Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het zijn zeer bange weken geweest voor vele Vlaamse en Brusselse kunstenorganisaties. Op 28 maart werden de preadviezen van de beoordelingscommissies over de toewijzing van de nieuwe cultuursubsidies in het kader van het Kunstendecreet al bekendgemaakt. Op dat moment kregen heel wat organisaties de boodschap dat ze wel positief waren beoordeeld maar buiten het budget vielen en heel wat organisaties kregen gewoon een negatieve beoordeling. Op 24 juni is dan uiteindelijk het verdict gevallen en – dat mag ook gezegd – kwam er zeer goed nieuws: de Vlaamse Regering investeert 25 miljoen euro extra. Dat is niet niks. Dat had meteen als gevolg dat heel wat organisaties zijn opgevist, ook Brusselse organisaties, want daar gaan we het vandaag over hebben.
Ik heb mijn vraag wat aangepast aangezien ik een heleboel nieuwe informatie heb. Zo hebben onder andere De Vaartkapoen, waarvoor ik bang was wat er zou gebeuren aangezien zij een nieuwe zaal hebben, en ook Needcompany en Ictus ondertussen goed nieuws gekregen over hun subsidies. Maar toch zijn er heel wat organisaties alsnog uit de boot gevallen en hebben geen middelen gekregen. Dat dreigt voor een aantal van die organisaties een gat te slaan in het Brusselse kunstenlandschap. Ik overloop ze graag kort met u.
Eerst is er een heel belangrijke, VOLTA, een Brussels muziekcentrum dat een speel-, werk-, residentie- en presentatieplek organiseert voor opkomend talent maar ook voor gevestigde waarden. Zij geven hun muzikanten de ruimte om te repeteren, te creëren en in residentie te gaan. Ze bestaan sinds 2017 en zijn momenteel gehuisvest in Studio CityGate in Anderlecht. Zij kregen van Vlaanderen al een behoorlijke subsidie vanaf 2019 en hebben van u in het verleden 40.000 euro middelen gekregen. Als VOLTA in Brussel wegvalt, zal dat een blinde vlek creëren op het vlak van muziek. Zij zorgen voor een instroom voor de grote huizen. Het is daar dat de grote artiesten van morgen kunnen repeteren en groeien. Ik vind het bijzonder jammer dat ze niet zijn kunnen doorstromen in het Kunstendecreet.
Een tweede dossier waar ik het met u over wil hebben, is Damaged Goods. Zij krijgen veel minder subsidies dan gevraagd. Ze behouden eigenlijk de subsidies die ze ook in het verleden kregen, maar het grote verschil is dat Jozef Wouters, die u ongetwijfeld kent, de grote trekker van het Decoratelier in Molenbeek, is aangesloten bij dit collectief met het idee dat hij van daaruit zijn werking ongelooflijk zou kunnen uitbouwen. Jozef Wouters is in 2019 nog bekroond met de Vlaamse Cultuurprijs in de categorie Podiumkunsten. We kennen hem van heel veel installaties. Hij is onder andere de bouwer van Flow. Ik denk dat ik u niet moet overtuigen van het feit dat die man ongelooflijke dingen doet. U hebt er zelf ook al subsidies aan gegeven. Door het feit dat Damaged Goods nu geen extra subsidies krijgt, krijgt heel het plan om hem daar te laten groeien en bloeien in het water te vallen.
Dan zijn er nog les ateliers claus die volledig hun subsidies verliezen. Het is een van de weinige plekken in Brussel waar er nog plaats is voor echt experimentele en alternatieve programmatie op het vlak van muziek. Er zijn gewoon niet heel veel dergelijke plaatsen in Brussel. Ik denk dat het ook belangrijk is om hen niet over het hoofd te zien.
