Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, dit sluit aan bij de vorige discussie. Er komt een verbod tegen 2029 op de verkoop van wagens met een verbrandingsmotor, maar dat wel degelijk onder drie voorwaarden. De eerste voorwaarde is dat er voldoende laadpunten moeten zijn. Dat is de vorige discussie die we hebben gehad. De ‘total cost of ownership’ (TCO) moet ook voldoende haalbaar zijn, en er moeten voldoende modellen op de markt zijn. Ik denk dat het derde geen probleem zal zijn. Die modellen komen momenteel en masse binnen op onze markt, maar dan vooral vanuit China. De aanbevelingen van het Europees Parlement omtrent de elektrificatie van het wagenpark vermelden ook de uitfasering van de verkoop van deze personenwagens, tegen 2035. Wij gaan dus iets sneller. Dan zou een zero-emissiewagenpark tegen 2050 mogelijk moeten zijn.
Ik heb het daarnet even aangegeven: vele wagens komen uit China. In die elektrische wagens zit een batterij met een combinatie van onder andere lithium, nikkel, koper en kobalt. Die prijzen swingen de pan uit. We weten ook dat al die metalen toevallig door China worden beheerd. We hebben nu een afhankelijkheid qua aardgas. Straks hebben we een afhankelijkheid wat kobalt, nikkel en lithium betreft, die ook weer van buiten Europa komen. Dat is iets om stil bij te staan als we straks denken dat we goed bezig zijn.
Als Vlaanderen zijn inschrijfdoelstellingen qua zero-emissiepersonenwagens wil halen, hoe gaat men die wagens dan betaalbaar houden als die grondstofprijzen nu al omhoog gaan en we afhankelijk zijn van één zone in de wereld? Zal er ook voldoende elektriciteit zijn? Over die vraag is ook al binnen de klimaatcommissie gediscussieerd: hoeveel terawattuur meer elektriciteit gaan we verbruiken? Daarop kwam er eigenlijk geen eenduidig antwoord. Natuurlijk is er minder terawattuur qua diesel of benzine, dat klopt, maar dat moet dan wel worden opgevangen met elektriciteit.
Ik denk dat het aanbod geen probleem zal zijn, maar ik wil toch ook graag uw visie daarop kennen. Hoe gaat u de mensen correct informeren over de doelstellingen, en hoe gaat u hen motiveren?
Minister Peeters heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, dank u wel voor deze eveneens interessante vraag.
Wat uw eerste vraag betreft: de batterijtechnologie gaat natuurlijk ook zeer snel. De prijzen van de elektrische wagens zullen evolueren. Hoe zal dat allemaal verlopen? We hebben natuurlijk geen glazen bol, maar er bestaan over dit onderwerp alleszins talrijke studies, die soms ook door veranderende omstandigheden worden ingehaald. Ik zei het daarnet al, bij de vorige vraag: ik heb niet langer geleden dan gisteren nog een artikel gelezen waarin wordt gezegd dat men binnen de vier à vijf jaar een volledige prijspariteit tussen de fabricage van motoren voor fossiele verbranding en die van elektrische motoren verwacht. Naast de aankoopprijs is er ook nog de kwestie van de TCO. Die is vandaag sowieso al een pak goedkoper.
De batterijtechnologie is sowieso ook heel belangrijk. We zien dat men op dit ogenblik alles op alles zet, en natuurlijk is dat in het kader van die schaarste qua grondstoffen, om te bekijken hoe ervoor kan worden gezorgd dat die batterijen eventueel met andere grondstoffen opnieuw goedkoper kunnen worden. Ik geloof wat dat betreft alleszins in de technologische vooruitgang.
Ik heb er alle vertrouwen in dat het aandeel van zero-emissievoertuigen, zeker van die batterijelektrische voertuigen, blijft toenemen. De cijfers spreken voor zich wat dat betreft. In 2019 was het aandeel van de milieuvriendelijke voertuigen 5 procent. In 2020 was dat marktaandeel al opgelopen. Daar zitten natuurlijk ook nog heel wat hybride voertuigen in. Als we alleen kijken naar de elektrische wagens: in 2020 waren dat er ongeveer 23.000, in 2021 was dat al opgelopen tot meer dan 50.000. Kortom, dat blijft toch wel toenemen. Ik heb alle vertrouwen in de marktwerking wat dat betreft, maar zeker ook in de technologische vooruitgang op het vlak van batterijtechnologie.
