Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, onlangs leverde u een proefvergunning voor twee jaar af voor de bestaande verbrandingsoven van de Intercommunale voor Slib- en Vuilverwijdering van Antwerpse Gemeenten (ISVAG) te Wilrijk. Letterlijk luidt uw beslissing als volgt: “De vergunning voor de aanvraag kan worden verleend voor onbepaalde duur voor de aanleg van het warmtenet en voor een beperkte proefduur van 2 jaar voor de ingedeelde inrichting of activiteit. Binnen deze termijn is de schade zeker herstelbaar en kan desgevallend een aangepaste vergunningsaanvraag worden voorbereid met alle nodige studies en gegevens om de nodige garanties te geven naar de toekomstige uitbating van de bestaande installatie.” U beroept zich hiervoor op artikel 69, §1 van het Omgevingsvergunningsdecreet dat stelt “dat de bevoegde overheid voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit, een omgevingsvergunning op proef kan verlenen voor minimaal zes maanden en ten hoogste twee jaar om na te gaan of exploitatie na de proefperiode verder aanvaardbaar is voor de mens en het milieu.”
Minister, de buurtbewoners reageren ontzettend teleurgesteld. In feite hebt u, met die proefvergunning, beslist om niet te beslissen, net zoals het Antwerps stadsbestuur het naliet om een volwaardig advies uit te brengen over de toekomst van de verbrandingsoven. Blijkbaar zijn er nog twee extra jaren nodig om de effecten van de oven op milieu en gezondheid uit te klaren, wat gezien de jarenlange discussie over dit dossier toch wel echt belachelijk genoemd mag worden.
Het Agentschap Natuur en Bos (ANB) leverde nochtans een negatief advies af, onder andere wegens de stikstofimpact op het aanpalend VEN-gebied (Vlaams Ecologisch Netwerk). Het remediëren van de uitstoot kan immers niet, ook niet met de strengste stikstoffilters.
Bovendien levert u wel een vergunning voor onbepaalde duur af voor het warmtenet gekoppeld aan de uitbating van de oven. Daarmee zet u de deur wagenwijd open voor een nieuwe, definitieve en permanente vergunning in de toekomst voor de oven zelf. Maar u durft op dit moment die beslissing zo niet te benoemen.
Met uw beslissing tilt u gewoon het dossier over de verkiezingen, een politieke truc die u als minister onwaardig is. Na het verloop van twee jaar kan de hele carrousel dan opnieuw beginnen te draaien en kan ISVAG opnieuw gaan voor een extra verlenging. ISVAG was immers vragende partij voor een verlenging met twintig jaar om de nodige extra investeringen te kunnen doen. Als ISVAG nu extra investeringen in de oven doet, zal ze dit straks opnieuw inroepen als argument om de oven langer open te houden. En zo blijven we bezig.
De buurtbewoners en ook de milieubeweging hadden gehoopt dat u de politieke moed zou opbrengen om te gaan voor een definitieve oplossing. Dat is met name de keuze voor een nieuwe locatie en wellicht ook een nieuwe techniek voor de afvalverwerking die nu in Wilrijk plaatsvindt, vlak bij woonwijken. Een andere locatie, bij voorkeur in de haven, is te verkiezen als we het voorzorgsprincipe op het vlak van gezondheid maximaal laten spelen en als we extra verkeersstromen op de al overbelaste A12 willen vermijden, maar vooral als we kiezen voor de meest energie-efficiënte oplossing, waarbij in een cascadesysteem hoogcalorische restwarmte geleverd kan worden aan havenbedrijven en in een tweede fase laagcalorische warmte aan particuliere woningen.
Ik heb daarom de volgende vragen, minister.
Waarom hebt u geen beslissing ten gronde genomen en gekozen voor een nieuwe locatie in het havengebied, gezien dat vanuit milieu- en energiestandpunt veel voordelen zou opleveren en gezien u ook wist dat er kandidaten waren om werk te maken van een alternatieve inrichting op basis van de ‘request for information’ georganiseerd door het Antwerps stadsbestuur?
Waarom houdt u met name geen rekening met het argument dat een warmtenet in de haven extra energiewinsten zou opleveren doordat in twee trappen hoogcalorische en nadien laagcalorische warmte benut zou kunnen worden? Krijgt ISVAG eventueel de opdracht om een verhuisplan op te maken? Zo ja, tegen wanneer?
Hoe kunt u de definitieve en permanente vergunning voor de restwarmte rijmen met een zogezegd voorwaardelijke vergunning of proefvergunning voor de verbrandingsinstallatie zelf?
Hoe zult u de komende twee jaar wel een oordeel vellen over de randvoorwaarden milieu en gezondheid? Welke voorwaarden zouden na twee jaar vervuld moeten zijn? Welke onderzoeken acht u nog nodig om wel een beslissing ten gronde te nemen?
