Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Verslag
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, eind augustus 2022 zijn een aantal artikels verschenen over zorgboerderijen. We kunnen het zeker toejuichen dat ook in de reguliere pers aandacht is voor zoveel moois dat gebeurt op de zorgboerderij.
Een eerste artikel verscheen in Vilt op 26 augustus 2022. Dat had eigenlijk een eerder negatieve boodschap. Er stond dat het aantal zorgboerderijen met 20 procent is gedaald door en tijdens corona. Tijdens en door corona is de groene zorg in Vlaanderen sterk teruggelopen. In 2020 hebben 368 Vlaamse zorgboerderijen samen 645 kwetsbare mensen opgevangen. In totaal ging het om 39.480 zorgactiviteiten. Dat was een daling van een vijfde tegenover 2019. Dat stond in het jaarrapport zorgactiviteiten 2020 dat door u werd gepresenteerd op het blauwebessenbedrijf Blueberry Fields in Beringen, in Limburg. Uit meer recente cijfers van koepelorganisatie Groene Zorg lijkt deze teruggang zich te herstellen. Dat is toch enigszins positief nieuws.
In De Standaard stond een dag later, op zaterdag 27 augustus 2022, een artikel met als titel 'Een zorgboerderij geeft rust en zelfvertrouwen’. Zeker zij die het thema al wat langer opvolgen, weten dat dit eigenlijk geen nieuws is. Het zal misschien voor velen wel als nieuws overkomen. In die krant stond een getuigenis van de zaakvoerster en de hulpboer van Blueberry Fields. Dat is een landbouwbedrijf dat de populaire blauwe bessen teelt en daarnaast al vijftien jaar een zorgboerderij is. Op zorgboerderijen kunnen kwetsbare jongeren en mensen meewerken en tot rust komen, onder meer door het verzorgen van planten en dieren. Dat verdient alle waardering.
Ik had van u, minister, graag een antwoord gekregen op de volgende vragen. Hoe evalueert u de evolutie van de cijfers van de groene zorg, zowel wat betreft de vraag als het aanbod? Welke bijkomende beleidsmaatregelen zult u treffen om de groene zorg een stabieler en duurzaam karakter te geven?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega De Roo, voor deze belangrijke vraag. Ik wil absoluut onderstrepen dat zorgboerderijen voor mij heel belangrijk zijn. Op die manier draagt ook de landbouwsector een heel belangrijke steen bij aan een warm en inclusief Vlaanderen.
Groene zorg is een ruim begrip en omvat ook initiatieven die buiten de professionele landbouw vallen en initiatieven die vanuit het departement Welzijn ondersteund worden via de zogenaamde groenezorginitiatieven. Vanuit mijn bevoegdheid als minister van Landbouw sta ik in voor de ondersteuning van landbouwers via de subsidie voor zorgboerderijactiviteiten, waarbij landbouwers een vergoeding van 20 euro per halve of 40 euro per volledige dag ontvangen waarmee ze instaan voor de begeleiding en de opvang van zorgvragers op hun bedrijf.
De cijfers in het jaarrapport van 2020 tonen aan dat er in heel Vlaanderen en binnen de verschillende deelsectoren van de land- en tuinbouw nog steeds heel veel landbouwers zijn die zich inzetten om zorgvragers een plek en een zinvolle dagbesteding te geven op hun bedrijf. Er was in 2020 een kleine terugval, dat klopt, in het aantal actieve zorgboeren en het aantal zorgactiviteiten. De coronapandemie heeft daar uiteraard een heel groot aandeel in gehad. De pandemie zorgde ervoor dat er minder zorgboeren actief waren, minder zorgboerderijactiviteiten werden uitgevoerd en minder landbouwers zijn gestart met zorgboerderijactiviteiten. Elke evolutie moeten we natuurlijk kaderen in de dalende trend in het totale aantal landbouwbedrijven in Vlaanderen, wat ook een impact heeft op het aantal zorgboerderijen.
Wat uw tweede vraag betreft: ik vind het heel waardevol dat onze land- en tuinbouwers kwetsbare mensen opvangen op hun bedrijf en hun een zinvolle dagbesteding geven. Zo nemen ze, zoals ik al zei, een heel belangrijk engagement op om onze maatschappij inclusiever te maken. Dat is een rol waarvoor de sector, wat mij betreft, nog meer waardering mag krijgen. Ik wil hen dan ook verder blijven ondersteunen en zal de nodige middelen blijven vrijmaken om de zorgfunctie van landbouwbedrijven ook in de toekomst verder te blijven ondersteunen.
De cijfers uit het jaarrapport van 2020 tonen aan dat er heel veel verschillende soorten zorgboerderijovereenkomsten zijn. Zo zijn er heel wat kortlopende overeenkomsten via onder andere de CLB’s. Daarnaast zijn er ook overeenkomsten die al meerdere jaren actief zijn, met zelfs uitschieters voor samenwerkingen waarbij landbouwers al meer dan vijftien jaar eenzelfde zorgvrager opvangen op hun bedrijf. Deze langdurige samenwerkingen zijn voor mij een heel mooi bewijs van het duurzame karakter van deze maatregel. Dat sterkt ons in de overtuiging om het beleid daaromtrent voort te zetten en verder te versterken.