Tot slot is er Jubilee. Dat is echt een kunstenaarscollectief. Zij verliezen ook hun subsidie. Ze zijn op dit moment een heel actieve stem in het debat rond fair pay voor kunstenaars. Ik denk dat ze in Brussel in die zin een belangrijke rol te spelen hebben. Het is daarom jammer dat ze hun middelen verliezen.
Een laatste dossier waar ik toch kort de aandacht op wil trekken, is het Kaaitheater. Zij krijgen wel middelen, voor twee beleidsperiodes trouwens, maar hun subsidies voor infrastructuur en werking worden nu samengevoegd. Ik maak me vooral zorgen over het feit dat het Kaaitheater op dit moment verhuist en een grote nieuwe zaal krijgt. Daar start een verbouwing. Zodra die zaal opengaat, moet er natuurlijk geld zijn om daar een programmatie op niveau te brengen. Dat kan eigenlijk niet binnen het budget dat vandaag op tafel ligt. Ook daar wilde ik uw aandacht op vestigen.
Minister, ik weet dat u Brussel kent. Ik weet dat u al die organisaties ook kent. Ik denk dat u ook alleen maar kunt erkennen dat ze elk op hun manier een meerwaarde zijn voor het Brusselse culturele landschap. Mijn vraag is heel simpel en heel concreet aan u of u vanuit die Brusselse reflex, vanuit uw bevoegdheid voor Brussel, toch niet bereid bent om de organisaties waarover ik het had, op te vissen vanuit het Brusselfonds. Dat is in het verleden nog gebeurd, onder andere voor De Vaartkapoen, Bruxelles Nous Appartient-Brussel Behoort Ons Toe (BNA-BBOT) en iMAL. Ik heb eens naar de begroting gekeken en ik denk dat er wat betreft het Brusselfonds zeker nog ruimte is om dat te doen. Mijn vraag is heel duidelijk: bent u bereid om de Brusselse organisaties vanuit uw bevoegdheid alsnog de subsidies te geven waarvan wij denken dat ze er absoluut recht op hebben en die het Brusselse kunstenaarslandschap ook ten goede zouden komen?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Goeman, dank u voor de vraag over deze bijzonder belangrijke kwestie, zeker voor Brussel en voor de kunsten in Brussel in het bijzonder. Ik zal dan misschien op uw eerder ingediende vragen niet antwoorden maar direct ingaan op wat u hebt gezegd.
Ik wil wel even zeggen dat het wat mij betreft een goed proces is geweest. Het heeft lang geduurd, maar dat is decretaal ook zo voorzien. Het is voorzien dat er wordt gewerkt via commissies van experten. Het is naar de kunstensector een goed signaal geweest om te werken op basis van expertise en dat we hen niet alleen laten oordelen over de inhoud van het dossier maar ook over het geadviseerde bedrag. Ik denk dat dat een heel correcte manier van werken is, waarbij men niet vanuit de politiek bepaalt wat de goede kunsten zijn maar dat men dat door experten uit het veld laat gebeuren.
Wij waren natuurlijk bijzonder bezorgd om vast te stellen dat heel wat van de organisaties die een gunstig advies hadden gekregen buiten het budget vielen. We zijn dan ook heel tevreden dat de minister van Cultuur middelen heeft vrijgemaakt om die ook te honoreren. Wij hebben dat uiteraard gesteund. De logica is heel duidelijk: de positieve adviezen worden integraal gevolgd, zowel voor diegenen die binnen het budget waren geadviseerd als voor diegenen die buiten het budget waren geadviseerd.
Uw specifieke vragen rond een selectie van organisaties gaan deels ook over dossiers die een positief advies hadden gekregen. Ik denk aan Damaged Goods en Kaaistudio’s. Het is een goede zaak dat de politiek heeft beslist om die adviezen te honoreren. Ik volg u niet dat wij, wanneer we dat een interessant, goed of relevant dossier vinden, er dan maar extra aan moeten geven. Dat zou een totaal foute manier van werken zijn ten opzichte van de experten.
