Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de aanpak van misbruik bij economische migranten
Verslag
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Voorzitter, vorig jaar hadden we het zware werfongeval in de Antwerpse school, daarna hadden we de kinderarbeid in de postpakketbedeling en deze zomer kwam – ‘horresco referens’ – aan het licht dat op een werf bij chemiebedrijf Borealis in Kallo slachtoffers van mensenhandel aan het werk waren. Het gaat om uitbuiting van buitenlandse werknemers, waarbij alle regels met de voeten worden getreden. Mensen werken hier aan een hongerloon en zijn gehuisvest in zeer povere omstandigheden.
Er zijn dus signalen genoeg die erop wijzen dat er dringend nood is aan meer handhaving. Op Vlaams niveau zijn er nog steeds onvoldoende inspecteurs om dit probleem echt aan te pakken.
Naar aanleiding van de inbreuken op de Borealissite verkondigde u, minister, in de media een topprioriteit te willen maken van het terugdringen van illegale arbeid. Tijdens de commissievergadering van 2 juni 2022 zei u hier dat de capaciteit voor controle en handhaving werd versterkt met tien extra inspecteurs bij de Vlaamse Sociale Inspectie (VSI).
Recent vernamen we in de media dat het overgrote deel van de slachtoffers op de Borealissite nog geen hulp zou hebben gekregen. Erger nog, een deel van die mensen zou opnieuw illegaal aangetroffen zijn op de BASF-site en dus opnieuw het slachtoffer worden van uitbuiting. Ze wachten dus al meerdere maanden op hulp om weer aan de slag te kunnen gaan. Ze willen werken, ze zijn hier om te werken. Er is een krapte op de arbeidsmarkt. Waar wacht men dus op om, ten eerste, de misbruiken aan te pakken, ten tweede, het eigen Vlaamse instrumentarium te versterken, ten derde, uiteraard samen te werken met de andere overheden, de federale overheid niet het minst, en, ten vierde, om de mensen die er zijn opnieuw op een legale manier toe te leiden naar de arbeidsmarkt?
Minister, vandaar een aantal zeer concrete vragen.
Hoe worden de inspecteurs ingezet om economische uitbuiting en fraude met arbeidskaarten op te sporen?
Zullen er meer inspecties worden uitgevoerd op tewerkstelling van buitenlandse werknemers en zelfstandigen, en op fraude met arbeidskaarten?
Hoe verzekert men dat onderaannemers effectief gecontroleerd worden?
Klopt het dat er nog maar 55 Borealisslachtoffers geholpen werden door VDAB? Op welke manier worden ze begeleid naar werk? Hoe zullen de andere slachtoffers geholpen worden?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Deze zomer hebben de federale en Vlaamse sociale inspectiediensten een groot onderzoek gevoerd naar mogelijke slachtoffers van mensenhandel op een bouwwerf van chemiebedrijf Borealis in de Waaslandhaven. Na het onderzoek werden er jammer genoeg heel wat inbreuken vastgesteld. Intussen werden al 174 mogelijke slachtoffers van mensenhandel geïdentificeerd. 138 slachtoffers zouden ondertussen het statuut van slachtoffers van mensenhandel hebben verkregen.
U hebt ondertussen in de pers aangekondigd een nultolerantie te zullen hanteren en heel strikte maatregelen te zullen treffen. U zou onder andere de boetes voor het tewerkstellen van illegale personen verhogen. U wilt ook een grotere verantwoordelijkheid leggen bij de opdrachtgevers en aannemers, door de mogelijkheid te schrappen om de aansprakelijkheid contractueel uit te sluiten. Er zal ook in het Departement Werk en Sociale Economie een nieuwe cel met drie voltijdse medewerkers worden opgericht die specifieke dossiers van grote aanvragers van arbeiders zal behandelen. Ten slotte wordt er ook een cel Detachering en Illegale Arbeid opgericht binnen de VSI, zodat de controles kunnen worden opgedreven.
Dat zijn belangrijke maatregelen. Een andere maatregel die u ondertussen hebt getroffen, is het intrekken van de arbeidskaarten van onder andere Borealis, maar ook van Antwerp Container Transport (ACT). Daarnaast werd VDAB mee ingeschakeld om de gedupeerde werknemers opnieuw aan het werk te helpen.
Minister, wat is de stand van zaken bij Borealis en ACT? Kunt u toelichting geven over het onderzoek en de registratie van slachtoffers van mensenhandel, alsook over de begeleiding van de ex-werknemers door VDAB? Hoeveel ex-werknemers hebben er al een andere job?
Ik wil even aansluiten bij de vraag van collega Gennez. Klopt het dat er van die werknemers ondertussen opnieuw zijn aangetroffen op de werf en dus opnieuw in een afhankelijke situatie zijn terechtgekomen?
U hebt onlangs nieuwe maatregelen aangekondigd om het misbruik aan te pakken. Welke timing hanteert u om deze maatregelen te laten ingaan en de cellen volledig operationeel te krijgen? Welke andere acties neemt u eventueel nog om het misbruik aan te pakken?
Hoeveel meldingen zijn er dit jaar geregistreerd bij de VSI omtrent misbruik van economische migranten?
Kunt u toelichting geven over de samenwerking tussen het Vlaamse en het federale niveau? Wanneer bent u hierover met uw federale collega in overleg geweest? Of plant u dat nog?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw belangrijke vragen over deze dossiers.
Het klopt inderdaad, collega De Vreese, dat er deze zomer twee grote inbreukdossiers waren binnen de economische migratie. Eerst was er het dossier Antwerp Container Transport, en daarna het dossier Borealis. In tegenstelling tot bij ACT, is er bij Borealis mogelijk sprake van mensenhandel. Daarom zal ik voor beide dossiers een aparte stand van zaken geven.
