Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over wantoestanden bij interlandelijke adopties
Vraag om uitleg over de herkomstlanden waarmee samengewerkt wordt bij interlandelijke adoptie
Verslag
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Voorzitter, in september 2021 maakte het expertenpanel interlandelijke adoptie zijn rapport bekend met aanbevelingen voor de toekomst van interlandelijke adoptie. Het panel en het onderzoek kwamen er na een hoorzitting in mei 2019, nadat er meerdere schandalen rond adoptie waren bovengekomen.
Naar aanleiding van het rapport kwam er een mededeling van de Vlaamse Regering met de acties die ondernomen zouden worden om de toekomst van interlandelijke adoptie te garanderen en te verbeteren. Zo zouden pleegzorg en adoptie nauwer worden verbonden, zouden de partnerschappen met de herkomstlanden worden versterkt, zou er meer worden gekeken naar open adoptie en meerouderschap en zou er meer worden ingezet op nazorg.
Later dat jaar werd er ook een beslissingskader uitgewerkt aan de hand waarvan het Vlaams Centrum voor Adoptie (VCA) zal nagaan met welke herkomstlanden er nog kan worden samengewerkt. Uit de gedachtewisseling met toenmalig minister Beke op 8 maart 2022 bleek dat de screening eind maart 2022 van start zou gaan. De screening zou echter gebeuren aan de hand van een vragenlijst door drie internationale organisaties in plaats van door het VCA zelf, zoals was opgenomen in het besluit van de regering.
Tijdens de gedachtewisseling kwam ook de eenmaking van de adoptiediensten aan bod. De huidige drie diensten zouden tegen 2023 één dienst moeten vormen. Dit heeft echter veel voeten in de aarde: zij moeten de vernieuwing van hun erkenning in september aanvragen om tegen december een nieuwe erkenning te hebben, maar hebben nog geen zicht op de concrete invulling van de eengemaakte adoptiedienst. Daarnaast zijn de accreditaties gekoppeld aan de afzonderlijke diensten. Als zij samensmelten tot een dienst moeten alle accreditaties opnieuw worden verkregen en dit vraagt tijd. Het halen van de deadline lijkt haast onmogelijk.
Minister, wat is de stand van zaken in de eenmaking van de adoptiediensten? Zal er worden gekeken naar het instellen van een overgangsperiode zodat alle erkenningen en accreditaties in orde kunnen worden gebracht?
Is hierover reeds overleg geweest met de adoptiediensten? Wat zijn de voornaamste bevindingen van deze overlegmomenten?
Zijn de screeningen van de herkomstlanden gestart zoals voorzien? Welke landen zijn reeds gescreend en wat zijn de eerste resultaten?
Minister, wat is uw opinie over het feit dat drie buitenlandse externe organisaties de screenings zullen uitvoeren en niet het VCA zelf, zoals opgenomen in de beslissing? Waarom werd deze keuze gemaakt?
Thijs Verbeurgt heeft het woord namens mevrouw Van den Bossche, die stemproblemen heeft.
Minister, de Nederlandse overheid heeft op 16 juni aangekondigd dat ze met onmiddellijke ingang interlandelijke adopties uit Haïti schorst. De toestand is er namelijk zo onzeker en chaotisch dat een fraudevrije adoptie niet gegarandeerd kan worden.
Het is niet de eerste keer dat Haïti als adoptiekanaal in vraag wordt gesteld. In het verleden, zoals na de aardbeving van 2010, kwamen er al getuigenissen van frauduleuze adopties vanuit het land. Talrijke kinderen werden er onder valse voorwendselen bij hun ouders weggehaald en geboorteaktes werden vervalst. De Haïtiaanse regering besliste toen zelf om tijdelijk te stoppen met buitenlandse adopties. Vandaag lijkt de situatie er opnieuw een voedingsbodem voor kinderhandel, en de Nederlandse regering nam alvast het zekere voor het onzekere.
