Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dit onderwerp stond vorige week opnieuw vooraan in het nieuws. Een actie van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen (IGVM), #YouToo?, polste in een grootschalige online bevraging naar seksisme en in een specifieke enquête naar secundaire sexting. Dit laatste wordt in de pers – verkeerdelijk – wraakporno genoemd. Ik vind dat een zeer fout woord om te gebruiken als het gaat over secundaire sexting. Uit de bevraging blijkt dat seksistische aanvallen een groot deel uitmaken van de online pesterijen: bij een op de drie getuigenissen speelt seksisme een rol. Zowel mannen als vrouwen worden er het slachtoffer van. Het gaat van seksistisch taalgebruik en het stigmatiseren van lichamen of seksualiteit tot het ongevraagd delen van seksuele beelden en dreiging met verkrachting.
Leeftijd speelt daarbij een heel grote rol. Uit het onderzoek blijkt dat een op de vijf jongeren het slachtoffer wordt van cyberpesten. Bij volwassen gebruikers van sociale media gaat het over een op de tien. Jonge tieners lijken onvoldoende te beseffen wat de grenzen zijn van aanvaardbaar gedrag online. Ook blijken mensen vaak niet te beseffen dat het om strafbare feiten gaat. Zo laten mensen zich meeslepen in een discussie, waarbij ze dan achteraf vaak spijt hebben van wat ze hebben gezegd.
Volgens het onderzoek beschouwt slechts een kleine minderheid van mensen die sociale media als een permanente oorlogszone – het is natuurlijk wel belangrijk om dat even in perspectief te zetten. Er is dus duidelijke nood aan sensibilisering dat wat men zegt in de digitale ruimte, ook een grote impact heeft op een andere persoon en dat uitspraken ook strafbaar kunnen zijn.
Gezien het belang van en de aandacht voor die studie, heb ik hierover de volgende vragen, minister.
Wat zult u bijkomend doen om mensen te sensibiliseren dat wat ze online zeggen een grote en blijvende impact kan hebben op anderen? Wat zult u doen om mensen bewust te maken van het feit dat wat ze zeggen op sociale media ook gewoon strafbaar kan zijn?
Welke bijkomende initiatieven plant u, eventueel om jongeren te sensibiliseren, met specifieke aandacht voor seksisme?
Welke initiatieven plant u samen met de andere collega’s van de Vlaamse Regering – want u kent mijn overtuiging dat dit een transversale, integrale aanpak behoeft – om cyberpesten aan te pakken?
Bent u bereid om, zoals ik al in drie opeenvolgende voorstellen van resolutie gevraagd heb, een Vlaams onafhankelijk kenniscentrum voor cyberpesten en pesten op te richten?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u wel voor de vraag, collega Segers. Dit is een thema dat duidelijk aan bod komt, zowel binnen mijn bevoegdheid Media als binnen Jeugd. U weet dat mediawijsheid een prioriteit is in ons Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan, ons JKP. Maar dit is een problematiek waarvoor we uiteraard niet enkel de jongeren moeten bereiken, maar ook volwassenen. Ondanks de hogere leeftijd moet daar soms ook bij volwassenen nog aan gewerkt worden.
Daarom ondersteunen we Mediawijs, ons Vlaams kenniscentrum. Op hun website staan cyberpesten en sexting bij de belangrijke dossiers en daardoor is de info vrijwel onmiddellijk vindbaar. Bij sexting staat ook duidelijk uitgelegd wanneer het strafbaar is. Zo is het versturen van fotomateriaal zonder toestemming van de betrokkene inderdaad illegaal. Het is belangrijk om dat toch nog even in herinnering te brengen. Er wordt ook doorverwezen naar andere interessante informatie, aangepast aan de leeftijd van de doelgroep. Zo wordt er voor de jongeren verwezen naar dokter Bea, een personage van Ketnet. De volwassenen krijgen een link naar een Panoreportage over dat onderwerp.
Mediawijs ontwikkelde ook al verschillende educatieve pakketten. In het voorjaar van 2023 zullen ze samen met de VRT een EDUbox lanceren specifiek over sexting, toestemming of inwilliging/consent.