De Vlaamse Sociale Inspectie voerde, samen met het Toezicht op de Sociale Wetten, op 5 april 2022 een controle uit bij ACT. Ik geef een overzicht van de vaststellingen die daar gedaan werden door de beide inspectiediensten. Er werden een aantal prestaties verricht door vrachtwagenchauffeurs die niet in Dimona (Déclaration Immédiate/Onmiddellijke Aangifte) gemeld werden. Die prestaties werden dus niet aangegeven bij de RSZ. Er werden al vijftig chauffeurs tewerkgesteld toen de procedure om een arbeidskaart te verkrijgen nog liep, terwijl ACT verklaarde dat zij nog in Turkije verbleven. Vijftig chauffeurs beschikten niet over een geldig Belgisch verblijfsdocument toen ze al aan de slag gingen vooraleer de arbeidskaart werd uitgereikt. Als verweer werd ingebracht dat deze vijftig chauffeurs bij een Bulgaarse onderaannemer tewerkgesteld waren. Het is belangrijk om hierbij te vermelden dat de Bulgaarse firma eveneens eigendom is van de eigenaar van ACT. Nadat de Vlaamse Sociale Inspectie contact opnam met de Bulgaarse inspectiediensten bleek dat de vrachtwagenchauffeurs niet gekend zijn in Bulgarije. Daarnaast werden er geen lonen uitgekeerd voor prestaties op zon- en feestdagen.
Dat is toch wel een hele kluif en een hele lijst van inbreuken. Intussen is het bestuurlijk onderzoek naar ACT afgerond en werden de vaststellingen overgemaakt aan het arbeidsauditoraat van Antwerpen. In dit onderzoek is er dus geen sprake van slachtoffers van mensenhandel, maar er zijn wel flagrante inbreuken op het vlak van zowel de economische migratieregelgeving als op het vlak van de arbeids- en socialezekerheidswetgeving. De arbeidsauditeur zal beslissen of er een doorverwijzing gebeurt naar de correctionele rechtbank. Tot zover het strafrechtelijke luik van de zaak.
Wat het bestuurlijke luik betreft heeft de Dienst Economische Migratie op basis van de vastgestelde inbreuken bij ACT de 161 arbeidskaarten die aan ACT werden uitgereikt, ingetrokken. ACT ging in beroep, maar ik heb in beroep die beslissing bevestigd. Het Toezicht Sociale Wetten heeft hun ook 624.000 euro aan regularisaties opgelegd. Die werden intussen betaald.
In dit verhaal zijn er natuurlijk ook slachtoffers, namelijk de vrachtwagenchauffeurs. Dat is toch wel belangrijk om te benadrukken. Daarom vond ik het belangrijk om ervoor te zorgen dat zij snel geïnformeerd werden over de beslissing en over hun rechten. Na de intrekking van hun arbeidskaart krijgen zij namelijk drie maanden de tijd om vanuit Vlaanderen een nieuwe job te zoeken. Ik heb ook aan VDAB gevraagd om dat van heel nabij op te volgen, en ik ben tevreden dat we vandaag kunnen meedelen dat aan 104 ex-werknemers al een nieuwe arbeidskaart werd uitgereikt, voor een job als vrachtwagenchauffeur bij een nieuwe werkgever. Dat is begrijpelijk, want zoals u weet is vrachtwagenchauffeur een knelpuntberoep en zijn alle handen dus nodig. Er zijn echter ook ex-werknemers die de keuze maakten om terug te keren naar Turkije.
Daarnaast is er de case van Borealis. De inspecteurs die door de Vlaamse Sociale Inspectie werden aangeworven in het kader van de Oekraïnecrisis, hebben op basis van een tip 56 illegalen aangetroffen op de Borealissite. Zij hadden een arbeidskaart moeten hebben, maar hadden er geen.
Het onderzoek naar de onderaannemers op de site van Borealis loopt op dit moment nog steeds. De Vlaamse Sociale Inspectie werkt hierbij heel nauw samen met de federale collega’s. Er worden op dit ogenblik nog volop werknemers verhoord. Borealis liet intussen weten de samenwerking met de onderaannemers Anki Technology en Irem stop te zetten. De Dienst Economische Migratie heeft beslist alle 317 bij hen lopende arbeidskaarten in te trekken. 145 mensen die aan de slag waren op de site van Borealis, al dan niet illegaal of zonder arbeidskaart, zijn voorlopig erkend als slachtoffer van mensenhandel. Het gaat om 45 Filipijnen, 30 Bengalezen en 70 Turken. Zoals u weet zijn er verschillende voorwaarden en fases om definitief als slachtoffer van mensenhandel erkend te worden.
U zult begrijpen dat we hier over het opsporingsonderzoek niet meer informatie kunnen geven. De tewerkstelling van mensen die voorlopig erkend zijn als slachtoffer van mensenhandel is minder eenvoudig dan die van mensen van wie een arbeidskaart is ingetrokken maar die niet in een traject zitten om erkend te worden als slachtoffer van mensenhandel. Terwijl de werknemers bij ACT drie maanden de tijd krijgen om een nieuwe werkgever te vinden, begint de procedure bij slachtoffers van mensenhandel pas na een wachttijd van 45 dagen. Die periode begint te lopen op het moment van intake bij Payoke, dat instaat voor de psychosociale begeleiding. Pas na die periode kan er opnieuw gewerkt worden.
