. Maar we moeten natuurlijk wel zorgen dat er voldoende kwantiteit is, maar vooral ook voldoende kwaliteit.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.