Waarom speelt het stikstofargument gehanteerd door het Agentschap Natuur en Bos in uw beslissing blijkbaar geen doorslaggevende rol? Is dat niet in strijd met soortgelijke beslissingen die u nam in verband met de stikstofbelasting door inrichtingen?
Is het verlenen van deze vergunning voor twee jaar, en nadien wellicht voor een langere periode, niet fundamenteel in strijd met de doelstellingen van de Vlaamse Regering om te komen tot een circulaire economie? Worden lokale besturen die onvoldoende inzetten op het reduceren van restafval hierdoor niet impliciet beloond?
Een definitieve beslissing over de verbrandingscapaciteit voor ISVAG dient te kaderen in een globale visie op afvalverwerking en de geleidelijke uitfasering van afvalverbranding. Tegen wanneer komt u met die globale visie, minister?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Schauvliege. U bent uiteraard tegen ISVAG, u bent tegen Indaver. Maar ik vraag me gewoon af: stel dat ik u moet volgen, en ik sluit alles … dan vraag ik me af waar al dat huishoudelijk afval naartoe moet. Dit geheel terzijde, wil ik uiteraard antwoorden op de vele positieve vragen die u altijd stelt in de commissie. Want we kunnen niets goed doen, maar bon.
Misschien kan ik erop wijzen dat u de verschillende dossiers niet door elkaar moet halen. Ik zal het toch even duidelijk stellen. Eén: de vergunning voor een nieuwe afvalverbrandingsoven in de omgeving van de bestaande afvalverbrandingsoven werd vernietigd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen (RvVb). De Raad had geoordeeld dat in het project-MER (milieueffectrapport) de locatiealternatieven onvoldoende waren onderzocht. Vervolgens heb ik de vergunning dan ook definitief geweigerd bij ministerieel besluit van 26 april 2022.
Dan had je nog een tijdelijke vergunning voor de bestaande afvalverbrandingsoven. Die werd eveneens vernietigd door de Raad. Volgens dit arrest was niet iedereen gehoord door de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie. Dit alles werd al omstandig toegelicht voor deze commissie op 3 mei 2022. U kunt de teksten er nog eens bijhalen.
Recent werd bij ministerieel besluit van 4 november 2022 een proefvergunning van twee jaar verleend voor de bestaande afvalverbrandingsinstallatie. In een beslissing over een vergunningsaanvraag kan vanzelfsprekend alleen worden beslist over het voorwerp en de locatie van de aanvraag. Ik kan niet beslissen dat een project dat wordt aangevraagd maar moet worden gebouwd op een locatie een paar kilometer verder. Dat gaat niet. Dus ik weet eigenlijk niet wat u wilt dat ik doe.
Wat nu? De bal ligt nu, denk ik, in het kamp van ISVAG. We zullen zien wat er daar komt. In het vergunningsbesluit is geen bijzondere voorwaarde opgenomen met de opdracht om een verhuisplan op te maken. Zoals gezegd, kan in een vergunning niet worden opgelegd dat de inrichting zou moeten verhuizen naar een locatie op enkele kilometers. Tenzij u daar een andere juridische visie over heeft. Dan moet u mij die maar geven. Maar ik denk dat we in dezen het juiste gedaan hebben.
Voor een stedenbouwkundige handeling kan geen vergunning op proef worden afgeleverd. Dat is een antwoord op uw derde vraag.
Met de huidige vergunning wordt inzake het warmtenet enkel de aansluiting van ISVAG op het warmtenet op het openbaar terrein vergund. De stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van het mini-warmtenet in het industrieterrein Terbekehof werd reeds afgeleverd op 23 augustus 2018. Dit warmtenet maakt deel uit van het grotere, geplande warmtenet Backbone Zuid dat loopt vanaf ISVAG tot de woonwijk Nieuw Zuid te Antwerpen. Dit warmtenet is niet enkel en alleen afhankelijk van de verbrandingsoven van ISVAG. Hiervoor worden een aantal piek- en backup-centrales voorzien, en wordt ook gekeken naar bijkomende oplossingen in de vorm van nieuwe warmteproducenten zoals warmtekrachtkoppeling (WKK) en/of restwarmte bij bedrijven, warmte van waterzuiveringen, combinaties van thermische en elektrische zonnepanelen, warmtepompen in combinatie met energieopslag, enzovoort. Het vergunde warmtenet zal in principe ook kunnen functioneren zonder de verbrandingsoven van ISVAG.
