Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Deze vraag komt er naar aanleiding van een oproep van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) naar aanleiding van de energiecrisis.
De SERV – een toch niet onbelangrijke actor in het Vlaams beleid – deed ongeveer twee weken geleden een oproep aan de Vlaamse Regering om twee grote doelstellingen te gaan nastreven.
Een, als het gaat over de aanpak van de energiecrisis, voorzien in grootschalige projecten om het fossiel energieverbruik te verminderen en hernieuwbare energie uit te rollen. Het is eigenlijk een geloofsbelijdenis in een collectieve aanpak om dat te gaan doen, om verwarmingsinstallaties af te regelen, te investeren in warmtepompen, om zonnepanelen en isolatie te voorzien, maar ook kleinere maatregelen te nemen. Het voorbeeld dat de SERV zelf gaf, was het timen van het douche- en warmwaterverbruik. Ze riepen op om samen met lokale besturen, ondernemingen en andere actoren tot actie over te gaan.
Daarnaast wil men ook gerichte en gedoseerde steunmaatregelen voor gezinnen en ondernemingen, prioriteit bij verfijnde steunregelingen en een laagdrempelig vangnet via de energiehuizen en de OCMW’s. Daarin zijn stappen gezet of aangekondigd. Dus dat is alvast positief.
Wat ook niet onbelangrijk is, is dat de SERV en de partners van de SERV aangaven zelf niet aan de zijlijn te willen blijven staan. Men wil meewerken en de leden mobiliseren in het behalen van de doelstellingen en het uitwerken van de acties.
Men hoopte om, om dit alles te financieren, te kunnen gebruikmaken van de extra beleidsruimte die via de federale dotaties naar Vlaanderen komt. Daarover hebben we zaterdag wel al gedebatteerd naar aanleiding van de Septemberverklaring.
Ik heb een aantal vragen over die oproep van de SERV.
Hoe reageert u daarop? Op welke manier wilt u de middelen die in dit kader vrijgekomen zijn, gaan aanwenden?
Op welke manier zult u gebruikmaken van het aanbod van de sociale partners? Die vertegenwoordigen toch wel heel veel ondernemingen, gezinnen en Vlamingen die ze kunnen mobiliseren. Op welke manier wilt u die sociale partners gaan gebruiken om uw beleid mee vorm te geven?
Uiteraard is er beleidsdomeinoverstijgend werk te verrichten in dezen. U hebt ongetwijfeld overlegd met uw collega’s van Wonen, Welzijn en dergelijke meer. Wat heeft dat opgeleverd en welke maatregelen komen daaruit voort?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de vraag.
In het persbericht van de SERV over zijn studie lees ik twee belangrijke aanbevelingen: een, de grootschalige projecten voor energiebesparing en de uitrol van hernieuwbare energie en twee, goed gerichte en gedoseerde steunmaatregelen. Ik onderschrijf die twee aanbevelingen ook.
Voor de derde aanbeveling, het gebruik van de stijgende dotaties, verwijs ik naar de Septemberverklaring. Ik wil er overigens ook op wijzen dat er ook dotaties zijn die niet stijgen. Dat is bijvoorbeeld bij mij bij Justitie zo, waarvoor we met de begrotingsbespreking een ‘meervraag’ hebben ingediend van 20 miljoen.
De Vlaamse Regering heeft in het kader van de begrotingsopmaak 2023 zeer veel middelen vrijgemaakt om gezinnen en bedrijven op korte termijn bijkomend te ondersteunen. We weten niet hoelang die crisis zal duren. Deze maatregelen zorgen – in lijn met de SERV-oproep – voor meer energiebesparing, een snellere uitrol van hernieuwbare energie en gerichte ondersteuning van de meest kwetsbare gezinnen en bedrijven die te maken krijgen met snel stijgende energiefacturen. Zoals de minister-president tijdens de Septemberverklaring heeft gezegd, is dit gebeurd binnen de budgettaire marges zodat de Vlaamse begroting op koers blijft en ook omdat we niet weten wat het volgend jaar of binnen een half jaar gaat geven. Mijns inziens geeft de Vlaamse Regering hiermee concrete invulling aan de oproep van de SERV.
Wij hebben onze aandacht gericht op de meest kwetsbare gezinnen en de energiescan toegankelijker gemaakt door de doelgroep te verruimen. De energiescan is een instrument dat zijn effectiviteit al heeft bewezen, denk ik. Het gaat om op korte termijn energie besparen met enkele eenvoudige ingrepen. We zorgen ook voor gepaste begeleiding voor gezinnen met een betalingsprobleem voor het onderhoud van hun verwarmingstoestel. We maken in 2023 ook bijkomend 30 miljoen euro vrij om het noodkoopfonds te organiseren. De energiehuizen worden deze winter en de komende jaren structureel versterkt zodat ze kunnen tegemoetkomen aan het sterk stijgend aantal adviesvragen.
