Verslag vergadering Commissie voor Binnenlands Bestuur, Gelijke Kansen en Inburgering
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer De Loor heeft het woord.
Deze vraag om uitleg is gerelateerd aan de vorige. Sinds het uitbreken van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 is telewerken in veel werkomgevingen sterk ingeburgerd. Veel bedrijven laten toe dat hun werknemers een of meer dagen thuiswerken en ook bij de Vlaamse overheid, waar dat al voor een stuk ingeburgerd was, is tijd- en plaatsonafhankelijk werken stilaan de norm geworden. Het biedt dan ook veel voordelen.
De torenhoge energieprijzen zouden die evolutie echter wel eens sneller dan verwacht een halt kunnen toeroepen. Het Nederlandse budgetinstituut Nibud berekende dat een thuiswerkdag door de hoge energieprijzen in maart van dit jaar ongeveer 3 euro per dag kostte, waarvan twee derde wordt besteed aan elektriciteit en verwarming. Met de huidige energieprijzen zou de kostprijs voor een thuiswerkdag al oplopen tot 5 euro per dag of 100 euro per maand voor wie fulltime thuiswerkt. Er wordt dan ook verwacht dat veel werknemers de komende winter hun dagen het liefst zoveel mogelijk op kantoor zullen doorbrengen om hun energieverbruik thuis te beperken. Ik denk dat dat geen science fiction is en dat we allemaal al geconfronteerd werden met mensen die ons daarover aanspreken.
In een aantal gemeenten, onder andere in een buurgemeente van Zottegem, Sint-Lievens-Houtem, overweegt het bestuur daarom om openbare gebouwen, zoals de bibliotheek of het cultureel centrum, ter beschikking te stellen van telewerkers. Op die manier kunnen mensen heel dicht bij huis werken en toch hun energiefactuur onder controle te houden. Telewerkers zouden dan een beroep kunnen doen op overheidsgebouwen die toch sowieso verwarmd worden, weliswaar minder dan voorheen. Daarnaast is het ook beter voor het klimaat om een gebouw collectief te verwarmen dan alle woningen individueel. Het systeem kan in feite vergeleken worden met initiatieven om samen te studeren op studieplekken tijdens de blok. Om de voordelen van telewerk te behouden of voor wie verplicht is om regelmatig thuis te werken of de hoge verplaatsingskosten naar het kantoor wil vermijden, kan dit een goede maatregel zijn op korte en middellange termijn.
Hoe staat u tegenover dergelijke initiatieven, onder andere in Sint-Lievens-Houtem? Zult u het idee promoten en/of zorgen voor een ondersteuning, bijvoorbeeld financiële ondersteuning?
Bent u van mening dat de huidige regeling van de Vlaamse overheid inzake hybride werken voldoende aangepast is aan de huidige context van die torenhoge energieprijzen, waarover we het hier in het verleden ook al hadden? Indien niet, zult u het initiatief nemen om deze aan te passen?
Plant u nog andere initiatieven om de hoge kost van thuiswerken voor overheidspersoneel te milderen?
Ik kijk uit naar uw antwoorden, minister.
Minister Somers heeft het woord.
Bedankt voor uw interessante vraag, mijnheer De Loor. Zelf sta ik volledig achter het initiatief van Sint-Lievens-Houtem. Het is met de huidige energieprijzen moedig en terecht om gemeenschappelijke plaatsen aan te bieden waar mensen samen kunnen werken en studeren. Er zijn nog besturen die hierin ervaring hebben opgebouwd door hun gebouwen ter beschikking te stellen aan studenten tijdens de blok. Die ervaring kan doorgezet worden om dezelfde optie aan te bieden aan telewerkers, maar uiteraard is de situatie nu anders, ook de context en de redenen waarom.
Het behoort tot de autonomie van de lokale besturen om zulke initiatieven te ontwikkelen. De problematiek is volgens mij voldoende gekend en ik zie dan ook geen echte noodzaak om dit bijkomend te promoten of te ondersteunen. Het initiatief blijft bij de lokale besturen. Ik denk dat die, onder andere dankzij het inspiratieboekje dat we ze bezorgd hebben, voldoende creativiteit in huis hebben om dat te doen.
Ben ik van mening dat de huidige regeling van de Vlaamse overheid inzake hybride werken voldoende aangepast is? Ik heb vorig jaar het beleid voor hybride werken laten opmaken voor alle situaties, niet enkel voor een crisissituatie. De omzendbrief bevat een algemeen kader waarmee entiteiten autonoom de regeling voor telewerk kunnen invullen. Ze kunnen dus optimaal rekening houden met de noden van hun organisatie en de noden van het team en het individuele personeelslid. Zo laat de omzendbrief toe dat alle personeelsleden in overleg met de leidinggevende kunnen kiezen waar en wanneer ze werken. De dienstverlening blijft uiteraard wel vooropstaan, maar als de activiteit van het personeelslid dit toelaat, kunnen ze dus kiezen of ze thuis, op kantoor of in een openbare ruimte werken. Ik benadruk dat thuiswerken dus nooit verplicht kan worden, behalve tijdens uitzonderlijke situaties zoals lockdowns. Dit kader is zeker voldoende flexibel met de huidige energieprijzen en de uitdagingen, aangezien personeelsleden altijd op kantoor mogen werken.
