Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, enkele weken geleden heeft de plenaire vergadering van het Vlaams Parlement de parlementaire onschendbaarheid van mevrouw Sihame El Kaouakibi op verzoek van het Antwerpse parket opgeheven. Dat parket wil haar vervolgen onder meer vanwege subsidiefraude en schriftvervalsing. Opmerkelijk daarbij is wel dat de vordering van het parket betrekking heeft op 269.000 euro aan Antwerpse subsidies voor haar vzw Let’s Go Urban, maar er geen sprake is, in die vordering althans, van de subsidies die mevrouw El Kaouakibi kreeg van andere overheden. Nochtans weten we dat de dame in kwestie vele honderdduizenden euro’s subsidies kreeg van zowel de Vlaamse als de federale overheid voor meerdere van haar vzw’s. Van de Vlaamse overheid – dat is eerder bekendgemaakt – had El Kaouakibi sinds 2012 maar liefst 1.363.622 euro subsidies ontvangen via verschillende dossiers.
Op uw terechte verzoek heeft de Inspectie van Financiën deze subsidiedossiers al een eerste keer onderzocht en de conclusies waren niet mals. De inspectie sprak in haar rapport een jaar geleden onomwonden over subsidiebedrog. De inspectie had het over dossiers waarbij voorschotten zijn betaald, maar achteraf nooit facturen zijn ingediend om die kosten te bewijzen. In een bepaald dossier gaat het zelfs om facturen die ingediend zijn, maar niets te maken bleken te hebben met het project waarvoor de subsidie werd aangevraagd. De inspectie ontdekte ook dat vergoedingen waren toegekend aan familieleden van El Kaouakibi in de vorm van kilometervergoedingen en vrijwilligersvergoedingen. De inspectie sprak dan ook van systematisch en symptomatisch misbruik van subsidiestromen. De inspectie kon volgens u echter niet het volledige bedrag van het subsidiebedrog becijferen, omdat veel documenten eenvoudigweg ontbreken.
Het rapport besteedde ook uitgebreid aandacht aan een subsidie van 400.000 euro die toenmalig Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz, ook van Open Vld, in 2017 toekende aan mevrouw El Kaouakibi. Deze subsidie moest dienen om het Urban Center te renoveren, het nieuwe danscentrum op het Kiel in Antwerpen. Wat opmerkelijk is: zonder één factuur gezien te hebben, gaf toenmalig minister Gatz een voorschot van 80 procent. Ondanks aanmaningen heeft mevrouw El Kaouakibi nooit facturen voorgelegd om die kosten te bewijzen.
In antwoord op een parlementaire vraag hierover zei u op 16 november 2021 dat de Vlaamse overheid altijd uitbetaalde subsidies moet terugvragen wanneer er geen verantwoording is over een correcte, volledige besteding van de gelden en dat de Vlaamse overheid uiteraard zal trachten zo veel mogelijk gelden te recupereren van onterecht uitbetaalde subsidies.
Ondanks die duidelijke woorden, zowel van uzelf als van het rapport van de Inspectie van Financiën, wil het parket nu – en ik zeg dit uiteraard met alle begrip en met alle respect voor de scheiding der machten – bij mevrouw El Kaouakibi dus blijkbaar enkel stedelijke, de Antwerpse, subsidies en geen Vlaamse subsidies terugvorderen. Zonder uiteraard informatie te willen opvragen die behoort tot het geheim van het onderzoek, denk ik dat de mensen, de bevolking, de belastingbetalers, toch recht hebben op een aantal antwoorden, die ik probeer te verkrijgen met de volgende vragen.
Kunt u mij meedelen hoe de Vlaamse Regering de schade die geleden werd door het misbruik van Vlaamse subsidies alsnog zal verhalen op mevrouw El Kaouakibi?
Wat was volgens u nu uiteindelijk het totale subsidiebedrog bij de Vlaamse overheid? Kunt u dit bedrag verder toelichten?
Welk bedrag werd er nu reeds via aanmaningen teruggevorderd in welke subsidiedossiers en welk bedrag daarvan kon al worden gerecupereerd?
Welk bedrag wil de Vlaamse regering alsnog via een gerechtelijke procedure recupereren bij mevrouw El Kaouakibi? Heeft de Vlaamse overheid zich daarvoor burgerlijke partij gesteld? Welke initiatieven heeft de Vlaamse regering genomen om de Vlaamse middelen alsnog via gerechtelijke weg te recupereren?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mijnheer Janssens, voor uw vraag met betrekking tot een bezorgdheid die we uiteraard allemaal delen.