Op 25 augustus was er een eerste inschrijfmoment, in combinatie met een jobdate en georganiseerd in nauw overleg met de vzw Payoke. Dat was voor een eerste groep van 55 Bengalezen en Filipijnen, en in samenwerking met 7 industriële bedrijven. Op dezelfde dag werden ook een aantal Oekraïense arbeidskrachten uitgenodigd, waarvan sommigen zich al eerder bij VDAB hadden aangeboden. Er is gekozen voor een combinatie van een inschrijfmoment met een jobdate, omdat het technische profielen zijn met veel vakkennis en met recente werkervaring. Er waren 101 deelnemers aanwezig, en dankzij de inzet van tolken en veel bemiddelaars konden de meeste deelnemers de week nadien al solliciteren of een contract ondertekenen. Het is toch wel positief dat er inmiddels al 61 tewerkstellingen werden bevestigd. Intussen heeft er op 15 september nog een jobdate plaatsgevonden, met 54 deelnemers. Op 13 oktober komt er nog een nieuwe jobdate. Deze jobdates staan nog steeds open voor alle werknemers van wie de arbeidskaart werd ingetrokken, en niet enkel voor wie in een traject voor slachtoffer van mensenhandel zit. Het is heel belangrijk om aan te geven dat al die mensen nodig zijn, en dat men hun de juiste ondersteuning en begeleiding moet geven om hier zo snel mogelijk weer aan de slag te kunnen.
Dan waren er nog een aantal bijkomende vragen over de inspecteurs. Hoewel het mij verbaasde dat er op een site als die van Borealis vaststellingen van een dergelijke omvang konden worden gedaan, ben ik niet verbaasd dat die economische migratie helaas toch wel fraudegevoelig is, zoals nu blijkt. Daarom is economische migratie sinds jaar en dag het domein waarop de Vlaamse Sociale Inspectie de meeste controles uitvoert. Het is ook in die wetenschap dat ik de inspectie heb versterkt met tien inspecteurs naar aanleiding van de Oekraïneoorlog. Dat het net dit korps is dat de kat de bel aanbond, is inderdaad het bewijs dat inspectie een sterk sluitstuk moet zijn en blijven van het beleid inzake economische migratie. De Vlaamse Sociale Inspectie werkt niet enkel op basis van klachten, maar screent ook het aanvraagdossier waarmee er op het eerste gezicht geen problemen zijn, maar waarvoor het wel interessant is een opvolgingscontrole uit te voeren. Daarnaast wordt er ook samengewerkt binnen arrondissementeel celverband met de andere inspectiediensten. Ook wil ik dat de Vlaamse Sociale Inspectie in de toekomst nog meer inzet op het kruisen van gegevens om op een nog meer onderbouwde manier inspectiecontroles in te plannen. Daar kunnen we misschien zo dadelijk nog wat dieper op ingaan.
Collega Gennez, specifiek wat de onderaannemers betreft, kan de inspecteur in de databank ‘Aangifte van werken’ zien welke onderaannemers werken uitvoeren op een specifieke werf. De keten van onderaannemers kan worden geraadpleegd en zo kunnen er gericht controles worden uitgevoerd. Daarnaast worden er ook werven gecontroleerd, waarbij iedereen die aanwezig is op de werf, wordt geïdentificeerd. Op die manier kunnen de diverse onderaannemers op die werf dus in kaart worden gebracht en geïnspecteerd, wat toch wel heel belangrijk is.
We kunnen nu echter inderdaad concluderen dat dit alles nog niet voldoende is. Ik heb naar aanleiding van de case-Borealis dan ook diverse voorstellen geformuleerd om misbruiken in de toekomst nog beter te kunnen aanpakken en uiteindelijk te voorkomen, want dat is uiteindelijk toch het doel. Het aantal controles door de Vlaamse Sociale Inspectie naar frauduleuze detacheringsconstructies wordt met 250 verhoogd, tot 750 controles. Hiervoor worden bijkomend 5 vte’s inspecteurs en 2 vte’s administratieve ondersteuners aangeworven. De specialisatie binnen onze inspectiediensten wordt verder uitgebouwd en de samenwerking met de federale collega’s wordt verder versterkt. Dat is uiteraard belangrijk. Het is nu ook weer gebleken dat die samenwerking inderdaad de performantie van de controles ten goede komt.
De regelgeving inzake ketenaansprakelijkheid is toch ook wel een heel belangrijk aandachtspunt bij illegale tewerkstelling. Die wordt aangepast, zodat malafide ondernemingen hun aansprakelijkheid minder gemakkelijk kunnen ontlopen, zoals nu het geval is. Nu is dat vaak gewoon één zinnetje in het contract, namelijk dat men niet werkt met illegalen, punt. Iedereen wast zijn handen dan als het ware in onschuld. Ik denk dat daar echt wel aan moet worden gewerkt, want als je met je ogen dicht ziet dat er iets aan de hand is, dan kan het niet zijn dat je op zo’n eenvoudige wijze je verantwoordelijkheid kunt ontlopen.
De boetes worden verhoogd. Vandaag is de vork 1800 à 18.000 euro. Dat wordt 300 à 3000 euro maal acht, dus tot een maximale geldboete van 24.000 euro.
De Dienst Economische Migratie zal in de toekomst een bijzondere screening uitvoeren bij de grote aanvraagdossiers, wat ook wel belangrijk is. Er zal extra aandacht worden besteed aan onder andere de samenwerkingsverbanden, de financiële gezondheid van de bedrijven en de huisvesting van migranten, wat ook wel een belangrijk aandachtspunt is op dat vlak. De juridische dienst wordt versterkt voor de behandeling van de complexe pro justitia’s in het kader van het opleggen van administratieve geldboetes. Ik heb inmiddels ook aan de federale collega’s gevraagd om binnen de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD) extra aandacht te besteden aan detacheringen en gecoördineerde controles van de diverse inspectiediensten op die detachering. Daarmee blijken er immers toch nog vaak problemen te zijn.
Het is mijn bedoeling om met deze voorstellen zo snel mogelijk te gaan. We hebben ook al een heel aantal contacten gehad, ook binnen de diverse Vlaamse inspectiediensten, want ik zie hierin ook wel een opportuniteit om de samenwerking tussen de diverse inspectiediensten te versterken. Ik kan zo dadelijk in een tweede ronde misschien nog wat dieper ingaan op de ideeën die daarrond leven.
