Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, u kondigde eind juli aan dat u bij het hof van beroep een rechtszaak zou instellen tegen de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) over de invoering van het capaciteitstarief, dat volgens u in tijden van torenhoge energieprijzen niet zou moeten worden ingevoerd, omdat de factuur anders voor heel wat gezinnen en alleenstaanden nog hoger zou worden. Voor ons is dat evident, maar de VREG liet al weten dat hij uw demarche betreurt.
Een uitspraak zou er pas komen in de loop van 2023, terwijl de invoering van het capaciteitstarief gepland staat voor januari 2023. Volgens u kan het capaciteitstarief wel worden ingevoerd eind 2024, na de verkiezingen, wanneer 80 procent van de Vlaamse stroomverbruikers volgens u een digitale meter zal hebben.
Hierover heb ik drie vragen.
Hebt u alvorens het nemen van juridische stappen contact opgenomen met de VREG en, zo ja, wat was het resultaat van dat eventuele overleg?
Hoe wilt u de invoering van het capaciteitstarief over de verkiezingen tillen als de rechtszaak niet het gewenste resultaat zou hebben?
Welke andere stappen zult u desgevallend ondernemen om de invoering van het capaciteitstarief uit te stellen? Of denkt u er eindelijk stiekem toch aan om dat capaciteitstarief voorgoed af te voeren? Zo neen, waarom niet?
Dan, op 8 juli werd vanuit deze commissie een brief verzonden aan de VREG met daarin enkele vragen met betrekking tot het capaciteitstarief. Op 21 september volgde er een antwoord, waarin de VREG nogmaals bevestigt dat zo’n tienduizend huishoudens hun elektriciteitsfactuur zullen zien stijgen door de invoering van de nieuwe nettarieven. Volgens de VREG zijn dit geen kwetsbare huishoudens. Al wordt meteen daarop gesteld dat er “over het sociaaleconomisch profiel van de huishoudens (…) geen verdere metadata beschikbaar zijn.” De regulator stelt vervolgens geen ingrepen voor voor de groep die nadeel zou ondervinden door het capaciteitstarief, maar verwijst wel expliciet naar de bereidheid om input te geven aan de Vlaamse minister van Energie, u dus, en het Vlaams Parlement voor het ontwikkelen van eventuele flankerende beleidsmaatregelen. Een van de zaken die naar voor wordt geschoven, is om de ODV-kosten (openbaredienstverplichting) uit de stroomfactuur te halen, wat ook voor zeer kleine verbruikers een significante besparing zou kunnen opleveren.
Hebt u recent nog overleg gepleegd met de VREG inzake het capaciteitstarief? Zo ja, hebt u daar de oproep tot verder uitstel of volledig afstel van het capaciteitstarief opnieuw op tafel gegooid? Zo niet, wanneer plant u de VREG hierover nogmaals te contacteren?
Hebt u al input ontvangen van de VREG voor die ontwikkeling van zogenaamde flankerende beleidsmaatregelen? Zo ja, wanneer en welke maatregelen schuift de VREG naar voren? Zo niet, zult u de VREG hierover nogmaals contacteren met de expliciete vraag naar input?
Bent u bereid om eindelijk, zoals ook de VREG voorstelt, de ODV-kosten uit de stroomfactuur te halen?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Minister Demir heeft het woord.
Ik begin met twee redenen waarom ik denk dat het niet het moment is om het capaciteitstarief in te voeren en waarom we dus een beroep instellen. Ten eerste vind ik inderdaad dat het capaciteitstarief aangepast moet worden, omdat er een aantal anomalieën in zitten naar de kleine gebruikers toe. Volgens mij gaat dat om een kleine aanpassing. Ten tweede concluderen we dat het capaciteitstarief er pas kan komen, als de digitale meter is uitgerold. Vandaag heeft nog maar 30 procent van de gezinnen een digitale meter. Tegen eind 2024 verwachten we dat dat bij 80 procent het geval zal zijn. U spreekt over ‘na de verkiezingen’, maar het gaat erom dat de digitale meter bij 70 tot 80 procent van de gezinnen uitgerold moet zijn, vooraleer het capaciteitstarief uitgerold kan worden. Dit gegeven en die aanpassing voor de kleine verbruikers zijn nog niet vervuld.
Wat zou er dan gebeuren als de VREG toch doorzet met de invoering in 2023? 30 procent van de bevolking zal het capaciteitstarief betalen, 70 procent betaalt een basistarief. Je zit dan met een ongelijkheid tussen twee groepen, en dat kan volgens ons niet. Dat is de opbouw van onze conclusie.
