Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, zowel Nederland als Vlaanderen kampt met een PFAS-vervuiling (poly- en perfluoralkylstoffen). We hebben daarover al heel wat debatten gehad, ook hier in de commissie in het parlement. We moeten extra alert zijn over hoe we hiermee moeten omgaan. Naar aanleiding hiervan spraken Nederland en Vlaanderen af elkaar beter op de hoogte te stellen. Althans, minister, dat is de communicatie die we van u en in de media verschillende keren hebben gelezen. Het vervuilde water in de Schelde treft namelijk ook Nederland, onder andere via de Westerschelde, die grenst aan de Hedwigepolder.
Enige tijd geleden kwam Nederland meermaals in opstand tegen de aanpak van PFAS in Vlaanderen. Meer bepaald heeft de Nederlandse verwerkingsinspectie een exportverbod ingevoerd voor PFAS-gerelateerd afval naar Indaver omdat zij, zoals de pers stelt, onvoldoende zekerheid hebben dat Indaver het PFAS-afval goed verwerkt en geen extra vervuiling met zich meebrengt.
Daarnaast uit Nederland zijn ongenoegen omdat Vlaanderen zijn Europese verplichting van goed nabuurschap niet naleeft. Indien er een vergunningsaanvraag loopt die mogelijk een impact heeft op naburige landen, dient het buurland om advies te worden gevraagd. Dit blijkt niet te zijn gebeurd. Zowel de provincie Zeeland als Rijkswaterstaat is niet door Vlaanderen om advies gevraagd bij de omgevingsvergunning voor de bouw van een tijdelijke zuiveringsinstallatie en de aanleg van de tunnel, waarbij het water uit de bouwput in de Schelde wordt gepompt.
Verder werd deze week ook het saneringsakkoord aangekondigd waarmee de Oosterweelwerken uit het slop zouden worden getrokken. Dit saneringsakkoord is er gekomen naar aanleiding van het stilleggen van de werken aan Oosterweel, in opvolging van het arrest van de Raad van State. Het doel van het akkoord was tegemoet te komen aan de verzuchtingen van de milieugroepen en zo de Oosterweelwerken recht te trekken.
Minister, hoe komt het dat er voor de genoemde belangrijke vergunningsdossiers geen adviesvraag is geweest aan Nederland, de provincie Zeeland en Rijkswaterstaat? Welke juridische gevolgen zou dit hebben? Op welke wijze denkt u, indien dit juridische gevolgen zou hebben, dit eventueel te herstellen?
Waarom hebt u als minister ten aanzien van Indaver geen extra voorzorgsmaatregelen genomen naar aanleiding van de bezorgde berichtgevingen vanuit Nederland? Wat waren daarvoor de redenen? Worden er Vlaamse PFAS-afvalproducten verwerkt bij Indaver? Op welke wijze heeft de Vlaamse overheid zelf ook voldoende bewijzen dat deze afvalverwerking volgens de regels van de kunst gebeurt, zonder extra verspreidingsrisico’s? Ik ga ervan uit dat dat zo is omdat er door u geen extra maatregelen werden genomen.
Hoewel Lantis zich recent negatief uitliet over het nut van sanering van opgepompt water, zouden zij volgens het saneringsakkoord saneringswerken uitvoeren. Welke saneringen zullen zij precies uitvoeren en volgens welke normen? En onder welke saneringsvoorwaarden zullen zij dit doen?
Welke juridische obstakels zijn er nog om de Oosterweelwerken vlot te laten verlopen?
Is Nederland betrokken bij de opmaak van het saneringsakkoord? Op welke wijze is dit gebeurd?
Minister Demir heeft het woord.
Er zijn volgens de vergunningsaanvraag geen grensoverschrijdende effecten van de bemaling te verwachten. Het bemalingswater wordt immers gezuiverd door een ‘state of the art’-zuiveringsinstallatie vooraleer het wordt geloosd in het oppervlaktewater.
Indien er vragen zijn vanuit Nederland worden deze steeds beantwoord. Op het laatste overleg van 8 november 2022 tussen het kabinet en de verschillende Nederlandse administraties, waaronder Rijkswaterstaat, werden hier ook geen vragen over gesteld.