Vorig jaar kwam een expertenpanel tot de conclusie dat er wantoestanden zijn en werd het systeem van interlandelijke adoptie in vraag gesteld. Het panel kwam met duidelijke aanbevelingen waar op Vlaams niveau werk van kan worden gemaakt. Een adoptiepauze om grondig te kunnen onderzoeken of elk kanaalland kan garanderen dat een adoptie correct en fraudevrij kan verlopen was een van de kernpunten van de experten. Want Haïti is niet het eerste land waar dergelijke wantoestanden bestaan. Eerder zijn ook in Ethiopië, Guatemala, Colombia en Congo kinderen ontvoerd en aangeboden voor interlandelijke adoptie.
Minister, zult u in navolging van de Nederlandse regering ook maatregelen nemen om adopties uit Haïti te schorsen?
Zult u andere kanaallanden laten onderzoeken op wanpraktijken?
Welke aanbevelingen van het expertenrapport werden vandaag al in uitvoering gebracht en wat is de timing voor het omzetten van andere aanbevelingen?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, minister, over interlandelijke adoptie hebben we al meermaals in dit parlement debatten gevoerd en hoorzittingen gehouden. We zijn het er allemaal over eens dat het belang van het kind steeds centraal moet staan. Zo moet er ook eerst worden gekeken of het kind kan worden opgevangen in het land van herkomst vooraleer men beslist om over te gaan tot interlandelijke adoptie.
Gezien de wanpraktijken van het verleden is het cruciaal dat de herkomstlanden voor interlandelijke adoptie grondig worden gescreend vooraleer hiermee wordt samengewerkt. Enkel zo kunnen dergelijke wantoestanden in de toekomst worden vermeden. In Nederland kondigde de minister van Rechtsbescherming Franc Weerwind aan dat Nederland per direct stopt met adopties uit Haïti. Het is echter niet de eerste keer dat Haïti in opspraak komt als herkomstland. In 2010 werd Haïti als adoptiekanaal reeds even stopgezet, maar dat werd nadien weer hervat. Ook in 2017 waren er berichten van kinderhandel.
Minister, kunt u garanderen dat de herkomstlanden waarmee momenteel wordt samengewerkt inzake interlandelijke adoptie betrouwbaar zijn? Kunnen volgens u alle herkomstlanden grondig worden gecontroleerd?
Vindt u dat Haïti nog voldoende kan worden gecontroleerd om een correct en transparant verloop van interlandelijke adoptie mogelijk te maken? Zult u zoals in Nederland stappen ondernemen om ook adopties vanuit Haïti stop te zetten?
Welke initiatieven neemt u nog om te verzekeren dat interlandelijke adoptie steeds correct verloopt?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor deze zeer interessante vragen over een belangrijk thema, waar al heel wat over te doen is geweest de voorbije periode.
Het traject om te komen tot één adoptiedienst loopt al enkele jaren, zoals jullie weten. De Vlaamse Regering heeft daarover op 5 april 2019 een beslissing genomen en gesteld dat wij vanaf 1 januari 2023 maar één dienst zullen erkennen. Dat besluit lag in lijn met een resolutie die door jullie werd aangenomen op 7 maart 2018. Als reden werd toen onder meer gegeven dat het aantal interlandelijke adopties daalde, omdat heel wat landen actief werk maken van oplossingen in eigen land. Ook werd gesteld dat interlandelijke adopties steeds vaker zogenaamde ‘special needs’-kinderen betreft, en dat vraagt een bijzondere expertise van de diensten in de voorbereiding en in de nazorg. Om die reden, en omdat adoptiediensten veelal geheel of gedeeltelijk financieel afhankelijk zijn van het aantal adopties dat zij kunnen realiseren, werd ervoor gekozen om in de toekomst maar één dienst te erkennen. Maar dat weten jullie natuurlijk al allemaal.
De Vlaamse Regering heeft op 17 september 2021 de krijtlijnen vastgelegd voor de toekomst van interlandelijke adoptie. Vandaag zijn er effectief nog steeds drie autonome vzw’s die destijds de suggestie kregen naar elkaar toe te groeien, en uiteindelijk tot een fusie over te gaan.
