Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Verheyden heeft het woord.
Elektrische voertuigen zullen de komende jaren een steeds belangrijker aandeel in het wagenpark vormen. Maar omdat de CO2-voetafdruk voor die voertuigen in zeer belangrijke mate afhankelijk is van de gebruikte energiebron die nodig is om die voertuigen te laden, wordt het steeds duidelijker dat die voertuigen niet de alomvattende oplossing zijn voor een gezondere lucht en in de strijd tegen de klimaatverandering.
Er zijn ondertussen ook andere oplossingen. De modernste en ‘nieuw van het nieuwste’ brandstoffen zijn synthetische hernieuwbare brandstoffen. Ze lijken een veelbelovende oplossing te zijn voor alle vormen van transport die een gemakkelijke toegang nodig hebben tot diverse energiebronnen: auto’s, vrachtwagens, vliegtuigen, motorfietsen en schepen.
Er zijn ondertussen bedrijven die er zich op toeleggen om CO2-neutrale brandstoffen te ontwikkelen, te produceren en succesvol te testen. Die geavanceerde koolstofneutrale brandstoffen voor verbrandingsmotoren geven bij verbranding geen nieuwe CO2 af aan de atmosfeer.
Ondertussen zijn er brandstoffen ontwikkeld die gebruikt worden voor verbrandingsmotoren in internationale races, zoals World Rally Championship, World Touring Car Cup (WTCR), World Rallycross Championship (WRX) en dergelijke meer. Het doel is niet om uitsluitend CO2-neutrale en niet-fossiele brandstoffen te produceren voor de race-industrie, maar om CO2-neutrale brandstoffen te implementeren in de mobiliteit van morgen om de decarbonisatie te verhelpen. Die brandstoffen kunnen een reeds bestaand alternatief vormen voor al diegenen die zich geen elektrische mobiliteit kunnen of willen permitteren.
In tegenstelling tot elektrische voertuigen is het dan ook niet nodig om een nieuwe wagen te kopen of technische veranderingen aan de wagen door te voeren. Dat betekent dat men een veel inclusievere vergroening krijgt. Elke student die een kleine tweedehandswagen koopt, elke alleenstaande die zich geen nieuwe wagen kan permitteren, maar ook elke oldtimer en autofanaat kan deel uitmaken van de decarbonisatie van de mobiliteit.
Daarom heb ik een aantal vragen voor u, minister. Bent u op de hoogte van de toepassing van die brandstoffen in de racewereld? Zo ja, wat is uw standpunt over de implementatie van dergelijke brandstoffen voor ons wagenpark?
De brandstoffen kunnen worden gebruikt in verbrandingsmotoren zonder enige technische aanpassing. Dat betekent dat mensen langer met hun wagen met verbrandingsmotor kunnen rijden zonder bijkomende CO2 uit te stoten. Dat kan de vergroening van het wagenpark versnellen.
Bent u bereid om het gebruik van CO2-neutrale brandstoffen mee op te nemen in het beleid voor een CO2-reductie in het wagenpark?
In Duitsland loopt momenteel een proefproject waarbij regeringswagens rijden op die brandstoffen. Op die manier hoopt de sector een lans te kunnen breken voor het gebruik van deze brandstoffen in onze dagdagelijkse mobiliteit. Bent u bereid om een soortgelijke stap te zetten?
Er worden in Vlaanderen al CO2-neutrale brandstoffen geproduceerd. Bent u bereid om met de sector aan tafel te gaan zitten en te bekijken in welke mate de sector aan de decarbonisatie van de mobiliteit kan deelnemen?
Minister Peeters heeft het woord.