Sinds het begin van dit jaar registreerde de Vlaamse Sociale Inspectie vijftig meldingen en klachten die betrekking hebben op de tewerkstelling van buitenlandse werknemers. Niet elke melding leidt uiteindelijk tot vaststellingen. Zoals zopas toegelicht werkt de inspectie ook niet alleen op basis van klachten. Voor interessante cijfers verwijzen we graag door naar het antwoord op de schriftelijke vraag van de heer Bothuyne. U zult die cijfers daar verder kunnen lezen – tenzij ze tegen dan al in de krant staan, dat kan natuurlijk ook.
De Vlaamse Sociale Inspectie werkt al vele jaren nauw samen met de federale inspectie- en politiediensten. Tussen de federale en gewestelijke sociale inspectiediensten bestaat er ook een samenwerkingsakkoord voor de uitvoering van gezamenlijke controles en de uitwisseling van gegevens. De Vlaamse Sociale Inspectie draagt ook actief bij tot de verwezenlijking van de jaardoelstellingen die worden vooropgesteld door de SIOD. Specifiek over mijn beleidsplannen naar aanleiding van Borealis heeft mijn kabinet op 19 september overleg gehad met de kabinetten bevoegd voor de SIOD, namelijk die van de ministers Clarinval, Vandenbroucke en Dermagne, om in een verdere goede afstemming te blijven voorzien. Ik kan toch wel concluderen dat we heel positief gestemd zijn wat die samenwerking betreft. Ik kijk ook uit naar de verdere versterking daarvan. Ik neem alvast het initiatief om de samenwerking met de Vlaamse sociale inspectiediensten onder de collega’s Diependaele en Demir nog te versterken.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
Dank u voor uw uitgebreid antwoord. Het illustreert ook de complexiteit van de zaak, temeer omdat Borealis Payoke en de politie laat zeggen dat dit een van de grootste zaken van mensenhandel in België en zelfs Europa van de laatste jaren is. Dat vraagt toch wel een overheid die eensgezind optreedt, die proactief optreedt en die voldoende uitgerust is om het probleem aan te pakken. Ik verwijs naar Borealis. Collega De Vreese heeft inderdaad ook een ACT-dossier, maar er is ook de werf van de school in Antwerpen, een tragisch drama. Het is dus geen alleenstaand geval. Bij elk onderzoek stellen onze inspectiediensten dat ook vast.
Minister, u hebt inderdaad al een aantal acties ondernomen. U verwijst naar de mogelijkheid tot aansprakelijkheid van aannemers voor een onderaannemer. U zegt ook dat u de regelgeving gaat aanpassen. Hoe gaat u dat concreet doen? Want er is natuurlijk ook een belangrijk federaal luik aan die regelgeving. Mijn vraag is wat u precies wilt inschrijven om die onderaannemers aansprakelijk te stellen, en niet alleen hen, maar vooral ook de aannemers zelf. De aannemer is immers vaak degene met wie de overheid zelf contracten afsluit en dan wordt het helemaal cynisch, natuurlijk.
Een tweede element is dat u de bijkomende cel Detachering en Illegale Arbeid gaat versterken. Maar hoe gaat die zich verhouden ten opzichte van de Vlaamse Sociale Inspectie die nu al de arbeidskaarten controleert? U hebt daarnet gezegd dat het misschien een opportuniteit is om de verschillende inspectiediensten, niet alleen binnen Vlaanderen maar ook over de verschillende niveaus heen, te laten samenwerken. Maar hoe gaat dat dan concreet gebeuren? Krijgt men verschillende opdrachten? Krijgt men de opdracht om samen te werken? Integreert u die diensten? Graag had ik meer uitleg daarover.
Puur voor de hygiëne van het debat: u zegt dat u bijkomende inspecteurs hebt aangeworven, tien in het kader van de instroom van vluchtelingen uit Oekraïne. Maar mijn vraag is eigenlijk concreet: zijn er nog bijkomende inspecteurs die naar aanleiding van deze incidenten zijn bij gekomen? Of met andere woorden: wat is nu het totaal aantal inspecteurs die vandaag in Vlaanderen operationeel aan het werk zijn?
Een derde element gaat over het geval van extreme uitbuiting en mensenhandel waarmee we hier geconfronteerd worden. Gelukkig is dat niet in alle dossiers het geval, maar bij Borealis is dat duidelijk een zeer flagrant geval van mensenhandel en extreme uitbuiting. De vraag is hoe onze inspecteurs daarmee aan het werk gaan. Het is natuurlijk nog een ander verhaal, illegale tewerkstelling waar mensen onderbetaald worden of illegale tewerkstelling waar mensen duidelijk slachtoffer van mensenhandel zijn. Dan gaat het toch ook over de opvang van die slachtoffers. Naar ik verneem is er toch wel een probleem met de bevoegdheidsverdeling of zijn er bevoegdheidsdiscussies tussen het federale en Vlaamse niveau. Volgens Payoke zou de Vlaamse Regering via het departement Welzijn bevoegd zijn om de mensen die slachtoffer zijn van mensenhandel meteen op te vangen, te huisvesten, psychosociale begeleiding te geven, maar blijft de Vlaamse Regering daar in gebreke. Mijn vraag is dus: wat wilt u of wat wil uw collega Crevits concreet doen om hier gevolg aan te geven?
