Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Het koninklijk besluit (KB) van 9 maart 2003 regelt de veiligheid van liften, in navolging van een Europese aanbeveling om maatregelen te nemen om de veiligheid van onderhoudspersoneel en gebruikers van liften te waarborgen. Liften die voor 1 januari 1958 in gebruik zijn genomen, moeten gemoderniseerd worden voor 31 december 2022. Dit betekent dat ze vanaf die datum moeten voldoen aan de nieuwe veiligheidsvoorschriften. De bewuste veiligheidsvoorschriften kunnen bij historische liften niet toegepast worden zonder te raken aan de erfgoedwaarden van de lift. De bezorgdheden over deze modernisering of liever technische aanpassingen aan historische liften zijn al meer aan bod gekomen in deze commissie. Ik erken dat uw administratie al herhaaldelijk inspanningen gedaan heeft om de bezorgdheden van eigenaars of beheerders van deze liften te verzachten of weg te nemen.
Federaal minister van Economie en Werk, Pierre-Yves Dermagne, kondigde al geruime tijd geleden aan dat hij de wettelijke termijn voor oude liften zonder historische waarde zou verlengen. Ook zijn er al voorstellen vanuit uw administratie overgemaakt aan de FOD Economie voor een KB voor de historische liften onder meer. De FOD Economie werd geacht dit verder uit te werken tot een geïntegreerd nieuw voorstel en duidelijkheid te verschaffen over de vervolgstappen en de timing.
In hun Eigenaarsmagazine van september 2022 maken de Verenigde Eigenaars zich zorgen over het feit dat er nog steeds geen verlenging van de deadline is en er ook geen verduidelijking is van wat er nu te gebeuren staat. Aangezien tot op heden de wettelijke deadline nog steeds ongewijzigd is, bevinden eigenaars of beheerders van deze liften zich binnen enkele maanden in de illegaliteit. Zij roepen dan ook op tot een snelle verduidelijking en het officialiseren van de aangekondigde verlenging van de termijnen.
In Brussel hebben de gewestelijke erfgoeddiensten de historische liften veiliggesteld door een inventaris op te maken en de mogelijkheid te scheppen om een certificaat van ‘historische waarde’ aan te vragen. De lift hoeft dan niet tegen het einde van dit jaar aangepast te worden, maar moet tegen eind 2027 in overeenstemming zijn met een nieuwe standaard die speciaal voor deze liften is ontworpen. Het doel is om de veiligheid te garanderen zonder afbreuk te doen aan de erfgoedwaarde van de lift. Hiervoor worden alternatieve technologieën toegestaan, zoals bijvoorbeeld elektronische veiligheidssystemen.
Ik heb volgende vragen.
Kunt u een stand van zaken geven over deze problematiek en wat meer duiding geven over eventuele bijkomende informatie die u hebt over de deadlines?
Hoe staat het Agentschap Onroerend Erfgoed tegenover het talmen van de federale overheid in dit dossier?
Zal er nogmaals overleg komen met minister Dermagne om hem hieromtrent aan te sporen tot actie?
Ziet u nog mogelijke stappen die u kunt nemen om de eigenaars of beheerders gerust te stellen, zoals in het Brussels model?
Minister Diependaele heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik steek mij niet graag weg, maar zoals ik al heb aangegeven in mijn eerdere antwoorden op de vele terechte vragen over de liftenproblematiek, zijn we voor een doorbraak in dit dossier volledig afhankelijk van het initiatief van de federale overheid, die weinig communicatief is over de vorderingen. Die afhankelijkheid is een lastige positie. Ik kan met mijn administratie alleen maar vaststellen dat de zaken traag maar gestaag evolueren.
De eerste noodzakelijke stap was het aanpassen van het KB over de beveiliging van liften, om onder meer de verlenging van de moderniseringsdeadline voor historische liften te regelen. De FOD Economie heeft samen met de gewestelijke onroerenderfgoedadministraties een aanpassings-KB voorbereid. De gesprekken daarover zijn begin dit jaar afgerond. In de zomer informeerde mijn administratie bij de FOD naar de stand van zaken. De FOD liet weten dat de goedkeuringsprocedure voor het Koninklijk Besluit intussen in een eindstadium zit. Deze maand werd onder meer het advies van de Raad van State verwacht, en moest ook de aanmeldingsprocedure bij de Europese Commissie zijn afgerond. Daarna zou het KB definitief kunnen worden goedgekeurd. Ik zal minister Dermagne nog eens aanschrijven, met het verzoek om ons formeel over de definitieve beslissing in te lichten en ook afspraken te maken over de communicatie. Zoals u zelf aanhaalt, is het inderdaad belangrijk dat er nu eindelijk duidelijkheid wordt geboden aan de lifteigenaren, zodat zij ook weten dat ze meer tijd krijgen voor aanpassingen. De oude deadline nadert immers, en communicatie is van belang om te vermijden dat er overhaaste beslissingen worden genomen ten koste van het erfgoed.
Het is in afwachting van de definitieve goedkeuring van het KB moeilijk om dieper in te gaan op de inhoud ervan, maar afgezien van de verlengde deadline voor de modernisering van het oudste liftensegment, blijft het de bedoeling dat voor liften waarvan de erfgoedwaarde door de bevoegde administraties wordt erkend, oplossingen op maat worden gezocht. De FOD heeft intussen werkgroepen opgericht die zich verdiepen in de manier waarop voor bepaalde waardevolle liftonderdelen kan worden afgeweken van de standaardveiligheidsoplossingen. De werkgroepen, waarin ook de erfgoedadministraties vertegenwoordigd zijn, leggen de focus op de karakteristieke kenmerken van een lift met erfgoedwaarde: open schachten met traliewerk, vouwdeuren met openingen, liftcabines met glazen daken.
