Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de controle en sanctionering door VDAB
Verslag
Collega’s, mijn vraag gaat over de manier waarop we onze werkzoekenden aan de slag willen helpen. Er zijn nog steeds – ondanks de crisis waar we op dit moment in aan het geraken zijn – bijzonder veel vacatures om in te vullen, zeker als we kijken naar de voorbije twaalf maanden. Nochtans blijkt uit cijfers dat een grote groep werklozen moeilijker een baan lijkt te vinden en langer werkloos blijft. Om werkzoekenden aan een duurzame job te helpen, is VDAB uiteraard verantwoordelijk voor de wortelactivering – begeleiding, opleiding –, maar dus ook voor de stok, die sanctionering, als daar niet voldoende op wordt ingegaan.
Deze vraag gaat over de sanctiecijfers van VDAB voor het eerste semester van dit jaar. Het aantal ontvangen dossiers ligt opnieuw op het niveau van voor de coronacrisis. Je zou denken: dat is goed. VDAB en de manier waarop er gewerkt wordt, zijn opnieuw op het niveau van voor corona. Anderzijds zou de nijpende toestand op onze arbeidsmarkt er eigenlijk moeten kunnen toe leiden dat het aantal dossiers stijgt in plaats van daalt.
Als we kijken naar de reden van transmissie naar de controledienst zien we dat van de 15.170 ontvangen transmissiedossiers 73 procent werd overgemaakt omdat werkzoekenden niet opdaagden op een afspraak of een aangetekende afspraak. Bij de opstart van de controledienst was dit 82 procent. Daar zit een zekere verbetering in, zo u wilt. Toch blijft de reden ‘niet komen opdagen’ een zeer groot deel uitmaken van de redenen voor transmissie. Uit de cijfers blijkt ook dat er een zeer gering aantal transmissiedossiers is dat opgestart wordt wegens een effectief probleem met de actieve beschikbaarheid. Het is nochtans cruciaal dat de bemiddelaar erop toeziet dat de werkzoekende zelf voldoende inspanningen levert, en dat de bemiddelaar de werkzoekende ook voldoende en duidelijke opdrachten geeft en dit formaliseert. In dit kader merken we op dat het aantal afsprakenbladen, die de afspraken tussen werkzoekende en bemiddelaar formaliseren, gedaald is met 15 procent, als we 2021 vergelijken met 2020. De afsprakenbladen gelden als signaal dat het werkzoekgedrag bijgestuurd moet worden en zijn dus een bijzonder belangrijk instrument.
Ik heb nog wat andere cijfers. Zo blijkt dat slechts 7 procent van de transmissiedossiers worden opgestart wegens werkweigeringen. Dit percentage is iets hoger dan de voorbije jaren, wat mogelijk te wijten is aan een nieuwe manier van opvolging. Het aandeel van werkweigeringen in de transmissiedossiers is wel nog steeds vrij laag. Als VDAB – zoals hij aankondigt – sterker zou inzetten op het begeleiden van werkzoekenden naar knelpuntvacatures, zouden er normaal veel meer disputen kunnen ontstaan over het eventueel niet aanvaarden van een knelpuntopleiding, een individuele beroepsopleiding (IBO) of een gepaste job.
We stellen ook een merkbare stijging vast van het ontvankelijkheidspercentage van de doorgestuurde dossiers tot 73 procent. Dit wijst erop dat er meer aandacht wordt besteed aan de kwaliteit van de dossiers, wat de controledienst ook toelaat om meer dossiers te behandelen. De belangrijkste reden van ontvankelijkheid blijft weliswaar ongewijzigd en problematisch, namelijk dat de werkzoekende niet uitkeringsgerechtigd is. Dit is een signaal dat bemiddelaars bij het overmaken van dossiers het al dan niet recht hebben op een werkloosheidsuitkering zelf nog steeds onvoldoende kunnen controleren en inschatten. Dit is dus zeker nog voor verbetering vatbaar.
Vandaar dat ik een aantal vragen heb, minister.
Hoe evalueert u het nieuwe model van integratief bemiddelen?
Hoe kijkt u naar het geringe aantal transmissiedossiers wegens gebrek aan actieve bemiddeling? Zien de bemiddelaars er voldoende op toe dat werkzoekenden zelf voldoende inspanningen leveren en krijgen de werkzoekenden een voldoende aantal en duidelijke opdrachten mee? Of moet dit geringe aantal net als een positief signaal gezien worden, namelijk dat het overgrote deel van de werkzoekenden zelf wel voldoende inspanningen levert?
Welke verklaring ziet u voor het gedaalde aantal afsprakenbladen? Ziet u oplossingen om het proces dat de afspraken tussen bemiddelaar en werkzoekende formaliseert, te verbeteren?
