Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
In de loop van 2021 werden zowel voor de federale zorgsectoren als de Vlaamse zorg- en welzijnssectoren sociale akkoorden afgesloten, in Vlaanderen het zesde Vlaamse Intersectoraal Akkoord (VIA 6). Het betekende onder meer dat de loonvoorwaarden van zowel de werknemers van de federale zorgsectoren als van de bij de zesde staatshervorming geregionaliseerde sectoren – woonzorgcentra, revalidatiesector, de revalidatieziekenhuizen, psychiatrische verzorgingstehuizen (PVT’s) en initiatieven inzake beschut wonen – werden opgetrokken en gelijk konden blijven door de volledige invoering van de nieuwe functieclassificatie en loonbarema’s.
Deze zomer, in juni, werden er federaal twee cao’s ondertekend voor de werknemers van de ziekenhuizen en de thuisverpleging. Met de resterende middelen van het budget Kwaliteit van het federaal sociaal akkoord wordt het vast bedrag van de eindejaarspremie verhoogd met 400 euro, en dit vanaf eind 2022, en werd het recht ingevoerd op de betaling van de twee eerste dagen verlof om dwingende redenen.
De noden in de Vlaamse sectoren zijn niet minder dan in pakweg de ziekenhuissector. Daar hebben we het in de commissie al vaak over gehad. De kans is ook reëel dat personeel de overstap gaat maken van de Vlaamse sectoren richting de ziekenhuizen.
Als men de federaal ingevoerde maatregelen ook zou voorzien voor de geregionaliseerde sectoren, wordt de kost op zo’n 25 miljoen euro geschat. Minister, wordt er op Vlaams niveau gekeken om deze voorwaarden ook te voorzien voor het Vlaams zorgpersoneel?
Is hier al overleg over geweest met vakbonden en werkgevers en wat is daar het resultaat van? Indien er nog geen overleg is geweest, komt dit er en zo ja, wanneer?
Minister Dalle heeft het woord.
Zoals jullie weten werd er een omvangrijk Vlaams intersectoraal akkoord gesloten, VIA 6. In dit akkoord werd een substantieel budget voorzien voor zowel koopkracht- en kwaliteits- als uitbreidingsmaatregelen. Op vraag van de sociale partners werd er voor de geregionaliseerde sectoren voor gekozen om het beschikbare koopkrachtbudget te investeren in de volledige uitrol van het IFIC-loonmodel (Instituut voor Functieclassificatie). De vraag naar een verhoging van de eindejaarspremie of de betaling van de twee eerste dagen verlof om dwingende redenen is hierbij niet opgenomen.
In VIA 5 hebben de Vlaamse zorg- en welzijnssectoren er expliciet voor gekozen om het beschikbare koopkrachtbudget te investeren in de verhoging van de eindejaarspremie. De geregionaliseerde sectoren, met name ouderenzorg, kozen in de plaats voor de invoering van het IFIC-loonmodel.
Ik stel nu vast dat er opnieuw een vraag wordt gesteld naar aanleiding van het invoeren van een concurrentiële maatregel op federaal niveau, namelijk het verhogen van de eindejaarspremie voor de federale gezondheidssectoren. Mijn kabinet heeft hierover de afgelopen weken en deze ochtend nog contact gehad met zowel de werkgevers- als werknemersvertegenwoordigers. Beide maatregelen zijn maatregelen die steeds onderwerp uitgemaakt hebben van een Vlaams intersectoraal akkoord. Op dit moment zijn er geen onderhandelingen voor een nieuw sociaal akkoord. Het vorige akkoord is nog in volle uitrol. Zoals ik eerder stelde, zijn de contacten met werkgevers en werknemers over deze vraag nog lopende en kan ik hierover dus nog niet verder in detail treden.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord.
Ik denk dat heel wat werknemers in de Vlaamse zorgsectoren ontgoocheld zullen zijn door het antwoord dat u geeft. Op voorbladen van kranten vorige week konden we lezen dat bepaalde woonzorgcentra bij gebrek aan personeel bepaalde afdelingen moeten sluiten. Zo blijkt dat er slechts één verpleegkundige per vijf vacatures is. We weten dat publiek van woonzorgcentra vandaag bestaat uit de meest zorgbehoevende ouderen, 80- en 90-plussers met een grote zorgnood. Bij gebrek aan verpleegkundige kan er ook geen goede zorg verleend worden. Zoals Margot Cloet in datzelfde onderzoek stelt, stevenen we af op een crisis in de Vlaamse zorgsectoren. De extra’s die het federale zorgpersoneel nu krijgt, zijn welverdiend betere loonvoorwaarden en werkomstandigheden, maar aangezien iedereen in dezelfde vijver blijft vissen en die vijver ook bijna leeg is, is het vandaag meer dan nodig dat de loonvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor de volledige sector en dus ook voor de zorg in Vlaanderen gelijk zijn. Zo niet, creëert men een ongelijke strijd en concurrentie.
