Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, wanneer personen met een vermoeden van of een handicap een persoonsvolgend budget (PVB) willen aanvragen, moeten zij een toeleidingsprocedure doorlopen. Deze toeleidingsprocedure bestaat uit verschillende stappen. Eerst moeten zij een ondersteuningsvraag in kaart brengen en moeten zij dus een ondersteuningsplan opmaken. In de volgende stap maakt een multidisciplinair team een multidisciplinair verslag, waarna de aanvraag uiteindelijk wordt beoordeeld door de Vlaamse Toeleidingscommissie.
Als we kijken, minister, naar het Vlaams regeerakkoord 2019-2024, staat daarin een passage opgenomen over deze toeleidingsprocedure. Hierin staat dat deze aanvraag- en toeleidingsprocedure vereenvoudigd wordt en dat de overbodige financieringssystemen en systeemkosten worden geëlimineerd. Die vrijgekomen middelen zouden dan gaan naar extra persoonsvolgende budgetten. Dat kunnen we natuurlijk alleen maar toejuichen. Daarnaast stond er in de beleids- en begrotingstoelichting van 2022 te lezen dat er al in 2021 werk gemaakt zou worden van de nieuwe toeleidingsprocedure. Ze zou dan van start gaan vanaf 2022. Ondertussen zijn we eind 2022 en is er nog altijd geen sprake van die nieuwe toeleidingsprocedure.
Minister, ik heb dus de volgende vragen voor u.
Ik heb hier ook al schriftelijke vragen over gesteld. Ik kon lezen in een antwoord op een vraag van 24 januari 2022 dat de inhoudelijke en procesmatige aanpassingen van de aanvraag- en toeleidingsprocedure in voorbereiding waren. Dat is al bijna een klein jaar geleden. Kunt u ondertussen de stand van zaken geven over die nieuwe toeleidingsprocedure? Wat gaat er veranderen ten opzichte van het huidige systeem?
Mijn tweede vraag is wanneer nu eindelijk de nieuwe toeleidingsprocedure wordt geïmplementeerd.
Ten derde: in het regeerakkoord kunnen we ook lezen dat de diensten ondersteuningsplan (DOP’s) als enige neutrale kernactor gefinancierd worden om de nodige begeleiding te voorzien. Is er ook al reeds zicht op welke manier die diensten ondersteuningsplan dan versterkt zouden worden?
Ten vierde: de vrijgekomen middelen zouden naar extra persoonsvolgende budgetten gaan. Hebt u er al een zicht op over hoeveel middelen dit gaat en naar welke prioriteitengroep die dan mogelijk zouden kunnen gaan?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u, collega van der Vloet, voor de vraag. In ons regeerakkoord wordt — zoals u weet — vooropgesteld om de aanvraagprocedure van het persoonsvolgend budget te vereenvoudigen en daardoor overbodige systeemkosten te elimineren. Er moet ook budgettaire ruimte worden vrijgemaakt om de wachtlijsten binnen de sector van personen met een handicap zo snel mogelijk terug te dringen. In dat verband waren we wel tevreden dat we die voor de mensen in prioriteitengroep 1 nagenoeg volledig konden wegwerken en dat we ook voor prioriteitengroep 2 al de brieven hebben kunnen uitsturen voor die deelbudgetten. Dat zijn wel belangrijke resultaten.
Maar het klopt dat er ook nog rond die toeleidingsprocedure, in navolging van deze doelstellingen door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) in samenwerking met de werkgroep toeleiding voorstellen tot aanpassing van die toeleidingsprocedure uitgewerkt moesten worden. Ook de Deloitte heeft zich daarover gebogen. We onthouden uit die beide sporen twee voorstellen. Het eerste voorstel, waarbij de budgetbepaling wordt uitgesteld tot op het moment van terbeschikkingstelling, heeft als doel een klantvriendelijke en laagdrempelige procedure te realiseren, waarbij overbodige systeemkosten aan een veelheid van tussenliggende actoren inderdaad worden vermeden. Er is ook een tweede voorstel, waarbij een minimale zorgzwaarte en dringendheid als bijkomende voorwaarden worden ingevoerd. Dat heeft als doel om het persoonsvolgend budget voor te behouden voor personen met de grootste en meest dringende ondersteuningsnoden en zo de doelgroep scherper af te lijnen.