In de proeftermijn van twee jaar kunnen de nodige studies uitgevoerd worden en moet duidelijk worden welk reductietraject voor NOx-emissies gevolgd zal worden, rekening houdende met het energierendement, en welke aanpassingen hiervoor moeten gebeuren aan de installatie. ISVAG dient ook metingen uit te voeren om de eventuele aanwezigheid van poly- en perfluoralkylstoffen (PFAS) in de lucht te bepalen en via impactanalyse aan te tonen dat de eventueel gedetecteerde uitstoot in de atmosfeer van PFAS aanvaardbaar is voor de omgeving.
Uw vijfde vraag: het advies van ANB was gunstig wegens de vermeende impact van de stikstofdeposities op een VEN-gebied. In het advies van ANB wordt gesteld dat langdurige overschrijdingen van de kritische depositiewaarde (KDW) kunnen leiden tot een “achteruitgang van terrestrische korstmossen, schimmels, en stikstofminnende soorten, verhoogde stress voor droogte en/of vorst en ziekten en plagen”.
Deze beoordeling is ruim en algemeen. Volgens de MER-deskundige zijn de aanwezige vegetaties in het VEN-gebied ongevoelig voor de aanwezige stikstofdepositie. Uit de actuele situatie – veldbezoek – zou blijken dat er geen invloeden van verzuring of vermesting merkbaar zijn. De aanvraag doorstaat volgens de vergunning dan ook de VEN-toets.
Een daling van de hoeveelheid restafval is en blijft natuurlijk een prioriteit voor het Vlaamse afvalbeleid. We hebben hiervoor duidelijke doelstellingen. Daarnaast wil Vlaanderen een evenwicht bewaken tussen het beschikbaar aanbod brandbaar afval, geproduceerd in Vlaanderen, en de verwerkingscapaciteit op Vlaams niveau. Deze proefvergunning past dan ook binnen dat evenwicht.
Binnen het vervolgtraject van de bestaande langetermijnvisie voor eindverwerking wordt gewerkt aan een set van criteria om te beoordelen of een installatie al dan niet verder uitgebaat kan worden. Deze set van criteria moet onder meer rekening houden met het behalen van een maximaal energetisch rendement met een minimale milieu-impact, een in functie van klimaatdoelstellingen zo efficiënt en effectief mogelijke energietoepassing en een ruimtelijke optimalisatie van de op lange termijn nodige verbrandingscapaciteit. De set van criteria wordt tegen eind 2023 uitgewerkt door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) in overleg met alle betrokkenen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, wij zijn helemaal niet tegen het verlenen van vergunningen voor afvalverbrandingsovens. Alleen willen wij doordacht beleid. Er wordt al jaren gediscussieerd over de afvalverbrandingsoven van ISVAG en daar komt geen finale beslissing. Wat is het gevolg? U geeft nu opnieuw een proefvergunning voor de komende twee jaar. We zijn dus weer twee jaar verder, twee jaar van discussies en er zal geen oplossing uit de bus komen. Intussen is er inderdaad een warmtenet vergund. Indirect creëert u daarmee een lock-in. Minister, het Vlaams Klimaatbeleidsplan 2021-2030 zegt dat de CO2-uitstoot van afvalverbranding in Vlaanderen zou moeten verlagen van 1,3 miljoen ton in 2016 naar 1 miljoen ton in 2030. Dat betekent dat de hoeveelheid brandbaar afval met 25 procent moet dalen. U hebt in uw regeerakkoord geschreven dat u daarvoor een afvalverbrandingsplan zult voorbereiden met een gefaseerde afbouw. Tot nu toe is dat er nog steeds niet. Intussen moet u vergunningen verlenen en er komen nog een aantal vergunningen op ons af.
U kondigt aan dat er een strategie opgemaakt wordt. Nu, u kondigt dat al een aantal jaren aan. Minister, wanneer wordt er heel concreet iets op tafel gelegd dat we kunnen bediscussiëren? Want het is uitermate belangrijk dat de visie vanuit Vlaanderen er komt, dat al de vergunningen die aangevraagd worden, afgetoetst kunnen worden aan de visie want het is net door het gebrek aan die visie dat we dit soort discussies krijgen en dat u dan niet anders kunt, bij wijze van spreken, dan tijdelijke vergunningen af te leveren. Minister, dus heel concreet: welke stappen zult u ondernemen en wanneer krijgen wij de visie hier voor het eerst te zien?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, ik neem akte van uw vraag, maar ik heb voldoende geantwoord.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik neem akte van uw antwoord. Het is heel duidelijk dat u dit helemaal niet interesseert en dat u dit dossier gewoon op de lange baan schuift, over de verkiezingen heen tilt, om de moeilijke beslissing niet te moeten nemen. U zult waarschijnlijk op korte termijn voor voldongen feiten gezet worden want ik denk niet dat actiegroepen en milieubewegingen het hierbij zullen laten. Dit is echt een voorbeeld van non-beleid.
De vraag om uitleg is afgehandeld.