Zal er voldoende elektriciteit zijn? Op het vlak van elektriciteitsvoorziening is het vooral zaak om pieken te vermijden en het laden zo veel mogelijk te spreiden over dag en nacht. Daar zijn er mogelijkheden via ‘load balancing’: de druk op het elektriciteitsnet verdelen tussen de diverse momenten om zo pieken uit te vlakken.
Dan komen we terug bij het element van het bidirectioneel laden, waarbij elektrische voertuigen zelf voor meer stabiliteit op het net kunnen zorgen omdat ze als een soort thuisbatterij kunnen worden gebruikt. De belangrijkste uitdaging op korte termijn is dat er zo snel mogelijk overal in Vlaanderen een 400 voltnet is. Fluvius heeft, zoals u zelf ook wel weet, denk ik, alleszins alvast een investeringsscenario uitgewerkt dat ervoor moeten zorgen dat het net klaar is om het geplande aantal laadpalen van voldoende vermogen te kunnen voorzien. Wat dat betreft, hebben wij regelmatig overleg met Fluvius, zeker ook naar aanleiding van de elektrificatie van onze bussen en stelplaatsen. Ook daar is het immers telkens zaak om voldoende capaciteit op ons elektriciteitsnet te hebben om en masse te kunnen laden.
U vroeg of het aanbod qua modellen van elektrische wagens toereikend zal zijn met het oog op de vraag. Wat dat aanbod betreft, zullen de Europese CO2-normen sowieso bepalend zijn. Constructeurs worden daardoor verplicht om een groot aandeel zero-emissiewagens te verkopen. Het aanbod, en ook de diversiteit ter zake, zal daardoor ongetwijfeld nog stijgen. Ik nodig jullie opnieuw uit om naar de website www.vlaanderen.be/milieuvriendelijke-voertuigen te gaan kijken. U vindt daar een gamma aan mogelijkheden. U kunt dan ook zelf de berekening maken: welk elektrisch voertuig is voor u interessant?
De levertermijnen blijven sowieso ook een aandachtspunt, maar ik denk dat, als men niet al te veeleisend is of wil meegaan in bepaalde modellen, ook dat niet echt een groot issue is. Ik heb dat zelf moeten ondervinden.
U vroeg vervolgens hoe we de mensen correct gaan informeren over de doelstellingen, en hoe we hen blijven motiveren. Er lopen tal van communicatiecampagnes rond zero-emissievoertuigen. Ik verwijs ook opnieuw naar onze website. Verder hebben we recent aangekondigd dat we sinds 1 september het paal-volgt-wagenprincipe hebben gelanceerd, zodat mensen een aanvraag voor een publieke laadpaal kunnen indienen. Daarstraks werden er nog een aantal vragen specifiek over West-Vlaanderen gesteld. Ik kan u al geruststellen: qua semipublieke laadpalen komen er tussen nu en september 2023 ruim 3400 CPE’s (charge point equivalent) bij. Mevrouw Fournier, dat zal ook u als muziek in de oren klinken.
Kortom, ik denk dat al deze elementen er mee toe bijdragen dat meer mensen geneigd zullen zijn om met een elektrische wagen te gaan rijden, om te kiezen voor zero emissie. Tegelijkertijd lopen er ook nog studies om te bekijken hoe we bijkomende stimulansen moeten geven voor de tweedehandsmarkt. Het feit dat de salariswagens straks volledig zero emissie zullen moeten zijn, zal echter sowieso ook een boost geven aan de tweedehandsmarkt. Via de federale collega’s is er op dit ogenblik ook nog het voorstel van de belastingvermindering met 45 procent voor particulieren bij het plaatsen van een private laadpaal thuis.
Kortom, al deze elementen zullen zeker helpen om mensen aan te moedigen om elektrisch te gaan rijden.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil nog twee bezorgdheden meegeven waarmee we in het actieplan Clean Power for Transport (CPT) rekening moeten houden.
Ten eerste vind ik dat men te weinig onderzoek doet om batterijen rendabeler te maken. Men gaat ervan uit dat het aantal kilometers dat men wil rijden, de grootte van de batterij bepaalt. Die plakt men dan onderaan de auto. Dat moet dan wel een zware auto zijn, een SUV, die dan weer zoveel meer kilowattuur verbruikt per 100 kilometer. Die vicieuze cirkel moeten we echt doorbreken. Ik zie daar veel te weinig onderzoek op.
