Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ik heb cijfers uit oktober over het aantal tijdelijk werklozen in België. Dat was toen verviervoudigd, van iets meer dan 10.000 naar 41.226. In Vlaanderen zou het om 28.334 werknemers gaan. De media maakten vorige week gewag van 44.000 werknemers die, wegens de energiecrisis, in tijdelijke werkloosheid geplaatst zijn door 784 bedrijven. Ook dat is bijna een verviervoudiging: een stijging van 200 naar 784.
Dat is een opmerkelijke stijging, zeker in vergelijking met het aandeel op 6 oktober, toen het slechts ging over 1175 werknemers in 44 bedrijven. Ik denk dat ik niets nieuws vertel als ik zeg dat dit vooral te maken heeft met de hoge energieprijzen en het feit dat sinds begin oktober de energiecrisis ook als reden kan worden ingeroepen door werkgevers om werknemers op tijdelijke werkloosheid te zetten. Werkgevers kunnen hun personeel op tijdelijke werkloosheid zetten op voorwaarde dat de energiekosten in 2021 minstens 3 procent van de productiewaarde bedroegen en de energiefactuur minstens verdubbeld is.
Vooral industriële bedrijven uit West-Vlaanderen lijken gebruik te maken van het stelsel van tijdelijke werkloosheid energie. Ondanks het feit dat deze stijging eerder bescheiden is in vergelijking met de stijging die we zagen tijdens de coronacrisis, met toen op de piek 825.000 werknemers in tijdelijke werkloosheid, is deze stijging toch significant. Het aantal tijdelijke werklozen zit opnieuw in stijgende lijn. Dat is belangrijk in het kader van de jobbonus die er aankomt. De communicatiecampagne over de brede jobbonus is stilaan op gang aan het komen. Het is dan ook nog steeds wrang om vast te stellen dat mensen die in de hardst getroffen sectoren werken en gedwongen worden tot tijdelijke werkloosheid, geen of een kleinere jobbonus zullen krijgen.
Het is niet de eerste keer, minister, dat ik dit punt aankaart. Ik snap namelijk gewoon niet goed waarom mensen die wel willen werken en die ook een arbeidscontract hebben maar wegens externe factoren – zoals een tijdje geleden corona en nu de energiecrisis – niet kunnen werken, uitgesloten worden van de jobbonus. Ik wil nogmaals vragen om het recht te verbreden voor mensen die ongewild in tijdelijke werkloosheid terechtkomen en ook hen te laten genieten van de Vlaamse jobbonus.
Ik heb daarover een aantal bijkomende, meer technische vragen, minister.
Hoeveel van de tijdelijk werklozen zijn intensief tijdelijk werkloos op dit moment?
Bent u op de hoogte van welke bedrijven precies te maken hebben met veel intensieve tijdelijk werkloosheid? Over welke activiteiten gaat het dan? Werd er al contact opgenomen door VDAB met deze bedrijven om eventueel een aanbod te kunnen doen inzake vorming en competentieversterking?
Dan volgt de hamvraag. Zullen ook periodes van tijdelijke werkloosheid, minstens deels, gelden als gewerkte periodes voor het toekennen van de jobbonus? Ik hoop het van harte. En als dat niet het geval is, kunt u mij dan eindelijk eens uitleggen waarom u die categorie van werkwillige mensen met een arbeidscontract zou uitsluiten?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Gennez. Er waren slechts – mag wel gesteld worden – 426 tijdelijk werklozen in de maanden juli, augustus en september minstens 10 dagen tijdelijk werkloos en dus intensief tijdelijk werkloos. Deze groep is momenteel dus vrij beperkt. In totaal deden 2701 werkgevers zowel in juli, augustus als september voor minstens 1 werknemer aangifte van tijdelijke werkloosheid.
Bij 309 bedrijven was er mogelijk sprake van intensief tijdelijke werkloosheid omdat er voor minstens 1 werknemer voor 10 dagen aangifte van tijdelijke werkloosheid werd gedaan. De 5 meest voorkomende sectoren bij deze 309 bedrijven zijn de groot- en kleinhandel – 55 bedrijven –, zakelijke dienstverlening – 46 bedrijven – en horeca en toerisme – 44 bedrijven.
De provinciale accountmanagers van VDAB contacteren sinds november 2021 bedrijven met tijdelijke werkloosheid op basis van een lijst met cijfers over tijdelijke werkloosheid op het niveau van de werkgever en de sector. Wat wel belangrijk is om hierbij mee te geven, is dat elke werknemer in tijdelijke werkloosheid door VDAB wordt aangeschreven met het hele aanbod. U vraagt wat de rol van de werkgevers kan zijn in die periode om daarmee aan de slag te gaan. Ik denk dat dat ook een opportuniteit kan zijn in de nieuwe filosofie van VDAB om rechtstreeks met de werkgevers aan de slag te gaan rond vacatures maar ook rond tijdelijke werkloosheid.
De sectoren worden zelf ook opnieuw bevraagd door de sectorale accountmanagers van VDAB om hen te informeren over de communicatie naar tijdelijk werklozen en over acties naar werkgevers en om na te gaan of de sectoren verder nood hebben aan ondersteuning. Dat is duidelijk een sectorbenadering.