Noteer wel dat Nederland bijvoorbeeld inzake de laatste omgevingsvergunningsaanvraag van 3M niet heeft geoordeeld, al werd Nederland wel om advies gevraagd door de Vlaamse overheid.
Uw tweede vraag is natuurlijk een suggestieve vraag die de indruk wekt dat wij niets hebben gedaan om de milieusituatie van Indaver te verbeteren. De PVDA heeft dat een paar weken geleden ook gesuggereerd. Ik kan alleen maar meegeven dat dat niet waar is. Uiteraard hebben sinds het voorjaar de verschillende administraties, waaronder de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en de afdeling Handhaving, het nodige gedaan om PFAS-emissies van Indaver verder in kaart te brengen en te reduceren. Indaver werd reeds sinds de herfst van 2021 verplicht een actieplan op te maken om de aanvaarding van afvalstromen die perfluorbutaanzuur (PFBA) in het bedrijfsafvalwater veroorzaken stop te zetten. Sinds april 2022 staan de luchtemissies van Indaver onder verstrengd toezicht van de afdeling Handhaving. Uit monitoring blijkt dat de luchtemissies van PFAS sinds april 2022 naar omlaag gaan. Op 18 juni 2022 heb ik de lozingsvoorwaarden van Indaver drastisch bijgesteld. De lozingsvoorwaarden voor PFAS werden gelijkgesteld met de rapportagegrens, zijnde 0,1 microgram per liter. Dit is de detectielimiet.
Onafhankelijke staalnamen van de afdeling Handhaving bevestigen dat Indaver de verstrengde lozingsnormen sinds augustus 2022 haalt. Al een geluk dat bij de staalnames niemand in elkaar is geslagen. Tijdens sommige bezoeken is dat wel het geval. Dat betreur ik. We zouden dat eens moeten doen op een ander! Het kot zou te klein zijn! We hebben dat allemaal gedaan bij Indaver. Geen probleem! We doen wat we moeten doen.
Indaver verwerkt PFAS-houdend afval op hoge temperaturen in gespecialiseerde draaitrommelovens. Dit is nog steeds de best beschikbare techniek voor de verwerking van PFAS-houdend afval. Indien u een andere techniek hebt, laat maar komen, wij staan daar altijd voor open. Voor sommige afvalstoffen met hoge concentraties PFAS is dit, volgend uit de POP-verordening (persistent organic pollutant), zelfs de enige toegestane verwerkingstechniek die beschikbaar is in Vlaanderen.
PFAS worden veelvuldig teruggevonden in een grote verscheidenheid aan afvalstoffen. Het is dan ook zo dat er eveneens PFAS-houdend afval uit Vlaanderen door Indaver verwerkt wordt.
In 2021 is de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) gestart met een ontwikkeling van een meetmethodiek voor PFAS in rookgassen, waarbij de draaitrommelovens van Indaver de eerste onderzoekscase waren. Uit de eerste meetresultaten blijkt dat de concentraties in omgevingslucht op de hotspots in de nabijheid van Indaver, ver beneden de gezondheidskundige toetsingswaarde voor PFAS liggen. Daarom laat de OVAM nog steeds de verwerking toe van Vlaams en Nederlands PFAS-houdend afval door Indaver maar houdt ze de verdere evolutie van de meetgegevens uiteraard nauwlettend in de gaten. Ik denk dat we alle emissies van andere stoffen misschien ook zo nauwlettend in de gaten moeten houden.
Indaver is met die meetcampagne de best bestudeerde installatie in Europa. De meetmethode voor schouwmetingen wordt nu via een ringtest gestandaardiseerd, zodat binnenkort ook commerciële labo’s dergelijke metingen kunnen uitvoeren. Dan kan er een breder meetprogramma worden uitgerold voor metingen op verschillende verbrandingsinstallaties.
Lantis zal maatregelen nemen om te zorgen dat er synergie is tussen de Oosterweelwerken en de saneringswerken die door 3M moeten worden uitgevoerd. Lantis neemt met andere woorden de saneringsplicht van 3M niet over, maar doet het nodige zodat de werken kunnen worden uitgevoerd.