Dat zijn veel bijkomende vragen. U hebt terecht gezegd dat het een zeer complex dossier is. Maar het is wel een dossier, denk ik, waar de mate van beschaving, de mate van sociale bescherming, de mate van welvaartsstaat die wij hier allemaal nastreven, aan afgemeten kan worden. We kunnen ons niet permitteren dat mensen hier in middeleeuwse omstandigheden tewerkgesteld worden. Iedereen heeft recht op een eerlijk loon, op een deftige job, ook als die mensen van buiten de Europese Unie komen en hier krachtens alle procedures legaal aan het werk zouden kunnen zijn. Hier is eigenlijk alleen sprake van grof winstbejag van een aantal en van uitbuiting, met heel veel slachtoffers tot gevolg, niet alleen de betrokkenen zelf maar vaak ook de families in het thuisland. Dus een warme oproep vanuit Vooruit om dringend actie te ondernemen en te coördineren, zodat dit niet meer voorkomt op Vlaamse werven. Dank u wel.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreid antwoord, minister. Ik heb in het verleden dit soort van controles uitgevoerd. Samenwerking tussen de verschillende diensten blijkt inderdaad cruciaal. Ik deed dat vanuit het federale niveau en de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik heb heel veel en zeer goed samengewerkt met de Vlaamse inspectiediensten. Op het terrein gaat het zeer vlot. Er is natuurlijk ook een politieke wil nodig om die diensten te ondersteunen en die samenwerking te bevorderen. Die samenwerking op het terrein is zeer belangrijk.
U spreekt ook over de kruising van gegevens. Ook dat is natuurlijk een belangrijke actor om de diensten te ondersteunen. Het gaat dan over kruising van federale en Vlaamse gegevens en dergelijke meer. Iedereen kent ons standpunt over dit complexe land, ik zal daar niet verder over uitweiden. U sprak over het aanpassen van regels. Welke regels zult u aanpassen? Wie hebt u daarvoor nodig? Ziet u dat ook op het decretale vlak of wordt het wetgevende tot het federale niveau beperkt? Ziet u iets binnen de richtlijnen van de Europese Unie die nog moeten worden veranderd? Welke regels wilt u precies aanpassen?
We weten allemaal dat de arbeidskrapte enorm is. De mensen die de arbeidskaarten moeten afleveren zijn druk bevraagd. Dat gaat ook naar mijn zin vaak veel te traag. Maar aan de andere kant is er de balans die ervoor moet zorgen dat er geen arbeidskaarten worden afgeleverd aan malafide werkgevers. Ik heb al een hele tijd aan voormalig minister van Werk Crevits gevraagd om ook eens naar het Nederlandse systeem te kijken, waar er gewerkt wordt met referenten. Werkgevers krijgen er op voorhand een enorme screening, maar zodra ze die screeningsprocedure doorlopen hebben, krijgen ze als bonafide werkgever sneller toegang tot die arbeidskaarten. Dat wil niet zeggen dat er achteraf geen controles meer zouden kunnen gebeuren. Maar daardoor kunnen uw inspectiediensten en uw mensen zich meer concentreren op eventuele malafide werkgevers. Dat is een kwestie van een efficiënte inzet van personeel. Mijn vraag is hoever het hiermee staat. Minister Crevits zei indertijd dat ze dat aan het bekijken was. Hoever staat u daarmee?
De heer Annouri heeft het woord.
Er is terecht aangehaald dat dit een van de grootste dossiers rond mensenhandel is van de afgelopen jaren. Het is jammer genoeg in de Antwerpse haven, hier in Vlaanderen. Wat ik vooral frappant vind – en u hebt ernaar verwezen, minister – is het volgende. Dit grote dossier van mensenhandel is via een tip aan het licht gekomen. Een oud-rechter op rust die toevallig twee Oekraïense vluchtelingen in huis heeft genomen, stelde bij een van de vluchtelingen vast dat hij niet correct werd betaald. Hij heeft zijn burgerplicht gedaan en zich geïnformeerd. Hij heeft eerst Borealis getipt, maar daar is weinig mee gebeurd. Dan heeft hij de Sociale Inspectie getipt. Toen pas is de bal aan het rollen gegaan.
Ik ben blij met het soort van burgerplicht dat de oud-rechter aan de dag heeft gelegd. Maar ik vraag me wel af of het van dat soort zaken moet afhangen om het grootse dossier van mensenhandel in Vlaanderen en Europa van de afgelopen jaren aan het licht te krijgen. Ik word daar zeer ongemakkelijk van, zeker omdat we het er allemaal over eens zijn en dat we over partijgrenzen heen aanvoelen dat er meer van dat soort dossiers in Vlaanderen aanwezig zijn. Er is al kort verwezen naar PostNL, naar het ongeval aan de school in Antwerpen die is ingestort. Herinner u, collega’s, dat de dag dat er dodelijke slachtoffers zijn gevallen het uren heeft geduurd voordat men de slachtoffers kon identificeren omdat men geen zicht had op wie er op die werf actief was. We weten dat dat soort zaken gebeurt. Het zijn middeleeuwse praktijken, die hier geen plaats hebben.
Mijn eerste vraag is hoe we ervoor gaan zorgen dat we dat proactief opsporen. U hebt kort naar 10 extra inspecteurs verwezen. Collega Gennez heeft verwezen naar Oekraïne. Ik denk dat u ook 5 anderen hebt genoemd in uw uitleg. U zou de inspectiedossiers opschalen van 250 naar 750. Maar ik blijf met het wrange gevoel zitten dat het te weinig zal zijn, ook wat de samenwerking met het federale niveau betreft.
Wat denkt u dat de ambitie moet zijn om ervoor te zorgen dat je in Vlaanderen een performante inspectie hebt die continu kort op de bal kan spelen en proactief dit soort zaken in kaart kan brengen? Ik vrees dat we daar nood aan hebben. Ik vrees dat men weet dat er niet voldoende wordt gecontroleerd en dat daardoor dit soort malafide dingen blijven gebeuren.