Plan ik nog andere initiatieven om de hoge kost van thuiswerken voor overheidspersoneel te milderen? Wel, voor het personeel van de lokale besturen hebben de besturen de autonomie om een telewerkkader op te stellen op maat van het eigen bestuur. Besturen kunnen dus zelf afspraken maken over het eventueel voorzien van een financiële tussenkomst en over het ter beschikking stellen van het nodige materiaal, zoals een beeldscherm en bureaustoel.
Binnen de Vlaamse overheid heb ik in september 2021 laten verankeren dat elke thuiswerker een tussenkomst ontvangt voor zijn internetverbinding van minstens 20 euro. De vroegere optie om geen vergoeding toe te kennen, behoort daarmee definitief tot het verleden. De entiteiten moeten dus minstens iets doen en kunnen zelf beslissen hoe ver ze daarin gaan. Alle mogelijke bijkomende initiatieven maken deel uit van de algemene arbeidsvoorwaarden waarover ik in hun geheel onderhandel met de sociale partners. Ik hoop dat ik hiermee voldoende geantwoord heb op uw vraag.
De heer De Loor heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw antwoord. Ik vind dat het initiatief dat genomen is in Sint-Lievens-Houtem inderdaad wel getuigt van enige creativiteit, al gebeurde iets gelijkaardigs al voor studenten.
Minister, ik wil nog even terugkomen op de Vlaamse regeling. Zoals ik in het verleden ook al gezegd heb, vind ik die nogal mager. Werknemers krijgen een internetvergoeding van minimaal 20 euro, terwijl we zien dat er op federaal niveau toch meer mogelijk is. Daar bedraagt de thuiswerkvergoeding 50 euro per maand, als ik me niet vergis. Vandaar nogmaals mijn pleidooi om die vergoeding te voorzien en op te trekken. Er is geen uniform kader. Ik denk dat dat meer nadelen dan voordelen heeft in dezen, want het is toch het overheidspersoneel dat elke dag een kwalitatieve dienstverlening aan de bevolking en aan ondernemingen verzekert.
Ik hoop, minister, zoals u gesteld hebt in uw antwoord, dat de voordelen van telewerken – al staat het iedereen natuurlijk vrij om naar de werkplek te gaan – op die manier niet snel of heel snel zullen wegvallen. Dat zou wel bijzonder jammer zijn.
Minister Somers heeft het woord.
We hebben de discussie over die bedragen al gevoerd in het verleden. Ik denk dat het net goed is dat er flexibiliteit is en dat entiteiten dat zelf kunnen invullen naargelang de mogelijkheden en de behoeften. Ik moet wel vaststellen – en u moet me dat niet kwalijk nemen, mijnheer De Loor – dat u bij elke vraag die u stelt om meer geld vraagt. Ik moet toch echt eens op zoek naar die ezel. (Opmerkingen van Kurt De Loor)
Dan moeten we eens met elkaar praten.
De regel is er nu. Men kan het niet meer van zich afschuiven. Binnen elke entiteit moet men ernstig het debat voeren over de manier waarop men dat doet.
Ik wil u nog iets meegeven dat u misschien kan interesseren, mijnheer De Loor. Bij het koudere weer van de afgelopen weken – al is het nog niet écht koud geweest – is er nog steeds een beperkte bezetting van de gebouwen. Het verschilt van dag tot dag, maar de bezetting is op dit moment nog niet op het niveau van voor corona. Dat verbaasde mij ook een beetje. Ik denk dus dat daar nog altijd mogelijkheden zijn.
Een optie die ik zou willen bespreken met mijn collega-ministers, kan ook zijn dat de Vlaamse overheid gebouwen ter beschikking stelt voor initiatieven als dat in Sint-Lievens-Houtem. Ik weet dat het federale administratieve centrum in Leuven dat reeds doet, dus het eigen gebouw openstelt voor telewerkers. Misschien is dat ook een optie voor Vlaamse administratieve centra (VAC's). Dat is weliswaar de bevoegdheid van minister-president Jambon en dat moet ook met Het Facilitair Bedrijf bekeken worden. Maar ik wil dat zeker onderzoeken.
De heer De Loor heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor de bijkomende toelichting, ook over de piste die jullie bewandelen om eventueel de Vlaamse administratieve centra en andere gebouwen open te stellen. Want het is wel belangrijk dat die voordelen van het telewerken, dat naar aanleiding van de coronacrisis in een stroomversnelling is gekomen, niet zouden verdwijnen.
Wat uw opmerking betreft over het feit dat ik telkens om meer geld vraag: het is niet zo dat ik telkens enkel en alleen maar om meer geld vraag, maar dat is wel een vorm van waardering voor het werk dat het overheidspersoneel elke dag op een kwalitatieve manier levert, voor de dienstverlening aan burgers en ondernemingen. Daarenboven is het ook een pure noodzaak als je ziet dat die energieprijzen – de prijzen voor verwarming, gas en elektriciteit – en de prijs voor het watergebruik sterk gestegen zijn. Naast een blijk van waardering denk ik dat het ook een bittere noodzaak is. Dat wilde ik hier nog graag aan toevoegen. Ik zal dit verder opvolgen, collega’s.
De vraag om uitleg is afgehandeld.