Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Bothyune heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Mijn vraag gaat over de recentste update van de studie van EnergyVille. Die werd naar buiten gebracht in opdracht van de Federation of Belgian Industrial Energy Consumers (Febeliec) die een nieuwe scenariostudie en een interactief platform organiseerde rond de vraag hoe België naar een netto-nulbroeikasgasuitstoot kan evolueren in 2050.
De conclusie is helder: met jaarlijkse investeringen tussen de 2 en 4 procent van het bruto binnenlands product (bbp) kan heel België op een kostenefficiënte manier klimaatneutraal worden gemaakt. Veel van de technologische oplossingen zijn bovendien al beschikbaar. We weten dat we massaal moeten inzetten op de elektrificatie van ons transport en de verwarming van onze gebouwen, het isoleren van onze woningen en de uitrol van hernieuwbare energieproductie. Dat zijn allemaal Vlaamse bevoegdheden.
EnergyVille becijfert dat het Belgische elektriciteitsverbruik in alle scenario’s minstens zal verdubbelen. In alle scenario’s is er ook een heel sterke nood aan meer hernieuwbare elektriciteit uit zon en wind. Tegen 2030 is er bijvoorbeeld nood aan een verviervoudiging van de capaciteit aan zonne-energie en aan een verdubbeling van de capaciteit aan windenergie op land.
Heel veel werk op de plank dus, zeker met het oog op de aankomende herziening van het Vlaams Energie- en Klimaatplan (VEKP).
Vandaar een aantal vragen, minister.
Kunt u een globale beoordeling geven bij het rapport? Welke lessen trekt u hieruit voor Vlaanderen?
Bent u of uw kabinet of administratie betrokken geweest bij de opmaak van het rapport?
In welke mate zijn de huidige trends en ambities in Vlaanderen, in het bijzonder wat betreft de uitrol van die hernieuwbare energieproductie, in lijn met de noodzakelijke evoluties beschreven in de studie? Is er volgens u een bijsturing van de huidige plannen en ook de huidige ambities noodzakelijk?
De studie voorziet dat op termijn bijna elk huis zonnepanelen zal hebben. Hoe wilt u dit ondersteunen en faciliteren?
De studie stelt ook dat een renovatieverplichting tot EPC label D, zoals die in Vlaanderen opgelegd zal worden, onvoldoende is. Investeren in een tussenoplossing – label D in plaats van meteen te evolueren naar een label A – zal maatschappelijk meer geld kosten. Voorziet u daarom een bijsturing van die aankomende renovatie-eis?
Volgens de studie wordt in een kostenefficiënt scenario geen enkele nieuwe gasboiler of stookolieketel meer geïnstalleerd. Ziet u een noodzaak om het beleid wat betreft nieuwe fossiele gasketels bij te sturen?
Voor de decarbonisering van de transportsector rekent EnergyVille op een volledige elektrificatie, tenzij voor de scheep- en de luchtvaart. Bent u het hiermee eens, of voorziet u ook nog mogelijkheden voor niet-geëlektrificeerd transport zoals bijvoorbeeld met waterstof?
Zult u contact opnemen met Energyville om de resultaten van de studie in detail door te spreken? Op welke manier gaat u dus om met de resultaten van studie van EnergyVille?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Bothuyne, ook beste collega’s hier aanwezig. Misschien eerst iets over die studie. We zijn daar niet bij betrokken, ik bedoel het kabinet niet maar ook de administratie niet. De studie werd wel medegefinancierd vanuit het federaal Energietransitiefonds en ook de sectorfederatie Febeliec. Misschien moet ik er wel op wijzen dat die studie natuurlijk niet uniek is, in die zin dat er al meerdere soortgelijke studies gedaan zijn met ook een vergelijkbaar onderzoeksdoel, methode en tijdsperspectief, door het Federaal Planbureau, de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) enzovoort.