In navolging van de krijtlijnen voor de toekomst startte het agentschap Opgroeien in de afgelopen periode een participatief proces rond drie thema’s: de samenwerking met de herkomstlanden, het verbinden van pleegzorg, en begeleiding en nazorg.
Parallel hiermee is er overleg met de interlandelijke adoptiediensten over de wijze waarop in de toekomst de samenwerking met herkomstlanden georganiseerd kan worden, en in het verlengde daarvan, de taakinvulling van de eengemaakte adoptiedienst. Op 6 juli 2022 – wie goed kan rekenen weet dat dit morgen is – is er een volgende werksessie met de diensten en het VCA gepland. Mijn kabinet zal hier ook aan deelnemen.
Collega’s, gelet op het feit dat het regelgevend kader met betrekking tot de opdrachten en werking nog aangepast moet worden, bekijken we met de diensten of de timing om te komen tot één dienst kan worden aangehouden. Voor mij is dat geen taboe, als het maar tot een fusieproces komt. Dat punt staat morgen op de agenda. Heel concreet wat betreft de accreditaties zal er sowieso voorzien worden in een overgangsbepaling voor de lopende samenwerkingen, waarbij de erkenning van de bestaande adoptiediensten behouden kan blijven, zodat ook huidige accreditaties en erkenningen behouden kunnen blijven.
Als u het adoptielandschap een beetje kent, collega’s, dan zult u begrijpen dat we hier sowieso niet over één nacht ijs zullen gaan. Er staat trouwens straks nog een voorstel van resolutie over interlandelijke adoptie op de agenda. Ik heb daarin alvast een aantal elementen gelezen die voorwerp zullen zijn van debat, maar ook een aantal elementen die in lijn liggen met wat de Vlaamse Regering heeft afgesproken.
Collega’s, dan wil ik het hebben over de vragen rond Haïti en de screening.
De eerste screeningsronde van herkomstlanden is op dit ogenblik lopende. De landen opgenomen in de eerste screeningsronde zijn de landen waarvan de accreditatie op korte termijn verloopt en waarover snel een beslissing moet vallen. Het gaat concreet over India, Kazachstan, Portugal, Vietnam en Zuid-Afrika.
Het VCA verzamelt alle input over deze landen bij de betrokken externe partners, de bevoegde centrale autoriteiten en de interlandelijke adoptiediensten. Het VCA zal de informatie bundelen en ook delen met de adoptiediensten, adoptie-ouders, geadopteerden en de kinderrechtencommissaris, en vervolgens een beslissing nemen. Die processen zijn lopende. Ik verwacht kort na de zomer de eerste resultaten.
Haïti kent een chronisch probleem van politieke instabiliteit en onveiligheid, maar de bevoegde centrale autoriteit, het Institut du Bien-Etre Social et des Recherches (IBESR) – dat is het Haïtiaanse ministerie van Sociale Zaken –, en de rechtbanken blijven operationeel. Op korte termijn bekijkt adoptiedienst Ray of Hope bij elke afreis van kandidaat-adoptanten de veiligheidssituatie. Er worden, in samenspraak met Buitenlandse Zaken, afspraken gemaakt over het verdere verloop. Op dit moment reizen de adoptanten af naar de Dominicaanse Republiek en verloopt de overdracht via de luchthaven van Port-au-Prince. Haïti wordt meegenomen in de tweede screeningsronde, dit najaar, om dan een definitieve beslissing over de samenwerking te kunnen nemen.
Dan behandel ik de vragen over de buitenlandse organisaties.
Uiteraard steun ik de aanpak van het VCA om in deze zeer belangrijke en zeer delicate materie een beroep te doen op adviezen van internationale en nationale experten en partners om goed onderbouwde beslissingen te kunnen nemen. De mededeling aan de Vlaamse Regering van 10 december 2021 laat daartoe de nodige ruimte.