Ik stel vast dat het Kaaitheater wel degelijk een mooie stijging van middelen kent. Dat is een mooie vooruitgang. Zij hebben de komende jaren inderdaad een zeer pittige toekomst met hun verhuis. Dat zorgt natuurlijk voor extra uitdagingen en uitgaven. Wij ondersteunen hen daar trouwens ook in. Onder meer vanuit het Brusselfonds voorzien we een kleine impuls voor hun verhuizing. Samen met de minister-president en minister van Cultuur ondersteunen we dat. Als ik me niet vergis, trekken ze ook weg uit de Kaaistudio’s, maar dat zeg ik even uit het geheugen. Het is in ieder geval goed om het advies te volgen.
Bij Damaged Goods en Jozef Wouters zien we een stabiliteit in de financiering. Dat is ook het standpunt van de experten. Alle projecten die u noemt, vind ik fantastisch. We hebben inderdaad al veel samengewerkt met Damaged Goods en Jozef Wouters, bijvoorbeeld rond het Flow-zwembad dat vrijdag weer opent. We kennen en ondersteunen die organisatie dus, maar ik zag geen reden om af te wijken. Het is trouwens de minister van Cultuur die daarover voorstellen zou moeten doen. Maar ik vind het voor al die adviezen een goede lijn dat je de adviezen ook volgt. Als je er een keer van afwijkt, moet je alle dossiers opnieuw bekijken. Dat vind ik geen goed bestuur.
Wat de negatieve adviezen betreft, is het natuurlijk zeer delicaat. De expertencommissie zegt dat ze eigenlijk geen financiering verdienen. We hebben nadien gezien dat de Landschapscommissie ook een zeer uitgebreid en sterk onderbouwd advies naar voren heeft gebracht. Op basis van de uiteindelijke advisering werd ervoor gepleit om ten eerste een aantal positieve adviezen buiten het budget zeker te honoreren, met de hoop dat de rest dan ook zou worden gehonoreerd, wat ook is gebeurd. Verder waren er ook een aantal vaststellingen van lacunes en problemen in het kunstenlandschap wanneer je al die adviezen samenneemt. Op die basis hebben we in de schoot van de regering heel grondig nagedacht over waar de grote problemen zich bevinden op het vlak van de negatief geadviseerden. De regering is gekomen tot een lijst van negen organisaties die we toch structureel zullen betoelagen, ondanks het negatieve advies. Dat is een heel delicate en moeilijke discussie, aangezien elk negatief dossier naar voren komt als interessant.
We hebben al vaak overleg gehad met VOLTA. Ze hebben erkend dat het een negatief advies is en kijken nu naar andere opties, bijvoorbeeld meerjarige projectsubsidies. Ik hoop dat zij op die manier goed kunnen doorwerken.
Het heeft geen zin om alle andere negatieve dossiers die we niet hebben opgepikt naar voren te schuiven. Wel wil ik nog meegeven dat het vanuit Brussel een zeer onderbouwde keuze was, ook gezien het advies van de Landschapscommissie, om Needcompany en Ictus te betoelagen. Ik ben fier dat we dat hebben kunnen doen.
We hebben een aantal concrete dossiers bekeken, maar als Brusselminister kijk ik ook graag naar het bredere plaatje voor Brussel. 63 Brusselse kunstenorganisaties krijgen samen 31 miljoen euro, dat is 28,1 procent van de middelen voor het Kunstendecreet, in plaats van 23,5 miljoen euro vandaag, wat 26,1 procent is. Met andere woorden, vanaf 2023 er is een stijging van 7,5 miljoen euro middelen ten opzichte van de middelen in 2022.
