Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, op 2 september heeft de Koning Boudewijnstichting haar Barometer Digitale Inclusie gepubliceerd. Dat is toch een belangrijk document, want we leven in digitale tijden. Daaruit blijkt dat, ondanks de stijgende digitalisering, toch een op de twee Belgen digitaal kwetsbaar is, zoals ze dat noemen. 7 procent van de Belgen gebruikt gewoonweg geen internet en 39 procent heeft beperkte digitale vaardigheden. In 2019 was dat nog 32 procent. De digitale kloof, waarvan we dachten dat die gedicht was, wordt groter. Het toenemend niveau van digitale kwetsbaarheid valt, volgens de Koning Boudewijnstichting, onder andere te verklaren doordat de digitale vaardigheden enerzijds de neiging hebben heel langzaam te evolueren en anderzijds een permanente update en nieuwe vaardigheden vergen.
De mate van digitale kwetsbaarheid is ook niet voor iedereen dezelfde. Personen met een laag opleidingsniveau of laag inkomen lopen meer risico op uitsluiting. Het opleidingsniveau is een grote determinant, maar ook de toegang tot digitale technologieën is dat. Zo blijkt dat een op de vijf huishoudens met een laag inkomen thuis niet over een internetverbinding beschikt, en 17 procent van de internetgebruikers heeft enkel een smartphone om in te loggen op het internet. Armoede is dus een cruciale factor in digitale uitsluiting en de digitale kloof blijft echt groot. Het verschil tussen personen met een laag en een hoog opleidingsniveau qua gebruik van digitale diensten is ongeveer 30 procent.
Een belangrijke rol in het versterken van de digitale competenties is weggelegd voor het Kenniscentrum Mediawijs, waar we hier heel regelmatig naar verwijzen, en uiteraard ook de VRT. Daarom de volgende vragen voor u, minister.
Minister, vindt u dat de VRT op dit moment voldoende doet in de strijd tegen digitale ongeletterdheid? Waar ziet u nog ruimte voor de VRT om hieromtrent te werken?
Bent u bereid om de VRT te ondersteunen in het organiseren van extra projecten rond digitale inclusie?
Wat doen de andere mediabedrijven in de strijd tegen digitale ongeletterdheid? Op welke manier gaat u hen ondersteunen in projecten hieromtrent?
Wat zult u concreet doen vanuit uw nieuwe bevoegdheid Armoedebestrijding – u was nu vandaag wel de ideale persoon om deze vraag aan te stellen – rond digiarmoede? Op welke manier wilt u enerzijds het aantal digibeten in Vlaanderen doen afnemen en anderzijds die digitale kloof verkleinen?
Minister Dalle heeft het woord.
Dank u, collega Segers, voor de vraag. Inderdaad, ook vanuit mijn bevoegdheid Armoedebestrijding is dit een belangrijk thema. Ik was vorige week nog op de lancering van de nieuwe campagne van Welzijnszorg en die handelt ook specifiek over digitale inclusie en de vraag om ervoor te zorgen dat iedereen niet alleen digitaal mee is maar dat er ook altijd alternatieven zijn voor digitale contactmogelijkheden, zeker bij overheden. Wat de VRT betreft, is het zo dat de beheersovereenkomst heel duidelijk is onder operationele doelstelling 2.3 over een breed-educatieve rol en proactieve aanpak in het versterken van de mediawijsheid.
Meer specifiek wordt van de VRT een resoluut digitale aanpak gevraagd die het wijzigende mediagebruik volgt. Dat gaat natuurlijk vergezeld van een actieve rol van de VRT op het vlak van mediawijsheid en het dichten van de digitale kloof. Daar zijn al heel wat initiatieven genomen. De omroep werkt daarvoor ook samen met organisaties zoals het Netwerk tegen Armoede en het Kenniscentrum Mediawijs, die ik ondersteun vanuit respectievelijk mijn bevoegdheden Armoedebestrijding en Media.