Door onder andere aangepaste bemalingstechnieken wordt ervoor gezorgd dat bij bemalingen zo weinig mogelijk verontreinigd grondwater wordt aangetrokken. Alle onttrokken grondwater dat met PFAS verontreinigd is, wordt gezuiverd voor het wordt geloosd. Er worden maatregelen genomen om de verwaaiing van PFAS-stof naar de omgeving tot een minimum te beperken. Als we dat voor andere stoffen in Vlaanderen zouden doen, zou dat heel goed zijn, namelijk het vermijden van het opwaaien van stof dat in grachten, rivieren, beekjes en dergelijke terecht zou komen.
Verontreinigde bodem met concentraties boven de 47 microgram per kilogram die uitgegraven wordt tijdens de werken, wordt afgevoerd voor reiniging of storten. Binnen het bodemgebruikstype voor natuur wordt alle bodem met concentraties boven de norm voor vrij gebruik ontgraven.
Voor bodem met concentraties onder de 47 microgram per kilogram droge stof is voorzien om deze conform de regelgeving voor het grondverzet te verwerken in bouwkundige toepassingen zoals bermen en dijken. Hierbij worden extra maatregelen genomen zoals een afdekking om deze bodem af te schermen van de omgeving.
Er wordt een monitoring uitgevoerd om het effect van de grondverzetswerken op de grondwaterkwaliteit op lange termijn op te volgen.
De normen rond het bemalingswater zullen worden vastgelegd in de lopende vergunningsprocedures, rekening houdend met de uitgebrachte adviezen. De beslissingstermijnen van deze dossiers, alsook dossiers met betrekking tot het lozen van bemalingswater in oppervlaktewater lopen nog. Daar kan ik dus nog niet op vooruitlopen.
Als minister bevoegd voor Omgeving zorg ik er uiteraard voor dat er duidelijkheid bestaat over het wettelijke kader waarbinnen grondverzetswerken met PFAS-houdende gronden kunnen plaatsvinden.
De werken kunnen uiteraard enkel worden uitgevoerd indien de nodige vergunningen zijn verkregen. Dat spreekt voor zich. De bepalingen van het grondverzet moeten worden gevolgd via de opmaak en conformverklaring van een technisch verslag en het bekomen van een grondverzetstoelating. Daarbij wordt de grondverzetsprocedure voor Lantis verstrengd, met name zal Lantis in overleg met de erkende bodemsaneringsdeskundige van 3M moeten aantonen dat zijn grondverzetswerken een toekomstige bodemsanering niet in de weg staan.
Met deze regeling wordt tegemoetgekomen aan de bezorgdheden van de Raad van State.
Voor de bemalingen en lozingen moeten eveneens de nodige vergunningen verleend worden.
Wij hebben Nederland in kennis gesteld van het Saneringsverbond, waarop zij geen opmerkingen hebben geleverd.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Voorzitter, minister, dank u voor uw antwoord.
U hebt zelf meermaals verwezen naar het overleg met Nederland. We moeten daar de banden kort houden. Berichtgeving of bezorgdheden vanuit Nederland maken onze mensen opnieuw bezorgd. Daarom vroeg ik u om klaarheid, wat is hier precies aan de hand?
U hebt Indaver onder verscherpt toezicht geplaatst wat betreft de PFAS-emissies of -lozingen. Mag ik er dan van uitgaan dat u het exportverbod dat Nederland heeft opgelegd aan zijn PFAS-gerelateerd afval, niet nodig vindt? Ik ben geen vragende partij om afval uit het buitenland naar Vlaanderen te trekken. Maar als Nederland heel duidelijk een exportverbod oplegt, zorgt dat voor bezorgdheid. Zijn zij dan strenger? Wat is voor hen de reden om daar een negatief oordeel over te vellen, terwijl wij dat niet doen?