Het screeninginstrument dat werd ontwikkeld op basis van de krijtlijnen die de Vlaamse Regering daartoe heeft vastgelegd, is ook uitgewerkt in nauwe samenwerking met internationale experten, en onder meer voorgelegd aan het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie in Den Haag.
Bij de screening in de herkomstlanden wil het VCA naast de adoptieprocedures onder meer ook zicht krijgen op de jeugdbeschermingssystemen in de verschillende landen. International Social Service (ISS) en UNICEF hebben jarenlange ervaring in deze domeinen en hebben bovendien onderzoekers ter plaatse om een zo volledig mogelijk beeld te kunnen schetsen. Child Identity Protection (CHIP) specialiseert zich in het recht op identiteit van kinderen. Het VCA gaat daarnaast rechtstreeks in overleg met de centrale autoriteiten van de herkomstlanden en vraagt adviezen aan interlandelijke adoptiediensten, de Federale Centrale Autoriteit en Buitenlandse Zaken.
Al deze bronnen stellen het VCA in staat om een zo volledig mogelijk review van de herkomstlanden mogelijk te maken, wel wetende dat er nooit volledige garanties ingebouwd kunnen worden – vandaar die brede bevraging en consultatie.
U vraagt welke initiatieven ik nog neem. Naast de screening die loopt, worden herkomstlanden in de bestaande werking ook al onderworpen aan een kanaalcontrole, waarbij de adviezen van de Federale Centrale Autoriteit en Buitenlandse Zaken worden opgevraagd om na te gaan of interlandelijke adopties correct verlopen.
In de toekomst zal elke potentiële nieuwe samenwerking in een herkomstland worden gescreend volgens de vastgelegde krijtlijnen van de Vlaamse Regering.
In navolging van de krijtlijnen die in september door de Vlaamse Regering werden vastgelegd, werd in een eerste fase werk gemaakt van een beslissingskader. We hebben daar prioriteit aan gegeven. Het kader werd in december voorgesteld aan de Vlaamse Regering. Op basis van de principes die daar werden afgesproken, werd het instrument verfijnd. De screening is nu dus lopende en het evalueren van die samenwerkingen is al een belangrijk element in de opvolging van het expertenrapport.
Die screening zit trouwens ook vervat in het thema ‘samenwerking met herkomstlanden’, met daarnaast nog werkgroepen rond ‘het verbinden van pleegzorg en adoptie’ en ‘nazorg en begeleiding’.
Tot slot kan ik nog aanvullen dat aan het Vlaams Centrum voor Adoptie werd gevraagd om de werking te evalueren en bij te sturen in functie van dit nieuwe systeem voor interlandelijke adoptie.
Ik verwacht daarvoor in het najaar heel concrete beleidsvoorstellen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Allereerst wil ik komen tot het luik dat de collega’s Wouters en Van den Bossche aanhaalden met betrekking tot de specifieke casus van Haïti. Het is evident dat dit van dichtbij moet worden opgevolgd, zeker als we zien dat Nederland de conclusie heeft getrokken dat de situatie in Haïti zodanig onveilig is en de overheidsstructuur zodanig onstabiel is dat het niet langer verantwoord wordt geacht om uit Haïti te adopteren.
Dat sluit dan ook naadloos aan bij mijn vraag over de screening van die herkomstlanden, want ik noteer uit uw antwoorden dat die lopende is. Op zich vind ik dat op zijn minst opvallend omdat men de keuze voor buitenlandse screeningsdiensten heeft gemaakt en niet voor het VCA, wat ingaat tegen de beslissing van de Vlaamse Regering. De volgende vraag werpt zich dan ook spontaan op: wanneer mogen wij verwachten dat die screening volledig in orde is? Dat was daarnet niet helemaal duidelijk voor mij.
