Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de opvolging van de fraude in de coronacontactopsporing
Vraag om uitleg over de contacttracing
Verslag
Het antwoord wordt gegeven door minister Dalle.
De heer Sintobin heeft het woord.
U hebt exact vijf minuten. (Gelach)
Kun je ook zeggen dat de collega’s die na mij komen slechts vier minuten hebben? (Gelach)
Het zal geen vijf minuten duren, het is een korte vraag.
Minister en collega Daniëls, het is trouwens al een paar maanden geleden dat er over de contactopsporing nog een vraag gesteld werd. Er is een periode geweest dat we daarover bijna iedere week vragen hadden. We hebben zelfs nog een tweewekelijkse of maandelijkse vergadering over corona gehad en alles wat daarbij hoorde.
Op 29 september 2022 berichtten de media inderdaad dat speurders een huiszoeking gedaan hadden bij callcenter Mifratel in Gent, een filiaal van het Nederlandse Yource. Het bedrijf wordt ervan verdacht fraude gepleegd te hebben door facturen te sturen voor contacttracers die in feite voor andere klanten belden of aan het netflixen waren of wat was het allemaal. Ongeveer 1 miljoen euro zou hiermee gemoeid zijn. Over die fraude zijn in deze commissie inderdaad al verschillende vragen gesteld door diverse collega’s.
In het verleden werd er reeds een audit uitgevoerd door Deloitte omtrent fraude bij callcenters in het kader van de contactopsporing. Toen was er sprake van 25 miljoen euro aan afwijkende facturen. De audit gaf ook aan dat er nog extra onderzoek nodig zou zijn doordat er een aantal zaken niet mochten of konden worden onderzocht. De minister gaf toen in de commissie aan dat de controle zou worden opgeschroefd en dat de samenwerking met het callcenter werd stopgezet. Het contract met alle callcenters liep in mei 2022 af en werd niet meer verlengd. Experten gaven ook aan dat het systeem van de contactopsporing zelf niet goed werkte, onder meer omdat besmettingen niet aan elkaar gelinkt konden worden in het systeem.
Minister, hoe reageert u op deze huiszoeking bij het callcenter Mifratel?
Kunt u de laatste stand van zaken meegeven omtrent dit callcenter?
Is er ondertussen reeds nagedacht over hoe contactopsporing in de toekomst effectief georganiseerd zou kunnen worden en hoe toekomstige fraude vermeden kan worden?
Hoe staat het momenteel met de corona-opsporing, het contactonderzoek en dergelijke? Ik hoop natuurlijk van niet, maar stel dat we de komende maanden of jaren een nieuwe golf hebben, staat ons contactonderzoek op punt?
Ben ik binnen de vijf minuten? Collega’s zo moet het. (Gelach)
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, eind september verscheen in Het Laatste Nieuws het bericht dat er een huiszoeking had plaatsgevonden bij Yource, het callcenter dat de Vlaamse overheid voor enkele miljoenen euro zou hebben opgelicht bij het uitvoeren van de overheidsopdracht rond de contactopsporing. Yource deed dit door medewerkers te laten inloggen in het IT-systeem via een status die wel toeliet de overheid te factureren aan minstens 50 euro per persoon per uur, maar zonder dat diezelfde callagents daadwerkelijk bereikbaar waren voor opdrachten in het kader van die overheidsopdracht. Zo zou men de Vlaamse overheid voor ettelijke miljoenen euro hebben opgelicht.
Yource zou niet de enige geweest zijn uit het consortium die een hoog aantal uren factureerde zonder duidelijke tegenprestatie: een audit van Deloitte gaf aan dat men voor ongeveer 25 miljoen euro aan facturen onvoldoende bewijsstukken kon vinden. Voor de meeste van deze bedragen werd een verklaring aangeleverd, maar behoudens bijkomend onderzoek – zoals bij Yource nu gebeurd is – zal dat niet voor elk van die andere miljoenen euro uitgeklaard kunnen worden.
Minister, hebben er naar aanleiding van het onderzoek naar deze fraude ook huiszoekingen plaatsgevonden bij de Vlaamse overheid en ook bij andere leden van het consortium dat de opdracht inzake de organisatie van contactopsporing tegen COVID-19 op zich nam?
