Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over zelfrijdende bussen in Vlaanderen
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Verheyden heeft het woord.
Onlangs werd de eerste autonoom rijdende shuttle op de openbare weg voorgesteld. De shuttle betreft een Europees pilootproject en meteen ook een primeur voor Vlaanderen. Het voertuig wordt elektrisch aangedreven en kan maximaal 8 personen en ook postpakketten vervoeren. Tot begin augustus zal de shuttle tijdens de week een traject afleggen van 2,5 kilometer rond het industrieterrein Mechelen-Noord. Werknemers van de bedrijven kunnen op verschillende haltes aan boord van het voertuig stappen om zo naar hun werk te gaan. Ook voor rolstoelgebruikers is de bus aangepast. Naast voor passagiers wordt de shuttle ingezet om postpakketten van bpost van bedrijven en particulieren af te geven of op te halen. Dat systeem moet extra pakjestransport langs het parcours vermijden en ook een betere service bieden aan klanten. Het project laat volgens sommigen een glimp van de mobiliteit van de toekomst zien.
De technologie rond zelfrijdende auto's en shuttles evolueert enorm snel. In verschillende steden in het buitenland heeft men al vergevorderde stappen gezet om autonome taxi's te laten rijden.
Ik heb volgende vragen, minister. Is Vlaanderen betrokken bij het project in Mechelen? Zo ja, op welke wijze? Past het project in uw visie over de ‘last mile solutions’ in de stedelijke logistiek? Bent u van plan om het project bij een positief resultaat uit te rollen in Vlaanderen?
De heer Maertens heeft het woord.
Ik zal de inleiding van collega Verheyden niet overdoen. Ik wil de link leggen met het proefproject van autonoom vervoer van De Lijn in 2018 met een zelfrijdende shuttle op Brussels Airport, op de luchthaven van Zaventem. De Lijn werkte vervolgens in samenwerking met de partnersteden Genk, Leuven, Antwerpen en Mechelen aan de ontwikkeling van de zelfrijdende bus. Maar dat project is vrij abrupt gestopt in november 2020. De technologie die nodig was voor de ontwikkeling van de zelfrijdende bus bleek nog niet op punt te staan. De stad Mechelen besliste daarna wel om op eigen houtje het project voort te zetten.
In die context heb ik volgende vragen, minister. Biedt het project in Mechelen een basis voor De Lijn om te overwegen om toch opnieuw proefprojecten met betrekking tot autonome bussen te starten? Hoe belangrijk is dit voor Vlaanderen? Bent u van oordeel dat Vlaanderen meer inspanningen moet leveren om een pioniersrol te kunnen opnemen wat zelfrijdende bussen en wagens betreft? Ik denk echt dat dit belangrijk kan zijn. Welke legistieke hinderpalen zijn er vandaag nog om dergelijke autonome bussen in Vlaanderen in te zetten?
Minister Peeters heeft het woord.
Ik ben zeker ook voorstander van dergelijke initiatieven die te maken hebben met autonoom rijden. Het zijn vandaag nog allemaal pilootprojecten, vaak met Europese ondersteuning. Maar wij weten dat het in de toekomst snel kan gaan. Hoe dan ook kan het autonoom rijden een heel grote impact hebben op het verplaatsingsgedrag van de mensen en zeker ook op de verkeersveiligheid.
Mijnheer Verheyden, uw vraag gaat over het Project Mechelen. Het project van de stad Mechelen kadert in het Europees pilootproject Automated ROAD TRANSPORT Forum (ART-FORM). De stad participeert daarin met het Vlaams Instituut voor de Logistiek (VIL). De Vlaamse overheid, of het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) zijn niet rechtstreeks betrokken, maar wij faciliteren wel bij de vergunning en wij volgen natuurlijk die technologische ontwikkeling op. Zowel met VIL als met de stad Mechelen zijn er goede contacten, en we waren op de hoogte van de plannen van stad Mechelen.
