Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ongena heeft het woord.
Diegenen die mijn vraag gelezen hebben, zullen gezien hebben dat het een zeer uitvoerige vraag was waarin gevraagd werd naar heel veel cijfermateriaal. U zult dan misschien de bedenking gemaakt hebben dat dit eerder geschikt was voor een schriftelijke vraag. Voor alle duidelijkheid: dat had ze ook moeten zijn, maar er is iets fout gelopen bij de indiening, waardoor het een vraag om uitleg geworden is. (Opmerkingen)
Ik leg mijn schriftelijke vragen – zij het niet allemaal – hier nu voor aan jullie, waarna jullie erop kunnen inpikken. Ik heb ze niet ingetrokken uit respect voor het vele werk dat het kabinet er – zo heb ik begrepen – al in gestoken had.
Waar gaat het over? We weten dat er een oorlog bezig is in Oekraïne. We weten dat er heel veel mensen op de vlucht gegaan zijn en dat velen daarvan de weg naar Vlaanderen gevonden hebben. We weten ook dat we met een enorme krapte op onze arbeidsmarkt zitten. Daarom keken we ook naar die mensen om na te gaan of zij in aanmerking zouden kunnen komen om geactiveerd te worden en naar de arbeidsmarkt gezonden te worden. VDAB heeft extra middelen gekregen om Oekraïense vluchtelingen naar de arbeidsmarkt te begeleiden en heeft ook extra middelen gekregen in het kader van de relancestrategie. Ik heb daarover enkele vragen en ook vragen over de sociale inspectie. Want we weten dat Oekraïense vluchtelingen jammer genoeg ook het slachtoffer kunnen zijn van illegale tewerkstelling. Er was daarom sprake van extra inspectie om dat tegen te gaan.
Ik heb daarover enkele vragen en zal een selectie maken uit de lange lijst die ik ingediend had.
Kunt u aangeven hoeveel extra middelen en extra personeelsleden VDAB tot nog toe heeft ontvangen naar aanleiding van de Oekraïnecrisis? Hoeveel mensen werden exclusief aangeworven en ingezet voor Oekraïense vluchtelingen?
Kunt u aangeven in welke mate private partners betrokken worden bij die activering van Oekraïense vluchtelingen? Er is namelijk soms wat frustratie bij die partners omdat zij – uiteraard – geen extra middelen krijgen maar moeten vaststellen dat VDAB die wel krijgt.
Hoeveel middelen en extra personeelsleden heeft VDAB tot nog toe ontvangen en gebruikt naar aanleiding van de relancestrategie? Zijn er op dat vlak projecten met private partners?
Een derde groep vragen gaat over de sociale inspectie. Kunt u een actuele stand van zaken geven van het aantal extra inspecteurs die in het kader van de Oekraïnecrisis werden aangeworven? Hoeveel controles vonden al plaats en hoeveel pv’s werden er al opgemaakt?
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u wel, collega Ongena, ik zal deze vraag, die eigenlijk als schriftelijke vraag ingediend had moeten worden, mondeling beantwoorden. De tabellen met meer gedetailleerde cijfers zal ik aan het verslag laten hechten.
Op dit moment zijn er, op basis van het aantal ingestroomde Oekraïners, twintig bemiddelaars in dienst genomen door VDAB (zie bijlage 1). Deze mensen worden aangeworven met een contract van bepaalde duur van zes maanden of een jaar. Er zijn op dit ogenblik geen bijkomende aanwervingen lopende.
Voor alle maatregelen die ik naar aanleiding van de Oekraïneoorlog neem, wordt geput uit REACT-EU-middelen (Recovery Assistance for Cohesion and the Territories of Europe) en niet uit de Oekraïneprovisie.
VDAB begeleidde sinds eind augustus 2572 Oekraïners via 6049 acties, zoals taalopleiding en individuele beroepsopleiding (IBO). Een gedetailleerd overzicht ontvangt u via het verslag (zie bijlage 2).