Heeft de Vlaamse overheid een raming kunnen maken van het aantal werkuren en/of van het bedrag waarmee zij door Yource is opgelicht? Zijn er mogelijkheden om dat bedrag terug te vorderen en/of zijn er nog betalingen die niet uitgevoerd zijn en ingehouden kunnen worden? Zult u deze mogelijkheden benutten?
Zal de Vlaamse overheid ook van andere callcenters die gelijkaardige technieken gebruikt zouden kunnen hebben en bij dewelke Deloitte eveneens stootte op een hoog aantal gefactureerde uren voor de ‘off queue’-status, verder onderzoeken of die facturen terecht zijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke wijze?
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, de laatste keer dat we hier over de contacttracing spraken was op 7 juni. Dat was vrij kort omdat ik de woensdag ervoor – 31 mei – ook een vraag gesteld heb aan de minister over de toekomst van de contacttracing, hoe dat eruit zou zien, welke punten meegenomen zouden worden naar de toekomst en hoe het zat met het terugvorderen van die facturen waarvoor geen sluitend bewijs geleverd kon worden.
Ik breng toch nog graag even in herinnering dat er in de audit voor 25 miljoen euro afwijkende facturen waren, waarvan er voor 15 miljoen euro een uitleg was zonder bewijs en voor 10 miljoen euro een uitleg die gestaafd kan worden. Maar er was dus wel 25 miljoen euro aan afwijkende facturen. Ik breng ook even in herinnering dat de ziekenfondsen toen 430.000 euro teruggestort hebben, maar dat we niet verder konden teruggaan omdat die hun gegevens maar 90 dagen moesten bijhouden – dat is dus weg – en dat op dat moment 500.000 euro door de callcenters werd teruggestort. Dat is het verleden. Dat wil nog altijd zeggen dat die 15 miljoen euro waar er een uitleg zonder bewijs is, nog altijd open staat.
Minister, u gaf toen aan dat het contract zoals het toen bestond, niet meer zou worden verdergezet. Daar waren we vanuit de N-VA-fractie in elk geval blij om, dat dat werd stopgezet. Men zou verder doorgaan op drie pijlers: digitalisering van de contactopsporing, het garanderen van de basiscapaciteit voor de niet-digitale contactopsporing via multifunctionele agenten – minister Crevits vond dat toen ook al een opvallend woord, ik ook – en er zou ook worden gekeken naar een aanpak op lange termijn.
U gaf toen ook aan dat de terugvordering van die 10 miljoen euro niet aan de orde was. De audit had immers aangetoond dat sommige registraties weliswaar afwijken van het gemiddelde, maar dat zou niet betekenen dat die bedragen onterecht gefactureerd werden. Voor een deel van die prestaties hadden de callcentra al een uitleg gegeven. Dat betekent eigenlijk niet dat er zicht was op alle registraties die afwijkend waren. Er werden ook een gerechtelijk onderzoek en een doorlichting van het Rekenhof georganiseerd.
Ondertussen vernemen we dat er opnieuw bijkomende huiszoekingen gebeurd zijn in het licht van de fraude bij contacttracing. Het is voor onze N-VA-fractie dus duidelijk dat er nog zaken aan de oppervlakte komen die voordien nog niet aan de oppervlakte kwamen.
Mijn vraag is dan: zit dat binnen die afwijkende facturen? Kadert dit nog altijd binnen die 25 miljoen euro of zijn dit al nieuwe zaken die naar boven komen, boven op die 25 miljoen euro afwijkende facturen?
Is er ondertussen een reden gegeven voor alle registraties – we spreken van 7 juni en 31 mei, we zijn nu november – waarbij een afwijking werd aangetoond door de audit van Deloitte? Welke gevolgen worden gegeven aan dit onderzoek? Zijn er nog bijkomende spontane terugbetalingen gebeurd?
Welke maatregelen zullen worden genomen om in de toekomst dit soort wanpraktijken niet meer mee te maken? Vandaar mijn eerste vraag of dit iets nieuws is of dat het kadert in het onderzoek naar die 25 miljoen euro die we al kenden.
Hoever staat het gerechtelijk onderzoek en de doorlichting van het Rekenhof met betrekking tot de fraude bij de contacttracing? Wanneer kunnen we hierover een uitspraak verwachten, en graag opgesplitst tussen het gerechtelijk onderzoek en het Rekenhof?