Er zitten ook sterke stijgers tussen, zoals jeugdtheater BRONKS, ABC, Beursschouwburg, KVS, Kunstenwerkplaats, Peeping Tom, Wiels en nog vele andere. Een vijftal organisaties krijgen een overeenkomst voor tien jaar, namelijk BRONKS, KVS, Kaai, Rosas en Wiels. Twee kunsteninstellingen, AB en Brussels Philharmonic, krijgen extra. Voor Brussels Philharmonic gaat het over 3,6 procent en voor AB zelfs 14,5 procent. In die kunstenstinstellingen blijft het aandeel van Brussel stabiel op 18,7 procent.
Van de extra 21 miljoen euro die de minister van Cultuur vrijmaakt, gaat er meer dan 6,5 miljoen euro naar Brussel. Dat is meer dan 30 procent van die middelen. Zo krijgen uiteindelijk veertien extra Brusselse organisaties middelen ten aanzien van de eerste prognoses.
Globaal gezien ben ik dan ook zeer tevreden over het aandeel van onze Brusselse organisaties en ik vind het ook een goede zaak dat we alle positieve dossiers conform de adviezen zijn gevolgd en dat we een oplossing hebben gevonden voor een negental organisaties. En dat je dan inderdaad ook negatief geadviseerden teleurstelt, is eigen aan het systeem.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Ik ben begonnen met te zeggen dat het absoluut een goede zaak is dat deze Vlaamse Regering investeert in cultuur. Het lijkt me niet meer dan logisch dat een groot deel van die subsidies naar Brussel gaat omdat Brussel nu eenmaal een ongelooflijk rijk en levend cultuurveld heeft. We zijn daar alle twee even enthousiast over.
Maar ik vind het toch wat gemakkelijk om u gewoon te verschuilen achter het feit dat er negatieve adviezen zijn geweest, minister. (Opmerkingen van minister Benjamin Dalle)
Ja maar, wacht even. Ik kan alleen maar vaststellen dat de Vlaamse Regering heeft beslist om een aantal andere negatieve adviezen, onder andere voor het Toneelhuis, naast zich neer te leggen. Waarom is dat zo? Omdat de minister-president daarvoor heeft gevochten aangezien hij dat een belangrijk Antwerps toneelgezelschap vindt. Ik denk trouwens dat hij daar gelijk in heeft.
Mijn vraag is dezelfde in uw richting, namelijk om ook te vechten voor de organisaties in Brussel die u belangrijk vindt. Zeker als het gaat over Damaged Goods en VOLTA hebt u in het verleden zowel in woorden als in subsidies heel duidelijk te kennen gegeven dat u dat belangrijke organisaties met een goede werking vindt. U hebt er immers zelf ook subsidies aan gegeven.
Ik vind mijn vraag helemaal niet zo raar. Als u die organisaties zo belangrijk vindt als u zegt en ze zijn buiten het Kunstendecreet gevallen, waarom zou u dan niet opnieuw kiezen voor de piste die ook in het verleden is behandeld, met name naar het Brusselfonds kijken om die alsnog op te vissen? Want u zegt dat u hoopt dat ze nog op een andere manier aan subsidies kunnen geraken, maar dat is helemaal geen zekerheid, terwijl u hen die zekerheid vandaag wel kunt bieden.
Laten we eens naar het Brusselfonds kijken, dat hebben we al een hele tijd niet meer gedaan. Los van de initiële besparingen zitten we nu aan een structureel budget van 4,5 miljoen euro. Daar gaan natuurlijk alle onkosten voor het Huis van het Nederlands et cetera af, net als het eigenaars- en uitbatingsbudget voor Muntpunt, maar dan zitten we nu dus aan ongeveer 1,2 miljoen euro vrij te bestemmen ruimte voor investeringssubsidies. Ik heb eens bekeken wat daar in 2022 mee gebeurt. Er zijn budgetten voor Odisee, Kaaitheater, het Kenniscentrum Welzijn, Wonen, Zorg en Habbekrats. Maar eigenlijk gebruikt u daarvoor – herinner u – de 10 miljoen euro eenmalige relancemiddelen. Die zitten in dat budget van 10 miljoen euro. Er is ook een voorlopige subsidie van 6500 euro aan POOL IS COOL. Dat vinden wij natuurlijk prima. Maar als we dat allemaal samentellen, dan hebt u op dit moment op uw structureel budget van het Brusselfonds nog 1,2 miljoen euro ruimte waarmee u iets kunt doen.