Die beide voorstellen hebben voor- en nadelen. Ze vertrekken vanuit een andere invalshoek. Het eerste voorstel focust op klantvriendelijkheid, wat ook expliciet onze doelstelling was, maar impliceert een mogelijk risico op een toestroom aan vragen en vraagmaximalisaties. Het tweede voorstel richt zich op doelgroepafbakening, maar houdt geen vereenvoudiging in van de processtappen, wat natuurlijk wel de bedoeling was. We bekijken nu de verschillende opties en dienen een keuze te maken tussen de beide voorstellen, die eventueel licht bijgestuurd kunnen worden. We zullen dat ook zo snel mogelijk doen. Die keuze is absoluut noodzakelijk, maar er is op dit moment nog geen concrete datum van implementatie bepaald. Voor beide pistes gebeurt momenteel een nauwgezette opvolging, waarbij alle deelaspecten voorbereid worden, voor zover dit al mogelijk is.
Op dit moment is er nog geen zicht op de wijze waarop de diensten ondersteuningsplan zouden kunnen of moeten worden versterkt. Het VAPH heeft wel periodiek overleg met die vijf diensten ondersteuningsplan en houdt zo vinger aan de pols. In een recent overleg werd bijvoorbeeld geëvalueerd wat de impact is van de stopgezette opdracht van Lus vzw op de werking van de DOP’s. Sinds de beëindiging van de opdracht van Lus vzw moeten de DOP's zelf in onderlinge samenwerking vorming en intervisie organiseren. Aangezien dit tijd en personeelscapaciteit vergt van de DOP's, wil het VAPH bewaken dat het geen onnodige druk zet op de cliënttrajecten van de DOP’s en evalueren of er extra ondersteuning geboden moet worden.
Om op uw laatste vraag te antwoorden: de vrijgekomen middelen zijn uiteraard afhankelijk van de keuze tussen de twee voorstellen. Bij het eerste voorstel kan een besparing gerealiseerd worden op de afname van de zorgzwaarte-instrumenten. Op dit moment kan echter moeilijk ingeschat worden hoe groot die besparing zal zijn, aangezien het aantal afnames samenhangt met het aantal effectieve terbeschikkingstellingen.
Bij het tweede voorstel is nog onduidelijk of er middelen zullen vrijkomen. In het voortraject zal er geen besparing zijn, aangezien alle processtappen van de huidige aanvraagprocedure behouden blijven. Wel zullen er door de striktere doelgroepafbakening minder vragen geregistreerd worden op de wachtlijsten. Kortom: er liggen twee voorstellen op tafel. We moeten daar snel vooruitgang in boeken.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, dank u wel voor het antwoord. Er moet me toch iets van het hart als het gaat over mensen met een beperking die al heel lang zitten te wachten op budgetten. Oké, er is nu inderdaad de prioriteitengroep 1 en er is heel flink aan doorgewerkt. Prioriteitengroep 2 is er nu eindelijk, met een maandje vertraging, maar dat lag ook al van juni 2021 op tafel. Dit is ook zoiets dat al heel lang op tafel ligt, waar we geld mee gingen uitsparen. Nu hoor ik dat al zeker in de tweede keuze geen extra middelen zullen vrijkomen. Integendeel, u gaat de groep alleen maar beperken. Ik denk niet dat we dat kunnen toejuichen. U zegt dat er nog geen datum bepaald is wanneer we dat gaan beslissen. Ik hoor van mensen die in die werkgroepen zitten dat dat al van februari stilligt. Al in februari zijn daar de voorstellen gedaan. We zijn nu november. Er is nog steeds niks beslist. U zegt dat we dat nu snel gaan beslissen. Ik vind dat zeer jammer. Het zou geïmplementeerd worden vanaf 2022. We hebben nog anderhalve maand. Jullie gaan dat waarschijnlijk niet kunnen waarmaken. De aanvraagprocedure vraagt heel veel voor mensen met een beperking. Als dat een vereenvoudiging zou kunnen zijn, zou dat echt goed doen voor die mensen. Dat is veel duidelijker, veel vatbaarder. Er zullen nog middelen vrijkomen als we kiezen voor het eerste voorstel dat u zegt. Ik denk dat we toch moeten gaan voor de klantvriendelijkheid.
