Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Voorzitter, ik zal het heel kort houden. Een zestal weken geleden hebben we dit thema immers nog aangekaart. We hebben twee weken geleden echter ook in de krant gelezen dat er een nieuw feit is ontstaan door een arrest van het Grondwettelijk Hof, waarin het zich uitsprak over de vermindering van de onroerende voorheffing bij co-ouderschap. Technisch zal ik dit niet meer uitleggen. Dat hebben we de vorige keren al kunnen doen.
Het Grondwettelijk Hof heeft nu geoordeeld, op vraag van de rechtbank van eerste aanleg in Gent, dat de huidige regeling de artikelen 10 en 11 van Grondwet schendt. Minister, u hebt daarop gereageerd. U zei aan een oplossing te werken. Eind mei hebt u dat ook gezegd. Daarom wil ik nu even vragen welke scenario’s concreet op tafel liggen. Het zou nog altijd niet zo eenvoudig verlopen. Is het qua timing haalbaar om dit per 1 januari 2023 op te lossen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mijnheer Van den Heuvel, dank u wel voor uw vraag, maar ik moet daar in alle eerlijkheid, los van elke persoonlijke waardering, toch verwonderd op reageren. De vraag is immers eigenlijk in de commissievergadering van 31 mei aan bod gekomen. Ik heb toen gesteld dat de hervorming zal uitgaan van enkele nieuwe principes, maar dat er ook politieke knopen zullen moeten worden doorgehakt. Elk kind zal bijvoorbeeld een gelijk forfaitair bedrag qua vermindering krijgen, maar over de hoogte van het bedrag moet nog wel politiek worden gedelibereerd. Dat lijkt me inherent deel uit te maken van de opmaak van de begroting 2023. De politieke besluitvorming daarover zullen we in september afronden. U hebt daar toen positief op gereageerd. Ik citeer uit het verslag. Ik citeer u: “Ik kan u dus alleen maar aanmoedigen om dit mee te nemen in het pakket van de grote oefening die we dan in september moeten maken, zodat hier snel een oplossing voor komt.” Ik ben een man van mijn woord. Ik zal dat dus ook meenemen. U mag dat gerust in augustus nog eens vragen, maar we gaan dat dus meenemen naar september.
De begrotingsbesprekingen, dat is nooit met de fanfare op kop. Dat is nooit een goed idee. We hebben hier de krijtlijnen toegelicht. Het invullen van de definitieve cijfers zal gebeuren in september, tijdens het begrotingsconclaaf, zodat we met de nieuwe decretale regels aan de slag kunnen vanaf aanslagjaar 2023. Voor het lopende aanslagjaar 2022, waarvoor de Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) volop de aanslagbiljetten aan het uitsturen is, verandert er niets. Dat is ook niet nodig, om twee redenen. Het betreft een prejudicieel arrest. Het is dus geen arrest met betrekking tot een vernietigingsberoep. Dat wil zeggen dat de regelgeving voorlopig behouden blijft. Het Grondwettelijk Hof heeft ook geen grondwetsconforme interpretatie meegegeven. Dat betekent dat we op dit moment ook geen echt alternatief hebben. We weten alleen dat er iets niet moet komen. Dat is echter werk voor de Vlaamse Regering, en vervolgens voor dit parlement. We zullen elkaar voor meer concreet nieuws ontmoeten in september.
De heer Van den Heuvel heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik weet heel goed wat uw antwoord in mei was. In de krant hebt u ook de reactie gegeven dat u aan concrete scenario’s dacht. Ik dacht dus dat men die kon delen, maar ik heb er ook begrip voor dat u heel efficiënt naar een oplossing in september wilt werken. We willen nog eens eventjes benadrukken dat dan de kogel door de kerk moet zijn, zodat dit euvel per 1 januari 2023 is opgelost.
De vraag om uitleg is afgehandeld.