Wat de eenmaking van de adoptiediensten betreft, weet ik inderdaad dat de keiharde deadline van januari 2023 er is. Niet op tijd is opnieuw beginnen, daar heeft mijn goede voormalige collega Lorin Parys heel vaak op gehamerd bij uw voorganger. Minister Beke gaf ook aan dat het wel goed zou komen. Ik stel vandaag de vraag omdat ik er niet helemaal gerust in ben. Als ik het goed heb begrepen, hebt u net ook gezegd dat u het vooral belangrijk vindt dat de fusie er komt en dat u niet per se wilt vasthouden aan de deadline. Dat vind ik een geruststelling.
Tot slot heb ik eerder een suggestie dan een vraag. Mag ik er misschien ook op aandringen dat Opgroeien, dat bezig is met het kader, de nodige expertise in het werkveld en bij die vele verenigingen meeneemt bij het opstellen ervan? Ik verneem namelijk dat dat hier en daar te wensen overlaat en het zou jammer zijn als de expertise die er is niet wordt meegenomen.
De heer Verbeurgt heeft het woord namens mevrouw Van den Bossche.
Minister, voor Vooruit is elke adoptie die tot stand kwam met druk, dwang, ontvoering of kinderhandel er een te veel. En dat is niet alleen zo voor ons, maar ook voor alle geadopteerden, eerste ouders en ook voor de wensouders. Geen enkele wensouder wil dat een kind onrechtmatig bij zijn ouders wordt weggenomen. Kunt u dan ook vandaag met 100 procent zekerheid stellen dat de interlandelijke adopties die vandaag in Vlaanderen plaatsvinden volledig fraudevrij zijn en dat we dus met zekerheid weten dat elk kind bewust werd afgestaan, met volle toestemming en kennis van wat een kind voor adoptie afstaan, betekent, alle principes van het Haags Verdrag in acht genomen?
Is het wat Haïti betreft niet naïef om alle vertrouwen betreffende de adoptie te leggen bij de organisatie zelf? U spreekt van een beslissing in het najaar, terwijl andere landen nu reeds schorsen. Waarom hanteert u in dezen het voorzorgsprincipe niet? Waarom komt er bijvoorbeeld geen tijdelijke schorsing in afwachting van verder onderzoek? Ik begrijp niet dat u niet even doortastend bent in dit dossier als in andere dossiers, zoals kinderopvang. Nog een half jaar wachten, is een half jaar spelen met de levens van Haïtiaanse kinderen.
Het moet mij ook van het hart dat ik niet begrijp waarom de voorziene timing inzake de eenmaking niet zal worden gehaald. Waar situeert de vertraging zich? Is die te situeren bij de betrokken diensten of bij de administratie? Hebt u het gevoel dat er bewust wordt vertraagd?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, ik deel eigenlijk de bezorgdheid van de collega’s hier over onze vragen rond Haïti. U zei dat de tweede screeningsronde van Haïti pas in het najaar komt. En er zijn signalen dat de adoptie vanuit dit land niet op een veilige, correcte en transparante manier kan verlopen. Ik vind het dus jammer dat hier zo lang mee wordt gewacht.
Minister, ik heb nog een aantal vragen over het screeningsinstrument zelf. Dit zou een gedetailleerde vragenlijst zijn die duidelijkheid moet bieden over de verschillende thema’s en criteria die van belang zijn voor een correct en ethisch verloop van interlandelijke adoptie. Tijdens de commissievergadering in maart vroeg ex-collega Parys reeds om het beslissingsinstrument van het VCA ter beschikking te stellen van het Vlaams Parlement. Voormalig minister Beke gaf aan dat, zodra dit was afgewerkt, dit toegelicht kon worden in het Vlaams Parlement. Mijn concrete vraag is: is dit mogelijk en welke initiatieven neemt u hiertoe om dit mogelijk te maken?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Ik heb drie bijkomende vragen. Mijn eerste vraag gaat over de screening van de adoptiekanalen. Ik sta een beetje alleen, maar ik vind het wel goed dat dat op een grondige manier gebeurt. Of dat nu met de ene of de andere instelling is: als de kat z’n jongen maar vangt, zou ik zeggen. Ik sluit me wel een beetje aan bij de opmerking van collega Wouters. We hadden te horen gekregen dat er een beetje toegelicht ging worden op welke wijze er gescreend ging worden. Het is misschien mogelijk om dat al tijdens het proces te doen, en dan kunnen we misschien ook detecteren of, bijvoorbeeld in het geval van Haïti, de procedure gedegen is of niet. Maar ik vertrouw er persoonlijk wel op dat dat gebeurt. Met de uitleg die ik van de minister gehoord heb, maak ik me daar niet direct zorgen over. Maar misschien zou dat in het parlement nog extra toegelicht kunnen worden.