Ik begrijp niet waarom u er toch niet eens over nadenkt om bijvoorbeeld voor Brussel behoort ons toe (BBOT), Imal en De Vaartkapoen een soortgelijke oefening te doen, en zeker voor Jozef Wouters en VOLTA, want de realiteit is dat zij vandaag niet zullen kunnen voortwerken zoals ze doen. VOLTA heeft een structureel probleem en Jozef Wouters krijgt niet de ruimte die hij verdient om echt zijn vleugels uit te slaan.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ik kan het toch niet laten om even tussen te komen als lid van de commissie Cultuur, waar we deze kwestie morgen uitgebreid zullen bespreken in een gedachtewisseling.
De minister heeft heel duidelijk gezegd hoeveel middelen er voor Brussel zijn bij gekomen en welk percentage van de volledige middelen er naar Brussel gaat. Ik denk dat Brussel absoluut niet kan klagen wat dit dossier betreft. Ik begrijp de vraag dan ook echt niet. U moet dat maar eens gaan uitleggen ten oosten van Brussel. Leuven, dat gaat nog, ik denk dat wij nog een goed kunstenlandschap hebben. Maar verder in het oosten is bijvoorbeeld Limburg werkelijk onderbedeeld. We moeten er toch een beetje voor zorgen dat cultuur kan worden gespreid over heel Vlaanderen. Ik vind dat Brussel hier zeker niet slecht uitkomt. De minister heeft dat ook verdedigd.
Ik wil verder ook iets zeggen rond die negatief geadviseerden. Toevallig ken ik iets van dat dossier. Negatief is negatief. Als je het decreet echt letterlijk neemt, hadden we zelfs niets kunnen opvissen. Gelukkig is er zoiets gekomen als de Landschapscommissie – dat is nieuw in het decreet – die in het kader van het landschap nagaat of er niet te veel van dit of dat genre van cultuur is en hoe het met de spreiding over heel Vlaanderen zit. Zij hebben een heel degelijk advies gemaakt en op basis van dat advies en dat advies alleen heeft de Vlaamse Regering een aantal negatief geadviseerden toch kunnen opvissen hoewel dat helemaal geen sinecure was.
Ik vind het exuberant om daar nu nog heel veel bijkomende vragen rond te stellen. Ik vind het eigenlijk ongelooflijk dat u dat durft. Ik kijk uit naar de reacties van de collega’s morgen in de commissie Cultuur, ook uit de oppositie. Ik hoop dat die toch wat positiever zullen zijn. Het is meer een commentaar dan een vraag, maar ik kon het even niet laten, voorzitter.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik ben heel blij dat mevrouw Goeman toch erkent dat er een goede beslissing gevallen is. Dat is het belangrijkste, denk ik. Het is een beslissing van een Vlaamse Regering met in de ‘driving seat’ een minister van Cultuur die een huzarenstukje heeft afgeleverd. Ik wil dat hier echt nog eens benadrukken. Wij moeten kijken naar heel Vlaanderen, waar Brussel überhaupt een belangrijk deel van is, zeker als het gaat over cultuur.
Ik ben blij dat de minister een omstandig verslag heeft gegeven van de procedures, maar dat hij ook specifiek is ingegaan op de subsidies die aan Brussel gegeven zijn in het kader van de structurele ronde en die een verhoging zijn van de middelen. Dat heeft collega Brouwers zonet ook aangehaald. Als we Vlaanderenbreed kijken dan moeten we inderdaad zorgen dat ons landschap verschillende disciplines kan behouden en dat gevestigde waarden in het kunstenlandschap kunnen blijven doorwerken, maar dat er ook ruimte is om nieuw talent en nieuwe organisaties op te nemen. Daarenboven moeten we ook zien dat de kunsten gespreid worden, en als we het dan per provincie bekijken dan is Brussel zeker goed bedeeld.