Ten slotte voorzien we ook 43 miljoen euro voor de minimale levering van aardgas en elektriciteit.
De Vlaamse overheid neemt ook zelf haar verantwoordelijkheid en geeft het goede voorbeeld door zelf 15 procent minder energie te verbruiken. We hebben natuurlijk ook onze fameuze premies en de renteloze lening, waarmee we heel veel gezinnen ondersteunen. We willen ook de Vlaamse kosten uit de elektriciteitsfactuur van 2023 halen: dat gaat om die 148 miljoen voor groenestroomcertificaten, die we uit het nettarief halen. We schrappen ook de energieheffing voor de gezinnen. Verder zullen we ook de quotumverplichting voor leveranciers in 2023 verlagen van 21,5 procent naar 18 procent, en vervolgens met 1 procent per jaar, waardoor de elektriciteitsfactuur bijkomend daalt met 88 miljoen euro in 2023 en met 112 miljoen euro in 2024. Dat zijn de zaken die we al gedaan hebben. Verder ligt er ook nog een decreet voor bij de Raad van State, waarmee we eventueel nog 1,2 miljard euro kunnen voorzien.
Ik vind het wel jammer dat de SERV zelf zijn rol niet opneemt. Ik verwijs naar de melding dat de SERV geen advies wilde geven over het decreet rond de eindigheid van de groenestroomcertificaten voor grote investeerders die oversubsidies kregen. Nochtans heeft de SERV zelf de ambitie om extra kosten uit de factuur te halen onderschreven. Maar ze hebben die kans niet gegrepen. De vakbonden hebben wel een eenduidig advies gegeven maar de SERV niet. Dat vind ik jammer omdat dat hun pleidooi ondersteunt om te bekijken waar bijkomende kosten of kosten die dreigen in de factuur te komen, kunnen worden geschrapt. Ik doe ook een oproep aan alle andere instellingen, waarover ik niets te zeggen heb, om hetzelfde te doen als wat wij met de Vlaamse Regering hebben gedaan.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik denk dat het goed is dat de oproep van de SERV grotendeels gehonoreerd is met het beleid dat voorgesteld is naar aanleiding van de Septemberverklaring. Ik wil nog ingaan op twee elementen. Een aantal partners binnen de SERV zijn pleitbezorger voor een meer collectieve aanpak van renovaties. We hebben daarrond al wat experimenten gehad, zoals de burenpremie en dergelijke. Op welke manier wilt u die collectieve aanpak verder hanteren in uw beleid?
Een tweede bemerking gaat over de rol van de SERV en de SERV-partners. Of ze al dan niet adviseren over een dossier, moeten ze uiteraard zelf weten. Maar ze staken hier wel hun hand uit om mee te mobiliseren, om mee te communiceren over het beleid en de maatregelen die zijn genomen. Ik denk dat het belangrijk is om die uitgestoken hand aan te nemen, minister. Uiteindelijk is, zowel aan werkgeverszijde als aan werknemerszijde, het bereik van die sociale partners bijzonder groot. We hebben daarnet nog gesproken over de ouderen, maar eigenlijk geldt dat voor heel veel groepen in de samenleving: veel mensen weten nog altijd niet, ondanks het feit dat wij er hier al heel veel over gesproken hebben, wat de mogelijkheden en opportuniteiten zijn om een aantal zaken te doen in hun eigen woning of in hun eigen leven en werk. Ik denk dat er op dat vlak nog altijd stappen te zetten zijn en dat de SERV-partners daarin een nuttige rol kunnen spelen. Ik moedig u dus aan om daarmee aan de slag te gaan.
De heer Aerts heeft het woord.
We hebben ons standpunt vorige zaterdag al ingenomen tijdens het debat naar aanleiding van de Septemberverklaring. We hebben toen duidelijk gezegd dat we het jammer vinden dat men enkel en alleen blijft vasthouden aan het ‘budget op koers’ terwijl de budgetten van de gezinnen en de bedrijven in het rood gaan en terwijl de Vlaamse Regering wel extra inkomsten krijgt. Niet alles wordt geïndexeerd, maar veel wel. Dat is ook waar de SERV naar verwijst. Het is jammer dat er op dit moment niet meer inspanningen worden geleverd om de gezinnen en onze bedrijven te steunen. Er worden inspanningen gedaan, maar met de beschikbare middelen zouden het er meer kunnen zijn.
