Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, met Flanders Technology & Innovation (FTI) wil Vlaanderen zich tonen als hét technologielaboratorium van de wereld en als regio die de grote maatschappelijke uitdagingen aanpakt. Samen met minister-president Jambon bent u de trekker van dit project. Bij de lancering zei minister-president Jambon over het project: “We hebben gekozen voor een nieuw beeld, dat het hoofd van de Vlaming voorstelt die deel uitmaakt van een warme samenleving. Het beeld van het hoofd is onlosmakelijk verbonden met de slogan ‘Welkom in de Doe-komst’, want vandaag is de vraag vooral hoe we met technologie het leven van mensen kunnen verbeteren.”
Het doel is om innovatieprojecten te realiseren in vijf domeinen: energie en klimaat; gezondheid en voeding; levenslang leren; data; media en entertainment. Vlaanderen is Europees top op het vlak van technologie en innovatie. We spenderen meer dan 3,6 procent van ons bbp, ongeveer 10 miljard euro, aan onderzoek en innovatie, en we mogen daar ook trots op zijn.
Minister, op welke manier zult u de zogenaamde ‘living labs’, waar die thema’s worden uitgewerkt, verder vormgeven binnen uw domeinen?
Op welke manier zult u burgers, economische actoren, kenniscentra, universiteiten en de overheden betrekken bij de voorbereiding van en de deelname aan die labs?
Het eerste thematische symposium zou al in december worden georganiseerd, rond het klimaatvraagstuk. Wat is de planning voor de andere thematische symposia?
Wat zijn voor u de belangrijkste doelstellingen van FTI?
Hoe zult u de tussentijdse resultaten van FTI monitoren?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega De Roo, dank u wel voor die interessante vraag. We hebben vorige week inderdaad FTI gelanceerd, samen met de collega’s van de Vlaamse Regering. Dat is toch wel een heel belangrijk project voor Vlaanderen, voor bedrijven, organisaties, maar ook voor onze jongeren, in functie van de toekomst. Zoals u immers terecht zegt, zal innovatie altijd een heel belangrijke basis zijn voor de antwoorden die we zoeken op de grote uitdagingen van vandaag en morgen. Het is dus belangrijk dat we daar in de Vlaamse Regering collegiaal, schouder aan schouder, werk van maken. Ik ga dat graag trekken, samen met de minister-president.
De finaliteit van die herlancering is het creëren van een positieve collectieve mindset rond technologie en innovatie bij de brede bevolking, meer bepaald rond innovatie met een maatschappelijk doel, dus niet als doel op zich, maar als middel om tot een nog betere wereld te komen: mensen en kennis verbinden om innovaties te stimuleren die bijvoorbeeld onze industrie kunnen verduurzamen en competitiever maken of het welzijn van onze burgers en samenleving kunnen versterken. In die zin is het ook logisch dat ik dat onder leiding van of samen met de minister-president doe. Vlaanderen neemt in de razendsnel veranderende wereld nu al een innovatieve voortrekkersrol op zich. U verwijst terecht naar onze positie op het vlak van onderzoek en ontwikkeling, met 3,6 procent van het bbp. Dat gaat naar 10 miljard euro. Daarmee zijn wij absoluut koploper in Europa. We behoren tot de beste leerlingen van de Europese klas, en daar mogen we inderdaad best fier op zijn. Dat wil echter dus ook zeggen dat je die koers moet kunnen aanhouden.
Qua voortrekkersrol verwijs ik bijvoorbeeld naar innovaties in onze landbouw. Die zal dus ook circulair, duurzamer moeten worden. Vandaag is die al een van de meest duurzame ter wereld, maar hij zal verder moeten verduurzamen. Ik denk bijvoorbeeld ook aan de biogebaseerde bio-economie, u welbekend. Wij hebben unieke pilootinfrastructuur bij de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Biomassarestafval wordt als grondstof gebruikt om nieuwe producten te maken, zodat we dus minder afhankelijk worden van fossiele brandstoffen. Er zijn zeer veel voorbeelden in Vlaanderen op dat vlak. Bij de bevolking is die Vlaamse kennis en expertise, die ook internationaal wordt geroemd, echter nog niet altijd even bekend.
Daarom wil deze Vlaamse Regering met FTI, waarbij ik dus graag mee het voortouw neem, de volgende twee doelstellingen realiseren. Ten eerste, de Vlaming informeren over en betrekken bij de kennis en expertise die vandaag aanwezig is in Vlaanderen, om op die manier ook jongeren te enthousiasmeren voor onderzoek, wetenschap en technologie. De oplossingen van morgen moeten immers van hen komen, zoals gezegd. Ten tweede, samenwerkingen stimuleren tussen bedrijven en kennisinstellingen om het Vlaams innovatief ecosysteem verder te versterken. Dat is ook een heel belangrijke doelstelling, want daarmee kunnen we dus duurzame, innovatieve, digitale en technologische oplossingen ontwikkelen, die we dan ook heel fier vanuit Vlaanderen naar de rest van de wereld mogen exporteren.