Mediawijs ontwikkelt de komende maanden videomateriaal over tal van digitale toepassingen. De VRT werkt hieraan ook mee en zal informatieve video’s ontsluiten op haar kanalen. ‘Iedereen beroemd’ op Eén heeft sinds enkele weken een rubriek Silver Surfers. Daar helpt Linde Merckpoel mensen bij het oplossen van een aantal digitale struikelblokken, zoals bijvoorbeeld een QR-code scannen op café. Radio2 plant een actie die de vele digihelpers in Vlaanderen in de schijnwerpers zal zetten en mensen wil aansporen om er ook zelf een te worden. U weet dat De Warmste Week (DWW) dit jaar in het teken staat van kansarmoede. Veel uitdagingen manifesteren zich ook in de digitale wereld. Daar zal DWW ook aandacht voor hebben.
De VRT zal de komende maanden en jaren inspanningen blijven leveren om de digitale kloof te helpen dichten. Men bekijkt ook voor de verschillende merken hoe ze het thema van digitale inclusie op een toegankelijke manier onder de aandacht kunnen blijven brengen. Verschillende VRT-gezichten zullen mee het taboe van digiarmoede helpen doorbreken en mensen motiveren om ook de digitale sprong te maken. Een ander belangrijk element is de toegankelijkheid tot de digitale platformen van VRT zelf, die zo toegankelijk mogelijk gemaakt moeten worden. Ook dat is een proces van voortdurend bijstellen en verbeteren.
De VRT moet vanuit haar DNA haar publieke en educatieve opdracht de nodige prioriteit geven. Dat zit dus eigenlijk begrepen in de basisdotatie. Mediawijs, op zijn beurt, krijgt ook een stevige basistegemoetkoming, die de afgelopen jaren ook fors is gestegen, maar krijgt vanaf 2023 ook 25.000 euro extra om de projecten die specifiek inzetten op digitale inclusie, verder uit te bouwen.
Bij de andere mediabedrijven hebben we natuurlijk minder zeggenschap over de manier waarop ze dit doen. Maar ik merk dat er ook daar heel wat aandacht is voor het thema van digitale inclusie. Om maar een voorbeeld te geven: DPG Media geeft aan dat ze op HLN.be een taalvorm gebruiken die voor iedereen begrijpelijk is of zou moeten zijn. Specifiek voor technologie zijn journalisten erop gericht om zo duidelijk en laagdrempelig mogelijk nieuwe technologieën uit te leggen. Financiële middelen om bedrijven hiervoor te ondersteunen, zijn op dit moment wel niet voorzien.
Vanuit Armoedebestrijding is er ons Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA), dat binnenkort aangepast wordt en voorgesteld wordt in het Vlaams Parlement. Binnen dat actieplan vind je digitale inclusie onder strategische doelstelling 2: “De Vlaamse overheid zet gerichte acties op tegen kinderarmoede”. En dan specifiek onder 7.2.9.: “We verkleinen de kloof tussen vrije tijd en kinderen en jongeren in armoede.” En onder 7.3.15.: “Onderwijs onderneemt doorheen de levensloop acties waarmee het de strijd aanbindt tegen de digitale kloof in de samenleving.”
Binnen mijn bevoegdheden Jeugd en Media ben ik evident bij die acties sterk betrokken, onder andere via het plan Generatie Veerkracht tijdens de eerste covidperiode, via Mediawijs en ook het relanceproject ‘Iedereen Digitaal Bovenlokaal’, maar ook via de erkenning en subsidiëring van jeugdorganisaties zoals Link in de Kabel en Mediaraven, en via het traject Digitaal Jeugdwerk, dat binnen mijn Departement Cultuur, Jeugd en Media loopt.
Die focus op kinderen uit het VAPA wordt uiteraard ook aangevuld met voldoende aandacht voor andere leeftijdsgroepen. Ik verwijs in het bijzonder naar het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2020-2025, waar onder luik 2, ‘Toenemende digitalisering en digitale kloof’, een hoofdstuk hierover opgenomen is. Ook daar heb ik in mijn bevoegdheid Media Mediawijs de ruimte gegeven om netwerken en acties op te bouwen voor de sectoren die werken met kwetsbare jongeren, met mensen met een handicap en met senioren via het project Iedereen Digitaal Bovenlokaal. Daarvoor voorzien we ook structurele vervolgfinanciering tot en met 2025.