Werd er reeds een manier van aanpak uitgewerkt wanneer we opnieuw gebruik zouden moeten maken van contacttracing? De collega’s hebben het al gezegd, laat ons hopen van niet, maar als het wel zo is, op welke manier zal dat dan werken?
Minister Dalle heeft het woord.
Zoals u weet is er een klacht met burgerlijke partijstelling ingediend. Ik vertrouw er ook op dat de gerechtelijke instanties die zaken tot op het bot zullen uitbenen. Wij zijn daar als Vlaamse overheid natuurlijk de eerste belanghebbende in. We vragen daar ook absolute duidelijkheid. We gaan daar ook onze rechten als Vlaamse overheid zo goed als mogelijk verdedigen.
Dat betekent wel, aangezien er een gerechtelijk onderzoek is, dat we op verschillende van de elementen die het voorwerp zijn van zo’n onderzoek, niet kunnen ingaan. Dat maakt immers ook deel uit van het geheim van het onderzoek. We willen daar het gerecht natuurlijk alle kansen geven om dit op een serene manier te onderzoeken, uiteraard met onze volle medewerking.
In het lopende gerechtelijk onderzoek hebben wij op zich geen inzage. Ik kan u dus daarover ook geen gedetailleerde info geven. Ik vertrouw erop dat de gerechtelijke instanties hun werk doen.
Wat ik wel kan bevestigen – niet onbelangrijk – is dat er geen huiszoekingen hebben plaatsgevonden bij de Vlaamse overheid. Dat was uw vraag, collega Van den Bossche.
Het is zo dat niet alleen dat gerechtelijk onderzoek nog loopt maar ook het onderzoek van het Rekenhof. In die zin kan ik daar ook geen stand van zaken geven en kunnen we daar ook geen informatie over geven tot ook dat onderzoek is afgerond.
Wat de raming betreft – de vraag van collega Van den Bossche – van de uren en de mogelijkheden om terug te vorderen: in dat verband zou ik willen verwijzen naar de vraag van 3 juni 2022 waar we antwoord hebben gegeven. Dat is vraag 637. Het is zo dat, nadat werd beslist om een klacht in te dienen bij de gerechtelijke instanties tegen het bedrijf Mifratel/Yource, door het agentschap geen andere controles werden uitgevoerd, precies om niet te interfereren met het gerechtelijk onderzoek. Op het ogenblik dat de samenwerking met Mifratel is stopgezet, heeft Zorg en Gezondheid beslist om achterstallige betalingen niet meer uit te voeren. Concreet betekent dit dat de overheid de facturen van september, oktober en november 2021 niet heeft betaald.
Het is zo – en dan refereer ik naar vragen van collega Van den Bossche en collega Daniëls – dat de audit geen uitsluitsel heeft gegeven over fraude. De technieken die door Mifratel gebruikt zouden zijn, kunnen eigenlijk enkel via een gerechtelijk onderzoek terdege worden onderzocht. Het auditrapport is aan de gerechtelijke autoriteiten bezorgd. De fouten die door het diepgaand onderzoek van de audit werden bevestigd, waren al deels rechtgezet of zijn daarna rechtgezet via creditnota’s. Naar aanleiding van wat we nu weten, hebben we ook afspraken gemaakt met het consortium, om die fouten in de toekomst niet meer te hebben.
Ik kom dan bij de laatste reeks vragen die te maken hebben met de ‘lessons learned’ en hoe we daar vandaag en in de eventuele toekomst mee omgaan. Ook daar is er een antwoord op een vraag om uitleg: vraag om uitleg 2939 van collega Van den Bossche. Zorg en Gezondheid heeft niet gewacht op de resultaten van de audit om in overleg met het consortium verbetervoorstellen uit te werken. Die werden via bijakte 5 toegevoegd aan de overeenkomst. Het betreft afspraken over facturatie, controle en rapportering.
In de huidige samenwerking met meerdere partners vormen deze afspraken ook de basis voor de financiële controle. De moedwillige fraude zoals door Mifratel gepleegd zou zijn – want dat moet natuurlijk aangetoond worden door de rechtbank – is volgens de forensische audit hoe dan ook moeilijk uit te sluiten. Als er echt sprake is van kwade trouw, van misdrijven, dan is dat iets wat je zo goed mogelijk kunt indijken, maar wat moeilijk volledig uit te sluiten is.