Zoals u weet hebben we ook lang aangedrongen bij de federale overheid om gerichte informatie te krijgen over tijdelijk werklozen en om federaal te voorzien in een verplichte inschrijving bij VDAB en om mee te werken aan het traject dat door VDAB wordt aangeboden. In het kader van het asymmetrisch beleid is dat inmiddels bekomen. Op die manier hebben we in Vlaanderen meer hefbomen in handen om langdurig werkzoekenden te ondersteunen in hun loopbaan.
Dan uw belangrijke zorg en opmerking, die niet nieuw zijn. Omdat er in de periode van tijdelijke werkloosheid niet wordt gewerkt heeft de werknemer voor deze periode inderdaad geen recht op een jobbonus. De tijdelijk werklozen kunnen evenwel beslissen om tijdelijk een andere job uit te oefenen waardoor ze ook voor die periode toch recht hebben op een jobbonus. Ik vind het belangrijk om aan te geven dat ik uw opmerking wel begrijp. Twee zaken daarrond. Eén: men heeft zich daar gebaseerd op de federale werkbonus. Het is hetzelfde principe. Ik denk dat u weet dat men daar ook geen recht op heeft wanneer men tijdelijk werkloos is. Anderzijds is het een verhaal van data en datakoppeling.
Maar ik ben wel bereid om de vraag te stellen waarom het niet mogelijk is. Met de artificiële intelligentie van vandaag moet dat misschien toch mogelijk zijn. Ik wil dat wel opnemen, om te kijken welke mogelijkheden daar zijn. Samen met de federale collega’s, want daar is het vandaag ook niet het geval. Ik denk dat u dat weet. Ik vind het belangrijk om nog eens extra te onderstrepen dat ik dat wel wil nagaan, om te kijken hoe die koppeling gemaakt kan worden, en om dat verder mee te nemen.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Dank u voor uw laatste antwoord. Ik ben me inderdaad bewust van het feit dat het federaal ook niet gebeurt, maar ik vind dat daar net zomin logisch, omdat het principe wel is dat mensen die willen werken een extraatje verdienen. Of dat nu federaal via de werkbonus is, of Vlaams via de jobbonus. Ze hebben bovendien een arbeidscontract. Zouden zij door andere inkomsten hun inkomen zien stijgen, dan moet dat gemoduleerd worden. Daar heb ik ook geen enkel probleem mee. Maar de gemakkelijkste manier om toe te kennen, is gewoon naar het inkomen kijken, en op basis daarvan de werkbonus geven en de jobbonus toekennen.
Ik hoop dat het overleg met het federaal niveau effectief tot iets leidt. Die mensen zijn bekend. Het is een stelsel dat federaal gekaderd wordt. Ik denk dat het goed is, in het kader van zowel asymmetrisch beleid maar ook constructief federalisme, om op die nagel te blijven kloppen. Omdat het ook voor onze partij, Vooruit, die de jobbonus ook mee heeft goedgekeurd – met opmerkingen, dat weet u – belangrijk is dat werken loont, en dat werkbereidheid en het hebben van een arbeidscontract de normen moeten zijn om te kunnen genieten van een extraatje. Ik kijk uit naar het vervolg in dezen.
Een tweede punt, rond de intensief tijdelijk werklozen. Dat is inderdaad tot en met september een klein aandeel. Natuurlijk is tijdelijke werkloosheid energie pas vanaf oktober een mogelijkheid. Hebt u enig zicht op de cijfers voor oktober, want daar ziet u natuurlijk dat de tijdelijke werkloosheid evident geëxplodeerd is vanwege de energiecrisis? Het zou hetzelfde geval kunnen zijn met de intensief tijdelijk werklozen, al zal die groep natuurlijk kleiner zijn, omdat het stelsel tijdelijke werkloosheid energie nog maar goed twee maanden bestaat op dit moment. Maar hebt u eventueel inzicht in meer recentere cijfers?
Minister Brouns heeft het woord.
Misschien eerst een algemene opmerking. Ik denk dat u inderdaad terecht naar de energiecontext en de energiecrisis verwijst. Het is ook in die zin – ik denk dat u dat ook weet – dat we de Vlaamse steunmaatregelen voorwaardelijk hebben gemaakt. Wij vinden het inderdaad belangrijk dat we onze Vlaamse economie en bedrijven maximaal ondersteunen om door die energiecrisis te geraken, en daar niet in los te laten, om net te vermijden dat mensen in tijdelijke werkloosheid moeten gaan. Daar is dus ook de voorwaarde van de 35 procent aan gekoppeld, om dat te vermijden. Dat vind ik belangrijk om hier nog eens te onderstrepen.
Wat de cijfers van oktober betreft, zullen we die inderdaad weer moeten vragen aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA). We zijn daarvan afhankelijk. Daar zit enigszins wat vertraging op, maar we volgen dat natuurlijk zeer nauwgezet op wat die evolutie betreft.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Ja, wij ook. Dank u wel voor uw antwoord. (Lacht)
Dat is toch mooi, quasi eensgezind.
De vraag om uitleg is afgehandeld.