Dan kom ik aan de vraag in verband met de stedelijke logistiek rond autonome voertuigen. De uitrol van dergelijke proefprojecten draagt alleszins bij tot de realisatie van een efficiëntere, innovatievere en meer duurzame mobiliteit. Dat is ook specifiek een van de doelstellingen die werden opgenomen in het Vlaams beleidskader rond stedelijke logistiek. ‘Innovatie en ondernemerschap realiseren in en dankzij stedelijke logistiek’ is daar expliciet in opgenomen. We juichen dat dus zeker toe.
Ik haal ook ‘cargo hitching’ aan: wat met dit proefproject getest wordt, zou extra pakjestransport langs het parcours moeten vermijden en een betere service voor de klant bieden. We zijn benieuwd naar de resultaten van dit proefproject en naar het verdere verloop.
De uitrol van nieuwe vormen van mobiliteit, zoals de gedeelde autonome mobiliteit, begint stilaan minder toekomstmuziek en meer realiteit te worden. Dat juichen we natuurlijk toe. Het is de bedoeling om uit dergelijke proefprojecten lessen te trekken opdat we binnenkort vanuit Vlaanderen klaarstaan om ook in de privémarkt initiatieven te zien groeien rond alles wat met het autonoom rijden te maken heeft.
Mijnheer Maertens, wat betreft de ambitie van De Lijn: De Lijn houdt uiteraard ook absoluut de vinger aan de pols en volgt de marktevoluties nauwgezet op. Op dit moment zijn er een aantal pistes van mogelijke pilootprojecten die men intern aan het bekijken is, zo verneem ik alleszins van het management van De Lijn. Daarenboven is De Lijn betrokken bij het project op de luchthaven in Zaventem.
Daarnaast loopt een project met de Vlaamse overheid in het vakantiepark Terhills in Dilsen-Stokkem en Maasmechelen. Daar wordt de opstart van een kleine vloot met autonome shuttles op een afgesloten terrein volop voorbereid. De Limburgse Reconversiemaatschappij (LRM), samen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) en De Lijn faciliteren dat initiatief. De Lijn levert daar ondersteuning in de vorm van marktkennis en aankoopondersteuning.
Wat betreft de legistieke en de praktische problemen die er nog zijn: er zijn uiteraard nog heel wat hinderpalen en we weten dat er nog heel wat uitdagingen zijn, onder meer wat betreft het legistieke kader. Het huidige wetgevende element volstaat nog niet voor een brede introductie van deze nieuwe technologie. Een kader voor het opstarten van proefprojecten is vandaag wel aanwezig: de experimentenwet autonoom rijden staat nu wel al toe om pilootprojecten op te starten waarvoor uitzonderingen op de verkeerswetgeving toegestaan worden. Verder hebben we ook het prototypestatuut, waaronder onder specifieke voorwaarden ook voertuigen op onze wegen toegelaten kunnen worden die niet aan de klassieke homologatievereisten voldoen.
We moeten daar verder nog alles blijven opvolgen: het verhaal van het vertrouwen, maar ook de privacyproblemen, de datacaptatie die moet gebeuren zijn allemaal elementen die meespelen in dat autonoom varen. Maar we kunnen veel leren uit de proefprojecten die lopen. Dat is alleszins de volgende stap waar we op moeten inzetten: leren uit de proefprojecten en daar een en ander uit detecteren om het heel innovatieve landschap inzake autonoom varen verder te faciliteren. Vanuit het Departement MOW, maar ook vanuit De Lijn wordt dat allemaal nauwkeurig en nauwgezet opgevolgd.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw omvangrijke toelichting rond dit onderwerp. Ik denk dat we het inderdaad over alle partijgrenzen heen eens zijn dat dergelijke vormen van mobiliteit wel degelijk toekomst hebben. U zegt dat er nog heel wat werk is rond die wetgeving. We kunnen wel pilootprojecten uitrollen maar verder staan we nog niet zo heel ver rond die wetgeving en is er nog heel wat werk voor de boeg. Ik zou u toch willen vragen om daar werk van te maken, want de technologie van die autonome elektrische voertuigen zit in een serieuze versnelling.