Het is ook zo dat er daarnaast een ‘crisis preparedness cell’ is opgericht binnen Zorg en Gezondheid. Die cel maakt een analyse en verzamelt lessen om te kijken hoe in de toekomst een gezondheidscrisis van dergelijke omvang het best aangepakt kan worden, inclusief organisatie en kwaliteit van de contactopsporing.
Het is zo dat we vandaag geen contactopsporing doen. Collega Sintobin, u peilde naar hoe ik dat zie voor de komende periode. Wij zijn altijd klaar wanneer de epidemie het zou vereisen om dat opnieuw op te starten, maar ik hoop en ga ervan uit dat dat niet meer nodig gaat zijn. We volgen natuurlijk de stand van de epidemie dag tot dag op. Het is dus delicaat om daar uitspraken over te doen. Vandaag is dat niet aan de orde, maar we zijn natuurlijk ‘prepared’, we zijn natuurlijk klaar om, wanneer het nodig is, het eventueel opnieuw te starten en we hebben dan ook de lessen geleerd om dat op een goede manier te doen. Maar we hopen wel en we gaan er ook van uit dat het niet noodzakelijk zal zijn.
De heer Sintobin heeft het woord.
Bedankt, minister, voor het antwoord.
Ik wil ook nog eens benadrukken, zoals collega Daniëls, dat het inderdaad gaat om 25 miljoen euro. Dat zijn geen peanuts. Alle partijen hebben destijds gesteld dat het schandalig is dat dergelijke callcenters op de kap van de volksgezondheid fraude plegen. Dat wil ik toch wel eens gezegd hebben.
Lessons learned, lessen trekken uit het verleden, het zou er nog aan mankeren, minister. En u zegt dat men bij het agentschap bezig is om een en ander voor te bereiden, dat bepaalde initiatieven genomen worden, maar dan zegt u direct erna: ‘We zijn er klaar voor, mocht het ooit weer gebeuren.’ Ofwel is men nog bezig met plannen maken, ofwel is men er klaar voor. Het is het een of het ander. En ik hoop inderdaad met u – ik heb dat trouwens ook in mijn vraag gezegd – dat we geen golf meer krijgen, of geen dergelijke crisis meer krijgen. Maar ik wil u toch maar melden dat ik gisteren nog op het nieuws hoorde dat bijvoorbeeld in China het aantal coronagevallen alsmaar aan het stijgen is. En we weten allemaal vanwaar het gekomen is destijds. Ik hoop echt van niet, ik zou het zelfs niet overleven, denk ik, mentaal dan. Ik wil van u weten: is men klaar of is men bezig met plannen te maken, of initiatieven te nemen?
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik heb geen verdere vragen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik wil toch even ingaan op die 15 miljoen euro van afwijkende facturen waar geen verder bewijs van is en dat we wel al een terugbetaling gekregen hebben van die 500.000 euro van de callcenters en 430.000 euro van de mutualiteiten. U sprak er daarnet over dat er nog bijkomende creditnota’s opgemaakt zijn. Over welke bedragen gaat dat dan? Gaat dat over die 15 miljoen euro van een uitleg zonder bewijs? Of gaat dat over die 10 miljoen euro en uitleg waar iets van staving van is, maar waar we niet zeker zijn? Dat is het tweede deel van die 25 miljoen euro. Of gaat dat over nog nieuwe situaties? Die creditnota’s waar u over sprak, zijn dat er andere dan die 500.000 euro, die 430.000 euro? Zijn dat nieuwe? Zo ja, voor welke bedragen? Is dat spontaan gebeurd of hebben wij dat opgelegd?
U spreekt inderdaad van het vermoeden van fraude, die dan intentioneel gepleegd zou zijn – ik spreek ook met twee woorden – en dat er een zekere systematiek achter zou zitten van één callagent die blijkbaar in staat is om meerdere dingen tegelijk te doen. Want daar komt het dan op neer, factureren aan de overheid en ondertussen iets anders aan het doen zijn. Dat is het systeem dat onderzocht wordt. Hoe wordt dat dan tegengegaan in het nieuwe contract? Zijn die procedures sluitend?