Laat me eerst even duidelijkheid scheppen in de bevoegdheidsverdeling die er is. Wij, vanuit Financiën en Begroting, zorgen voor een helder en transparant inzicht in de subsidies. Dat hebben we gedaan met het subsidieregister, dat natuurlijk nog maar een jong leven heeft en nog maar twee kwartalen kent, als ik me niet vergis. Daarnaast is het de bevoegdheid van de verschillende departementen en bevoegde onderdelen van de overheid om de subsidiestromen zelf op te volgen.
Maar wij houden natuurlijk ook graag een oogje in het zeil. Vandaar dat ik u ook wat meer informatie kan geven met betrekking tot deze concrete subsidies.
Op 15 december 2017 heeft Sven Gatz, de toenmalige Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel een investeringssubsidie toegekend van 400.000 euro aan de vzw Let’s Go Urban voor de renovatie van een bestaand gebouw en de oprichting van een nieuwbouw in Antwerpen. Overeenkomstig artikel 3 van het Ministerieel Besluit werd door het toenmalige Fonds Culturele Infrastructuur 80 procent van de investeringssubsidie – dat is dus 320.000 euro – uitbetaald aan de vzw Let’s Go Urban. De resterende 20 procent van het subsidiebedrag zou worden uitbetaald na goedkeuring van de vorderingsstaten en de bijbehorende facturen ingediend bij het Fonds Culturele Infrastructuur. Ondanks verschillende aanmaningen ontving het Departement Cultuur, Jeugd en Media geen vorderingsstaten noch facturen ter verantwoording van het ontvangen voorschot.
In juli 2021 heeft het Departement Cultuur, Jeugd en Media aangifte van schuldvordering gedaan in het faillissement van de vzw Let ’s go Urban (LGU). Ter informatie, en dit is soms een beetje moeilijk om op te volgen: wij doen aangifte in het faillissement. Dat is dus ten aanzien van de curator. Die schuldvordering was voor een bedrag van 340.483,19 euro. Dat is het reeds uitbetaalde bedrag, vermeerderd met gemeenrechtelijke interesten en met 1 euro ten provisionele titel. Op 19 november 2021 heeft het departement Cultuur, Jeugd en Media zich tevens burgerlijke partij gesteld. Deze klacht werd neergelegd bij wijze van voeging bij het gerechtelijk onderzoek dat reeds naar deze feiten werd gevoerd. Dat is dus een tweede juridische actie: de burgerlijke partijstelling bij het gerechtelijk onderzoek.
In januari 2022 heeft de curator het Departement Cultuur, Jeugd en Media een kopie bezorgd van verantwoordingsstukken die de besteding van het reeds uitbetaalde bedrag moesten verantwoorden. Het departement heeft deze aan een grondige analyse onderworpen. In functie van de controle van de verantwoordingsstukken werd het bedrag van de aangifte van schuldvordering van het departement in het faillissement van de vzw LGU Academy bijgesteld tot 230.195,91 euro. Dat is 320.000 euro minus voormeld bedrag van 103.651,85 euro. Dat is dus 216.348,15 euro, vermeerderd met de gemeenrechtelijke interesten vanaf 17 januari 2018 tot aan de datum van faillissement. Voor dit bedrag wordt de vordering in het faillissement en de klacht met burgerlijke partijstelling uiteraard behouden.
Recent hebben we vernomen via de media dat de Antwerpse raadkamer een vordering zou doen, waarbij de Vlaamse subsidies niet weerhouden worden.
Ik wil benadrukken dat we als Vlaamse overheid het bedrag van 230.000 euro in de vordering in het faillissement én de klacht met burgerlijke partijstelling uiteraard blijven behouden.
Daarenboven heeft het Departement Cultuur, Jeugd en Media op 27 oktober 2022 een verzoekschrift ingediend met het oog op het verrichten van bijkomende onderzoekshandelingen. Dit hebben we als Vlaamse overheid gevraagd om te verzekeren dat de potentiële subsidiefraude en aanwending van de subsidie voldoende onderzocht worden.