De studie bevestigt natuurlijk wel het belang van de grote bouwstenen van die energietransitie waar we ook vanuit Vlaanderen op inzetten. Ten eerste door minder energie te verbruiken waarbij we ten volle gaan voor het isoleren van huizen, ook het uitrollen van warmtenetten maar ook het vernieuwen van productieprocessen in de industrie
Ten tweede is ook de elektrificatie belangrijk met een duidelijke prioriteit voor elektrische mobiliteit, ook in de industrie, en voor warmtepompen. De nodige elektriciteit wordt opgewekt met ook veel bijkomende hernieuwbare energie en de verlenging van zoveel mogelijk bestaande kerncentrales en eventueel ook met nieuwe kerncentrales. Ik ben dan ook blij dat EnergyVille technologie-neutraal is en geen enkele technologie uitsluit.
U weet – ik heb dat ook meermaals gezegd –dat we wat klimaatopwarming betreft voor grote uitdagingen staan. Dat betekent dat we die CO2-uitstoot, ook wereldwijd, absoluut moeten doen dalen. Niet alleen in Vlaanderen, niet alleen in België, niet alleen in Europa, maar overal. Je ziet in verschillende Europese rapporten van de afgelopen twee jaar dat de nadruk ook op de kerncentrales ligt. Kernenergie wordt dus niet uitgesloten maar ook gezien als een duurzame energiebron. Ik heb dat ook altijd onderlijnd. Dus ook dat is nodig.
Er zullen ook nog steeds moleculen nodig zijn. Vandaag zijn die moleculen vooral fossiel, maar, zoals u weet, willen we daar vanaf door het toepassen van carbon capture and storage (CCS) en ook het gebruik van waterstof zal de CO2-uitstoot doen dalen. Die bouwstenen vind je ook vandaag al terug in ons beleid, in het beleid van collega Brouns maar ook in dat van collega Lydia Peeters.
Zoals u weet, hebben het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) en het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) deze zomer ook een bestek gepubliceerd voor de Energiestudie 2050, maar dan specifiek voor Vlaanderen, die zal kijken naar de integratie van de energievraag in het energieaanbod bij verschillende scenario’s. Wij verwachten om deze opdracht eind dit jaar te kunnen gunnen, zodat de opdrachtnemer in 2023 van start kan gaan. We kijken hierbij ook specifiek naar de Europese en internationale energiecontext waarin Vlaanderen zich natuurlijk bevindt. We zijn geen eiland op zich. Ik denk dat het logisch is dat we ons positioneren en kijken waar we staan. Het lijkt mij ook een goed vertrekpunt om deze studie te gebruiken om een aantal langetermijntrajecten voor Vlaanderen uit te zetten op het vlak van energie.
Wat de uitrol van de hernieuwbare energieproductie betreft, voorziet de studie een blijvende en ook een belangrijke groei voor fotovoltaïsche panelen (PV) en wind, warmtepompen en warmtenetten. Dat is ook opgenomen in het Vlaams Energie- en Klimaatplan, in het Zonneplan, Windplan en Warmteplan. De op korte termijn effectieve haalbaarheid van de door EnergyVille voorgestelde transitiepaden dient ook verder te worden onderzocht, maar we zien vandaag ook wel dat de groei in de lijn der verwachtingen ligt.
Dat op termijn op bijna elk huis een zonnepaneel zal liggen, lijkt me ook geen sciencefiction als we vandaag zien hoeveel zonnepanelen er geïnstalleerd worden. Ondertussen zitten we al bijna aan 700.000 PV-installaties, waarvan het grootste deel op huizen. Het is gigantisch wat er de afgelopen maanden gebeurd is en de komende jaren zal gebeuren. We zien ook dat leveranciers niet meer kunnen volgen. Uiteraard speelt ook de hoge elektriciteitsprijs hierin een rol, maar we zullen ook acties die in het Zonneplan staan, verder blijven stimuleren zoals via de PV-premie, de call groene stroom, ook de sensibilisering, de energiegemeenschappen, energiedelen ... Dat zijn allemaal initiatieven die dat doen versnellen. Bovendien weet u dat niet enkel eigenaars van woningen maar ook eigenaars van gebouwen met grote daken die veel elektriciteit verbruiken, toch een deel van hun dak zullen moeten gebruiken voor PV. Die evolutie is gestart en ik denk dat ze in een gigantische sneltrein zit, als ik het zo mag stellen.