Met het relanceplan Vlaamse Veerkracht zijn er heel wat extra middelen en extra acties uitgerold en opgezet. U kunt in de monitoring van dit plan nagaan wat de stand van zaken is en indien gewenst de bevoegde ministers ter zake bevragen. Collega Somers bijvoorbeeld zet in op het programma Iedereen Digitaal voor de lokale besturen, waar ons kenniscentrum Mediawijs ook een rol in speelt, onder meer in de samenwerking met de VRT die ik ook al aanhaalde, en collega Brouns zet in op de Digibanken voor bovenlokale samenwerkingen. En ook collega Weyts zet in op digitalisering en digikennis in het onderwijs.
Met andere woorden, heel de Vlaamse Regering zet hier deze legislatuur op in met een bijzondere focus op de digitale kloof en de mensen die te weinig digitaal geletterd zijn.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor dat overzicht. Ik vond het vandaag wel heel belangrijk om die vraag te stellen omdat we er in onze samenleving toch te gemakkelijk van blijven uitgaan dat iedereen een smartphone heeft, iedereen internettoegang, dat iedereen onmiddellijk de weg weet naar alle tools. En dat is gewoon niet zo. Dat gaat over ouderen die gedwongen worden om alles, ook hun bankzaken, digitaal te doen, wat ze niet kunnen, tot alle aspecten van onze samenleving en van ons leven.
Het laatste deel van uw antwoord was heel goed omdat ik u echt wel als trekker zie van de hele Vlaamse Regering om op alle beleidsterreinen maximaal in te zetten op niet alleen armoedebestrijding, maar daarmee gepaard gaande die ‘digiarmoede’. Mensen in armoede die ook digitaal niet voldoende geletterd zijn, worden eigenlijk dubbel getroffen. Er is armoede, maar ze hebben ook geen toegang tot technologie en missen heel vaak ook vaardigheden om bijvoorbeeld werk te zoeken, om premies aan te vragen. Daarom pleiten wij, vanuit onze fractie, al heel lang voor een volledig automatische rechtentoekenning. Dat zou al een hele stap vooruit zijn: een automatische rechtentoekenning voor schooltoelage, voor om het even wat. Dus dat is heel belangrijk.
Het overzicht dat u ook gaf van wat de VRT momenteel doet, was ook wel een indrukwekkend overzicht. Ik denk dat we de VRT daar ook een pluim voor mogen geven. En het toont nog maar eens aan hoe belangrijk een sterke openbare omroep is. Ik denk dat de VRT daar ook nog veel meer zou kunnen inzetten op het doorbreken van het taboe rond digiarmoede, door bijvoorbeeld, al was het maar in Thuis, een verhaallijn te ontwikkelen waarin personages elkaar helpen om digitaal vaardig te worden, of met enkele schermgezichten die proberen te helpen om dat taboe te doorbreken.
U had het over HLN. Leesbaar taalgebruik is belangrijk, maar ik zou ook graag hebben dat u ook nog eens die andere private mediabedrijven probeert te sensibiliseren om ook daarrond te werken. Tot slot verwees u in het overzicht van de ministers niet naar de verantwoordelijkheid van minister Jambon. Ik denk dat hij op het vlak van cultuur ook iets kan doen. Ik denk bijvoorbeeld aan lokale bibliotheken, waarvan we vandaag zien dat ze de hotspot zijn om mensen bijeen te brengen om met een tablet of wat dan ook, te leren werken. Het is een domeinoverschrijdende problematiek, en ik kijk in de eerste plaats naar u om daar verder aan de kar te trekken.
Minister Dalle heeft het woord.
Het is inderdaad nog altijd een groot probleem. Voor alle duidelijkheid, het gaat niet alleen over de vraag of men internet, een tablet, een smartphone heeft, want op dat vlak valt het eigenlijk nog relatief goed mee. Uit cijfermateriaal van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat 92 procent van de Belgische huishoudens in 2021 thuis beschikte over een internetaansluiting. Dat is veel meer dan een tijd geleden, en dat is een stijging met 15 procent de laatste tien jaar. De laatste procenten zijn de moeilijkste: 8 procent heeft het nog altijd niet, en dat is nog altijd te veel, maar 92 procent is eigenlijk vrij positief.