Dan waren er uw vragen met betrekking tot de living labs. Naast de technologiefestivals en ook de bekende beurzen van weleer, die er ook zeker zullen zijn in Vlaanderen, in elke provincie, vind ik het heel belangrijk om ook in te zetten op die living labs, een heel belangrijk instrument om concreet vorm te geven aan FTI. We zullen die in diverse regio’s organiseren, met verschillende trajecten rond de reële maatschappelijke uitdagingen die dicht bij de leefwereld van onze burgers staan. Er is al naar verwezen: het gaat inderdaad over healthtech, gezondheidszorg, datatech, alles rond energie en de energietransitie, entertainmenttechnologie en het luik van omscholing, bijscholen, levenslang leren.
In zo’n living lab is het de bedoeling dat burgers echt leren wat er leeft binnen onze kennisinstellingen, om hen te inspireren. Aan kennisinstellingen zal dus worden gevraagd de deuren letterlijk en figuurlijk open te gooien om een inkijk te geven in al hun innovaties die belangrijk zijn voor het leven van morgen.
Die living labs worden uitgerold vanaf het voorjaar van volgend jaar. Het resultaat daarvan wordt gepresenteerd op de technologiebeurzen en maakt zo de missie, de thema’s en de relevantie van die beurzen ook tastbaar voor elke burger. De living labs komen tot stand onder begeleiding van De Grote Verbouwing, getrokken door Architecture Workroom Brussels en in samenwerking met VITO.
Momenteel liggen de grote lijnen vast voor de organisatie van de living labs en FTI. Er wordt nu in verder overleg voorzien, ook tussen ons kabinet en dat van de minister-president Jambon en van de andere leden van de regering om de concrete inhoudelijke invulling vorm te geven en te finaliseren. Zo zal er natuurlijk een heel nauwe samenwerking zijn met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en met ons Departement Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI). Het spreekt voor zich dat zij de nodige inhoudelijke invulling zullen geven. Zij kennen immers onze bedrijven, onderzoeksgroepen, en onze vele, zeer sterke kennisinstellingen, zoals het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), VITO, het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO) of Flanders Make het best, om te laten zien welke duurzame of zorgzame innovaties en oplossingen we hier in Vlaanderen ontwikkelen, die de burgers kunnen aanspreken en verder inspireren.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik vond het een zeer inspirerend antwoord, dat zeker en vast. FTI zal een heel groot project zijn, waaraan heel de Vlaamse Regering zal moeten samenwerken. Het feit dat die lancering er is, is een zeer goede zaak voor alles wat met technologie en innovatie te maken heeft, en ik denk dat dat ook op uw beleidsdomeinen een heel positieve invloed zal hebben.
U hebt in uw antwoord – en daarom vond ik het ook inspirerend – echter ook verwezen naar hetgeen we hier in Vlaanderen al hebben. Daar mogen we fier op zijn. We zijn met deze commissie naar Wenen en naar Zürich geweest. We hebben daar alles geleerd over ovaalboren. We hebben daar geleerd over materialenkunde. We hebben daar geleerd over bedrijven die bezig zijn met chiptechnologie, maar allemaal verwijzen die keer op keer ook naar Vlaanderen als regio die, bijvoorbeeld met het Interuniversitair Micro-elektronicacentrum (imec), gigantisch ver staat op het vlak van chips, een wereldspeler met wereldwijde faam is. Zeker op het vlak van biotech, medtech en healthtech zijn we ook wereldtop, en dat mogen we ook meer zeggen. Ik denk dus dat FTI ook daadwerkelijk kansen zal geven in het kader van wetenschapscommunicatie, en vooral ook om jongeren aan te trekken richting dat soort richtingen. U hebt dat ook vernoemd in uw antwoord, dus ik vind dat zeer goed.
Wat ook goed past binnen uw beleidsdomein, denk ik, is dat we kunnen werken in de ‘quadruple helix’, waarbij zowel de kennisinstellingen als de bedrijven erbij zijn, maar er ook een cocreatief proces kan worden afgelegd samen met burgers die oplossingen vragen voor problemen of uitdagingen die de toekomst met zich meebrengt.
Ik ben dus vol goede hoop op een gunstig proces wat FTI betreft.
Minister Brouns heeft het woord.
Ik vind dat een bijzonder positief slotwoord van de collega. Ik heb geen vraag meer ontwaard.
De vraag om uitleg is afgehandeld.