In tegenstelling tot de Brusselse collega’s hebben we in Vlaanderen niet gekozen voor een gerichte inventarisatie van historische liften. Om in aanmerking te komen voor een uitzonderingsregime, blijft het inderdaad belangrijk dat liften met erfgoedwaarde als dusdanig worden erkend. Eigenaars van liften die vóór 1 januari 1958 in gebruik zijn genomen, konden al en kunnen nog steeds een attest ‘lift met historische waarde’ aanvragen bij de erfgoedadministraties. In deze attesten lijsten de administraties dan de erfgoedkenmerken en -elementen op die van belang zijn voor de lift. Dat principe blijft overeind en levert op zijn minst voor Vlaanderen bevredigende resultaten op: er zijn in totaal al 98 attesten ‘liften met historische waarde’ uitgereikt, waarvan 34 vorig jaar en 27 dit jaar. De regelmaat van aanvragen toont aan dat de procedure intussen duidelijk gekend is bij veel eigenaars van liften en syndici.
Zoals aangehaald, wordt het wel hoog tijd dat eigenaren op de hoogte worden gebracht van de verlengde moderniseringsdeadline. Voor het oudste liftensegment verstrijkt die normaal gezien eind dit jaar. Federaal minister Pierre-Yves Dermagne gaf al aan dat de deadline voor liften die vóór 1 januari 1958 in gebruik zijn genomen en erfgoedwaarde hebben, wordt verlengd met vijf jaar, of met andere woorden tot 31 december 2027. De termijn voor modernisering van liften die vóór 1 januari 1958 in gebruik zijn genomen maar niet over erfgoedwaarde beschikken, werd met één jaar verlengd, tot 31 december 2023. Zodra het KB formeel is goedgekeurd, kunnen en zullen we dus opnieuw gericht communiceren.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Vooreerst: het veiligheidsaspect moet zeker primeren. Historische liften moeten zeker gemoderniseerd worden, zodat zij op een veilige manier gebruikt kunnen worden. Maar daarbij moet de erfgoedwaarde maximaal bewaard kunnen worden. Een paar jaar geleden is er eens een dodelijk ongeval gebeurd met een dergelijke lift. Hebt u weet van recentere gevallen? Er is nog altijd geen wettelijke deadline. Dat blijft vaststeken op het federale niveau. Ik denk dat net het federale niveau op veel vlakken het probleem is. Als er tegen eind 2022 geen duidelijkheid kan komen, gaat u dan toch nog bepaalde stappen ondernemen zoals bijvoorbeeld in Brussel? Daar moeten die liften pas in 2027 in orde zijn. Maar kunt u dat nu nog? Had u daar niet veel vroeger moeten mee beginnen?
Ik kan mij inbeelden dat er eigenaars zijn die door de onzekerheid in alle stilte hun historische liften willen laten vervangen. Hebt u zicht op het aantal gevallen van liften met enige gekende erfgoedwaarde die toch al vervangen zijn? Is er in Vlaanderen wel een inventaris van historische liften? Zo niet, waarom wordt daar geen werk van gemaakt? Ik weet dat dit in het verleden een keuze was. In de meerderheid kon je vorig jaar al horen dat de lokale besturen moesten worden aangemoedigd en ondersteund om zelf een inventaris op te stellen. Zo stond het in een resolutie. In hoeverre is dat uiteindelijk dan gebeurd? In diezelfde resolutie werd gevraagd om uit te zoeken hoe de werking van die subcommissie verbeterd kon worden. Wat is daarvan de stand van zaken?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Het is inderdaad vervelend dat er nog altijd geen duidelijkheid is over het uitstel. Er staat formeel op de website van de FOD Economie dat er uitstel zal komen, maar dat dit moet komen van een wetgevend initiatief. Dat is bijzonder vervelend. Bedankt, minister, dat u zult blijven aandringen. Ik heb begrepen dat er vooral contacten zijn geweest op het niveau van de administratie. Maar ik wil er toch op aandringen dat u zelf, persoonlijk, uw federale collega Dermagne daarover aanspreekt.
Wij hebben daarover een resolutie goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Wat is de stand van zaken van de uitvoering daarvan, minister?
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik heb hier ook al vragen over gesteld én over het uitblijven van een spoedige oplossing die inderdaad door de federale overheid geboden moet worden. Ik herinner mij ook dat ongeval van enkele jaren geleden waar collega Slagmulder naar verwijst. Dat was een ongeval met een lift uit de jaren 70. Dat was geen historische lift. In mijn eerdere vragen heb ik er al op gewezen dat het probleem bij die dubbele lift was dat kinderen ze alleen namen. Dat was het veiligheidsaspect in dat geval. Veiligheid kan nooit voor 100 percent worden gegarandeerd. Maar in elk geval duurt de regeling te lang.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dat het te lang duurt, daar ben ik het natuurlijk mee eens. Anderzijds is het evenwicht tussen erfgoed en veiligheid wel belangrijk. Ik ga minister Dermagne een brief sturen om hem tot enige spoed aan te zetten. Er is wel degelijk onderlegd op kabinetsniveau en dus niet alleen tussen de administraties. Zelf heb ik daarover niet met mijnheer Dermagne overlegd. Ik weet ook niet of dat echt zoveel zoden aan de dijk zou brengen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.