Maar waar het veel problematischer is, is op het vlak van de digitale vaardigheden. Het is niet omdat men thuis internet heeft, of het is niet omdat men een smartphone heeft, dat men die eigenlijk op een goede manier kan gebruiken. Uit datzelfde onderzoek van de Koning Boudewijnstichting blijkt dat 39 procent van de Belgen tussen 16 en 74 over te zwakke digitale vaardigheden beschikt. 39 procent! Dat is veel meer dan een groep oudere mensen of een groep mensen in armoede. Dat gaat veel breder. Je merkt ook dat de generatie die we digital natives noemen – dat is al een tijdje natuurlijk –, wel geboren zijn met touchscreens en smartphones, maar niet noodzakelijk op een goede manier daarmee kunnen omgaan, de technologie kennen of daar op een mediawijze manier mee omgaan. Het is belangrijk om op te merken dat die 39 procent boven het Europese gemiddelde van 34 procent ligt en hoger is dan in de meeste van onze buurlanden. We doen het ook eigenlijk niet goed in Europees perspectief, en dat verantwoordt dan ook waarom we daar sterk op inzetten.
De automatische rechtentoekenning is werkelijk een topprioriteit in mijn beleid rond armoedebestrijding. Pour la petite histoire, ik heb ook, in het kader van de campagne van Welzijnszorg, een brief teruggestuurd naar een man die bekend is als Dikke Freddy – maar dat is zijn roepnaam – waarin ik dat ook heb benadrukt. Ook op de Interministeriële Conferentie Sociale Integratie en Sociale Economie, die deze week voor de eerste keer in negen jaar is samengekomen en handelt over armoedebestrijding, is die automatische rechtentoekenning als een topprioriteit naar voren geschoven, en dat werd eigenlijk gesteund door de federale overheid en door alle andere deelstaten. Dat is wel belangrijk.
De schooltoeslag is eigenlijk een voorbeeld van waar het goed is gelopen. In het verleden moest die aangevraagd worden, maar dankzij de hervorming van het groeipakket tijdens de vorige legislatuur zijn zowel de sociale toelagen als de schooltoelagen geïntegreerd in dat groeipakket en is daar ook een automatische rechtentoekenning. Ik denk dat wat de oplijsting van de acties van de VRT betreft, er al heel wat gebeurd is. Het is inderdaad altijd sterk als in programma’s als Thuis ook belangrijke maatschappelijke thema’s opgenomen worden. Dat is eigenlijk ook de maatschappelijke meerwaarde van de publieke omroep die zich ook manifesteert in fictieprogramma’s. Dit is voor de scenarioschrijvers ook zeker interessant om iets rond te doen, als dat zou passen in het zeer boeiende scenario.
Tot slot, de minister-president is inderdaad ook betrokken, niet alleen vanuit zijn bevoegdheid Cultuur en vanuit de toegankelijkheid van cultuur ter zake, maar ook vanuit zijn bevoegdheid voor digitalisering. In dat verband kan ik ook verwijzen naar relanceprojecten ter zake onder meer rond het Vlaams Datanutsbedrijf, waarin we er inderdaad ook naar streven om op termijn aan elke Vlaming een soort van digitale kluis aan te bieden waarin alle informatie kan worden gestoken met respect voor de privacy. Dat zal op een zeer toegankelijke manier georganiseerd moeten worden zodat het voor iedereen ook bruikbaar is.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ik ga het heel kort houden. Ik zal het misschien houden bij de automatische rechtentoekenning, die heel, heel belangrijk is voor ons. Daarom heb ik dat ook expliciet vernoemd. Als u zegt dat dat ook voor u prioriteit nummer één is, als het gaat over armoedebestrijding, zult u daarvoor altijd een partner in ons vinden. De volgende stap die wij absoluut samen moeten zetten, is eigenlijk het erkennen van het internet als een publieke dienst. Dat is heel belangrijk. U zegt dat het goed meevalt op vlak van internettoegang in het algemeen, maar het onderzoek van de Koning Boudewijnstichting toont net aan dat een op de vijf gezinnen in armoede geen internettoegang heeft. Ik denk dan dat we de stap vooruit moeten durven zetten om er gewoon voor te zorgen dat iedereen internet heeft, want dat is een publieke dienst.
De vraag om uitleg is afgehandeld.