Een tweede opmerking die ik wou maken gaat over de begeleiding door VDAB van de slachtoffers. U hebt aangehaald dat u in het eerste dossier tevreden was dat er aan meer dan honderd mensen een nieuwe arbeidskaart was uitgereikt. Maar als het specifiek gaat over slachtoffers van mensenhandel die in erbarmelijke omstandigheden worden gehuisvest, dan komt daar ook trauma aan te pas. Zijn er, los van de eerstelijnshulp die door Payoke wordt verleend, profielen bij VDAB die daarin geschoold zijn en ervaring hebben met dat soort dossiers? Zijn er mensen die ervaring hebben rond trauma’s en onderwezen zijn om die specifiek te begeleiden? Is daar nood aan? Zijn die mensen daar? Zo ja, met hoeveel zijn ze?
Een derde vraag sluit aan bij Payoke en heb ik ook ingediend bij minister Crevits. Zij had aangegeven en beloofd om in september 2022 met een nieuw plan te komen om Payoke extra te ondersteunen. Misschien kunt u vanuit uw bevoegdheden vertellen of er stappen zijn gezet om Payoke extra te ondersteunen. Ik heb het gevoel dat we allemaal zeer erkentelijk zijn voor het werk dat Payoke doet om die slachtoffers te begeleiden, maar die mannen trekken volop aan de alarmbel. Ze kunnen niet meer volgen en hebben meer steun nodig. Ze voelen zich in de steek gelaten. Het Vlaams niveau is daarin belangrijk. Ik begrijp dat u daar niet meteen een antwoord op kunt geven, maar ik ben toch benieuwd. Ik heb alleszins ook al een vraag om uitleg hierover ingediend bij minister Crevits.
Ik wil nog een laatste punt maken. Ik ben blij dat u aanhaalt dat de samenwerking met het federale niveau heel goed verloopt en dat dat belangrijk is. Ik hoop daar ook een versterkte samenwerking te zien, want ik denk dat er op dit moment proactief te weinig gebeurt en dat er meer ingezet moet worden op die samenwerking. Want ik zou eigenlijk willen dat die malafide bedrijven, de malafide werkgevers, de malafide mensen die daar gebruik van maken, schrik krijgen omdat ze weten dat de inspectie hen op de hielen zit en dat ze het correct moeten doen. Als ze het niet doen om ethische redenen, dan doen ze het maar omdat ze schrik hebben omdat daar gigantische boetes aan vasthangen.
De heer D’Haese heeft het woord.
Bedankt voor de toelichting, minister. Het gaat bij Borealis over een flagrant geval van mensenhandel. Ik hoor zeggen dat het gelukkig niet overal zo is. Ik vrees dat het omgekeerde waar is: dat dit het topje van de ijsberg is en dat de meeste van dit soort zaken niet aan het licht komen. Ik vrees dat dat jammer genoeg de realiteit is vandaag. Iedereen die in de haven werkt, kan u daarover vertellen. Ze hebben dat trouwens al gedaan. Vakbonden trekken al lang aan de alarmbel wegens die sociale dumping. Daarrond is heel weinig gebeurd de afgelopen jaren. Ik ben dus wel blij, minister, dat u vandaag een aantal stappen zet. Ik denk dat die in de goede richting gaan en dat het goed is dat dat gebeurt, wat uiteraard niet wil zeggen dat we er al zijn, jammer genoeg.
Ik heb nog enkele vragen over dat dossier, minister. In het dossier van Borealis is toch gebleken dat er heel gemakkelijk arbeidskaarten toegekend werden. Er wordt ook gezegd dat van bovenaf aangeraden werd om die massaal toe te kennen. Hoe zult u dat verbeteren? Welke preventieve check zal er komen? Waarom gebeurde dat niet in het verleden? Hoe gaan we dat beter aanpakken? Zullen de extra vte’s, die u aankondigt, effectief voldoende zijn om dat op een goede manier te doen?
Hogere boetes zijn een goede zaak. Maar met alle respect: voor een bedrijf als Borealis betekent zelfs een boete van 24.000 euro zeer weinig, en voor die onderaannemers trouwens ook. Maar het is een goede zaak dat de boetes verhoogd worden, dat is niet mijn punt. Ik denk echter – en professor arbeidsrecht Yves Jorens van de UGent zegt dat ook – dat je ook beslag moet leggen op eigendommen als wagens, huizen en dergelijke. Mijn vraag is dus: wordt er in de huidige dossiers beslag gelegd op bijvoorbeeld kantoren van bedrijven? Een aantal van die bedrijven hebben kantoren in België, bijvoorbeeld in Wommelgem. Wordt er beslag gelegd op die kantoren om aan te tonen dat het menens is?
U sprak over een goede samenwerking met de andere kabinetten. Dat is evenwel echt niet het beeld dat we de afgelopen twee maanden kregen, met alle respect. We hebben eerder gezien dat men vanuit de verschillende niveaus naar elkaar doorverwezen heeft en dat de versnippering van de bevoegdheden gebruikt is om de hete aardappel door te schuiven. Vandaag is het meer dan twee maanden geleden dat dat schandaal aan het licht gekomen is. Er zijn vandaag nog steeds slachtoffers die niet geholpen worden. Ik heb er vorig weekend nog tientallen ontmoet. Er is een groep mensen die op 1 oktober, overmorgen, dreigt te worden gezet uit hun appartement van hun oude werkgever, Irem, die hen uitbuitte, waar het water van de muren loopt als het regent. Zij zitten nog altijd in die appartementen en riskeren er overmorgen uitgezet te worden. Mijn vraag is dus de volgende. Gaan we stoppen met dat slepen met de voeten en ervoor zorgen dat de rechten van deze slachtoffers gewaarborgd worden? Want dat is vandaag absoluut niet het geval. Ik moet zeggen, minister, dat wat ik de afgelopen twee maanden gezien heb echt niet mooi is: mensen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en uitgebuit worden op een werf. Dat is allemaal geweten en dan schuift men de hete aardappel door en worden die mensen veel te weinig geholpen. Zal daar snel verandering in komen? Het gaat over de ondersteuning van Payoke, zoals hier al aangehaald werd. Minister Crevits zei dat dat begin september in orde zou zijn. Ondertussen heeft Payoke nog altijd niet voldoende middelen om al die slachtoffers te ondersteunen. Hoe gaan we ervoor zorgen dat die groep die uit huis dreigt te worden gezet, niet op straat komt te staan?