Waarvoor er bijvoorbeeld meer inspanningen geleverd zouden kunnen worden, is het Noodkoopfonds. Er zijn al inspanningen gebeurd, maar bij de maatregelen die ondertussen al genomen zijn, gaat het bijvoorbeeld niet over zonnepanelen. Die woningen zijn namelijk in zo’n slechte staat dat, wanneer men de woning goed geïsoleerd krijgt, het budget bijna altijd opgebruikt is. Het gaat vaak ook over woonkwaliteit.
De centrale vraag hier blijft hoe we de allerzwaksten kunnen helpen en bij de hand nemen. Met premies en renteloze leningen alleen zullen we er niet geraken. Enerzijds zijn er de senioren, waarover het daarstraks al ging. Zij zullen geen lening meer aangaan en nadenken over de terugverdieneffecten omdat ze nu eenmaal al wat ouder zijn. Anderzijds zijn er de mensen die de financiële middelen niet meer hebben en het niet meer zien zitten om er een lening bij te nemen. We moeten hen echt nog meer bij de hand nemen. Ik denk daarbij vooral aan die collectieve aanpak. Mijn vraag is dan ook: op welke manier wordt er verder ingezet op een collectieve aanpak om renovaties wijk per wijk en woning per woning uit te rollen?
Ik wil graag zelf ook even tussenkomen.
Collega Aerts, u bent ongetwijfeld niet vergeten dat de Vivaldiregering op federaal niveau een basispakket energie heeft geïnstalleerd dat vele miljarden kost. Maar ook door de stijging en de uitbreiding van het sociaal tarief dreigt er een werkloosheidsval te ontstaan. In die zin kan ik u verzekeren dat ik zeer blij ben dat deze Vlaamse Regering, onder andere door de jobbonus – u weet wel: extra netto-inkomsten voor de laagste inkomens uit werk – probeert om die werkloosheidsval tegen te gaan. Daarnaast geeft deze regering economische steun aan bedrijven. Ik denk dat het interessant en belangrijk is om te blijven inzetten op besparing op energie. Maar wat acute maatregelen betreft, denk ik toch dat het vermijden dat bedrijven omvallen een veel betere bescherming is van de koopkracht van mensen dan hen op 60 of 70 procent technische werkloosheid te moeten zetten. Verder heeft de minister ook geantwoord dat het succes van de nieuwe Mijn VerbouwPremie van zo’n aard is dat we ervan mogen uitgaan dat er de komende jaren bijzonder veel geïnvesteerd zal worden in het reduceren van het energieverbruik.
Minister Demir heeft het woord.
Ik denk dat het klopt wat collega Schiltz zegt. We hebben vooral gezorgd dat we werken aan die werkloosheidsval en ervoor gezorgd dat zeker die laagste inkomens via de jobbonus iets extra’s kunnen overhouden. Dan hebben we tal van maatregelen genomen, voor meer dan 4 miljard euro. Zoals u weet, collega, weten we eigenlijk niet wat er nog op ons afkomt. Het kan zijn dat het nog erger wordt. Dat betekent ook dat we nog wel een buffer moeten hebben voor de komende maanden en jaren. Daarom wil ik nu beleidsmatig alles doen rond deze winter, en ondertussen verder kijken en de analyses opvolgen, ook van wat er zich nog afspeelt op Europees vlak en wereldwijd. Voor hetzelfde geld zitten we binnen zes maanden opnieuw samen. Ik heb geen glazen bol om in de toekomst te kijken. Ik denk dat het dan wel goed is dat er nog geld is om daarover te praten.
Wat de collectieve renovaties betreft: daar hebben we ook extra geld voor vrijgemaakt. Dat valt wel onder de bevoegdheid van mijn collega, minister Somers, met het lokale energieplan. Hij gaat verder met die wijkrenovaties. Ik dacht dat hij extra budgetten verkregen had om het voor lokale besturen mogelijk te maken hele wijken ineens te renoveren. Ik zie de cijfers over de premies en de leningen binnenkomen. We zijn nog maar pas begonnen met de campagnes. Ik hoop dat die cijfers nog zullen oplopen. We gaan sowieso proberen om langs alle kanalen – ook via de SERV, zoals collega Bothuyne zegt, en via de Ouderenraad – iedereen te mobiliseren. We hebben budgetten vrijgemaakt ten belope van meer dan 1 miljard euro. We hebben de doelgroepen ook verbreed, zodat veel meer mensen daar een beroep op kunnen doen. Dat moet nu natuurlijk ook wel bij die gezinnen, bij die alleenstaanden en bij die gepensioneerden terechtkomen.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Dit wordt ongetwijfeld vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.