Mijn tweede vraag gaat over de vernieuwde taakstelling van de adoptiediensten. Over de eenmaking is er al veel gezegd, maar er is ook die verschuiving van een aantal taken met Opgroeien regie. U hebt gezegd dat dat geen impact zal hebben op de huidige accreditaties. Is er eigenlijk al zicht op hoe die verschuiving concreet zal verlopen en hoe het zit met eventuele toekomstige accreditaties?
We hebben de laatste maanden een aantal nieuwe feiten gehoord over Opgroeien. Als ik collega Daniëls laat doen, gaat er straks misschien nog een nieuwe commissie opgericht worden. Maar mijn derde vraag is: hebben wij wel voldoende vertrouwen dat er genoeg personeelsbezetting is en voldoende capaciteit om de vooropgestelde taakverschuiving met Opgroeien regie te doen? Het ene heeft niet rechtstreeks met het ander te maken. Maar ik vraag me af of die capaciteit daar wel voldoende is.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Bedankt ook voor de bezorgdheden.
Wat heel de situatie rond Haïti betreft: ik wil dat nog eens navragen. De afspraak is nu gemaakt om dat mee te nemen in de tweede ronde, om dan definitief te beslissen. Er zijn hier twee parlementsleden die zeggen: ‘Doe dat toch een beetje rapper, want het is niet veilig.’ Nu is het zo, zoals ik al zei, dat de veiligheidssituatie in samenspraak met Buitenlandse Zaken bekeken wordt om afspraken te maken over het verdere verloop. Laat ons afspreken dat ik nog eens zal navragen of dat de beste manier van werken blijft, dan wel of er extra’s nodig zijn. Ik kan daar niet persoonlijk over beslissen, collega’s, ik heb daarvoor ook advies nodig. Dus voor mij is dat de juiste weg om te bewandelen. Maar als jullie dat vragen, wil ik dat zeker nog eens laten bekijken.
Het is het VCA dat screent en beslist, en zij doen dat op basis van zeer grondige adviezen van nationale en internationale experten. Ik vind dat eigenlijk de goede manier van werken. We bekijken daar, collega Verheyen, wat extra haalbaar is. Alle stakeholders zijn ook zeer goed vertegenwoordigd in de werkgroepen. We zien wel dat het onderwerp bij de deelnemers veel emoties oproept, en eigenlijk is dat hier ook zo. Het is logisch dat dat veel emoties oproept en dat het voor de voorzitters ook vaak een zaak is om dat zeer goed te kanaliseren, al die zware en intense emoties die er zijn.
Collega Van den Bossche, wij worden, zo meldt men mij, internationaal uitgenodigd om onze nieuwe aanpak toe te lichten. En wat dan de vertraging of niet-vertraging betreft: die adoptiediensten vertragen eigenlijk niet bewust. Ze zijn gewoon bezorgd met betrekking tot die accreditaties. Het is van belang, zoals ik al zei, dat we het doel halen. De timing kunnen we bekijken als er gegronde argumenten zijn.
Collega’s, ik wil ook nog iets meegeven over het screeningsinstrument. Het screeningsinstrument is ontwikkeld in samenwerking met internationale experten en wordt ook voorgelegd, zoals ik zei, aan het Permanent Bureau van de Haagse Conferentie. Collega Verheyen, u hebt over het instrument recent ook een schriftelijke vraag gesteld. Ik zal u daar op alle details antwoorden. Collega Vande Reyde heeft daar ook vragen over gesteld. Het is een beetje moeilijk om dat nu in detail te doen. Ik stel dus voor dat we dat meenemen in het antwoord op de schriftelijke vraag.