– Kurt Vanryckeghem treedt als voorzitter op.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel voor de vele bijkomende vragen. Die zijn terecht want het is inderdaad een groot probleem. We mogen daar niet blind voor zijn. De casussen van deze zomer hebben ons helaas met de keiharde werkelijkheid daar geconfronteerd. We moeten de ketenaansprakelijkheid niet onderschatten, de confrontatie naar de werkgevers en de aannemers: men moet goed weten met wie men in zee gaat. Als er vandaag offertes binnenkomen die zodanig ver onder de prijs gaan in vergelijking met die van Vlaamse concullega’s, dan moet een hoofdaannemer weten dat er mogelijk iets aan de hand is. Hier zijn businessmodellen op gebouwd. Dan zie je inderdaad de voorbeelden van een ketting aan onderaannemers die echt puur gebaseerd is op die uitbuiting. Van het ogenblik dat je daar decretaal de mogelijkheid voorziet om een drempel in te bouwen om te werken met illegalen, doe je inderdaad een appel aan de verantwoordelijkheid: aannemer, let op, je komt er niet zomaar mee weg. Daar werken we aan. Het is een gevoelig punt, maar wel belangrijk. Ik wil dat ook echt realiseren. Dat is concreet het aspect rond die regelgeving en ik ben het volmondig eens met wat hierover gezegd is. Die performantie moet omhoog. Het kan inderdaad niet zo zijn dat men vandaag als bij wijze van toevalligheden stoot op een aantal casussen.
Ik geef dadelijk cijfers over het aantal mensen. Met die inspecteurs ga je er natuurlijk nooit geraken. Op basis van eigen ervaringen geloof ik heel sterk dat je met artificiële intelligentie vandaag met heel veel publieke data koppelingen kunt maken die je veel gerichter toelaten om te onderzoeken en te speuren. Vandaag wordt er in Vlaanderen in een aantal steden en gemeenten proefgedraaid bij de Arrondissementele Informatie- en Expertisecentra (ARIEC’s), met een misdaadpreventieplatform dat een onderscheid maakt tussen malafide en bonafide activiteitenorganisaties. Je kunt daar het bedrijf ingeven. Dan krijg je een bepaalde score die je een indicatie geeft in welke mate er een risico is op afwijkend ondernemersgedrag – om het zo algemeen te stellen. Dat is zeer effectief en efficiënt. Dat blijkt ook bij de steden en de gemeenten en de politiediensten die dat vandaag inzetten in de strijd tegen de georganiseerde criminaliteit.
We hebben dat voorbeeld nu genomen om ook toe te passen op de Vlaamse Sociale Inspectie. We zijn er nu mee aan de slag. Daarom heb ik ook de hand uitgestoken naar de andere collega’s die bevoegde inspectiediensten onder hun hoede hebben zoals minister Demir en minister Diependaele om een heel performant systeem te maken waarbij je – in plaats van de speld in de hooiberg te zoeken – systematisch controles kunt doen op alle bedrijven. Op basis van de scores kun je heel gericht je beperkte bescheiden capaciteit die je hebt inzetten. De controles zullen op die manier veel performanter en proactief kunnen gebeuren. Ik geloof daar heel sterk in. Dat staat vandaag in zijn kinderschoenen. Met de kennis en de ervaring die we hebben op het vlak van het politionele en het gerechtelijke inzake de strijd tegen de meer georganiseerde criminaliteit, die heel vaak linken heeft met mensenhandel en dit soort vormen van misbruik, gaan we aan de slag met de heel slimme koppeling van data binnen de arbeidsrechtelijke context.
De Oekraïnecrisis heeft binnen de inspectie tot tien extra vte’s geleid. De case Borealis betekent nog eens plus vijf. De Vlaamse Sociale Inspectie heeft op dit ogenblik vijftig vte’s.
Er zijn ook vragen gesteld over de opvang. Dat zit inderdaad bij minister Crevits. Payoke moet en zal inderdaad versterkt worden met vier vte’s omdat het belangrijk is dat de psychosociale ondersteuning ook goed gebeurt. Het gaat inderdaad om mensen die slachtoffer zijn. Na de intake kunnen zij een beroep doen op een leefloon waarmee zij inderdaad geschikte en aangepaste woningen kunnen huren. Dat moet althans de bedoeling zijn en dat moet inderdaad ook opgevolgd worden.
Collega Annouri, u vraagt of er specifieke profielen bij VDAB zijn: Payoke heeft hierrond een samenwerking met VDAB opgezet. Die samenwerking moet leiden tot profielen op het vlak van ondersteuning en begeleiding. Dat is de kerntaak van vzw Payoke.
Collega D’Haese, ik heb niet het signaal gekregen dat er gemakkelijker kaarten uitgereikt zouden zijn. Elke aanvraag voor de Borealiswerf is behandeld zoals bij een andere bouwwerf. Maar als men geen arbeidskaart aanvraagt of als er met valse contracten gewerkt wordt, is dat moeilijk te zien. Het gebeurt heel vaak dat er een kaart is en dat er een contract is, dat er dus twee contracten zijn. Daar botsen we natuurlijk ook tegenaan. Op dit moment is er geen beslag gelegd op zaken. Dat kan strafrechtelijk uiteraard wel gebeuren als de arbeidsauditeur dat doet. Hij is verantwoordelijk voor het onderzoek. Dat kan inderdaad een bewarende maatregel zijn. VDAB staat klaar om iedereen naar de nieuwe werkgever toe te leiden. Het blijft natuurlijk belangrijk dat die mensen goed opgevangen worden. Het zijn slachtoffers, maar ze willen en ze kunnen en ze zijn hier ook belangrijk voor de ondersteuning om de vele vacatures mee in te vullen. Het is toch belangrijk dat ze daarnaartoe geleid kunnen worden en dat ze op een menswaardige manier hier correct aan de slag kunnen gaan.
