Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
De vervuiling door neonicotinoïden is een bedreiging voor de bijenpopulatie. Maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat het gebruik van imidacloprid ook een verwoestend effect heeft op de biodiversiteit van rivieren en waterwegen. Ook bodemorganismen worden getroffen. En de vogelpopulaties worden bedreigd.
Wij slagen er niet in om 94 procent van onze oppervlaktewateren in een goede chemische toestand te brengen. Vooral dat product, een van de meest gebruikte neonicotinoïden, komt nog veelvuldig voor in onze waterlopen. De norm werd in 2019 op 62 procent van de meetplaatsen in Vlaanderen overschreden.
Europa heeft een stop gezet op de toelating van neonicotinoïden zoals onder andere imidacloprid, maar de voorbije jaren konden er nog altijd uitzonderingen, derogaties en noodtoelatingen worden aangevraagd. Zo wordt het nog steeds toegestaan als zaadcoating in de suikerbietenteelt en ook als antivlooienmiddel.
Mijn vragen aan u, minister, zijn de volgende.
Wat zijn de laatste beschikbare gegevens over de aanwijzingen van imidacloprid in onze Vlaamse waterlopen? Kunt u de evolutie geven van de normoverschrijdingen van de voorbije tien jaren?
Is er bekend wat de belangrijkste oorzaken zijn van de nog aanwezige vervuiling? De zaadcoating van suikerbieten of het gebruik als biocide, of zijn er ook andere oorzaken?
Is er zicht op een nieuwe federale noodtoelating voor het gebruik ervan en ook van andere neonicotinoïden in 2023? Wat is het standpunt van de Vlaamse Regering ter zake? Welke stappen hebt u hier reeds rond gezet?
Welke acties heeft de Vlaamse Regering zelf genomen in het kader van het Nationaal Actieplan Pesticiden en het Vlaams Actieplan Duurzaam Pesticidengebruik 2023-2027, de stroomgebiedbeheersplannen en het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) om de vervuiling door neonicotinoïden te verminderen? Welke acties zullen eventueel nog volgen in de toekomst?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, wat een moeilijke woorden allemaal. Voor imidacloprid zijn meetgegevens beschikbaar vanaf 2014. Jaarlijks wordt deze stof ook op een honderdtal meetplaatsen gemeten. Zowel bij de toetsing aan de ‘predicted no-effect concentration’ (PNEC) als de ‘maximum allowable concentration’ (MAC) zien we dat het percentage normoverschrijdingen ook afneemt van 2014 tot 2021. Bij de MAC is er in 2021 geen overschrijding meer, bij de PNEC nog 42,6 procent, maar dat gaat dus over een concentratie zonder nadelige effecten.
De oorzaak van de nog aanwezige vervuiling van het insecticide in het oppervlaktewater is niet duidelijk. Dit insecticide wordt toegepast als gewasbeschermingsmiddel, als biocide en voor veterinair gebruik, maar het gebruik van imidacloprid is in principe verboden voor buitenteelten vanaf 19 december 2018. Enkel nog via noodtoelatingen in 2020, 2021 en 2022 werd het gebruik van het product als zaaizaadontsmettingsmiddel voor bepaalde buitenteelten toegelaten. Deze noodtoelating gebeurt door de federale instanties. Ik ben zelf geen voorstander van een nieuwe noodtoelating.
Op het erkenningscomité van dinsdag 28 september stonden enkele aanvragen tot noodtoelating met betrekking tot neonicotinoïden op het programma. De Vlaamse vertegenwoordiger vroeg om de behandeling van deze aanvraagdossiers uit te stellen tot het comité van oktober. Het Departement Landbouw en Visserij bereidt een nota voor die na akkoord van de bevoegde minister zal worden besproken met de collega’s van het beleidsdomein Omgeving. Via hen zal ik zeker terugkoppeling krijgen.
Wat uw vierde vraag betreft en uw verwijzing naar al die plannen: zij bevatten geen specifieke acties rond het gebruik van imidacloprid. Net zoals u stel ik vast dat een product zoals imidacloprid, dat niet langer erkend is, toch in hoge concentraties gevonden wordt in de Vlaamse waterlopen. Volgens de informatie die ik kreeg, zijn er alternatieven die veel minder schadelijk zijn. Als dit klopt, moeten die dringend worden ingezet.