Hoe verklaart u dat we naast de stijging van het aantal effectieve sancties wel een sterke daling van het aantal signalen zien dat aan werkzoekenden wordt gegeven? Is dit een effect dat we kunnen toeschrijven aan het nieuwe model van integratief bemiddelen?
We merken een gestegen aantal werkweigeringen. Worden werkzoekenden in de nieuwe methode van opvolging sterker begeleid richting knelpuntvacatures? Zijn er initiatieven om werkzoekenden nog sterker toe te leiden naar knelpuntvacatures?
Zijn er initiatieven om de informatiedoorstroming te verbeteren zodat de bemiddelaars over voldoende informatie beschikken om te kunnen controleren of de werkzoekende al dan niet recht heeft op een uitkering, om zo het ontvankelijkheidspercentage omhoog te helpen?
De heer Ronse heeft het woord.
De voorzitter heeft de problematiek voortreffelijk ingeleid, dus ik ga dat niet allemaal meer herhalen.
Ik wil nog ergens op wijzen. Voorzitter, u hebt goed geschetst dat het aantal sancties gestegen is en het aantal transmissies een stukje gezakt, maar ik wil een plenaire vergadering van een aantal maanden geleden in herinnering brengen, toen we het hadden over die afsprakenbladen. Kennelijk misten een aantal van die afsprakenbladen een objectieve neerslag, waardoor een sanctie niet mogelijk was. Dat is een probleem dat ik in deze vraagstelling wil meenemen.
Minister, mijn vragen aan u zijn vergelijkbaar met die van onze eerbare voorzitter.
Eerst en vooral, hoe verklaart u het verhoogd aantal sancties? Is dat te wijten aan uw voortreffelijk, uitstekend, excellent beleid of liggen daar andere zaken van aan de grondslag? Zijn de werkzoekenden misschien stouter of minder correct geworden?
Hoeveel werkzoekenden werden er in de eerste helft van 2022 effectief geschorst?
Wat is de stand van zaken van de hervorming van de bemiddelings- en transmissieprocedure door VDAB? Moeten daarvoor nog regelgevende stappen worden gezet?
Werden de hiaten in het regelgevend kader en de onduidelijkheden omtrent het afsprakenblad met betrekking tot het nakomen van afspraken en engagementen weggewerkt? Zo’n afsprakenblad zou altijd de grondslag moeten vormen voor sanctioneren. Het zou eigenlijk doodjammer zijn dat je als bemiddelaar moet zeggen tegen persoon X: ‘We hadden dit en dat afgesproken. U trekt zich daar niets van aan, maar ik kan niets doen, want die zaken die we hadden afgesproken, ontbreken een formele grondslag in dat afsprakenblad.’ Hoe wordt daar verder mee omgegaan?
Minister Brouns heeft het woord.
Collega’s, een van onze prioriteiten deze legislatuur is om werk te maken van een sluitende bemiddeling op maat van werkzoekenden. We willen dat VDAB werkzoekenden sneller begeleidt en hun een traject op maat biedt, maar ook waar nodig een sanctie kan opleggen. De doelstelling daarbij is om werkzoekenden beter aan een job te helpen en vacatures sneller in te vullen.
Met het nieuwe bemiddelingsmodel zetten we in op heldere afspraken met de werkzoekenden en de opvolging ervan. We coachen de bemiddelaars ook intensiever om de verschillende taken als bemiddelaar op te nemen, zowel op het vlak van begeleiding als opvolging en controle van de werkzoekende. Dit moet uiteindelijk leiden tot meer impact op de begeleiding en houding van de werkzoekende.
We moeten nu kijken naar de effecten in de praktijk om zo ook de komende jaren verder te investeren om het model te verfijnen en te verankeren op de werkvloer. De evolutie van de bemiddelings- en sanctiecijfers speelt daarin uiteraard een cruciale rol.
Als we kijken naar de sancties in het eerste semester van dit jaar, dan stellen we vast dat het aantal is gestegen ten opzichte van het jaar voordien. Net als bij vele andere diensten was de impact van de covidcrisis op de werkvloer ook bij VDAB significant. De aanzienlijke stijging van het aantal sancties in het eerste semester van 2022 geeft aan dat deze covidimpact op de werkvloer reeds is verteerd.
Daarnaast heeft VDAB het afgelopen jaar intensief gewerkt rond individuele en teamcoaching, als onderdeel van de nieuwe bemiddelingsstrategie. Het lijdt geen twijfel dat die aanpak een positieve impact heeft op de manier waarop de bemiddelaars omgaan met werkzoekenden. Het model van integratief bemiddelen zorgt daarbij voor een kortere opvolging van de werkzoekende, door een betere communicatie, en met een sterk gebruik van concrete opdrachten.