Ik wil ook benadrukken dat het niet aan de politiek is om te oordelen. Ik denk dat uw partij, met indertijd minister Anciaux op kop, aangegeven heeft dat we moeten werken met beoordelingscommissies en met experten uit het veld, die effectief zowel het artistieke als het zakelijke kunnen beoordelen. Ik vind het heel vreemd dat er dan nu eigenlijk gevraagd wordt om ook alle negatieven dan maar op te vissen. Dat gaat niet. Het was een huzarenstukje, omdat de middelen beperkt zijn. Er zijn heel wat organisaties die positief beoordeeld zijn. Het gaat er in de eerste plaats over om die dan ook de nodige middelen te geven. Daar is inderdaad 25 miljoen euro bij gestoken. En dan hadden we ook nog negatieve beoordelingen. Dat betekent eigenlijk dat de beoordelingscommissies aangeven dat die zonder structurele subsidies moeten vallen. Daar zaten natuurlijk organisaties bij die absoluut noodzakelijk zijn. We noemen ze vaak ‘too big too fail’. Het is dan ook de opdracht van de minister van Cultuur en van de Vlaamse Regering om ervoor te zorgen dat zij toch kansen krijgen. Zij krijgen ook opnieuw een kans, weliswaar met minder dan wat de beoordelingscommissies aangegeven hebben.
Een aantal organisaties uit Brussel zijn inderdaad negatief beoordeeld. De minister zal met die organisaties bekijken hoe ze in aanmerking kunnen komen voor projectsubsidies. Dat kan uiteraard, en ze zullen daarin ook begeleid worden. Maar uw suggestie om dat naar het Brusselfonds over te hevelen lijkt me een beetje vreemd. U haalde ook een aantal organisaties aan die evenveel krijgen als vroeger. Maar ook in andere provincies hebben we negatief beoordeelde organisaties. Maar in West-Vlaanderen, in Oost-Vlaanderen, in al die andere provincies, daar is geen ‘West-Vlaams fonds’. Het lijkt mij een vreemde zaak om dat dan maar in het Brusselfonds te steken en daar middelen voor te voorzien, want als ik me goed herinner is de taak van het Brusselfonds om culturele, sportieve en andere zaken in Brussel te ondersteunen, maar dat moet complementair zijn met wat de Vlaamse Gemeenschap daar al doet. Het lijkt me een heel vreemde zaak, wat niet wegneemt dat we die Brusselse organisaties, als we dat willen, zo goed mogelijk kunnen en willen begeleiden en kijken of daar oplossingen mogelijk zijn. Maar ik vrees dat de oplossing die u voorstelt niet direct de beste oplossing is.
Ik nodig u ook uit in de gedachtewisseling van morgen in de commissie Cultuur. Daar zult u het brede Vlaamse veld toegelicht krijgen door de bevoegde minister en door de commissieleden die dit dossier al maanden opvolgen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Ja, de collega is er al op ingegaan: er was een lijst van organisaties, van mensen die maandenlang in heel grote onzekerheid hebben gezeten, die een ontzettende meerwaarde zijn voor het landschap van de kunst in Brussel, maar ook ver daarbuiten. We moeten zeker niet doen alsof kunst stopt aan de grenzen van Brussel, integendeel. En daarom is het natuurlijk belangrijk om wel te kijken naar het Brusselfonds, en naar die broedplaatsen, die experimentele plekken die ook een plaats bieden aan jong talent, om hen kansen te geven. De collega is al ingegaan op een lange lijst, maar als ik het goed begrijp zijn er ook organisaties zoals Crew, Sarah Vanhee, Bâtard … die in eerste instantie met angst de beslissing hebben afgewacht.