Ik ga ervan uit dat u met Nederland gesproken hebt en dat zij u de expliciete reden voor dat exportverbod hebben meegegeven. Hebt u die parameters kunnen nakijken? Stelt u heel uitdrukkelijk dat die in orde zijn? Kan onze inspectie met de hand op het hart zeggen dat dat echt oké is? Mag ik uw antwoord in die zin interpreteren? Kunt u daar nog extra klaarheid over geven? Het lijkt me gewoon belangrijk voor onze burgers dat er geen zweem van twijfel over bestaat. Ik ga ervan uit dat u daar oog voor hebt om voldoende contact met Nederland te houden, om dergelijke zorgwekkende berichtgeving in de toekomst te vermijden.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Ik sluit me graag aan bij deze vraag en bij de bezorgdheid over de samenwerking met Nederland. Vandaag bereikte mij een motie van de gemeente Borsele die is aangenomen. Ze vraagt aan de Zeeuwse overheid om alles in het werk te stellen om te voorkomen dat aanpassingen gebeuren aan de omgevingsvergunning voor het bouwen van de Scheldetunnel door de Vlaamse overheid. Zulke uitspraken en elementen tonen aan dat Nederland zeer bezorgd is over de manier waarop wij met ons PFAS-beleid en onze -normen omgaan.
Minister, het is heel moeilijke materie, dat weten we allemaal. De normering is zeer complex. Nederland gaat er op een andere manier mee om dan wij, houdt er andere normen op na en dat maakt het nog ingewikkelder om een goed beleid op elkaar af te stemmen. Worden er initiatieven genomen om de normen op elkaar af te stemmen? Wordt het omgevingsbeleid rond PFAS tussen Nederland en Vlaanderen op elkaar afgestemd? Op welke manier wordt informatie met elkaar uitgewisseld? Als we er willen voor zorgen dat de Vlaming dezelfde milieubescherming krijgt als de Nederlander dan moeten we met dezelfde maten en gewichten de vervuiling meten.
Minister Demir heeft het woord.
Ik begin met de laatste vraag. Mevrouw Schauvliege, in tegenstelling tot Nederland werken wij aan eenduidige normen. Nederland heeft tot op vandaag nog geen eenduidige normen. Wij betrekken het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) wel actief bij het opstellen van het normenkader. Wij staan daar veel verder in dan Nederland. Uiteraard heb je daar een aantal Vlaamse advocaten die daar toch een zeer bedenkelijke rol in spelen. Ik hou niet van die spelletjes, bovendien zijn die ook zeer gevaarlijk. Ik wil dan ook uitdrukkelijk tegenspreken dat wij achter Nederland lopen. Integendeel, Nederland loopt achter ons aan. Wij staan veel verder. Zoals u weet – gewoon een kleine verwijzing – vraagt een schepen van GroenLinks daar om onze PFAS-aanpak over te nemen. Het is al ver gekomen in Nederland. Maar bon, dat is dan een collega van u.
Collega Rombouts, dat exportverbod is een Nederlandse beslissing waarin wij ons moeilijk kunnen moeien natuurlijk. Het is wel onze taak om ervoor te zorgen dat de verwerking correct gebeurt. Uit de informatie die ik van mijn administraties krijg – zowel afdeling Handhaving die daar echt alles op alles zetten, maar ook de OVAM – denk ik dat die handhaving correct gebeurt. Als er toch bezorgdheden zijn uit Nederland, dan bekijken we die ook onmiddellijk. Zo hebben we ook altijd samengewerkt. Dat zal ook de samenwerking weer op het terrein zijn.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoord. U spreekt op z’n minst de intentie uit om met Nederland transparant samen te werken om de problematiek aan te pakken. Ik hoop dat dat ook effectief hardgemaakt wordt. Ik begrijp dat dat exportverbod een beslissing is vanuit Nederland, maar ik hoop, minister, dat u de basis waarop het gebaseerd is ten gronde bekeken en onderzocht hebt en doorgegeven hebt aan de diensten, zodat daar zeker uitsluitsel over gegeven kan worden en dat we daar achteraf niet hoeven over te zeggen dat we dat toch misschien extra hadden moeten nakijken. Maar ik ga ervan uit dat u dat expliciet gedaan hebt of anders nog doet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.