Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, ik heb een vraagje over de evaluatie van de Ultimas. De Ultimas, de cultuurprijzen voor de echte pièces de résistance van onze artiesten, kunstenaars en organisaties, werden op 10 mei dit jaar nog eens uitgereikt in De Singel in Antwerpen. Eindelijk kregen we, na de moeilijke coronajaren, nog eens ons jaarlijks feest.
Voor het eerst werd dit jaar ook een publieksprijs uitgereikt. We hebben hierover al in de commissie Cultuur gedebatteerd op 19 mei. We hoeven dat debat niet meer te herhalen. Maar wie ook de winnaar is – iedereen kan daar zijn mening over hebben –, dat is niet de essentie.
De essentie is dat er volgens mij, en volgens een aantal collega’s, een aantal weeffouten in de procedure zitten. We hebben eigenlijk toen in de vorige commissie al een aantal suggesties gegeven, waarvan u zei dat u die ter harte zou nemen om daarbij toch een bepaald einddoel te hebben, namelijk een lijn in de kwaliteitscontrole van de cultuurprijzen.
U liet weten dat u met bekwame spoed, dat was in de weken die volgden, samen met uw kabinet en uw departement zou samenzitten om die evaluatie te maken van deze uitreiking. Daarom heb ik volgende vragen:
Heeft deze evaluatie inmiddels plaatsgevonden? Wat waren de algemene conclusies en geeft dit aanleiding tot een aanpassing van het reglement?
Wat waren de specifieke conclusies met betrekking tot de publieksprijs? Zijn er wat dat betreft wijzigingen of verbeteringen aan de orde?
Ten slotte, een kleinere opmerking die leefde, was dat de winnende organisatie een Spaanse maatschappelijke zetel zou hebben. Los van de keuze om dat al dan niet toe te laten, druist dit niet in tegen artikel 6 uit het BVR (besluit van de Vlaamse Regering) dat de cultuurprijzen worden toegekend aan een organisatie waarvan de zetel is gevestigd in het Nederlandse taalgebied of in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Klopt het dat het reglement en het BVR zoals die bestonden voor de uitreiking, misschien elkaar wat tegenspreken?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw D’Hose, de evaluatie heeft plaatsgevonden. Het Departement Cultuur, Jeugd en Media heeft inderdaad een evaluatie gemaakt van de Ultimas die werden uitgereikt op 10 mei 2022. Het betrof natuurlijk de Ultimas van het jaar 2021. Deze evaluatie werd inmiddels ook uitvoerig met mijn kabinet besproken. De algemene tendens was dat de uitreiking van de Ultimas zeer goed verlopen was. Het was inderdaad een verademing om opnieuw een fysieke uitreiking te kunnen hebben. De show werd algemeen zeer goed beoordeeld. Er was een brede variatie van laureaten en het werd geen saaie award-uitreiking.
Zoals u weet, was het de eerste uitreiking na de aanpassing van het decretale kader. Ik vind een uitreiking te vroeg om opnieuw het decretale kader te gaan wijzigen. Het is toch de gewoonte dat we een bredere evaluatie maken, nadat een decreet enkele jaren in uitvoering is. Wat niet wegneemt dat hier en daar enkele zaken bijgestuurd kunnen worden, die dan buiten het decretale kader vallen.
Binnen de budgettaire kaders bekijken we nog waar en op welke manier de Ultimas volgend jaar zullen plaatsvinden. We willen op dit elan verdergaan, want de Ultimas zijn toch een orgelpunt voor de Vlaamse culturele wereld.
Wat de publieksprijs betreft, is het de eerste keer dat die werd uitgereikt. Ik vond het dan ook belangrijk dat deze deel uitmaakte van de globale evaluatie. De bedoeling van deze publieksprijs is enerzijds het verhogen van de interactie met het publiek en anderzijds de bekendheid van de Ultimas vergroten. Gezien de vele ingezonden nominaties – het waren er 134 om precies te zijn – en de commotie achteraf, durf ik zeggen dat beide doelstellingen eigenlijk wel bereikt zijn. Iedereen wist wel dat de Ultimas er waren. Er werd nog nooit zoveel over de Ultimas gesproken in de media als dit jaar.
Er waren 204 items in de media over de Ultimas, in 2021 waren dat er 138. En van die 204 items waren er 21 die het exclusief hadden over de publieksprijs. Er waren dus nog altijd ongeveer 180 items over de Ultimas in het algemeen, en 47 die in de marge ook over de publieksprijs gesproken hebben.