Daarnaast zal ook de influencercode aandacht hebben voor seksisme, cyberpesten en de grens tussen vrije meningsuiting en haatspraak. Op die manier kunnen aan influencers handvaten geboden worden en kunnen ze die zelf bieden aan hun volgers om hiermee om te gaan.
Bij Mediawijs loopt momenteel een project om na te gaan hoe bewustmaking over mediawijsheid aangepakt wordt bij de politiediensten en welke samenwerkingen daar mogelijk zijn.
Dan wil ik het hebben over de initiatieven die ik neem en zal nemen met specifieke aandacht voor seksisme. Dat is een belangrijk punt in het jeugdbeleid. Zeker binnen de prioriteiten welbevinden en mediawijsheid in het Jeugd- en Kinderrechtenbeleidsplan lopen acties om kinderen en jongeren te informeren, te beschermen, te versterken, weerbaarder te maken, alsook te wijzen op de grenzen en gevolgen ervan.
Ik geef enkele voorbeelden. Specifiek met betrekking tot pesten en cyberpesten ging in september vorig jaar met mijn steun het platform Allesoverpesten.be van start, dat gerund wordt door het netwerk Kies Kleur tegen Pesten. In samenwerking met vele actoren uit verschillende sectoren en partners, waaronder ook ouders en begeleiders, worden acties, vormingen, wegwijzers en contactpersonen geïdentificeerd om zo te komen tot een gemeenschappelijke taal en een gedeelde aanpak rond dit thema. Alle informatie wordt ook op dat platform geplaatst.
Ik heb onlangs ook de opdracht gegeven aan De Ambrassade, Tumult en Pimento, met bijkomende middelen en opdrachten, om het integriteitsbeleid binnen de jeugdsector te versterken. Dat is ook al aan bod gekomen in deze commissie.
In het bijzonder met betrekking tot gender bleek uit recent overleg met experten dat sensibiliseren rond en bespreekbaar maken van genderidentiteit en seksualiteit een respectvolle omgang bevorderen en kunnen bijdragen tot het voorkomen van online gendergerelateerd geweld. Daarom heeft mijn departement een aanbesteding uitgeschreven om met jongeren zelf een onlinecampagne en tool ter zake te ontwikkelen.
In het reguliere jeugdbeleid erkennen en subsidiëren we ook organisaties die kennis en expertise uitbouwen om jongeren in hun digitale vaardigheden te versterken. Uiteraard gaat er tijdens het werken met jongeren ook aandacht uit naar het effect van boodschappen via sociale media.
Tot slot is er ook nog ons jongereninformatieplatform WAT WAT, dat via de website en via de sociale media jongeren informeert en thematische campagnes uitwerkt. Zo was er onlangs nog een campagne ‘Mag ik nee zeggen’, die ook gelinkt is aan het thema dat hier aan de orde is.
Dan kom ik tot uw vierde en vijfde vraag. Pesten, en cyberpesten, is een sociaal probleem en vindt vaak ook in groep plaats. Cyberpesten is veelal een variant en een verlengstuk van het zogenaamde klassieke pesten. De aanpak van cyberpesten kan soms om specifieke acties vragen, maar de kennis, de expertise, de opvolging en het beleid inzake pesten en cyberpesten mogen, net vanwege de onderlinge link, niet ontdubbeld worden.
Het Vlaams netwerk Kies Kleur tegen Pesten is onze centrale partner daarin, met de uitbouw van het platform dat ik al noemde. Ik denk dat daarmee heel veel vooruitgang geboekt kan worden de komende jaren.
We hebben natuurlijk meer nodig dan een kenniscentrum. Een integrale benadering ter zake is noodzakelijk.
De uitbouw van dat platform gebeurt gefaseerd over een tijdspanne van drie jaar. Het eerste werkjaar is net achter de rug. Bij de toekenning van de opdracht heeft het netwerk zich geëngageerd om na drie jaar oplossingen te zoeken voor verduurzaming en verankering. Mijn departement volgt de ontwikkelingen nauw op. Een uitspraak over de toekomst is vandaag, na een jaar werking, nog wat te vroeg.