Dus, om dat even duidelijk te stellen: er is dus de vordering in het kader van het faillissement. Die behouden wij, daar wordt geen afbreuk aan gedaan. Daarnaast heeft de raadkamer ook een vordering ingesteld. Het onze is daarin niet weerhouden, maar wij kunnen nu wel extra onderzoeksdaden vragen. Het zal er nu van afhangen of zij al dan niet onze vraag om ons bedrag ook verder in het gerechtelijk onderzoek te betrekken, zullen aanvaarden of niet. We kunnen dan ook nog beroep instellen, en dergelijke meer. Ik wil voorzichtig zijn om hier het hele juridische proces te ontleden, want daar ben ik nu niet op voorbereid, maar wij handhaven wel onze eis, zowel in het kader van het faillissement als in het kader van het gerechtelijk onderzoek. Ik denk dat dat het voornaamste antwoord op uw vraag is.
Kort samengevat: Financiën en Begroting brengt met het subsidieregister een stuk broodnodige transparantie in het subsidiegegeven, maar het zijn de vakministers die verantwoordelijk blijven voor de toekenning, opvolging en eventueel terugvordering van subsidies. Wij volgen vanuit Financiën en Begroting dit dossier uiteraard wel heel nauwlettend op, ook los van het gerechtelijke luik. Wij zullen onze mogelijkheden om als Vlaamse overheid terug te vorderen maximaal vrijwaren. Dat is wat we tot nu toe gedaan hebben, en dat is ook onze intentie voor de toekomst.
De heer Janssens heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister.
Er was sprake van 1.363.222 euro Vlaamse subsidies, een bedrag dat u eerder ook al in de media bevestigde. Als ik u goed begrepen heb, blijkt dat er nu nog een vordering van de Vlaamse overheid overblijft die enkel betrekking heeft op de subsidie van toenmalig minister Gatz. Daarvan wordt uiteindelijk nog 230.000 euro teruggevorderd door de Vlaamse overheid.
Hoewel u een jaar geleden sprak van systematisch en symptomatisch misbruik van subsidiestromen, is er met het andere gedeelte van dat bedrag – ongeveer 1 miljoen euro subsidies die ook nog bij mevrouw El Kaouakibi terechtgekomen zijn – dan niets aan de hand? Bevestigt u dat daar correct gebruik van gemaakt is, dat er bij dat bedrag geen sprake is van misbruik?
Meer in het algemeen, als we terugkijken naar wat de Inspectie van Financiën allemaal zei in haar rapport: de inspectie had ook wel wat kritiek over een aantal dossiers die door de administratie onvoldoende kritisch onder de loep genomen zouden zijn. Vooral de werkwijze van de voorschotten, waarbij tot 80 procent als voorschot werd uitgekeerd zonder enige factuur, werd terecht kritisch bekeken. Als hoeder van de belastingen van onze mensen, moeten wij en vooral u zeer voorzichtig omspringen met belastinggeld. Gebeurt dat nog steeds, dergelijke voorschotten uitkeren wanneer er subsidies aangevraagd worden? Mij lijkt dat we dat tot een absoluut minimum moeten beperken.
Wat de kritiek op de administratie betreft: hoe dicht zit u daarop? Wat kunt u daar bijkomend nog over zeggen? En wat die voorschotten betreft: wordt daar nog altijd zo ruim mee omgesprongen? Kunnen we dat niet tot een absoluut minimum beperken, om mogelijk misbruik bij voorbaat te proberen te voorkomen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Janssens, om onze vordering in te stellen, hebben wij ons gebaseerd op de studie van de Inspectie van Financiën. Dat is wat we hier gedaan hebben. Als er verantwoording is voor die subsidies – het gaat over iets minder dan twintig verschillende dossiers en projecten –, als er geen aanwijzing is van misbruik, dan hebben wij geen poot om op te staan. De vraag of we nog extra vorderingen instellen, wordt zo juridisch uitgeklaard. Op dit moment is het zo dat we de bedragen die ik genoemd heb, blijven achtervolgen – als ik het zo mag stellen.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik kan geen bijkomende vragen meer stellen, maar ik kan uit uw antwoord alleen maar concluderen dat u het onderzoek van de Inspectie van Financiën als afgerond beschouwt en dat de Vlaamse overheid geen bijkomende vorderingen gaat instellen dan voor het bedrag dat u intussen genoemd hebt. De Vlaamse overheid probeert in principe dus nog 230.000 euro terug te vorderen, maar van het grootste deel van die 1,3 miljoen euro die al uitgekeerd is aan mevrouw El Kaouakibi zegt de Inspectie van Financiën en dus ook de Vlaamse overheid dat er niets verkeerd mee is gebeurd en dat daar dus niet verder aan getornd wordt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.