Wat de wijzigingen of verbeterpunten betreft, blijf ik ook na de evaluatie van oordeel dat een publieksprijs een publieksprijs moet blijven, dus burgerparticipatie is daarin essentieel. We zullen de procedure verder bekijken, optimaliseren en verfijnen, maar het is wel de bedoeling dat het publiek gedurende het hele proces betrokken blijft. Alleszins zullen we de periode van nomineren en van stemmen strikt van elkaar scheiden. Nu liep dat overeen, men was al aan het stemmen en er kon nog genomineerd worden. Dus dat gaan we zeker van elkaar scheiden. We overwegen een voorstel dat hier in de commissie werd gedaan om met meerdere stemrondes te werken. Maar zoals ik al zei, voor deze prijs zal het publiek van A tot Z betrokken blijven en gaan we niet werken met vakjury’s. Momenteel wordt het concrete verloop nog verder uitgewerkt, dit ook in overleg met de mediapartners. Het zou kunnen dat we zeggen dat alle ingezonden programma's aanvaard worden en het publiek stemt wie op de shortlist moet komen, bijvoorbeeld drie of vijf. Dat is te bepalen. Dan wordt die shortlist, in een tweede ronde, opnieuw aan het hele publiek voorgelegd en kan de beste eruit gekozen worden. Negen kansen op tien gaan we daar landen, maar we zijn nog niet zover.
Wat betreft uw laatste vraag: artikel 6 van het uitvoeringsbesluit regelt inderdaad welke personen of organisaties in aanmerking komen voor een Cultuurprijs. Het is wel belangrijk dat het artikel volledig wordt gelezen: de prijzen worden uitgereikt aan een organisatie waarvan de zetel gevestigd is in het Nederlandse taalgebied of het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, of aan een natuurlijk persoon, die minstens drie jaar betrokken is bij het culturele leven in de Vlaamse Gemeenschap. De makers van de documentaire beantwoorden in mijn ogen aan dat laatste deel. Ook de bijhorende geldprijs werd gestort op een binnenlandse rekening, zoals ik u ook al antwoordde in de commissie van 19 mei van dit jaar.
We moeten ook een beetje opletten, denk ik. Kijken we bijvoorbeeld naar het paviljoen op de Biënnale van Venetië van Alÿs: die woont ook al heel lang niet meer in Vlaanderen. De curator was wel een Vlaamse, maar de artiest niet, al heeft hij ook z’n roots in Vlaanderen. Ik weet niet of jullie het ondertussen al hebben gezien, maar het is volgens mij een van de mooiste paviljoenen. We hebben net geen prijs gewonnen, maar het was een van de mooiste paviljoenen. Mochten jullie deze zomer in de buurt van Venetië zijn, spring dan zeker eens binnen.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Een beroemd man zei ooit ‘elk nadeel heeft zijn voordeel’ en dat is in het geval van de Ultimas zeker zo. Ik weet nog dat wij in mijn vorige job het merk ‘Ultimas’ hebben gezet en dat was toen nog iets nieuws, we konden ons dus eigenlijk geen betere reclame wensen. Net als de MIA’s (Music Industry Awards) zijn de Ultimas nu zeker een blijver in ons Vlaamse landschap. Dat is dus eigenlijk zeer goed.
Ten tweede dank ik u hartelijk voor de grondige evaluatie en voor het feit dat u, uw departement en uw kabinet ervoor openstaan om te werken met een shortlist. Dat is absoluut een goed idee, maar we mogen zeker ook niet uit het oog verliezen dat de burgerparticipatie nog steeds van belang is. Bij het Eurovisiesongfestival is dat ook zo: de landen gaan uiteindelijk een groep of zanger naar voren schuiven, waarvoor er eigenlijk al een shortlist was ontstaan in het eigen land. Dat is dus ‘the way to go’. Daarvoor moet het decreet volgens mij niet worden aangepast, maar vooral het reglement, en dat kan redelijk vlot verlopen.
Ik dank u dus hartelijk dat u rekening hebt willen houden met de suggesties en voorstellen die uit deze commissies zijn voortgekomen. We zijn benieuwd naar waar de Ultimas volgend jaar zullen plaatsvinden, zoals altijd reizen we het Vlaamse land wat af. Ik ben benieuwd wie na Antwerpen aan de beurt is. Het is misschien eens tijd voor de West-Vlaamse of Limburgse vrienden, om ook eens de uithoeken van het land te zien. We kijken er alvast naar uit en nogmaals hartelijk dank voor uw goodwill om dit te willen aanpassen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Ook ik wil mijn appreciatie uitdrukken voor het feit dat u naar aanleiding van het debat dat we hier hebben gehad onmiddellijk aan de slag bent gegaan om op korte termijn een evaluatie te maken en dat de suggesties die hier gebeurd zijn ook worden meegenomen. Ik denk immers dat we samen één doel voor ogen hebben en dat is niet alleen dat de naambekendheid van de Ultimas groter wordt – wat bij deze is gebeurd –, maar dat vooral heel Vlaanderen fier kan zijn en achter de prijzen kan staan die worden uitgereikt. Ik denk ook dat we met een getrapt systeem, een preselectie, een stap vooruit zullen zetten en dat we daar inderdaad geen decreetswijziging voor nodig hebben.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Heel kort: ik herinner me toch nog heel levendig dat de Ultimas al in West-Vlaanderen zijn uitgereikt. (Opmerkingen. Gelach)
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Minister-president, ook hier geldt: elk nadeel heeft zijn voordeel.
De vraag om uitleg is afgehandeld.