Onze ambities voor pesticiden zijn ook hoog. Ik ben van mening dat noodtoelating voor eenzelfde product maar maximaal driemaal kan worden aangevraagd. Ik denk dus dat die drie jaar ondertussen voorbij zijn. Op dit moment loopt de onderhandeling over de verordening inzake duurzaam gebruik van pesticiden. Ik zal dit dan ook opnemen met collega Brouns en mijn diensten de opdracht geven om dit zo mee te nemen in de discussies met het nationale niveau en dus ook op Europees niveau.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik begrijp daar eigenlijk uit dat u niet begrijpt waar die hoge concentraties nu nog vandaan kunnen komen. Ik hoop dan ook dat u daar verder onderzoek naar zult doen.
Mijn bijkomende vraag, minister, gaat over de oproep of de ingebrekestelling die vandaag de milieuorganisaties Bond Beter Leefmilieu (BBL), Greenpeace, Dryade, World Wide Fund for Nature (WWF), Natuurpunt en Velt hebben gelanceerd. Zij stellen de Vlaamse Regering in gebreke omdat haar pesticidebeleid niet is afgestemd of in lijn is met het Europese pesticidebeleid, en ze vragen om een pesticideverbod op te leggen in en nabij Natura 2000-gebieden, rond waterwingebieden en in een bufferzone rond de omgeving waar kinderen vaak vertoeven zoals scholen, crèches en woningen. Dat zou, volgens die organisaties, 35 procent van het grondgebied kunnen betekenen.
Minister, mijn vraag is dan ook heel concreet. We hebben ook al meerdere keren zelf die vraag gesteld. Zult u inspanningen doen om de Vlaamse regelgeving in lijn te brengen met de Europese regelgeving, en die Natura 2000-gebieden en de omgeving van de Natura 2000-gebieden, de omgeving van waterwingebieden, en de omgeving waar kinderen vaak vertoeven, pesticidevrij te verklaren en daar ook wetgeving voor te voorzien?
Ik zal ook solidair zijn en mij aansluiten bij een vraag over imidacloprid, al was het maar om te bewijzen dat ik het ook kan uitspreken, maar vooral, minister, om toch vast te stellen dat er iets heel eigenaardigs aan de hand is, wanneer in 2018 een bepaald product wordt verboden, en dan in drie van de vier jaren die daarna komen, zogezegde noodtoelatingen worden gegeven. Ofwel verbied je iets, en dan is het ook verboden, ofwel doe je alsof je iets verbiedt en laat je een achterdeur open die je ieder jaar opnieuw toepast. Maar dat er drie van de vier jaren sinds het verbod noodtoelatingen zijn, klinkt mij, met alle sympathie, als bestuurlijke onzin in de oren.
Dus ik zou toch wel graag weten hoe dat komt en hoe dat kan. Ofwel lacht men met de eigen wetgeving, ofwel maakt men er bewust misbruik van en had men die wetgeving beter niet gemaakt en er ook eerlijk in geweest. Maar welke van de twee is het dan, minister?
Minister Demir heeft het woord.
Ik vind dat u inderdaad een punt hebt. Ik heb ook gezegd dat ik denk dat drie keer wel voldoende is om daar een uitzondering op te voorzien. Vandaar dat we ook heel duidelijk het standpunt hebben meegegeven aan de collega’s en dat we hopen om hier stilletjesaan een einde aan te stellen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, het is natuurlijk heel belangrijk dat die actie gebeurt, en ik deel uiteraard de mening van collega Tobback dat we consequent moeten zijn. Als we iets verbieden, moeten we dat verbod ook voorgoed invoeren, en dan ook opvolgen in de praktijk om te kijken of en wat daar nog aan producten te vinden is, en de oorzaak zoeken als dat het geval is.
Maar u hebt natuurlijk wel niet geantwoord op mijn tweede vraag, waarbij ik vraag wat uw standpunt is ten aanzien van de ingebrekestelling door milieuorganisaties die stellen dat er te weinig actie gebeurt om pesticiden in Vlaanderen te verminderen. Zij stellen heel expliciet om in en rond Natura 2000-gebied, in en rond waterwingebieden en in de omgeving waar kinderen vaak vertoeven, vanwege milieu- en gezondheidsredenen, het gebruik van pesticiden te verhinderen, zodat die kinderen, en iedereen eigenlijk in Vlaanderen, zich in een gezonde leefomgeving kan begeven.
Minister, ik dring er dus nogmaals op aan om wel degelijk wetgeving te voorzien, want het verleden heeft aangetoond dat het Pesticidedecreet, dat indertijd is uitgevaardigd en ook eerst uitging van vrijwilligheid, eigenlijk niet heel veel opgeleverd heeft. Het is maar kracht van wet geworden, en ook effectief gebleken, als er dwingende wetgeving aan verbonden was. Minister, ik roep dus nogmaals op om dwingende wetgeving op te maken, zodat het gebruik van pesticiden in die kwetsbare zones waar kinderen en mensen zich begeven, uitgefaseerd kan worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.