Ik vind het ook belangrijk om te verwijzen naar de evaluaties. Jaarlijks vindt er een evaluatievergadering plaats met de betrokken beleidsdomeinen en het Steunpunt Groene Zorg, waar uitdagingen en knelpunten besproken worden om na te gaan waar, indien nodig, kan en moet worden bijgestuurd.
In het voorjaar van 2021 heeft mijn administratie geïnvesteerd in een volledig nieuwe e-loketapplicatie om het administratieve luik van de zorgboerderijsubsidie te vereenvoudigen voor de landbouwers. Zo zorg ik ervoor dat de drempel om zich aan te melden als nieuwe zorgboerderij, om een zorgboerderijovereenkomst op te maken en om subsidies aan te vragen zo laag mogelijk is. Daarnaast biedt mijn administratie een infolijn aan om landbouwers verder te helpen met alle vragen over de subsidiemaatregel en werden er ook verschillende filmpjes en handleidingen gemaakt om landbouwers te informeren over de verschillende stappen in het subsidieproces.
Via de subsidiemaatregel naschoolse landbouwvorming ondersteun ik jaarlijks ook heel wat vormingen en infosessies die landbouwers infomeren over de mogelijkheden om een zorgboerderij op te starten, alsook vormingsactiviteiten die focussen op het ondersteunen van reeds actieve zorgboeren. Daarnaast voorziet het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) eveneens subsidies voor specifieke investeringen in het kader van de opvang van zorgvragers op het bedrijf, zoals bijvoorbeeld het bouwen en inrichten van een keuken, refter en sanitair voor de opvang van zorgvragers.
Ik hoop oprecht dat we land- en tuinbouwers in Vlaanderen kunnen blijven enthousiasmeren, warm maken, prikkelen om hun sociaal engagement, dat sociale ondernemerschap dat hen zo eigen is, ook in de toekomst aan de dag te blijven leggen en dat we hen daar verder in blijven ondersteunen. Daarom vind ik het belangrijk dat we hen blijven wijzen op de mogelijke ondersteunende maatregelen in de vorm van de subsidie.
De heer De Roo heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U hebt daarin op een aantal facetten aangeduid dat u die zorgboerderijen effectief waardeert. Het verlagen van administratieve drempels is daarin een zeer belangrijk element. We moeten ervoor zorgen dat er waar nodig kan worden bijgestuurd, en het lijkt mij dan ook zeker ook nuttig om jaarlijks een evaluatie te doen. En dat er ook via het VLIF ondersteuning is, zet dat ook nog eens kracht bij.
Er is weliswaar een vergoeding voorzien: 20 of 40 euro, voor een halve of een volledige dag. Ik denk dat iedereen het al weet, maar ik wil hier toch ook uitspreken dat land- en tuinbouwers die in zo'n systeem stappen, dat natuurlijk niet moeten doen voor die vergoeding. De tijd die ze daarin investeren, weegt vaak niet op tegen de vergoeding. Maar het is wel goed dat er daar iets tegenover staat.
Minister, behalve het feit dat ik u nogmaals wil ondersteunen om voldoende actief te communiceren over die zorgboerderijen, zodat ook jonge landbouwers instappen in dat systeem, heb ik geen bijkomende vragen.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Minister, ik ben blij te horen dat u heel enthousiast bent. Want ik volg het ook op vanuit Welzijn, en daar zien we wel een stijging van het aantal initiatieven van de zorgboerderijen. Ik geloof er heel sterk in dat mensen met een beperking daar voldoening uit halen, net zoals de landbouwer uiteraard.
Ik ben blij van u te horen dat we de drempel zo laag mogelijk houden. Want soms hoor je wel dat ze daarmee willen starten, maar dat ze niet weten waar ze daarvoor moeten zijn of hoe het met de administratie zit.
We kunnen hier wel vaststellen dat er een daling is. U zegt ook dat er een dalende trend is in het algemeen bij de boerderijen. Maar is er door bijvoorbeeld Steunpunt Groene Zorg al eens een onderzoek gedaan naar de reden van de daling? Want als we al zoveel drempels weghalen en zoveel doen, wat kan dan mogelijk nog een drempel zijn om daar toch in te stappen? Is er al eens een onderzoek gedaan of een bevraging gebeurd door Steunpunt Groene Zorg om na te gaan vanwaar die daling zou kunnen komen?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik dank jullie voor de bijkomende vragen. Wat wij hebben begrepen uit de algemene evaluatie en ook door het gesprek aan te gaan met een aantal zorgboerderijen, is dat er voor de recente daling vooral werd verwezen naar corona. Maar de actuele economische realiteit in de landbouwsector en de zorgen die daar leven en die ons allemaal bekend zijn, werden toch ook in één adem genoemd. Dat zijn zorgen die we begrijpen en waar we met het toekomstige landbouwbeleid nu ook antwoorden op moeten bieden om zo weer aan te trekken met minstens het niveau van voorheen en de knik naar boven te kunnen maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.