Het capaciteitstarief kan volgens mij bovendien heel remmend werken om de digitale meter uit te rollen. Heel veel mensen gaan zeggen: “Ik moet dat niet hebben, want ik weet niet wat dat gaat geven met dat capaciteitstarief.”
Om die twee redenen hebben wij een beroep ingesteld. Er moet een aanpassing komen voor die anomalie bij de kleine verbruikers, want dat zit gewoon niet logisch in elkaar. Twee, de digitale meter is nog niet uitgerold. Werken met twee groepen is volgens mij een ongelijkheid. We hebben die twee redenen in onze besluiten ingeroepen en dat is ook de reden geweest waarom we naar het Brusselse hof van beroep zijn getrokken.
Ik heb ons standpunt eerst aan de regulator meegedeeld. Het is ook niet mijn bedoeling om een oorlog te starten, want we moeten ermee samenwerken. Ik hoop dat ze toch nog bij zinnen zijn om goed te kijken naar de redenering die we hebben opgebouwd en dat men eerst werk maakt van die punten, vooraleer men te midden van een energiecrisis een capaciteitstarief invoert.
Nu, wij staan niet alleen. Ook de Federatie van de Belgische Elektriciteits- en Gasbedrijven (FEBEG), COGEN en een aantal andere netgebruikers hebben gepleit voor een uitstel.
Voorlopig heeft de VREG nog geen rekening gehouden met de ingeroepen bezwaren. Ik heb dan ook de indruk dat de consultatie bij de VREG eerder beschouwd werd als een decretaal verplicht nummertje, maar dat er bij de regulator eigenlijk nooit enige wil bestond om met de door verschillende partijen opgeworpen bezwaren echt rekening te houden.
Ik hoop wel dat we nog tot een vergelijk kunnen komen, zodat we ons proces nog kunnen intrekken. Zo’n proces is nooit leuk, maar heel veel ligt nu in handen van de VREG. Jullie hebben trouwens veel meer te zeggen over de VREG dan ikzelf, dus het zou niet slecht zijn om hen nog eens uit te nodigen om hen op de bezwaren te wijzen, niet alleen die van mij, maar ook die van andere gebruikers. Ik zou dat doen, want enkel als we met z’n allen de punten laten doordringen, zullen ze het misschien willen overwegen.
Ik heb inderdaad overleg met de VREG gehad, op 26 september. Uit dit overleg is gebleken dat de VREG zijn standpunt niet wenst te wijzigen. Zij zien de energiecrisis eerder als een voordeel om het in te voeren. Ik wacht nog op een formeel standpunt ter zake, maar ik had niet de indruk dat de rechtszaak indruk had gemaakt op de VREG.
De VREG schuift ook geen flankerende maatregelen naar voren of heeft me hiervoor ook geen input geleverd. Indien de VREG de nood ziet om flankerende maatregelen te voorzien bij het capaciteitstarief, zou de VREG beter binnen zijn bevoegdheid aanpassingen doorvoeren aan het capaciteitstarief zoals het momenteel op tafel ligt. Ik denk in het bijzonder aan de impact op kleine verbruikers zonder zonnepanelen die geconfronteerd worden met de minimale bijdrage. Ik vind echt dat de VREG daar iets aan moet doen.
Op de ministerraad van 30 september is beslist om voor 148 miljoen euro ODV’s, groenestroomcertificaten, uit het elektriciteitsdistributienettarief te compenseren. Dat hebben we vorig jaar ook gedaan. We willen niet dat de Vlaamse component in de factuur stijgt. We willen dat die daalt of minstens constant blijft. Ik heb alle andere partijen ook opgeroepen om hetzelfde te doen, bijvoorbeeld Fluvius, en geen extra kosten te gaan doorrekenen. Ze zullen daar nog over moeten nadenken; ik heb daar nog geen berichten over. In de energiecrisis waarin we vandaag zitten, zou het ongepast zijn dat iemand op een slinkse manier extra kosten in de factuur gaat steken.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, wat ik niet begrijp, is het volgende. U spreekt terecht over een ongelijkheid tussen twee groepen, mensen zonder digitale meter en de anderen. Maar dan zegt u dat 70 tot 80 procent de digitale meter zou moeten hebben opdat het capaciteitstarief zou kunnen worden ingevoerd. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Oké, u zegt ‘juridisch’, maar hoe komt u dan aan dat cijfer? Ik zou denken dat dat dan 100 procent moet zijn. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Dan zou er geen ongelijkheid meer zijn?
De minister antwoordt dat 70 of 80 procent volgens de Europese richtlijn voldoende is. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Oké, dat is dan duidelijk. Ik vind dat raar, maar goed.