Alles wat te maken heeft met technologische innovatie, kunnen we alleen maar toejuichen. U hebt het vooral over de CO2-neutrale brandstoffen in het kader van autoraces en dergelijke meer. Die creëren meestal een omgeving waar men tal van nieuwe technologische uitvindingen al kan testen. Dat gaat enerzijds over brandstoffen, maar ook over tal van veiligheidssystemen. Ik ben zelf een keer naar een waterstofwagenrace geweest. Je ziet hoe er daar al heel wat technologische snufjes worden getest in een gesloten circuit. Daar is een en ander al mogelijk. In Zweden is er ook al een proefproject waarbij brandstof wordt gemaakt op basis van CO2 en zonlicht. Dat zou op zich ook al een heel goede methode zijn.
We zijn daarvan dus op de hoogte. Samen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) volgen we continu alle nieuwe evoluties op de markt. Anderzijds nemen we zelf niet rechtstreeks de leiding. De administratie volgt die evoluties op in de marge, ook wat betreft bepaalde fabrieksmotoren. Maar het is vooral de markt die op dat vlak een belangrijke rol speelt. Al die testfasen en proeftrajecten zijn zeker van groot belang om volop in te zetten op duurzaamheid.
Als bepaalde zaken op de markt beschikbaar zijn, bijvoorbeeld de biobrandstoffen, wordt er onderzocht hoe er daarmee een flankerend beleid kan worden gevoerd. Dat doen we ook voor de zero-emissievoertuigen, waarbij we momenteel volop faciliteren om de laadinfrastructuur ter beschikking te stellen. Ook inzake waterstof worden er heel wat initiatieven genomen, maar dat weet u.
Tot slot kan ik nog meegeven dat we met verschillende sectorfederaties regelmatig aan tafel zitten en brainstormen over tal van innovatieve en duurzame ideeën. Dat doen wij niet alleen, maar ook onze collega’s in de Vlaamse overheid, zoals VLAIO en het Departement Omgeving voor alles wat met het klimaat te maken heeft.
We blijven die tendensen zeker opvolgen. Het is en blijft een heel interessante materie. We zitten in een Europees kader dat bepaalt wat waar kan. In een gesloten circuit en bij races en dergelijke meer is er al een en ander mogelijk. Op de markt van de personenwagens wordt er vandaag gefocust op de zero-emissie elektrische voertuigen en in mindere mate de biobrandstoffen en de waterstofvoertuigen. Zoals gezegd blijven we dat nauw opvolgen.
De heer Verheyden heeft het woord.
Opvolgen is een zaak, maar het kunnen ontwikkelen een andere. De tijd is gekomen om dat mee te ontwikkelen.
Ik heb verwezen naar Duitsland, waar er een proefproject bezig is waar regeringswagens van ministers met een dergelijke brandstof rijden zonder enige technische aanpassing, in de hoop dat de CO2-neutrale brandstoffen op die manier meer ingang kunnen vinden. Dat kan ook in Vlaanderen eens uitgeprobeerd worden. Geen nood: uw wagen zal zeker niet stilvallen en er zal geen defect ontstaan. Er is geen enkele technische aanpassing nodig. Mensen die rijden met een wagen met defecte roetfilters, zouden bijvoorbeeld perfect geholpen zijn als ze met de CO2-neutrale brandstoffen zouden kunnen rijden. Daar valt zeker een lans voor te breken.
Ik hoop dat u openstaat voor dat project en misschien zelfs met die sector in contact kunt komen zodat er daar een lans voor kan worden gebroken, net zoals dat nu beperkt gebeurt voor waterstof. Er moet ergens een begin zijn. Nu staan we in Vlaanderen nog nergens, terwijl buurland Duitsland al een pak verder staat. Ik hoop dat u op die suggestie wilt ingaan. Het kan zeker geen kwaad.
Nogmaals, de wagens van de regering zullen niet blijven stilstaan.
De heer Bex heeft het woord.
