Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, in juni zagen we verschrikkelijke feiten, echt dramatische gebeurtenissen in Merksplas. Ik heb niet de gewoonte om casuïstiek te berde te brengen in deze commissie, maar die feiten hebben me er toch toe geleid om nog eens een opvolgingsvraag te stellen naar de stand van zaken in het versterken van de risicotaxatie en de ketenaanpak. Want de feiten van toen tonen dat een adequate aanpak van intrafamiliaal geweld dringend noodzakelijk is. Deze aanpak is het werk van velen, en zonder op de concrete zaak zelf te willen ingaan, is het duidelijk dat een goede risicotaxatie, inzonderheid binnen de justitiehuizen, en een goed gestructureerde en duurzame ketenaanpak cruciaal zijn.
Minister, ik heb u daar al meermaals over bevraagd. Het is goed dat de risicotaxatie wetenschappelijk onderbouwd wordt – daar gaan we absoluut mee akkoord – en dat dat op een doordachte manier gebeurt, maar de maatschappelijke realiteit toont aan dat een versnelling in de aanpak toch wel noodzakelijk is. Wat de ketenaanpak betreft, bestaan er trouwens ook al goede proefprojecten.
Minister, in antwoord op mijn vragen daaromtrent stelde u dat u ook betrokken bent bij het mobiele stalkingsalarm “omdat je niet zomaar een stalkingsalarm kunt geven zonder bijkomende ondersteuning aan slachtoffers” en dat dat goed loopt. “De ketenaanpak en de Family Justice Centers zijn de perfecte partner om hier een rol in te spelen”.
Minister, wat zult u concreet doen om de risicotaxatie inzake intrafamiliaal geweld, evenals de ketenaanpak te versterken en dit op korte termijn te doen?
Wat is de stand van zaken in de concrete uitrol van het mobiele stalkingsalarm? Is dat momenteel nog niet heel erg beperkt en moet dat niet verbreed worden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega, voor ik inga op wat we bij de justitiehuizen en de Family Justice Centers doen rond risicotaxatie wil ik duidelijk zeggen dat wij helaas niet tussenkomen bij een beslissing van de onderzoeksrechter die al dan niet tot aanhouding overgaat. Daar is dus geen mandaat voor de justitiehuizen, noch voor de Family Justice Centers. Een onderzoeksrechter beslist zelf binnen de 48 uur of hij de verdachte vrijlaat onder voorwaarden of een enkelband geeft of de verdachte in voorlopige hechtenis houdt. Helaas gebeurt dat dus zonder risicotaxatie.
Ik heb altijd een pleidooi gehouden, en ik blijf dat ook doen, ook naar de federale collega’s, dat men een soort instrument ter beschikking moet kunnen stellen aan de onderzoeksrechter zodat die op basis van een aantal punten in een checklist een beslissing kan nemen, zeker rond intrafamiliaal geweld en zedendelicten. Nu gebeurt dat op basis van het dossier dat men voor zich heeft, maar het zou veel professioneler en beter zijn voor de slachtoffers als men de onderzoeksrechters een beperkte checklist laat doen om een beslissing te kunnen nemen in dit soort van dossiers. Het is nogmaals mijn vraag om dat mogelijk te maken.
Wat de ketenaanpak en Family Justice Centers betreft, hebben we een budget van 9 miljoen euro vrijgemaakt om in heel Vlaanderen te starten met centra intrafamiliaal geweld. U weet dat we er in Antwerpen en Limburg een aantal hebben. Het is de bedoeling om daar met een aantal antennes te werken. Het probleem situeert zich in het feit dat er geen Family Justice Centers zijn in de regio’s Vlaams-Brabant en Oost- en West-Vlaanderen. Ook daar zijn helaas slachtoffers van infrafamiliaal geweld. Het moet de logica zelve zijn dat zij ook recht hebben op een veel betere hulp- en dienstverlening en een plek waar ze naartoe kunnen gaan.