Bij de mutualiteiten – dat bleek ook uit de audit – kon maar negentig dagen teruggegaan worden omdat zij die prestaties maar negentig dagen moesten bewaren. Wat is dan nu in het nieuwe contract de tijd dat men de prestaties moet bewaren? Want forensisch onderzoek doen op iets wat er niet meer is, leidde de facto tot de conclusie toen. Voor toch een gerenommeerd bedrijf vind ik dit nog altijd een heel straffe zin: ‘Op basis van onze resultaten kan niet besloten worden dat er geen fraude gepleegd werd door de callcenters, maar we kunnen evenmin stellen dat er wel fraude gepleegd is.’ Het is niet ja, het is niet nee, integendeel. We hebben die zin ooit ook in een satirisch programma gehoord. Ik ben benieuwd of we daar nog extra bedragen hebben kunnen terugvorderen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
De audit van Deloitte concludeerde dat ze niet noodzakelijk die fraude kon uitsluiten. Maar we hadden toen ook aan het Rekenhof gevraagd om een onderzoek te doen. We hoopten dat daarmee toch enige duidelijkheid geschept kon worden. Ik hoop dat daar ook snel duidelijkheid in komt. Maar een zeer belangrijke vraag is hoe het inderdaad zit met onze visie voor de toekomst over de contactopsporing. Want we hebben nu de corona-epidemie. Corona is natuurlijk nog niet weg. We weten niet wat ons in de toekomst te wachten staat. Met alles wat we nu gezien en geleerd hebben, hoop ik dat er toch een plan op tafel ligt. Of is men nog bezig om dat plan te ontwikkelen? Want we hebben toch heel wat zaken gezien. Er zijn de profielen van contactopspoorders. Gaan we nog werken met een consortium? Gaan we dat helemaal anders organiseren? Hoe gaat die opleiding van de contactopspoorders eruitzien? Hoe gaan we absoluut vermijden dat er in de toekomst geen fraude meer kan gebeuren? Dat zijn toch allemaal vragen die beantwoord moeten worden. Ik hoop alvast dat dat plan volledig klaar is en op tafel ligt.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Ik wil me aansluiten vooral bij de laatste tussenkomst van collega Saeys, om twee redenen. Ten eerste hoop ik dat alle onderzoek dat nog loopt eindelijk alles duidelijk kan maken en dat we dan dit pijnlijke hoofdstuk kunnen afsluiten. Het is een hoofdstuk waar vaak voor gewaarschuwd is, maar waar de Vlaamse Regering – in het begin was dat terecht, denk ik, om snel te gaan – een aantal stappen gezet heeft, maar nadien minstens wat onnauwkeurig geweest is, met alle gevolgen van dien waar we vandaag mee zitten.
Ten tweede behoed ik me er een beetje voor om inderdaad de toekomst te voorspellen op basis van de laatste pandemie die we gekend hebben. Minister, als het gaat over contactonderzoek, zou ik echt de opdracht willen geven en de vraag willen stellen om uit te zoomen en te kijken naar alle mogelijke virologische, epidemiologische situaties die kunnen ontstaan en om het contactonderzoek niet te enten op het model van corona, wel om daaruit mee lessen te trekken, maar ervoor te zorgen dat er een model klaarstaat dat gemakkelijk kan inspelen op een virus met andere eigenschappen of andere gezondheidsproblemen die kunnen ontstaan. Het is zeer onwaarschijnlijk dat de volgende pandemie exact dezelfde is als de vorige pandemie. Bij deze doe ik de oproep aansluitend bij de collega’s Sintobin en Saeys daaromtrent.
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel, voorzitter. Het is evident dat we eigenlijk goed voorbereid moeten zijn om deze pandemie en eventuele nieuwe zaken op te volgen. Dat is ook de reden waarom onze crisis preparedness cell nog actief bezig is om daarrond verder te werken. Het gaat trouwens niet alleen over contactopsporing, dat is een van de vele elementen om zo’n crisis aan te pakken. Vandaag doen we geen contactopsporing, maar wij zijn op zich wel klaar om, op heel korte termijn, wanneer dat nodig zou zijn, opnieuw contactopsporing te doen. Ik heb alleen gezegd dat ik er niet van uitga dat dat nodig zal zijn. Ik hoop in elk geval van niet maar we moeten dat blijven opvolgen.