Wat de renovatieverplichting betreft, hebben we inderdaad gezegd dat we starten met label D. Maar u weet ook dat we heel duidelijk hebben afgesproken en ook aan de toekomst hebben gedacht. We hebben een langetermijnpad opgenomen: label C in 2028, B in 2035 en A in 2040 voor eensgezinswoningen, en EPC-label A in 2045 voor appartementen. We stimuleren dat ook met de renovatiekredieten en de EPC-labelpremies, die ten volle aan het boomen zijn en daar zal ook vooral de bouwsector moeten kunnen volgen. In die zin is het misschien niet slecht dat we daar een tijdspad opgezet hebben en dat we beginnen met label D en stelselmatig opschuiven. Ik denk dat dat wat ruimte geeft aan eigenaars en ook aan de sector. Maar de evolutie en de ambities zijn wel duidelijk.
Volgens de studie worden in een kostenefficiënt scenario geen enkele nieuwe gasboiler en stookolieketel meer geïnstalleerd. Je hebt natuurlijk de ideale wereld en je hebt de werkelijkheid waarin we ons bevinden. U weet ook dat er al stappen zijn gezet om aardgas in de gebouwenbouwsector uit te faseren. Vanaf 2025 kan het niet meer in nieuwbouw. Vanaf 2023 zal nieuwbouw al verplicht voorzien moeten worden van een lagetemperatuurverwarming om in de toekomst ook de overstap naar warmtepompen mogelijk te maken. Er is ook een timing voor de uitfasering van gasketels in bestaande woningen naar de alternatieven, om iedereen zo snel mogelijk mee te krijgen in deze toekomstvisie rond duurzaam verwarmen. We zien ook dat die warmtepompen zeer goed gaan. We hebben daarvoor de nodige financiële ondersteuningen voorzien en ook verhoogd, zoals u weet, tot 900 euro voor de warmtepompboiler, tot 2000 euro voor de hybride warmtepompen en tot 3000 euro voor de lucht- en waterwarmtepompen.
De Vlaamse Waterstofvisie bepaalt dat waterstof kan dienen voor het verduurzamen van zwaar transport, zoals zee- en luchtvaart. We zijn aan het kijken – die vraag moet ook worden gesteld aan Fluvius – of dat dat ook snel kan voor woningen. We zien daarnaast een snelle ontwikkeling in de batterijtechnologie. Het is ongelooflijk hoe snel die gaat. Door die snelle ontwikkeling in de batterijtechnologie is het te verwachten dat het wegtransport nagenoeg volledig zal elektrificeren, waardoor waterstof volledig kan worden ingezet in de moeilijkst te decarboniseren sector, dat is vooral de industrie, en scheep- en luchtvaart.
Wij hebben de studie niet afgewacht. Wij zitten geregeld samen met EnergyVille om de inzichten vanuit het beleid en vanuit het onderzoek te delen en we gaan dat dus ook blijven doen. Ik denk dat het duidelijk is wat daarover in deze specifieke studie staat. Zoals daarnet gezegd, loopt er een bestek voor de Vlaamse Energiestudie 2050. Ik denk dat, in afwachting van de gunning van deze opdracht, het beter is om geen contact te hebben met potentiële kandidaat-aanbieders.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreid antwoord. Die studie omvat inderdaad heel veel ‘eten en drinken’. We kunnen het dus over heel veel zaken hebben. Ik ben wel benieuwd naar de aanbesteding van die studie van het VEKA en VLAIO.
U spreekt over het opzetten van langetermijntrajecten op basis daarvan. Kunt u wat meer uitleg geven bij de trajecten die u dan concreet wilt opzetten? Is het ook de bedoeling dat die studie nog input levert voor de aanpassing van het Vlaams Energie- en Klimaatplan dat volgend voorjaar zou moeten in werking treden? De studie van EnergyVille en ook andere studies, zoals u zelf ook zegt, wijzen duidelijk uit dat de Vlaamse ambities die wij hebben rond hernieuwbare energie, allicht opgetrokken moeten worden, zelfs fors opgetrokken moeten worden. Er is een positieve evolutie als het gaat over zon en wind in Vlaanderen. Maar het kan en moet beter in functie van onze eigen energie-onafhankelijkheid, in functie van de betaalbaarheid van de energie. Dus het optrekken van doelstellingen rond zon en wind bijvoorbeeld zou een conclusie kunnen zijn van de studie die u straks gaat aanbesteden. Ik wil dus graag wat meer uitleg daarover.