Het doel is om in oktober volgend jaar sowieso te starten met Family Justice Centers in de regio’s waar er nu nog geen zijn. Dit najaar volgt er een personeelsplan, dat we zullen voorleggen aan de Vlaamse Regering, met bijkomend personeel voor deze centra zodat de werking meteen versterkt kan worden met onder andere nog extra casusregisseurs om in concrete dossiers met gezinnen aan de slag te gaan.
Ik zet ook volop in op de ontwikkeling van deze centra. Risicotaxatie zal daarbij een standaardonderdeel uitmaken van het basisaanbod dat in zo’n centrum geboden wordt, maar eigenlijk is dat nu al het geval. Nu al wordt er in alle regio’s gewerkt met een gezamenlijke risicotaxatie waarmee de weg van het dossier wordt bepaald. Er zal ook met een gezamenlijk dossiersysteem gewerkt worden waar de risicotaxatie in opgenomen wordt.
Daarnaast zijn we inderdaad binnen de justitiehuizen bezig met het opzetten van risicotaxatie. Daarvoor hebben we tien psychologen aangeworven om onder meer risicotaxaties uit te voeren binnen de justitiehuizen. Zij hebben ook de taak om op basis van de visietekst van de Vlaamse Regering die we vorig jaar goedkeurden een beleid rond risicotaxatie en risicomanagement uit te voeren. Ze krijgen hiervoor sinds deze zomer ook wetenschappelijke ondersteuning van de universiteit, die het implementatieproces in goede banen zal leiden. Ze hebben allemaal de nodige opleidingen gehad. Het is ook van belang dat we met knowhow en wetenschappelijke kennis aan de slag gaan. Midden oktober zullen zij starten met risicotaxatie voor zedenmisdrijven in welbepaalde mandaten. Daarna zal dit geleidelijk aan uitgebreid worden naar andere mandaten. Dat is goed.
Wat betreft uw vraag rond het stalkingsalarm: ik zag daar zelf een belangrijke rol weggelegd voor de ketenaanpak en voor de Family Justice Centers. U weet dat ik als staatssecretaris voor Gelijke Kansen in 2017 de werkzaamheden daarrond zelf opgezet heb. Maar de Federale Regering heeft daar nu, ondanks mijn aanhoudende vraag, anders over beslist. Zij ziet dit als een instrument dat puur op politioneel en justitieel niveau getrokken moet worden. Ik word ook niet op de hoogte gehouden van de stand van zaken of de uitrol, hoewel we daar fel op aangedrongen hebben. Dat is dus wel heel jammer. Ik ben het met u eens dat de uitrol voorlopig heel beperkt is. Dat was ook mijn visie toen ik daar als staatssecretaris voor Gelijke Kansen mee bezig was. Maar men heeft op federaal niveau vooral beslist dat dat een justitieel en politioneel instrument moet zijn. Het is jammer, maar het is wat het is. Helaas, ik betreur het.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Natuurlijk weet ik ook dat een onderzoeksrechter autonoom beslist, maar het is goed dat u dat zegt voor de duidelijkheid. Hij moet daar op korte termijn een beslissing over nemen, rekening houdend met de elementen die dan voor hem liggen. Dat zijn vanzelfsprekend belangrijke beslissingen, waar men niet kan tussenkomen maar waarbij we allemaal de noodzaak onderschrijven dat hij dat moet kunnen doen met voldoende informatie. Daarom denk ik samen met u dat een bepaalde manier van risicotaxatie daar wel bij kan helpen. We moeten er ook wel eerlijk in zijn dat we nooit een volledig sluitend systeem zullen hebben, maar elk geval dat je kunt uitsluiten via risicotaxatie en via ketenaanpak moeten we oppakken en daar zoveel mogelijk werk van maken.
Wij steunen u absoluut in de uitwerking van de Family Justice Centers in de andere provincies. Ik hoor dat ook hier mijn vraag iets te vroeg komt, want u komt in oktober met een personeelsplan. Ik neem aan dat we dat dan ook nog verder kunnen bespreken. In de huidige stand van zaken heb ik dan ook geen verdere vragen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.