U hebt verwezen naar het project in Zaventem. Momenteel zijn daar nog een aantal hinderpalen, hebben we vernomen. Zaventem zit natuurlijk wel te wachten op de verdere uitrol van dergelijke projecten in samenwerking met De Lijn. In het kader van een verdere lokale ontwikkeling van bepaalde bedrijvenparken of bepaalde industriële polen in Vlaanderen denk ik dat het nuttig is dat er zo snel mogelijk werk wordt gemaakt van die wetgeving. We zijn beter op tijd klaar met dergelijke zaken dan dat we de feiten achterna moeten hollen.
Minister, ik heb geen verdere vragen voor u, alleen: bent u van plan op kortere termijn dergelijke wetgevende initiatieven te nemen?
De heer Maertens heeft het woord.
Minister, dank u voor uw antwoord. Ik ben het volledig met u eens als u zegt dat het belangrijk is om in te zetten op die proefprojecten en dat Vlaanderen de bereidheid toont om ze mee te begeleiden, er mee in te investeren en er het legistieke kader voor uit te werken. Dat is zeer goed. Ik volg u ook volledig als u zegt dat het de bedoeling moet zijn om de private markt te faciliteren om daarin verdere stappen te zetten. Ik geloof echt dat de privémarkt daar de katalysator zou kunnen zijn, eerder dan de overheid. Dat is met heel veel vernieuwingen zo. De overheid moet het kader creëren en de proefprojecten begeleiden maar het dan aan de vrije markt laten om die zaken realiteit te laten worden.
Wat betreft het legistieke kader, is het waardevol dat wij vandaag inzetten op die proefprojecten, die mogelijk maken, ook de prototypes en dergelijke meer. Maar het zou toch belangrijk genoeg moeten zijn om op korte termijn, als er plots een doorbraak is inzake een aantal technologieën, met dat legistieke kader klaar te zitten. Ik wil er dus toe oproepen dat de administratie dat zeker blijft voorbereiden zodat we niet plots voor een voldongen feit komen te staan.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Ik heb door een technische storing hier 15 of 20 seconden van uw antwoord gemist. U had het op het einde twee keer over autonoom varen. Ik weet niet of het een lapsus was, of het wel degelijk ging over autonoom rijden van voertuigen. Maar ik had een bijkomende vraag naar wat de stand van zaken is in het autonoom varen. Ook op dat vlak is een proefproject aan de gang. Kunt u daar vandaag al wat meer info over geven? Het overvalt u misschien. Als dat niet kan, dan stel ik de vraag later wel.
Minister Peeters heeft het woord.
Wat regelgeving betreft, hebben we een interfederale werkgroep waar wordt gekeken naar hoe we daarop kunnen aligneren en zorgen dat de regelgeving wordt aangepast. Dat is volop lopende en daar werken we vanuit onze administratie volop aan mee.
Mijnheer Maertens, het was inderdaad een lapsus wanneer ik het over autonoom varen had, en nu krijg ik dus een extra vraag. Ik kan u alleszins meegeven dat De Vlaamse Waterweg het autonoom varen volop stuurt. Daar zijn wij zelfs Europees koploper in. We hebben de experimenteerregelgeving met de regelluwe zone, waar we dat volop kunnen experimenteren. Er lopen een aantal projecten. Alle details heb ik hier niet bij me, maar het zijn proefprojecten waar we zeker de lead in nemen, dus zowel inzake het autonoom rijden op de weg als het autonoom varen op onze waterwegen. Op beide facetten zetten we volop in. Ik denk dat het de toekomst is en dat we daar verder werk van moeten blijven maken.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het gebeurt niet elke week, maar ik denk dat we alleen maar op een positieve noot kunnen afsluiten. Wij steunen u volop in de initiatieven die u neemt. Ga ervoor. Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat een dergelijke manier van transport de toekomst is.
De heer Maertens heeft het woord.
Ik kan me daar alleen maar bij aansluiten en u danken voor uw antwoord.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.