Wat het Kaaitheater betreft, minister, gaf u aan dat zij nu de facto een positief advies hebben gekregen, maar als we kijken naar wat het Kaaitheater de komende jaren te wachten staat … Zij gaan een grote verbouwing hebben, ze gaan infrastructureel en organisatorisch zoveel moeten doen, dat zij het zeer moeilijk zullen hebben. Ik denk dus dat de facto in zekere zin neerkomt op een besparing in de komende jaren.
Ik wil ook aan de collega’s aangeven dat cultuur in Brussel juist heel belangrijk is voor kunstenaars en cultuur in Vlaanderen. Cultuur in Brussel biedt een zeer groot podium. Het is net zoals onderwijs en zorg en welzijn een plek waar je een publiek aanspreekt dat je in Vlaanderen niet voor je hebt. Dat biedt dus een opening. Het is dus een broedplaats en dus een plek waar je kunt experimenteren. Minister, wat dat betreft, wil ik er toch bij u op aandringen dat u ook in het belang van het Vlaams kunstenlandschap echt kijkt naar het Brusselfonds want een aantal van de plekken die de collega opgenoemd heeft, zijn inderdaad broedplaatsen, repetitieruimtes, maar ook plekken waar jonge kunstenaars een plaats krijgen en waar ze kunnen ingaan op coproducties, eerste podia krijgen, waar ze een eerste keer door internationale programmatoren opgemerkt worden. Laten we ook in het belang van de Vlaamse kunstenaars zeker investeren in kunst en plekken in Brussel. Daar kunt u nog een rol spelen.
Minister Dalle heeft het woord.
Ik heb met toenemende verbazing geluisterd naar een aantal tussenkomsten van de oppositie. Het is niet aan mij om de individuele kunstenorganisaties hier op te lijsten. Ik denk dat daarover een motivering gegeven wordt door de minister van Cultuur, maar aangezien jullie erop ingaan, zal ik er even op doorgaan.
Wat betreft het Kaaitheater: ik preciseer wat ik zonet gezegd heb want ik kreeg een reactie over de Kaaistudio’s. Het is niet de bedoeling om de Kaaistudio’s te verlaten, maar om te gebruiken onder meer als repetitie- en afmonteerplek, ook door workspacebrussels, maar dus niet meer voor voorstellingen op de manier zoals we het vandaag meemaken. Dat ter precisering om geen fouten te maken.
Collega Groothedde, u hebt gezegd dat er eigenlijk een besparing is bij het Kaaitheater. Met alle respect, maar wat een nonsens dat u dit soort zaken durft te beweren in het parlement. (Opmerkingen van Celia Groothedde)
De betoelaging in 2022 is 2.428.778 euro. De betoelaging die voorgesteld is, geadviseerd door de experten, is 2.700.000 euro. De minister van Cultuur volgt dat advies. Dat is een stijging met 271.000 euro recurrent of 10 procent. (N.v.d.r.: Het kabinet van minister Dalle heeft gevraagd met betrekking tot de aangehaalde middelen inzake de betoelaging van het Kaaitheater de volgende rechtzetting aan het verslag toe te voegen: "De betoelaging in 2022 is 2.428.778 euro. De experten adviseerden 2.700.000 euro. De minister van Cultuur stelt een betoelaging voorop van 2.764.800 euro, een stijging met 336.021,63 euro of 13,8 procent.") Dat bestempelen als een besparing? Eerlijk gezegd, ik weet niet in welke wereld u leeft, maar dit is een mooie stijging van de cijfers. Is dat voor hen, gelet op hun ambities, een gemakkelijke situatie? Dat is niet aan mij te beoordelen. Ik kan alleen maar vaststellen dat de experten gezegd hebben dat dit het aangewezen bedrag is. Als u wilt dat de minister van Cultuur of de Vlaamse Regering zelf gaat zeggen wat interessante cultuur is, wat mooie kunsten zijn, wat de goede betoelaging is, dan moet u het maar zeggen. Maar dat is slecht bestuur. Zo gaan wij niet opereren vanuit de Vlaamse Regering.