Minister, ik wil u even een beeldend idee voorstellen. U als Vlaams minister staat te vissen met amper een klein aasje aan uw hengel en een kleine emmer waarin u de visjes die u vangt, nadien laat verder zwemmen. Uw federale collega, die vist met een schepnet en heeft een mooi bassin voor de vissen die hij vangt. Op de korte termijn is het onhoudbaar dat u op deze manier verder blijft vissen.
Ik heb u gezegd dat er hiervoor slechts een beperkt budget nodig is. Kunnen er toch niet ergens restbudgetten gevonden worden, zodat u het Vlaamse zorgpersoneel dezelfde voorwaarden kunt geven als de federale collega’s?
De heer Daniëls heeft het woord.
Er moet mij toch iets van het hart, mevrouw De Martelaer. U zegt eigenlijk dat als men op federaal niveau verhoogt, Vlaanderen maar moet volgen omdat er oneerlijke concurrentie speelt. Maar wie doet hier aan oneerlijke concurrentie? U kunt nu zeggen dat de federale overheid geeft wat hoort en dat Vlaanderen niet volgt, maar dan heb ik één vraag voor u: met welk geld doet het federale niveau dat? Ik heb hier net nog eens gekeken naar de federale begroting. De federale overheid heeft het geld eigenlijk niet. De Vlaamse begroting is op orde. U kunt wel zeggen dat het crisis is en dat we dit ooit wel gaan terugbetalen, maar dat riedeltje hoor ik al jaren op federaal niveau. Het geld is er niet. U maakt die mensen blij met een ongedekte cheque. Dat is wat op federaal niveau gebeurt, en dat moet u erbij zeggen. Ooit zal die cheque gedekt moeten worden, maar waar die middelen vandaan zullen moeten komen, is mij onduidelijk.
Vlaanderen heeft VIA 6 vormgegeven met eigen accenten. Daar zijn veel middelen naartoe gegaan, maar wel middelen die er zijn. Die eerlijkheid moet u ook hebben. Dat moet u die mensen ook zeggen. Dat is één punt.
Twee, als u dan toch zegt dat het vanuit het Vlaamse niveau moet komen, mevrouw De Martelaer, zeg dan waar het vandaan moet komen. Ik hoor het graag. Van Onderwijs, Welzijn, Mobiliteit, fietspaden?
Minister, u weet het misschien?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik wil hierbij nog het volgende aanvullen. Dit is natuurlijk materie die deel uitmaakt van sociaal overleg. In Vlaanderen respecteren wij de sociale partners binnen het sociaal overleg. Dat is de manier waarop wij werken. Het is nu eenmaal zo dat wij heel fors hebben geïnvesteerd in VIA 6, met ongeveer 0,5 miljard euro aan recurrente middelen, een ongeziene tegemoetkoming. De sociale partners hebben de eindejaarspremie in de private sector niet als prioriteit naar voren geschoven. Ik kan als minister wel zeggen dat dat voor mij wel een prioriteit is, zoals men op het federale niveau doet, maar dat is volgens mij niet de manier waarop we moeten werken. Ik denk dat we ook de sociale partners hun taak moeten laten vervullen.
Koopkracht is zeker een belangrijk gegeven als het gaat over de krapte op de arbeidsmarkt en specifiek binnen Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Ik denk dat we moeten vermijden dat we concurrentie aangaan binnen Vlaamse sectoren of met de federale overheid. We moeten zorgen voor goede arbeidsvoorwaarden, maar dat gaat natuurlijk niet alleen over verloning, de dertiende maand of de eindejaarspremie. We moeten daar werk van blijven maken, zoals we al meermaals hebben gezegd in deze commissie. Dat blijft voor ons prioritair.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Het klopt dat er de voorbije jaren sociaal overleg was, waarbij er op federaal niveau en op Vlaams niveau maatregelen zijn genomen. Op het federale niveau had men nog een restbudget, en dat zet men in voor de eindejaarspremie en het betalen van die twee dagen. Het is dus geen ongedekte cheque: er was een restbudget.
Ik kan uw logica volgen, minister, maar u gaat wel een probleem creëren. (Opmerkingen van minister Benjamin Dalle)
Oké, maar op de werkvloer is er op dit moment het probleem – ik zal het zo zeggen – dat het federale niveau deze voordelen geeft en Vlaanderen er niet in meegaat. Dat betekent dat u op termijn nog een groter tekort aan verpleegkundigen zult hebben, want die gaan gewoon, als ze voor bijna hetzelfde werk meer verdienen in ziekenhuizen, naar de ziekenhuizen overstappen. De vraag is dan hoe u ervoor gaat zorgen dat onze kwetsbare ouderen, die zorg nodig hebben, die kwalitatieve zorg ook gaan krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.