De studie rond de referenten is bijna klaar, mevrouw De Vreese. Deloitte voert die uit, dus daar zullen we ook de regelgeving rond opmaken. De zaak Borealis leert dat we niet te snel het referentschap mogen uitdelen. Dat is ook duidelijk gebleken. U heeft nu de suggestie gedaan om naar Nederland te kijken. Ik denk dat dat altijd goed is, als we van elkaar kunnen leren. Samenwerking is natuurlijk cruciaal. Lokaal wordt er vaak gewerkt met flexactie waarbij je echt alle inspectiediensten laat samenwerken. U kent die natuurlijk beter als eender wie.
Ik ben een grote voorstander van die geïntegreerde, gecoördineerd acties waarbij je alle inspectiediensten in het land mee laat werken, zowel federaal als Vlaams. Die zijn heel effectief. Je legt als het ware een stolp over een bedrijf. Je gaat ernaartoe en alles wordt uitgekamd. Maar dat is natuurlijk heel arbeidsintensief, en ik denk dat we echt heel sterk moeten inzetten op die poortwachtersfunctie, waarbij je elk bedrijf door het platform laat gaan om te kijken hoe die score zit, om dan heel gericht te kunnen gaan rechercheren, en speurwerk te doen.
Ik kan u alleen maar meegeven dat de resultaten bij de politiediensten van steden en gemeenten zeer hoopgevend zijn, en dat die mij overtuigd hebben om met dezelfde methodiek aan de slag te gaan binnen de Vlaamse Sociale Inspectie. Ik denk dat dit een heel interessant dossier is om hier in deze commissie verder op te volgen, en dan ook eens een toelichting te geven op een bepaald ogenblik over hoe dat systeem eruit kan zien. We hebben alleszins de intentie om dat op Vlaams niveau te doen voor de hele inspectie, om de data die daar gekoppeld kunnen worden te verbinden tot een groot, sterk, geïntegreerd platform.
Mevrouw Gennez heeft het woord.
De verontwaardiging over wat er gebeurt op onze Vlaamse arbeidsmarkt, op onze Vlaamse werven, is denk ik heel breed gedeeld. Die ketenaansprakelijkheid is absoluut noodzakelijk om daarop te werken, minister. Ik had gevraagd of u daar wat meer inzicht in kon geven en hoe dat zou gebeuren. U hebt daar nog niet echt op geantwoord, maar we kijken uit naar die wetswijziging, en hoe die dan concreet zal zijn.
Over de inspectie: wij verlenen onze volle steun aan alles wat inspectie performanter kan maken. Maar ik denk dat we ook niet om de vaststelling heen kunnen, gezien het wijdverspreide misbruik, dat we meer controleurs – menselijke controleurs – zullen nodig hebben om de veiligheid te garanderen op onze werven, en het misbruik uit te bannen.
U geeft aan dat u Payoke versterkt met vier vte’s, om de begeleiding van de slachtoffers van mensenhandel te kunnen doen. Met een leefloon op zoek gaan naar goede huisvesting – u voelt me al komen – zal niet evident zijn, gezien de huisvestingsmarkt die we, zeker in de grote steden, kennen. En ten tweede had ik begrepen dat die vier vte’s voor zes maanden zouden gegarandeerd zijn. Maar het probleem zal heel erg waarschijnlijk niet op zes maanden opgelost zijn. Dus ik denk dat er duurzame versterking van Payoke nodig is.
Tot slot misschien een algemene bedenking. Dit is zo’n veelkoppig monster. Ik denk dat we allemaal verontwaardigd zijn. U bent verantwoordelijk, maar ook andere partners en overheden zijn verantwoordelijk. Ik zou echt een pleidooi willen houden om een ronde tafel te organiseren om paal en perk te stellen aan uitbuiting op werven en mensenhandel in verschillende sectoren.
– Robrecht Bothuyne treedt als voorzitter op.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, nogmaals bedankt voor uw uitgebreide toelichting. Ik ben er zeker van, collega Gennez, dat we hier nog verder op zullen terugkomen in volgende vragen. Als we een draagvlak willen hebben voor economische migratie, dan moeten die misbruiken er absoluut uit. De verontwaardiging over dat misbruik, over die mensenhandel, wordt door ons allemaal sterk gedragen. Het is afschuwelijk dat er misbruik wordt gemaakt daar waar mensen zich in kwetsbare posities bevinden. Dat is echt afschuwelijk.
In ons zult u altijd een bondgenoot vinden, minister, om daartegen te vechten. Ik vind de richting die u ingaat, om zeer gericht en zeer efficiënt te gaan werken, de goede richting. We weten allemaal dat dit soort van controles – zoals u zegt: een stolp zetten op een onderneming, en daar de zaak gaan stilleggen om te gaan controleren – ook economisch heel zware gevolgen heeft voor die bedrijven.
Als dat dan bonafide bedrijven zijn, heeft dat natuurlijk een heel zware economische impact. Laat ons dus zo gericht mogelijk, zo efficiënt mogelijk werken, en als er misbruiken zijn, als er sprake is van mensenhandel, daar heel zwaar aan tillen, daar heel zwaar op gaan werken, want dat is natuurlijk oneerlijke concurrentie naar iedereen die zich wel goed gedraagt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.