45 procent van de middelen gaat naar gespecialiseerde begeleiding door partners en 55 procent naar dienstverlening door VDAB, bijvoorbeeld intake, IBO, oriëntatie en begeleiding. Zoals u weet, werden er geen specifieke acties opgestart die enkel gericht zijn op Oekraïners. VDAB beschikt over een heel breed aanbod aan dienstverlening voor anderstalige werkzoekenden, en het zijn ook deze acties die voor deze ontheemden worden ingezet.
VDAB ontvangt slechts middelen voor de effectief begeleide Oekraïense ontheemden en de effectief uitgevoerde acties. VDAB voert op dit moment minder acties uit dan initieel geraamd omdat de instroom van Oekraïners lager ligt dan de initieel ingeschatte 120.000. Zo hadden we ingeschat dat er 45 extra bemiddelaars nodig zouden zijn om hen te begeleiden. Maar omdat er minder Oekraïners naar Vlaanderen kwamen, zijn er ook minder – namelijk 20 – bemiddelaars aangesteld.
VDAB moet, net als andere beleidsdomeinen, bijvoorbeeld het Agentschap Integratie en Inburgering, rapporteren over hoe de Oekraïnemiddelen worden besteed. Dat gebeurt binnen de schoot van de taskforce. Aangezien we via REACT-EU-middelen aanwenden, moeten we ook ten aanzien van Europa rapporteren.
In totaal werden 133 unieke wervingen gedaan met het Vlaams relanceplan ‘Alle hens aan dek’ en op 31 augustus van dit jaar zijn hiervan nog 110 personeelsleden aan de slag binnen VDAB. De middelen van het Alle hens aan dek-plan lopen nog tot het einde van dit jaar.
VDAB heeft in 2021 voor een totaal van 21.890.000 euro middelen opgevraagd en ontvangen uit de relanceprovisie. Hiervan werd er effectief 18.645.000 euro besteed in 2021. Het saldo wordt verrekend op de toelage van dit jaar. De projectenlijst kan ik u ook schriftelijk overmaken.
Behalve voor de unieke aanwerving van medewerkers ter ondersteuning van het project ‘opleidingsoffensief arbeidsmarkt’ worden alle overige ontvangen middelen uitbesteed aan private partners. Voor het afgesloten boekjaar 2021 betekent dit volgend aandeel in de totale uitgaven: de aanwerving van personeel 18,2 procent; de uitbesteding aan partners voor het project ‘digitale vaardigheden’ 57,3 procent en dit behelst in hoofdzaak insourcing van de I&T-ontwikkelaars; de uitbesteding aan partners voor het project ‘opleidingsoffensief arbeidsmarkt’ 24,4 procent. Naast insourcing van I&T-profielen en de aankoop van online-pakketten voor het uitbreiden van het online-opleidingsaanbod omvat dit voornamelijk de aankoop en de huur van mobiele opleidingseenheden en de tender Rijbewijs B.
Er wordt enkel aangeworven voor onbepaalde duur als hiervoor volgens het personeelsplan van 2024 voor de betrokken afdeling nog ruimte is.
Het totale beschikbare VDAB-budget voor 2021 bedroeg bij afsluiting van de jaarrekening 838.237.000 euro. Dit omvat de ontvangen toelagen van de Vlaamse overheid voor een bedrag van 737.731.000 euro en de gerealiseerde eigen opbrengsten en opbrengsten uit Europese fondsen voor een totaalbedrag van 100.506.000 euro.
Voor 2022 bedraagt het totale VDAB-budget 888.199.000 euro. Dit omvat de gebudgetteerde toelagen van de Vlaamse overheid voor een bedrag van 749.826.000 euro en gebudgetteerde eigen opbrengsten en opbrengsten uit Europese fondsen voor een totaalbedrag van 138.373.000 euro
In 2021 werden 21.890.000 euro middelen ontvangen vanuit de relanceprovisie. Dit jaar werden 31.346.000 euro middelen vanuit de relanceprovisie gebudgetteerd. Het voorziene budget voor dit jaar voor de Oekraïnecrisis bedraagt 6.629.890 euro. De uitgaven voor de Oekraïnecrisis worden, zoals al gezegd, gefinancierd met de Europese REACT-middelen, en komen niet uit de Oekraïneprovisie.