Het wordt stilaan laat maar het is toch te verleidelijk, voorzitter. Ten eerste, het zal de collega niet ontgaan dat er in Duitsland een zeer grote autolobby is die er een zeker belang bij heeft dat het gebruik van verbrandingsmotoren niet volledig wordt stopgezet. Een probleem met die synthetische brandstoffen is dat het weliswaar zorgt voor reductie van de CO2-uitstoot – daarin hebt u gelijk –, maar die stikstofuitstoot blijft onze steden vervuilen. Het verhaal van daarnet blijft daar geldig. Als we daar dus mee zouden werken, gaan we dat stikstofprobleem blijven hebben, een probleem dat je niet hebt met elektrische wagens.
De collega heeft in het verleden ook al eens aangehaald dat we wagens op waterstof moeten laten rijden, maar het kan echt geen kwaad om ons eens grondig te informeren naar de basisprincipes van energie en thermodynamica voor we dergelijke projecten of ideeën lanceren. Het is heel duidelijk dat als we de doelstellingen rond CO2-uitstoot willen halen, we die waardevolle technieken van waterstof en van deze synthetische brandstoffen moeten gebruiken op plaatsen waar elektrificatie geen oplossing biedt, bijvoorbeeld in de luchtvaart of de scheepvaart. Maar onze wagens gaan we elektrisch moeten laten rijden. Wist u, collega, dat indien je alle wagens in België zou kunnen laten rijden op elektriciteit en je die elektriciteit zou opwekken in een oliegestookte centrale, je twee tot drie keer minder olie zou nodig hebben om die elektriciteit op te wekken?
Dat is zeer interessante informatie die we bekomen hebben toen we met de Groenfractie geluisterd hebben naar een specialist van EnergyVille, een gerenommeerde onderzoeksinstelling die bij cd&v op uitnodiging is geweest, en die bereid zijn om bij elke partij langs te gaan. Ik zou u eigenlijk willen uitnodigen om die mensen ook eens te horen, want ik denk dus echt wel dat er oplossingen zijn waarvoor we deze technologieën nodig hebben. Deze technologie staat trouwens nog in haar kinderschoenen, en misschien kunnen de Duitse ministers daarmee gesponsord rondrijden, maar het is echt nog geen optie om ze vandaag door de Vlamingen te laten betalen. Maar ik denk dat er oplossingen of technieken of toepassingen zijn waar het denkbaar is dat dat nuttig zou zijn. Maar voor wagenverkeer is elektrificatie dé oplossing.
Minister Peeters heeft het woord.
Heel kort, voorzitter, gezien het gevorderde uur. Ik sta zeker open voor al die dingen. Ik denk dat ik dat ook al gezegd heb. Ik heb nu nog geen concrete vragen voor proefprojecten gekregen. Ik zal dat ook nog eens bij de collega’s navragen, want ik neem aan dat dat in eerste instantie meestal bij het Agentschap Innoveren en Ondernemen komt. Maar ik zal dat navragen want ik sta er zeker voor open. Als men dus toekomstgericht daaromtrent bepaalde proefprojecten of pilootprojecten wil voor uitrollen, alles wat te maken heeft met duurzaamheid en hoe we ons op een meer duurzame CO2-neutrale wijze kunnen verplaatsen, kunnen we alleen maar toejuichen. Dus wat dat betreft, sta ik daar zeker voor open.
De heer Verheyden heeft het woord.
Dank u wel voor die positieve repliek, minister. Ik moet wel zeggen dat het een en-enverhaal is. Het gaat inderdaad over én elektriciteit én waterstof én biofuels én CO2-neutrale brandstoffen. Want we moeten toch niet vergeten dat die uitrol van die laadpalen, die infrastructuur die nodig is, niet zomaar op een-twee-drie gerealiseerd is. Daar heeft men jaren voor nodig en in die tussentijd kunnen die biofuels zeker een antwoord bieden om die CO2 te gaan reduceren. Ik vind toch wel dat de reactie van de collega van Groen een beetje te kort door de bocht is. Het is een en-enverhaal en ik denk dat we daar moeten op inzetten. Punt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.