We noteerden alvast een hogere instroom aan transmissies in de controledienst én een hogere ontvankelijkheidsgraad, wat aangeeft dat er ook op de kwaliteit van de transmissiedossiers wordt gewerkt. Dit zorgt finaal voor een hoger aantal sancties.
Er waren een aantal vragen naar cijfers. Laat me beginnen met de laatste vraag.
In de eerste helft van 2022 werd er in 4681 dossiers een tijdelijke of definitieve schorsing van de uitkering als sanctie opgelegd. Dit komt overeen met 75,2 procent van de genomen sancties. Daarnaast waren er 4,6 procent verwittigingen en 20,2 procent negatieve evaluaties voor jongeren in beroepsinschakelingstijd. Na een negatieve evaluatie verliest een jongere zijn uitkering niet. Het betekent echter wel dat de jongere langer moet wachten om toegang te krijgen tot de inschakelingsuitkeringen.
Het klopt dat het aantal sancties in het kader van actieve beschikbaarheid nog beperkt is, maar dat is zeker geen slecht teken. We verwachten immers van VDAB dat ze werkzoekenden actief begeleiden naar werk. Tijdens het bemiddelingsproces krijgen werkzoekenden die zelf te weinig actief zoekgedrag vertonen, een concreet aanbod van VDAB of een concreet te vervullen actie, waarmee het sanctioneringskader ook verschuift naar de passieve beschikbaarheid. Zo is er bijvoorbeeld een stijging van het aantal sancties als gevolg van een werkweigering. In het nieuwe model wordt immers meer nadruk gelegd op het gebruik van concrete opdrachten, zoals sollicitatieopdrachten. Desalniettemin investeert VDAB verder in de ontwikkeling van gespreksleidraden voor de bemiddelaar, waarin de controle op de actieve beschikbaarheid een prominente plaats zal krijgen.
We zien tegelijk dat er met de stijging van het aantal sancties een daling is van het aantal formele afsprakenbladen. Er is op dit moment geen eenduidige verklaring daarvoor die ik u kan meegeven. Mogelijk is dit het gevolg van het model integratief bemiddelen, waarbij de focus op een preventieve aanpak wordt gelegd, of komt het doordat de procedure tot sancties vlotter wordt doorlopen zonder al te lang in de fase van de afsprakenbladen te blijven. VDAB zal dit verder onderzoeken en indien nodig remediëren.
De onduidelijkheden omtrent de afsprakenbladen zijn aangepakt. Daarvoor werden drie pistes bewandeld. Ten eerste werd de redactie van de communicatie geactualiseerd. In de geschreven communicatie worden de verwachtingen, de opdrachten en de rechten en plichten meer uitgebreid toegelicht. Daardoor is er minder verwarring en onduidelijkheid bij de werkzoekenden. Ten tweede werd het opleidingspakket rond het formuleren van opdrachten voor bemiddelaars geactualiseerd en opnieuw onder de aandacht gebracht. Ten derde wordt in het kader van het model integratief bemiddelen meer aandacht besteed aan de gesprekstechnieken en de gespreksstructuren, zodat de bemiddelaar tijdens het gesprek meer ruimte creëert om rechten, plichten en verwachtingen toe te lichten.
De benodigde regelgevende stappen voor de hervorming van de bemiddelings- en transmissieprocedure, zoals de juridische verankering van de digitale bemiddeling, werden gezet. De volgende stap is het uitwerken van de technische en functionele analyse om tot een aanpassing van de systemen te komen. Voor de programmatie van de systeemwijziging, waaronder de informatiedoorstroming richting bemiddelaars omtrent het recht op uitkeringen van werkzoekenden, zal aanzienlijke ontwikkelingscapaciteit vereist zijn. Die capaciteit is ook noodzakelijk voor andere grote projecten zoals individueel maatwerk en diverse projecten uit het werkgelegenheidsakkoord. Deze prioritering zal de komende weken verder worden gemaakt in overleg met de raad van bestuur van VDAB. Ik kan daarover dus voorlopig nog geen verdere heel concrete timing meegeven. Collega’s, u hoort het: er worden stappen vooruit gezet. Dit lijkt zich toch wel te vertalen in de eerste sanctiecijfers voor dit jaar. We staan ondertussen niet stil en bereiden de volgende stappen al voor richting een meer sluitende bemiddeling op maat van elke werkzoekende.