Tot slot, er werden reeds zes inspecteurs aangeworven. Op dit moment zoeken we er nog vier. Uit de vorige sollicitatieronde kwamen niet voldoende geschikte kandidaten. De Vlaamse sociale inspectie houdt toezicht in alle sectoren maar de sectoren waar er momenteel de meeste controles plaatsvinden zijn de tuin- en landbouw en de bouwsector.
Specifiek in het kader van de Oekraïnecrisis werden tijdens 53 controles al 265 mensen geïnspecteerd. Daarnaast is het zo dat de Oekraïne-inspecteurs de eerste vaststellingen deden op de Borealiswerf waarover vandaag nog vragen zullen worden gesteld. Cijfers over het aantal inbreuken zijn nog niet beschikbaar, maar na afronding van onderzoeken zullen die beschikbaar zijn.
De heer Ongena heeft het woord.
Ik zal de schriftelijke tabellen meteen krijgen, samen met de collega’s.
Aanleiding voor de vraag was het bericht dat we begin juli lazen, namelijk dat men in Nederland toch blijkbaar veel meer vluchtelingen aan de slag krijgt. Er is sprake van 24.000 vluchtelingen die men daar aan een job heeft geholpen. Als ik dan natuurlijk naar onze cijfers kijk, dan was er begin juli sprake van 3479 mensen die VDAB had bereikt. Uit de vele cijfers – u hebt daarstraks ook een cijfer gegeven en ik heb hier 6049 acties opgeschreven – blijkt dat dat toch wel merkelijk minder is.
Hebt u zicht op hoe het komt dat wij op dat vlak toch achterlopen op wat blijkbaar in Nederland gebeurt? Gaat u eens kijken naar dat Nederlands model? Welke lessen zou VDAB hieruit kunnen trekken? Een van de zaken die opviel, was dat in Nederland heel veel van die mensen, ik dacht zo’n 40 procent, via uitzendarbeid aan de slag zijn gegaan. Ik denk dat we ook hier misschien eens moeten kijken hoe we de uitzendsector een grotere rol kunnen geven. Kunt u daar alvast iets over zeggen? Alvast dank.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik heb deze zomer een aantal cijfers opgevraagd via schriftelijke vragen over de aanstelling van Oekraïners via VDAB. Die cijfers waren inderdaad niet echt positief.
Ik denk dat het inderdaad alle hens aan dek is gezien de huidige arbeidskrapte. Daar zitten heel wat mensen tussen die aan de slag willen. We krijgen allemaal mails binnen van mensen die Oekraïners kennen en begeleiden. Die mensen willen wel degelijk aan de slag.
Wat hebben we deze zomer echter gezien? Dat het aanbod taalcursussen heel beperkt of zelfs onbestaande was. Ook dat er problemen zijn met het erkennen van diploma’s. Er zijn hier bijvoorbeeld artsen uit het Oekraïense die nog steeds wachten op de erkenning van hun diploma. Ik weet dat die verantwoordelijkheid niet bij u ligt, minister, maar het is alle hens aan dek voor alle Vlaamse ministers – en zeker voor u, minister Brouns – om alles op alles te zetten om die mensen aan de slag te krijgen.
Als we naar Nederland kijken, waar dat beter lijkt te lukken, dan denk ik dat we zeker en vast moeten bekijken wat zij daar anders doen. Ik merk dat steden en gemeenten in andere landen veel meer betrokken worden als het gaat over de tewerkstelling van mensen met een vluchtelingenstatuut, bijvoorbeeld Oekraïners. Het is niet zo dat die mensen hier illegaal aan de slag zijn. Het risico zit hem niet in illegale tewerkstelling, want die mensen krijgen bescherming, een statuut, en kunnen dus onmiddellijk aan de slag. Het risico zit hem in mensenhandel en uitbuiting. We komen daar straks nog op terug bij de vraag over Borealis, maar ik denk dat we daar toch waakzaam voor moeten zijn.