De afspraken op zich zijn gemaakt op basis van, onder meer, de audit, en er is bijsturing gekomen met die bijakte 5, die, onder meer, op het vlak van facturatie, controle en rapportering bijsturing inhield. In die zin hebben we dus effectief de nodige maatregelen genomen. U vraagt me of dat voldoende is om potentiële situaties van actieve fraude tegen te gaan. Dat moet dat risico verminderen maar het echt uitsluiten is natuurlijk nooit helemaal mogelijk.
Samengevat, ik denk dat we ook onze verantwoordelijkheid genomen hebben ten aanzien van het gerechtelijk onderzoek, wat trouwens ook evident is. We hebben alle nodige documentatie overgemaakt. We kijken uit naar de resultaten van dat onderzoek. We hopen dat daar zo snel mogelijk volledige duidelijkheid over komt. Wat de financiële implicaties betreft, is er inderdaad verwezen naar kredietnota’s. Collega Daniëls, dat gaat over foutief gefactureerde prestaties. Ik heb de details daarover hier niet beschikbaar. Maar dat is natuurlijk ook waar het deels over gaat in het gerechtelijk onderzoek, over wat er al dan niet correct is gevraagd. Over uw verwijzing naar de negentig dagen moet ik me bevragen. Maar in elk geval is het zo dat we klaar zijn om de pandemie verder te beheren met eventueel de optie van contactopsporing, dat we uiteraard het gerechtelijk onderzoek blijven opvolgen en dat we ook blijven uitkijken naar de resultaten ervan maar dat we niet gewacht hebben om ook de afspraken met het consortium ter zake aan te passen en ervoor te zorgen dat dit niet meer op die manier kan gebeuren.
De heer Sintobin heeft het woord.
Wat het gerecht, het Rekenhof en de fraude an sich betreft, zullen we inderdaad het onderzoek verder moeten afwachten. Maar mijn vraag gaat ook over de toekomst. Het is waar, collega Vaneeckhout, dat we de toekomst niet kunnen voorspellen. U zegt, minister, dat u er klaar voor bent; dat er een plan op tafel ligt. Ik herinner me dat we hier de vorige keer – toen waren de omstandigheden ook heel onverwacht – iedere week kritische vragen moesten stellen. Het zou misschien niet slecht zijn om het agentschap eens uit te nodigen om het plan, dat blijkbaar klaar is, hier even te komen toelichten zodat wij misschien op voorhand inzage hebben in de manier waarop u de contactopsporing en alles wat daarrond hangt, in de toekomst ziet.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik wil toch benadrukken, minister, dat het goed is dat het gerecht zijn werk doet, maar de Vlaamse overheid zou in de toekomst toch maximaal grendels moeten kunnen inbouwen om te vermijden dat het eigenlijk zo eenvoudig is om onze overheid voor miljoenen op te lichten. Ik denk dat dit een les mag zijn en dat u en uw collega’s daaruit misschien leren dat, als het gaat over overheidscontracten – ook wanneer er snelheid mee gemoeid is, en we begrijpen dat dit snel moest gaan – een nauwgezette opvolging daarvan toch beter op een andere manier gebeurt dan in deze casus is gebeurd.
De heer Daniëls heeft het woord.
Dank u wel. Ten eerste, minister, hadden we het daarnet over de bewaartermijn voor prestaties – u zegt dat u het moet nakijken. Maar in elk geval is de vraag vanuit onze fractie wel degelijk om die negentig dagen zeer sterk te verlengen. Misschien is tien jaar wel aangewezen zodat onderzoek mogelijk is. Het gaat per slot van rekening om grote bedragen. Ten tweede zegt u net dat foutief gepresteerde prestaties met een kredietnota worden terugbetaald. Dat is natuurlijk wel foutief. Een foutje kan altijd wel eens gebeuren. Maar het is nu natuurlijk wel toevallig dat men, naar aanleiding van een audit, vaststelt dat men een aantal foutjes heeft gemaakt. Dat vind ik toch niet niets.
Tot slot, ik denk dat als we, als overheid, nog met callcenters zouden werken, hier voldoende materiaal hebben om deze callcenters in de toekomst te weren als zij zouden intekenen op opdrachten van de overheid. Ik denk dat dat het minste is wat we kunnen doen om zekerheid te hebben dat dit in de toekomst niet weer gebeurt. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.