Het is ondertussen beslist dat de kerncentrales verlengd moeten worden, en hopelijk gaan de bevoegde ministers dat sneller kunnen realiseren. De studie van EnergyVille wijst uit dat misschien binnen een 25 à 30 jaar op een haalbare manier nieuwe kerncentrales mogelijk worden in dit land. Het is allicht zeer nuttig om daar ook te investeren in onderzoek en ontwikkeling. Maar dat zijn federale hefbomen. Wij moeten ons concentreren op die Vlaamse hefbomen, en die gaan uiteraard al over hernieuwbare energie en energiebesparing. Ik wil graag nog wat uitleg bij die aan te besteden studie.
Tenslotte wil ik nog één element aanstippen. U geeft zelf aan dat er op dit moment heel veel geïnvesteerd wordt in zon op de daken van Vlaamse gezinnen. Heel veel Vlaamse gezinnen wachten ook al vele maanden op hun bestelde zonnepanelen. U weet dat we daar al een tijdje pleiten voor wat meer rechtszekerheid rond de premie voor zonnepanelen. Mensen die in de zomer of voor de zomer nog zonnepanelen besteld hebben, rekenen op de premie tot 1.500 euro, en door de vele vertragingen, zowel in de levering als in de keuring, dreigen zij straks naast de voorziene premie te grijpen. Misschien kunnen we daar naar oplossingen gaan zoals werken met een besteldatum of de datum van het betaalde voorschot, dat in ieder geval een goede referentie kan zijn om rechtszekerheid te geven voor wie investeert in hernieuwbare energie. Ik zou daar dus ook nog graag uw mening over kennen.
De heer Pieters heeft het woord.
Voorzitter, ik wens op twee punten even te reageren. In de vraag wordt label D vermeld, het label dat nu gevraagd wordt. Maar uiteindelijk willen we natuurlijk allemaal dat er naar label A geëvolueerd wordt. In welke mate worden mensen die nu naar D gaan, ook aangespoord en begeleid en weten ze dat de D die ze nu zouden behalen in functie is van het behalen van een A? Dat wil zeggen dat men met verkeerde investeringen, nu D wel zou halen maar dat naderhand A misschien niet meer bereikbaar is.
Een tweede punt gaat over de elektrificatie. U wilt gaan voor een volledige elektrificatie, en de studie geeft ook aan dat een verdubbeling van elektriciteit nodig is om dat te bereiken. Maar we weten nu al dat het stroomnet te zwak is om alles te behappen. In welke mate gaat u er zorg voor dragen dat dat ook zo snel mogelijk gebeurt? We hebben in het nieuws al mogen vernemen van Elia dat ze dringend een versteviging van het net van Luik naar het noorden willen, naar het grondstation Van Eyck. Ik neem aan dat dat ook is om eventueel elektriciteit te exporteren naar Duitsland. Zijn daar al gegevens over beschikbaar of hoe moeten we daarover aan de gegevens zien te geraken?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel. Collega Bothuyne, ik zal anders het bestek van de Vlaamse studie en de inhoud ervan laten mailen naar de commissie, zodat alle collega’s daar inzage in hebben.
Collega Bothuyne, u blijft gaan voor de PV-premies, dus ik verwijs daar ook naar wat we in de plenaire vergadering daarover hebben gezegd. We gaan het pad dat we nu hebben uitgestippeld, verder volgen. Ik lees ook bij de experten dat de premie zelfs wat aan de hoge kant is. We gaan het dus houden zoals het is. We gaan het zeker niet verhogen. We gaan het pad dat we hadden uitgestippeld, wel verder blijven bewandelen.