Mijn vraag aan u is of u het niet beter zou vinden om de steden en gemeenten te betrekken. Moet u daarover niet in overleg gaan met de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG)?
De heer Ronse heeft het woord.
Ik wil vooral voortbouwen op het laatste wat collega Ongena heeft meegegeven, wat betreft de uitzendsector. Ik heb daar vrij goede contacten en ik merk daar toch wel enige frustratie. Men vindt daar dat VDAB met de sector concurreert, omdat er binnen die populatie Oekraïense vluchtelingen heel wat mensen zitten die vrij eenvoudig toe te leiden zijn naar de arbeidsmarkt, waarmee men vrij vlug aan de slag kan. VDAB doet voor die mensen exact hetzelfde wat de uitzendsector met succes doet, zonder overheidsmiddelen, puur vanuit de vrije markt en ondernemerschap. Ik denk dat VDAB op dat vlak zijn rol moet kennen en eerder ondersteunend moet werken, eventueel, zoals collega De Vreese aanhaalt, richting het faciliteren van taalcursussen. VDAB moet als actor wat meer beducht zijn op dat vlak, en aan de private sector overlaten wat de private sector goed doet. Mijn vraag aan u is om daar met VDAB rond te overleggen.
Minister Brouns heeft het woord.
Dank u voor de heel interessante bijkomende vragen.
Ik wil zeker nagaan hoe het Nederlandse model werkt en wat we daaruit kunnen leren om het hier in Vlaanderen nog beter en sneller te doen. We stellen vandaag natuurlijk ook wel vast dat er opnieuw een zekere uitstroom is.
De suggestie rond de steden en gemeenten onderschrijf ik heel graag. Ik geloof heel sterk in de kracht van de lokale besturen en het toeleiden van mensen die inderdaad niet standaard op de radar staan van VDAB. De grote uitdaging van de andersactieven: op dat vlak zie ik een heel grote rol weggelegd voor de lokale besturen, omdat zij die mensen via sociale diensten vaak sneller op de radar heeft. Dat geldt, denk ik, ook voor de Oekraïners, omdat zij die van dichtbij begeleiden. Dat is een terecht punt dat we kunnen meenemen in overleg met de VVSG en misschien ook in de samenwerkingsverbanden die VDAB sluit met de lokale besturen. Dat is een zeer terechte en waardevolle suggestie.
Wat de concurrentie tussen de uitzendsector en VDAB betreft: ik denk dat de uitzendsector uiteraard een zeer waardevolle sector kan zijn en dat VDAB een aanvullende/complementaire rol te vervullen heeft op het vlak van opleiding en begeleiding. Dat is de lijn waarop ik zit.
De heer Ongena heeft het woord.
Collega’s, toen het conflict losbarstte, kwamen er heel veel vluchtelingen naar ons land en was er zeker bij mij, maar volgens mij ook bij de minister en iedereen, een zekere terughoudendheid om die mensen te gaan activeren. Iedereen wilde die mensen – het waren toen ook vooral vrouwen met kinderen – ook de kans geven om het trauma wat achter zich te laten.
Ondertussen zijn we zoveel maanden verder, blijft het conflict jammer genoeg duren en zie je bij die mensen toch een wil om zich nuttig te maken, om aan de slag te gaan. Er zijn ondertussen ook oplossingen voor kinderen op het vlak van onderwijs. In Nederland zie je dat er heel veel bereidheid is om aan de slag te gaan, terwijl er in Vlaanderen toch nog heel veel ‘winst’ te boeken valt. Ik zou er dan ook op willen aandringen om met VDAB rond de tafel te gaan zitten. Ze hebben twintig extra bemiddelaars gekregen, maar de resultaten zijn echt niet wat ze in Nederland zijn. Ik kan er alleen maar op aandringen dat u hen wijst op het feit dat ze iets beter hun best zullen moeten doen.
Iedereen moet uiteraard zijn best doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.