Minister, het zal weer voor minister Crevits zijn, maar ik hoop dat die beslissing nog zeer snel genomen kan worden. Ik geloof niet dat we de implementatie in 2022 nog kunnen doen. Maar ik hoop dat we dit ook weer niet op de plank laten liggen en dat we deze legislatuur daar toch nog werk van kunnen maken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik beaam de tussenkomst van collega van der Vloet volledig. Het duurt toch wel een tijdje. Dat zijn procedures, maar die zorgen er wel voor dat mensen er echt op zitten te wachten en de steun voor de nodige zorg mislopen. Dat is geen goede zaak. Er mag naar gekeken worden om dat zo snel mogelijk rond te krijgen.
Mijn bijkomende vraag gaat over een lichtelijk ander topic. We hebben het gehad over prioriteitengroep 3 in een van de vorige sessies. Er was ons toen gezegd dat er uit de analyse die door het VAPH gemaakt was in de zomer een aantal conclusies getrokken werden wat betreft prioriteitengroep 3, dat die ons toegestuurd zouden worden of online gezet zouden worden. Misschien heb ik het gemist. Er staat veel online. Het wereldwijde web is groot, maar zou ons dat misschien gewoon gemeld kunnen worden? Ik heb het zelf nog niet gezien en dat interesseert me wel heel fel.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, er zijn heel wat mensen die op dit moment wel al een budget krijgen binnen prioriteitengroep 1 en die wegens ziekte en hun handicap in een situatie komen dat het budget niet meer voldoende is. Op het moment dat zij een herziening van hun budget willen aanvragen, moeten zij ook heel die procedure door via een ondersteuningsaanvraag en een ondersteuningsplan. En eigenlijk staat het al in de sterren geschreven: veel mensen krijgen nu geen budgetverhoging en komen in prioriteitengroep 2. Dat betekent dat zij binnen vijf, zes jaar misschien kunnen hopen op een verhoging van hun budget. Eigenlijk is dat op dit moment heel veel geld en energie steken in iets wat de overheid al weet: die mensen gaan geen budget krijgen. Ik heb de voorbije week het boek gelezen rond de geïntegreerde zorg, geschreven door voormalig minister Vandeurzen, dat onlangs voorgesteld werd. In de geïntegreerde zorg wordt heel sterk gesproken over de concentrische cirkels. Ik vraag me dan af: waarom wordt dat niet ingezet op het moment dat mensen een verhoging van hun budget vragen – de overheid weet toch dat ze dat niet gaat geven – en worden zij vandaag niet direct toegeleid of ondersteund in de concentrische cirkels, om ervoor te zorgen dat – dat budget, die verhoging krijgen ze toch niet – ze op een andere manier geholpen worden? Want de mensen die al jaren met een handicap te maken hebben en in de zorg zitten, hebben geen familie, vrienden en kennissen die klaarstaan om hen elke dag te helpen.
Mijn vraag is concreet: wanneer gaat u iets doen met de geïntegreerde zorg, ook in de sector van personen met een handicap, zoals mooi omschreven staat in het boek dat uw oud-collega Vandeurzen onlangs gepubliceerd heeft?
Minister Dalle heeft het woord.
Dat laatste is een zeer boeiend debat, maar een debat dat verder gaat dan deze discussie. Geïntegreerde zorg is uiteraard ook ten aanzien van personen met een handicap essentieel, absoluut.