Het tweede waar ik te weinig onderzoek op zie, is de vraag hoeveel ik kan recupereren van die batterijen. Bij de productie is er een pak afval, maar ook wanneer de batterij wat minder is: wat kan ik er dan nog mee doen? Dat zou moeten worden meegenomen in dit actieplan, omdat dat daar een onderdeel van is. Waarom zeg ik dat? Omdat ik gigantisch bezorgd ben over de supply chain van de batterijen. 25 jaar geleden zei ik, toen ik sprak over energie, dat de kilowattuur die ik niet verbruikte, de goedkoopste was. Dat is degene waarvan ik niet afhankelijk ben. In de zaal zei iedereen dan: “Allez, wat vertelt hij nu?” Ik zal u zeggen wat ik toen vertelde: exact wat er vandaag aan het gebeuren is. Straks moeten we ervoor opletten, omdat we voor deze grondstoffen zodanig afhankelijk zijn van bepaalde minder stabiele regio’s, dat we een supply chain zullen hebben. Ik had graag uw visie daarop gekend.
De heer Bex heeft het woord.
Voorzitter, collega Gryffroy haalt een aantal absoluut terechte bezorgdheden aan. Tegelijkertijd denk ik ook dat een aantal van die bezorgdheden alleen een oplossing kunnen krijgen op Europees niveau. Minister, u moet inderdaad die problemen signaleren. Het probleem van de supply chain moeten we op Europees niveau afspreken.
Minister, ik heb een schriftelijke vraag gesteld over de impact die volgens u het feit zal hebben dat we vanaf 2029 alleen nog maar elektrische wagens nieuw zullen kunnen kopen in Vlaanderen. Collega Gryffroy lijkt ervan uit te gaan dat dit al verworven is. Er is wel nog wat werk aan de winkel om zo ver te komen. Nu blijkt dat het effect daarvan door uw diensten nog wordt doorgerekend. Ik vind het bizar dat men zo’n maatregel met veel aplomb aankondigt en dat dan een of twee jaar later blijkt dat men eigenlijk niet weet wat daarvan precies het effect zal zijn.
Een tweede bezorgdheid betreft de tweedehandsmarkt. We zien dat de landen rondom ons subsidies geven om een elektrische wagen tweedehands aan te kopen. De Federale Regering heeft de maatregel genomen om bedrijfswagens elektrisch te maken. Maar als in landen rondom ons subsidies worden gegeven om tweedehandswagens aan te kopen, dan zie je wat er gebeurt. In plaats dat die auto’s in België zullen blijven op de tweedehandsmarkt, dreigen ze naar het buitenland te gaan. De oplossing daarvoor kan volgens mij niet zijn dat we dan ook maar subsidies beginnen te geven om die auto’s aan te kopen. We zouden integendeel tot een rationeel beleid moeten komen. Volgens mij betekent dat dat je de tweedehandsmarkt niet subsidieert.
Ten derde ben ik het volledig eens met mijnheer Gryffroy: minister, u moet initiatieven nemen om op Europees niveau afspraken te maken over kleinere auto’s. Dat zijn auto’s die minder energie verbruiken. Nu zijn we gewoon de grote energiewinst die we maken door elektrisch te gaan rijden aan het opsouperen aan grote auto’s die zwaarder zijn en meer energie verbruiken. Dat is volgens ons, veel meer dan subsidies voor tweedehandswagens, een oplossing om elektrisch rijden betaalbaar te maken voor mensen die het minder breed hebben.
Mevrouw Mertens heeft het woord.
Ik wil ook nog eens het belang van die betaalbaarheid benadrukken. Minister, bij de vorige vraag gaf u ook al aan dat de verkoop van elektrische wagens de afgelopen jaren gestegen is. Maar gisterenavond verscheen in de krant dat de verkoop van nieuwe wagens op dit moment is ingestort. Er worden 10 procent auto’s minder ingeschreven vanwege de moeilijke economische situatie waar de gezinnen op dit moment in zitten. Ik stel ook vast dat de gemiddelde kostprijs van een elektrische auto in Europa de afgelopen tien jaar met maar liefst 21 procent is gestegen. Dat is geteld tot het jaar 2021.
Ik deel de bezorgdheid van collega Gryffroy over de prijzen van de grondstoffen. We zien hoe die prijzen dit jaar al gestegen zijn en ook dat een aantal onderdelen moeilijk te verkrijgen zijn. Ik denk hierbij aan de chips die in de auto’s zitten of aan de bekabeling, die in Oekraïne wordt gemaakt. Daarom denk ik dat we nog een forse prijsstijging mogen verwachten.