Tussen Mediawijs en Allesoverpesten.be werd afgesproken om elkaars informatie en initiatieven te delen en te communiceren. Bij concrete initiatieven zal het dan vooral gaan over wie waar de lead neemt. Bij pesten, met inbegrip van cyberpesten, zal dat meer het platform zijn en bij louter cyberpesten vaker Mediawijs.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Niemand kan ontkennen dat er de afgelopen jaren zeker en vast acties werden ondernomen en stappen werden gezet inzake de problematiek van pesten en cyberpesten. Het klassieke pesten en cyberpesten lopen vaak naast elkaar en door elkaar; het zijn uitvloeisels van elkaar. En toch krijgen we die problematiek voorlopig niet onder controle. Een op de vijf jongeren wordt gecyberpest, alsook een op de tien volwassenen. Want, minister, we mogen echt niet onderschatten dat er ook onder volwassenen gigantisch hard wordt gepest, met soms heel dramatische gevolgen. 10 procent van de 11- tot 15-jarigen geeft aan de voorbije maand gepest te zijn op school. We weten dat jongeren die het slachtoffer geweest zijn van pesten drie keer meer kans hebben op zelfdoding. Een op de vier jongeren durft ook tegen niemand te zeggen dat ze gepest worden. We hebben dus echt nood aan instrumenten die zowel in de werkcontext als op school en in het jeugdwerk, waar dan ook, handvaten geven aan mensen om de stap te zetten om het te vertellen en handvaten geven aan begeleiders om jongeren en volwassenen die gepest worden, te ondersteunen.
Vorig jaar hebben we hoorzittingen gehouden naar aanleiding van mijn derde poging tot resolutie, die helaas opnieuw weggestemd werd. In die hoorzittingen zei Gie Deboutte, toch een grote specialist, dat we eigenlijk van een bystanderscultuur moeten evolueren naar een behoederscultuur. We moeten die cultuur zo maken dat we elkaar collectief gaan behoeden voor pesten en gepest worden.
Minister, zijn er al concrete cijfers over het aantal bezoekers van de website Allesoverpesten.be en het aantal keren dat die ook effectief werd ingezet? Want ik hoor heel vaak dat leerkrachten, wanneer een leerling bij hen komt, niet altijd weten hoe ze er echt mee aan de slag moeten gaan. Acties als STIP IT en dergelijke zijn goed voor de awareness, maar geven nog onvoldoende handvaten. Ik denk ook dat we nog veel meer kunnen investeren in die omstaanderstrainingen, om situaties sneller te kunnen inschatten en om te helpen. Ik ben heel blij te horen dat u die integrale benadering genegen bent. Ik hoop dat het platform dat u opgezet hebt en dat nu een jaar actief is, nog lang gecontinueerd kan worden, want op twee jaar tijd krijgen we deze problematiek de wereld niet uit.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik denk dat er een concrete vraag was, namelijk over de cijfers inzake Allesoverpesten.be. Ik heb die hier niet ter beschikking maar zal die opvragen bij onze partner. We zijn nu aan het einde van het eerste werkjaar, dus het is misschien een goed moment om dat nog eens naar voren te schuiven. We zullen bekijken of we die cijfers aan het verslag kunnen laten toevoegen dan wel op een andere manier aan u kunnen bezorgen. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Dalle deelt ons het volgende mee: “De cijfers die we hebben (januari – september 2022) komen n.a.v. een schriftelijke vraag die mevrouw Perdaens heeft gesteld.” (Schriftelijke vragen Vl.Parl. 2022-23, nr. 7, aan minister Benjamin Dalle))
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik zal een nieuwe poging ondernemen: we hebben nu een voorstel van resolutie klaar dat zich focust op een doortastend, transversaal, integraal anticyberpestbeleid op school en in de georganiseerde tijdsbesteding van jongeren. Ik zou het bijzonder appreciëren als de collega’s van meerderheid en oppositie daar – eindelijk – eens samen naar willen kijken, zodat we nog een stap verder kunnen zetten en tegen het einde van deze legislatuur toch nog grotere inspanningen gedaan zullen hebben om deze vreselijke problematiek onder controle te krijgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.