Misschien zal ik beginnen met de concrete vraag van collega Vande Reyde. Ik had inderdaad gezegd dat dit online zou komen. We hebben net ook vastgesteld dat dat blijkbaar nog niet het geval is. Men verzekert mij dat dat snel zal gebeuren. Ik heb gevraagd om dat zo snel mogelijk online te zetten. Dat was ook afgesproken, daar hebt u gelijk in.
Wat onze timing betreft, ben ik het ermee eens dat we hier het best niet te lang meer twijfel over laten bestaan. Ter verantwoording van het feit dat er nog geen knopen zijn doorgehakt, kan ik misschien meegeven dat het rapport van Deloitte in het kader van de Vlaamse Brede Heroverweging eind september is opgeleverd aan het VAPH en dat dat nu wordt vrijgegeven door het VAPH. Dat verantwoordt dus ook dat we dat ook geïntegreerd hebben in de analyse.
U zult misschien al gemerkt hebben in de presentatie die ik bracht over de twee voorstellen dat er toch een voorkeur is om verder te gaan op voorstel 1, weliswaar misschien nog met wat bijsturing, in die zin dat het toch zo moet zijn dat wat we doen, leidt tot een vereenvoudiging vanuit het oogpunt van de gebruiker. Dat is voor de persoon met een handicap noodzakelijk om daar vooruitgang in te boeken. Dat is ook vanuit het overheidsperspectief een manier om de efficiëntie te versterken. U zult dus aangevoeld hebben dat, wat ons betreft, voorstel 1 de beste piste is om verder op te werken. Dat zorgt voor duidelijkheid, voor minder administratieve last voor de betrokkene, en ze krijgen ook zicht op het tijdstip waarop ze het persoonsvolgend budget zullen ontvangen. Het zou de bedoeling zijn om één jaar voor de toekenning van hun persoonsvolgend budget de budgetinschaling te doen. Het geeft hun nadien ook de tijd om de nodige voorbereidingen te treffen.
Er is wel een risico. Ik wil niet oneerbiedig zijn, maar je kunt spreken over maximalisatie, of dat men de zorgnood zal maximaliseren. Ik wil daarmee niemand aankijken, maar dit is een risico dat wel gesignaleerd wordt. We moeten er dus voor zorgen dat dat op een efficiënte manier aangepakt wordt. We willen ervoor zorgen dat de vragen van de mensen met een zorgnood eerst duidelijk verhelderd worden en we zoeken gericht naar inclusieve oplossingen. Dat kan enkel als we ook de andere partners uit Welzijn betrekken. Denk onder meer aan de Centra Algemeen Welzijnswerk (CAW’s), de diensten maatschappelijk werk, ook de partners van de eerstelijnszone. Het VAPH bekijkt momenteel ook hoe we die stap mee kunnen integreren. We zullen dus zo snel mogelijk doorgaan, en, zoals ik het nu kan inschatten, in de richting van een bijgestuurde versie van voorstel 1.
Het laatste punt is de vraag van collega De Martelaer. Ik kan melden dat we rond geïntegreerde zorg ook hopen dat we binnen de rechtstreeks toegankelijke hulp projectoproepinitiatieven hebben en hier ook zaken uit kunnen leren. Dat is een breder debat, denk ik, maar daar worden wel stappen gezet.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, met uw laatste antwoord ben ik al iets geruster, dat voorstel 1 toch als het voorstel naar voren gaat komen.
Als de ondersteuningsvraag dichter bij het budget gaat komen, krijgen we sowieso al een duidelijker beeld dan nu het geval is. U spreekt over schrik voor maximalisatie. Ik denk dat dat nu ook al het geval is. Nu gaan mensen alles vragen omdat ze weten dat ze zo lang moeten wachten. Ze vragen dus nu maar alles, zowel dag- als nachtopvang, terwijl dat op dat moment misschien nog niet nodig is. Ik denk dat die schrik onterecht is en dat we een eerlijkere vraag gaan krijgen als we die dichter bij het budget gaan zetten.
Ik kijk er alvast naar uit wanneer de beslissing hierover gaat vallen. Ik hoop dat die dan nog snel kan worden geïmplementeerd. Dank u wel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.