Wat die flankerende maatregelen betreft, minister, kijkt de VREG natuurlijk ook naar u. De VREG geeft u geen input, oké, maar als de VREG dat capaciteitstarief toch zoals gepland op 1 januari 2023 zal invoeren – uw antwoord stelt mij op dat vlak helemaal niet gerust –, dan zal dat dus voor tienduizend van die kleine verbruikers een meerprijs betekenen in hun energiefactuur. Ik hoor hier van u geen enkel voorstel voor of zelfs maar een optie op flankerende maatregelen. Ik denk dat u daar dringend over moet nadenken, want zoals het er nu naar uitziet, zal de VREG het capaciteitstarief gewoon invoeren. U geeft zelf toe dat uw juridische stappen, die rechtszaak, geen indruk maken, dus ik stel voor dat u zich voorbereidt op de invoering, ook al heeft de meerderheid van de gezinnen nog geen digitale meter en zullen tienduizend kleine verbruikers worden geconfronteerd met een meerprijs.
Mijn bijkomende vraag is dan ook: wat gaat u doen als de VREG voet bij stuk houdt en dat capaciteitstarief invoert, waardoor die tienduizend verbruikers met een meerprijs geconfronteerd zullen worden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Van Rooy, de vraag is natuurlijk: als Fluxys, als Fluvius, als de VREG, als Jan met de pet, als eenieder van alles in die factuur gaat steken, dan vindt u dat wij dat moeten compenseren? Wij, dat is de Vlaming. Ik wil dat allemaal wel bekijken, maar u moet goed weten dat er heel wat verschillende instanties zijn die van alles in de factuur steken – ik was Elia nog vergeten. Ik wil dat allemaal bekijken en naar de regering stappen om enkele miljarden euro’s bij te vragen, maar ik wil alle instanties die zaken in die factuur steken, voor hun verantwoordelijkheid stellen. Dat is wat we moeten doen.
Dat is ook uw taak. U bent ook parlementslid en hebt zo meer te zeggen over de VREG dan ikzelf. U kunt meer aanklampend werken. Of u kunt misschien uw zitje in de raad van bestuur van de VREG opnemen. Daar worden de beslissingen genomen. Daar heeft de N-VA-bestuurder heel duidelijk gezegd: “Kijk, dit willen wij niet.” Helaas was er daar geen meerderheid voor, maar wij zitten daar en we nemen onze verantwoordelijkheid. Ik vind echt wel dat het hoog tijd is, mijnheer Van Rooy, dat u ook als een volwassen iemand uw verantwoordelijkheid neemt en die stoel in de raad van bestuur van de VREG gaat bezetten, zodat u daar de belangen van de Vlaming kunt verdedigen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Een minister die een parlementslid een verwijt stuurt over een beleid dat ze zelf heeft ingevoerd … (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Ik zal het hier nu niet hebben over de 13 miljard euro die uw Vlaamse Regering jaarlijks aan subsidies uitdeelt. U zou daar best wel wat miljarden kunnen vinden om de energiefactuur te verlagen. U kent ons verhaal wat dat betreft. Strooien met miljarden naar het buitenland en naar de integratie- en diversiteitsindustrie en dan zeggen dat er geen geld is om de energiefactuur te verlagen … Maar ik zal dat even terzijde laten.
Ik zal u iets anders zeggen. Het enige wat u moet doen als minister om de VREG ervan te overtuigen dat capaciteitstarief niet in te voeren, is zeggen dat we zullen stoppen met de elektrificatie, met verplichtingen inzake elektrische wagens, met allerlei zaken om de komende jaren en decennia zoveel meer elektriciteit te gaan verbruiken. Dan zal de VREG ook niet de noodzaak voelen om dat capaciteitstarief in te voeren. (Opmerkingen van minister Zuhal Demir)
Want, mevrouw Demir, u weet zeer goed dat de VREG dat capaciteitstarief wil invoeren, omdat u en ook de Vivaldiregering hebben beslist om fanatiek aan elektrificatie te gaan doen en om alles wat ooit zo geweest is, nu op enkele jaren tijd te gaan vervangen, om mensen te verplichten om elektrisch te gaan rijden, om ze te verplichten een warmtepomp aan te schaffen, om de vrijheid wat dat betreft, volledig uit te hollen. Als u beslist om daarmee te stoppen, die klimaatwaanzin, en om de mensen vrij te laten kiezen met welke wagen ze willen rijden en hoe ze hun huis verwarmen, dan zal de VREG ook niet meer de noodzaak voelen om dat capaciteitstarief in te voeren. De verantwoordelijkheid ligt 100 procent bij u wat dat betreft.
De vraag om uitleg is afgehandeld.