Wat tot slot de accreditaties betreft, is het echt zaak om dat land per land te gaan bekijken.
Maar nog eens, het is een heel gevoelig thema, van elke kant dat je het bekijkt. Ik zal dit ook met heel veel zorg volgen. Zoals gezegd, zal ik zeker wat de opmerkingen rond Haïti betreft, nog eens een extra vraag laten stellen aan onze mensen.
Er was een vraag rond de personeelsbezetting, ook van collega Vande Reyde. Ik ga ervan uit dat dat absoluut kan. Maar het blijft een heel gevoelige kwestie waar we ons zeer goed over moeten laten informeren en waar het belang van het kind uiteraard doorslaggevend is in elke keuze die gemaakt wordt.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Dank u wel. Interlandelijke adoptie moet voor mijn partij zeker een mogelijkheid blijven. Dat is een gegeven dat met uiterste delicaatheid benaderd moet worden. In eigen land betekent dat dat we daar heel goed naar de controle en naar de taakverdeling moeten kijken in het hertekende landschap. Uw voorganger zei dat we te veel uitgingen van de huidige stand van zaken. Hij zei het misschien niet met zoveel woorden, maar hij vond wel dat wij wat te voorbarig zijn. Ik ben dus oprecht benieuwd en zal het ook blijven opvolgen.
Ik hoorde net ook dat jullie morgen gaan samenzitten met het VCA en met de drie adoptiediensten. Mocht er toch uitstel komen van de deadline, mocht dat uitgesteld worden, dan hoop ik dat zeer goed doorgesproken wordt met die adoptiediensten wat eventueel de gevolgen daarvan zijn. Ik denk dat dat heel belangrijk is.
De heer Verbeurgt heeft het woord namens mevrouw Van den Bossche.
Dank u, minister, voor de bijkomende antwoorden. Het is duidelijk: voor Vooruit gaat het hier om zeer kwetsbare kinderen. Het voorzorgsprincipe moet te allen tijde centraal staan. Vandaar mijn vraag voor een schorsing in eerste fase. Een definitieve beslissing kan altijd later nog. Zo hanteren we dat voorzorgsprincipe.
Wat de timing van de eenmaking betreft, stelt u dat het doel centraal staat. Maar indien u het proces niet actief stuurt, is het mijn overtuiging dat we het doel niet zullen halen. En het moet echt deze legislatuur afgerond zijn. Ik roep u dan ook op om te allen tijde het proces zelf te sturen en niet de timing door anderen te laten bepalen. Dank u.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw bijkomend antwoord. Wij hopen dat het bij elk land waaruit er signalen komen dat interlandelijke adoptie niet mogelijk zou zijn op een veilige en correcte manier, grondig onderzocht wordt.
Daarnaast is het ook van belang dat er aandacht wordt gespendeerd aan wie de screening uitvoert en dat er hier een strenge opvolging is en we goed monitoren dat alles correct verloopt. Drie externe instanties zullen de screening uitvoeren, maar de uiteindelijke beslissing zelf ligt bij het VCA. Het VCA maakt deel uit van Kind en Gezin, een administratie die vroeger en nu, met de recente gebeurtenissen, des te meer onder vuur ligt vanwege wanpraktijken. Onze fractie is dan ook bezorgd of zij deze belangrijke taak wel naar behoren kunnen uitvoeren. De nauwe opvolging die we vragen, en zo kijken of alles verloopt zoals het zou moeten, zal hier echt een meerwaarde bieden. Het is alleszins duidelijk dat er nog heel veel werk aan de winkel is om een goed sluitend kader voor interlandelijke adoptie te maken. Ik ben alvast blij dat dit een bezorgdheid is die over verschillende fracties heen gedeeld wordt. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.