Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, in 2020 is in België voor meer dan een miljard liter aan biobrandstoffen verbruikt. Meer dan 90 procent van de grondstoffen voor deze biobrandstoffen wordt geïmporteerd, waarvan 58 procent uit landen buiten de EU. De overgrote meerderheid van deze biobrandstoffen is nog de eerste generatie; ze worden geproduceerd uit voedselgewassen. 40 procent van de bio-ethanol aan de Belgische pomp was in 2020 op basis van tarwe, een hoeveelheid die overeenkomt met de tarwe die nodig is om alle Belgen zeven maanden lang van brood te voorzien. 70 procent van de biodiesel was gemaakt uit palm-, koolzaad- en sojaolie.
Het gebruik van voedsel in onze tank zet de voedselprijzen ontzettend onder druk. De oorlog in Oekraïne, die de voedselprijzen doet exploderen – in het bijzonder de prijs van plantaardige oliën –, zet meer en meer landen, zoals Duitsland, Finland, Tsjechië en Zweden, aan om de biobrandstoffen uit voedselgewassen te verminderen of uit te faseren. Biobrandstoffen leiden bovendien over de hele levenscyclus vaak tot een meeruitstoot van CO2 en een meerprijs aan de pomp, en ze zijn een oorzaak van wereldwijde ontbossing, biodiversiteitsverlies en mensenrechtenschendingen.
De Federale Regering komt nu via het voorontwerp ter omzetting van de Renewable Energy Directive (RED) met een antwoord op deze negatieve gevolgen: de bijmengingsplicht voor biobrandstoffen wordt verlaagd en de eerste generatie biobrandstoffen wordt geplafonneerd op maximaal 2,5 procent voor biodiesel en 4,5 procent voor bio-ethanol. Voortaan zal ook hernieuwbare energie, bijvoorbeeld afkomstig van publieke laadpalen, kunnen meetellen om aan de bijmengingsverplichting te voldoen. Daarnaast leidt de versterkte uitrol van offshore windenergie en de nieuwe fiscaliteit voor bedrijfswagens voor een alternatieve bijdrage aan de energie- en klimaatdoelstellingen.
Minister, u hebt zich sterk uitgesproken tegen het gebruik van niet-duurzame biomassa in elektriciteitscentrales. Hoe kijkt u naar dit dossier? Vindt u het positief dat het behalen van de klimaat- en hernieuwbare-energiedoelstellingen voor transport niet langer zal steunen op biobrandstoffen, die over de hele levenscyclus leiden tot meer CO2-emissies?
In Nederland kunnen brandstofleveranciers al sinds 2015 gebruik maken van e-credits afkomstig van laadpalen om aan hun bijmengingsverplichting te voldoen. Het bleek een efficiënte driver voor de uitrol van laadinfrastructuur. In de omzetting van die richtlijn en het voorstel binnen het ‘Fit for 55’-pakket wordt de invoer van dergelijk mechanisme verplicht. Verwelkomt u deze hefboom voor de elektrificatie van onze voertuigvloot?
Wat zult u vanuit uw bevoegdheid ondernemen om deze maatregelen te ondersteunen en de implementatie ervan te versnellen?
Minister Demir heeft het woord.
Ik vind het logisch dat er inderdaad aandacht gaat naar de duurzaamheid van de gebruikte biobrandstoffen. Het is niet te verantwoorden dat de vergroening van onze transportsector zou gebeuren ten koste van bossen elders in de wereld.
Maar het is natuurlijk ook belangrijk dat we onze doelstellingen rond hernieuwbare energie en de reductie van broeikasgassen, zoals afgesproken in het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP), ook effectief halen. Wanneer de nieuwe federale voorstellen leiden tot een daling van de bijmengplicht van biobrandstoffen zal dat natuurlijk ook een belangrijk effect hebben op de realisatie van onze klimaatdoelstellingen.
Een daling van de bijmenging van deze biobrandstoffen compenseren met bijkomend elektrisch vervoer levert geen extra bijdrage voor onze doelstelling rond hernieuwbare energie, omdat de elektriciteit voor dit elektrisch vervoer reeds is meegerekend in de plannen bij groene stroom. We mogen dat dus niet nog eens in rekening brengen, anders krijg je een dubbeltelling. En dan is Europa kwaad, want dat is niet toegestaan door de Europese richtlijn inzake hernieuwbare energie. Maar u weet dat we onze doelstellingen rond hernieuwbare energie ook hebben verhoogd. Wij zullen ook telkens jaar per jaar bekijken wat we allemaal extra doen. Want dat komt nu ook wel in een stroomversnelling.
In het kader van het Nationaal Energie- en Klimaatplan (NEKP) is echter ook afgesproken dat bij een verlaging van de bijmengplicht voor biobrandstoffen, we ook bekijken wat de federale overheid nog als alternatieve maatregelen zal nemen om die emissiereductie en die bijdrage aan de doelstelling hernieuwbare energie te bereiken. Wij zullen dus samen met de federale collega’s bekijken welke bijkomende maatregelen ze zullen nemen om de verlaging van de bijmengplicht te compenseren. Wordt vervolgd.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het klopt inderdaad dat volgens het Vlaams Energie- en Klimaatplan dat percentage geleidelijk zou moeten worden opgetrokken van 8,4 procent naar 14 procent tegen 2030. Dat is een belangrijke voorwaarde om de doelstellingen rond hernieuwbare energie te halen.
U geeft zelf aan dat dat eigenlijk een beetje contradictorisch is met wat de federale overheid heeft voorgesteld, en dat dat dus een impact heeft op die totale doelstelling voor hernieuwbare energie die Vlaanderen ook naar voren schuift. U zegt dat u in onderhandeling bent, maar welke concrete extra maatregelen zult u nemen, en hoe zult u die afstemming daar precies doen, zodat u die doelstelling toch kunt halen?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, u moet dat eens bekijken, want toen we dat nationaal plan hadden opgesteld, was daar ook heel duidelijk overeengekomen dat als de federale collega’s het wijzigen, zij ook met alternatieve voorstellen moeten komen, zodat de deelstaten effectief hun doelstelling kunnen halen. We kijken dus uit naar de voorstellen die het federale niveau zal doen, want dat is effectief zo overeengekomen destijds.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, u kondigt dan wel met veel poeha aan dat u echt iets wilt doen aan de import van biomassa, maar als het er dan op aankomt om daar ook maatregelen tegenover te stellen in uw klimaatplan, dan kijkt u naar de federale overheid, omdat die zelf restricties probeert op te leggen.
Ik denk dat dit een spel van samen-samen moet zijn, en dat u ook inspanningen moet leveren om die doelstelling te halen. Want het is niet meer dan normaal dat we proberen die bijmengingspercentages te verminderen, zodat we geen voedsel opsouperen aan energie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.