Collega Pieters, ik denk dat het daarom goed is dat men in de Energiehuizen, en overal in de bouw, weet wat men moet doen. We lezen ook – en dat zijn ook de signalen die wij krijgen – dat woningen die goed geïsoleerd zijn, die een heel lage energiefactuur hebben, vlotjes verkocht worden. Vroeger werd er op de koopmarkt eerder gekeken naar andere elementen, maar nu is het grootste element voor een eventuele koper de maandelijkse energiefactuur. Die komt natuurlijk maandelijks terug. Ik denk dat dat ook de reden is waarom – en het is goed dat we die 1 miljard euro hebben gemobiliseerd – we overal een toestroom zien om inderdaad een beroep te doen op al die financiële ondersteuningen, waarvan ik denk dat ze goed van pas komen.
Label D is nu verplicht, maar men mag natuurlijk meer doen. Als men nu al C of nu al B doet, krijgt men een extra labelpremie, ook vanuit Vlaanderen. Dat kost natuurlijk ook wel geld. We geven de vrijheid aan de mensen om, als ze hun woning volledig in orde willen hebben, te kiezen voor het investeren in het energiedicht maken ervan in plaats van in een chique keuken of een chique badkamer, omdat energie gewoon niet meer te betalen is. Dat zien we meer en meer, omdat dat huis natuurlijk ook wel een meerwaarde gaat hebben. Woningen met een label F of slechter – en dat lezen we toch ook – blijven langer op de markt liggen en over die verkoopprijs wordt ook onderhandeld. Ik denk dat we dat moeten blijven stimuleren. Het is nu label D, maar iedereen weet waar we naartoe gaan.
We zien ook dat sommigen zeggen – maar die vrijheid heeft men – dat ze meteen naar dat label B gaan. Dan krijgt men ook een extra premie, waarvan ik denk dat ze wel wat voorstelt. Ik denk inderdaad dat we, zoals u zegt, ten volle moeten inzetten op het informeren en sensibiliseren over waar we naartoe willen gaan en dat is eigenlijk woningen energiedicht maken. Dat heeft een goede impact op de verkoopprijs, want bij verkoop kijkt men vooral naar de energiecomponent en naar wat het maandelijks kost, en, ten tweede, of het effect heeft op de factuur.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de bijkomende antwoorden. Ik denk dat het heel interessant is dat we dat bestek voor die studie inderdaad eens kunnen inkijken. Ik ben benieuwd naar de beleidsdoeleinden die daar n zijn omschreven, maar dat lezen we dan ongetwijfeld wel.
Ik denk dat we, wat de renovatie van woningen betreft, op het juiste spoor zitten en dat we alleen maar moeten kijken op welke manier we slimmer kunnen versnellen bij de plannen en de intenties die we nu hebben. Ik denk dat we daar met de energie- en klimaatcommissie vanuit dit parlement ook een insteek moeten geven voor het Energie- en Klimaatplan tegen volgend voorjaar en op die manier kunnen we stappen vooruit zetten.
Tot slot, wat de PV-premie betreft, is het uiteraard een te verdedigen keuze dat u het voorziene afbouwpad aanhoudt. De terugverdientermijn voor zonnepanelen is inderdaad snel. Maar ik denk dat het een vorm van willekeur en rechtsonzekerheid Vlaanderen onwaardig is dat we mensen straks niet de premies gaan kunnen geven waar ze op gerekend hadden bij de bestelling door de vertraging bij leveranciers. Daar moeten we toch een oplossing kunnen voor vinden, minister, en ik hoop dat u daar toch nog creatief wilt over nadenken. U kent onze suggesties op dat vlak.
De heer Pieters heeft het woord.
Mag ik u misschien ook vragen, minister, om een antwoord op mijn tweede vraag in verband met de uitbreiding en de verzwaring van het stroomnet?
Minister Demir heeft het woord.
We hebben het ook geregeld gehad over het verzwaren van de netten. Dus ik ga weer hetzelfde antwoord geven, collega Pieters. Fluvius heeft de investeringsplannen bijgestuurd, zoals u weet, en ook ingediend bij de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG). Voor het federaal ontwikkelingsplan van Elia loopt nu een consultatie en we zijn ook het ontwerpplan aan het bekijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.