Dank u wel. Ik denk dat we ons allemaal wel kunnen vinden in dat laatste, een meer sluitende bemiddeling. Dat is in eerste instantie een positieve aanpak. Ik denk dat we in Zwitserland en Oostenrijk hebben gezien hoe belangrijk het is om kort op de bal te spelen, om mensen snel te helpen op een adequate manier en tegelijk ook voldoende te verwachten van die werkzoekenden. Snelheid is dus essentieel bij het bemiddelingsproces. Ik denk dat VDAB op dat vlak nog winst te boeken heeft, dat daar sneller een duidelijk aanbod moet worden geformuleerd, zij het opleiding, zij het begeleiding, zij het sollicitatieopdrachten. Minister, dat is nog een bijkomende vraag. U zegt meer te werken richting bijvoorbeeld sollicitatieopdrachten, met een concreet aanbod. Tegelijk zien we dat het aantal afsprakenbladen, de formele manier waarop de verwachtingen ten aanzien van werkzoekenden worden genoteerd, daalt. Kunnen we niet het geheel van de manier waarop we communiceren naar werkzoekenden gaan hervormen, misschien het te formele karakter van de afsprakenbladen wat verlaten, maar wel sneller kunnen sanctioneren als er niet wordt ingespeeld op sollicitatieopdrachten en eventuele andere aanbiedingen die VDAB doet om werkzoekenden te helpen? Kunnen we dus de manier van werken, van het formaliseren van de afspraken ten aanzien van werkzoekenden niet op een soepelere en andere manier gaan aanpakken, zodat we ook op dat vlak korter op de bal gaan spelen?
De heer Ronse heeft het woord.
De voorzitter verwees net naar de buitenlandse zending die we hebben mogen doen. Tussen haakjes: de voorzitter heeft die voortreffelijk geleid. Ikzelf was bijzonder onder de indruk van hoe ze in het kanton Zürich omgaan met werkzoekenden. Zoals de voorzitter aangaf, worden er daar niet te grote formele afsprakenbladen gemaakt. Maar uitkeringsgerechtigd werkloos zijn wordt daar wel gezien als een voltijdse job. Werkzoekenden moeten bijna week na week kunnen aantonen dat ze voltijds bezig zijn met inspanningen om een job te vinden. Ze worden uiteraard ondersteund, via een opleidingspakket enzovoort. Maar ze moeten dat werkelijk voltijds aantonen. En ze zijn ook wel gedreven, want de werkloosheidsuitkering is daar beperkt in de tijd, afhankelijk van de leeftijd tussen negentig en zeshonderd dagen.
Ik vind de suggestie van onze voorzitter eigenlijk wel niet slecht om dat model deels te kopiëren, waarbij het voor de bemiddelaar eenvoudiger is om een afsprakenblad op te stellen. Want zoals ik het uit het antwoord hoor, wordt dat nu een zeer formele en zware procedure, terwijl we er eigenlijk van mogen uitgaan dat elke werkzoekende die een uitkering ontvangt er álles aan doet om een job te vinden. Daarom ben ik er zelf wat van geschrokken dat er bij de dienstenchequewerknemers maar ongeveer zesduizend zogezegde werkzoekenden zijn voor dienstencheques, terwijl we zo veel meer werkzoekenden hebben. Eigenlijk zouden ze het bijna allemaal moeten zijn.
Minister, kan er een opening worden gemaakt om dat hele systeem van de afsprakenbladen en de formalisering gezamenlijk te herzien zodat we veel korter op de bal kunnen spelen en de werkzoekenden nog veel sneller uitstromen naar werk?
Minister Brouns heeft het woord.
Jullie weten dat ik jullie bondgenoot ben op dat vlak. We zitten echter met een aantal rechten van de werkzoekenden die we moeten respecteren. Dat neemt niet weg dat de performantie van de hele procedure en het werken met die bladen wat mij betreft permanent kan worden verbeterd als daar goede voorstellen en goede suggesties toe zijn. Ik begrijp dat er daartoe recent een evaluatie is gebeurd.
Als er suggesties zijn tot aanpassing of verbetering van het formalistische karakter ervan, ben ik de eerste om dat verder op te nemen met VDAB. Het is inderdaad belangrijk dat de afspraken correct worden toegepast en dat je de duidelijke afspraken kúnt controleren. Dat kader moet er wel zijn. Maar als er efficiëntiewinsten kunnen worden geboekt, als sommige zaken inderdaad te formalistisch zijn en eerder een drempel of vertraging zouden kunnen zijn, ben ik er inderdaad toe bereid om dat verder kritisch te bekijken.
Minister, we zijn blij met de bereidheid om dat kritisch te bekijken en nieuwe stappen te zetten in het bemiddelings- en opvolgingsproces ten aanzien van werkzoekenden. De nijpende arbeidsmarkt is een constante, ondanks de moeilijkere economische situatie. We kunnen het ons niet veroorloven dat mensen er de kantjes vanaf lopen. We hebben iedereen nodig op de arbeidsmarkt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.