Op dit moment zien we ook dat binnen Europa vooral de elektrische wagens in het premiumsegment, toch wel de grotere en duurdere wagens, primeren. Maar ze zullen toch voor iedereen beschikbaar moeten worden gemaakt. Dat kan volgens mij alleen maar als de prijzen dalen en als, zoals we net al hebben gezegd, de oplaadinfrastructuur wordt ontwikkeld, en als de keuze tussen de elektrische wagens groter wordt. Er moet meer worden ingezet op kleinere, goedkopere wagens, die dan misschien een minder groot bereik hebben.
Er wordt ook vaak gezegd dat een elektrische wagen op termijn goedkoper is dan een wagen op fossiele brandstof, maar met de huidige energieprijzen vraag ik me af of deze stelling nog altijd opgaat. Is een elektrische wagen op termijn nog altijd goedkoper dan een wagen op fossiele brandstof?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik hoor hier veel pessimistische geluiden. Zelf ben ik optimistisch ingesteld. Ik geloof wel in de technologische vooruitgang en zeker ook in de zero-emissievoertuigen. Op dit ogenblik is er inderdaad een crisis met de inflatie en de grondstofprijzen. Dat geldt niet alleen voor de autosector maar voor alles. Maar ik weiger in die omstandigheden te gaan berusten, negatief te worden en te zeggen dat wij die zero-emissievoertuigen maar moeten vergeten en dat wij geen laadpalen meer moeten installeren. In plaats van voorlopig niets te doen, moeten wij alles op alles zetten om het hoofd te bieden aan tal van uitdagingen. Ikzelf kan er niet voor zorgen dat de prijzen dalen. Ook ga ik niet de tweedehandsmarkt stimuleren met subsidies. Ik heb vertrouwen in de marktwerking en in de technologische vooruitgang.
Ik hoor hier dat er veel te weinig wordt gedaan aan onderzoek en technologische ontwikkeling. Welnu, ik kan u meedelen dat er momenteel een heel grondig en vergevorderd onderzoek loopt bij onder andere de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO), bij UHasselt, bij imec, bij KU Leuven en bij EnergyVille. Er wordt een nieuw soort batterijtype ontwikkeld, gebaseerd op lithium en zwavel. Dat type vergt geen kobalt of nikkel, die zeer dure grondstoffen zijn. Wij hebben heel veel van die onderzoekcentra. Ik heb er vertrouwen in dat die al het nodige doen om de batterijtechnologie enorme sprongen te laten maken. Ik nodig jullie uit om een bezoek te brengen aan de genoemde onderzoeksinstellingen. Zij zoeken naar een groter bereik van de batterijen en naar snellere oplaadpunten.
Ik moet met klem tegenspreken dat er te weinig onderzoek wordt gedaan. Dat blijkt uit mijn contacten met Febelauto. De sector zet volop in op de recuperatie van batterijen. Die worden voor 99 percent gerecycleerd of gebruikt voor andere doeleinden dan wagens, voor bijvoorbeeld koelkasten. Ik heb daar schitterende voorbeelden van gezien. Dat ondersteunt de circulaire economie. Ik heb vertrouwen in de technologische vooruitgang, in de wetenschap, en in alle onderzoeksprojecten die lopen.
Wat de betaalbaarheid betreft, kijk naar de website van de milieuvriendelijke voertuigen. Ga te rade bij verkoopcentra. Voor heel wat merken is elektrisch rijden momenteel al interessanter. Als wij het dan toch hebben over de inflatie en over de prijsstijgingen, weet dan dat ook voor de diesel- en benzinewagens de prijzen enorm gestegen zijn. Wij leven in volatiele tijden, maar ik heb vertrouwen in de toekomst. Ik wil met een optimistische blik kijken naar de verdere ontwikkeling van zero-emissievoertuigen. Wij hebben vorig jaar ambitieuze doelstellingen geformuleerd in het kader van ‘fit for 55’. Ik wil in het kader van die klimaatdoelstellingen dat er meer en meer emissievrij wordt gereden. Ook de salariswagens hebben daar een rol in.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik wil een realistische repliek geven. Ik zal erover waken dat het goed gemonitord wordt.
Ingaand op wat collega Bex zegt, is het voor mij onvoldoende dat wij het aankaarten op Europees niveau. Wij moeten een van de voorvechters zijn. Circulariteit is een van de speerpunten van Vlaanderen. Er valt nog heel wat huiswerk te verrichten, als wij niet willen meemaken dat wij straks niets kunnen doen door een gebrek aan grondstoffen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.