Dan kijk ik naar Damaged Goods. Die hebben inderdaad geen stijging gekregen. Die hebben een stijging gevraagd. De expertencommissie heeft gezegd dat dat niet aan de orde is. De minister is dat gevolgd. Ik vind het een beetje jammer, collega Goeman, dat u hier zegt: ‘Dat is toch vreselijk, dat is toch een prachtige organisatie. Jozef Wouters is toch fantastisch. Daar hebt u toch goede banden mee, enzovoort’. Evident, ik vind die man fantastisch, wat hij doet is fantastisch, wat Damaged Goods doet, is fantastisch. Ik kan dat trouwens ook over tientallen andere organisaties zeggen. Maar moet ik dan op basis van mijn persoonlijke ervaringen, van mijn persoonlijke voorkeuren gaan zeggen dat we voor hen iets extra’s moeten doen? Dat de experten geen gelijk hebben en dat we meer moeten doen? Sorry, wat hier gevraagd wordt, is gewoon slecht bestuur. Daar doen wij niet aan mee.
VOLTA is een andere situatie. Die hadden geen structurele betoelaging onder het Kunstendecreet. Ze hebben dat wel gevraagd. Ze hebben geen goed dossier ingediend. Dat is negatief beoordeeld. Dat is een fantastisch project. Zij zoeken nu in overleg ook met ons naar nieuwe oplossingen, onder meer naar de piste van de meerjarige projectsubsidies.
Ik sta ervan te kijken, collega’s. Mocht men twee jaar geleden gezegd hebben dat de minister van Cultuur op deze manier zou werken rond de kunstenorganisaties, dan zou iedereen ongelooflijk tevreden zijn. Dat er hier dan nog kritiek komt op deze manier door het platweg te politiseren, sorry, dat vind ik beneden alle peil. Als je dan kijkt naar de enige, echt politieke beslissing die erin zit, dan is dat inderdaad het opvissen van een negental organisaties. Voor de negatief geadviseerden is ook niet over een nacht ijs gegaan. We hebben natuurlijk gekeken naar het advies van de Landschapscommissie die daarvoor heel duidelijke aanwijzingen heeft. Daar zijn moeilijke keuzes gemaakt die de uitzondering zijn op de regel. Een negatief advies heeft een waarde, maar er is geoordeeld dat het voor deze negen organisaties belangrijk is dat die opgenomen worden. Vanuit Brussel hebben we ook de keuze gemaakt om Ictus en Needcompany naar voren te schuiven, niet voor hun volledige middelen, maar voor 80 procent van de middelen, 70 procent voor de nieuwe organisaties.
Als u kritiek hebt op een beslissing die een echte politieke beslissing is, dan kunt u zeggen dat we beter geen enkele negatief geadviseerde organisatie hadden opgevist. Als dat uw standpunt is, dan neem ik daar graag akte van.
Tot slot, hebben we bij aanvang gezegd dat het Brusselfonds voor ons een echt investeringsfonds is, dat we daarmee gaan investeren in structuur, in infrastructuur, in bakstenen, in digitale infrastructuur, enzovoort. Dat is ook wat we doen en dat is waar we mee doorgaan.
Collega Groothedde, u verwees naar broedplekken. We gaan 2,3 miljoen euro investeren in broedplekken. We gaan investeren in tal van infrastructuur. U hoeft zich geen zorgen te maken, collega Goeman, we gaan die middelen op een goede manier besteden. Het is trouwens de eerste keer in deze legislatuur dat u zegt dat er in het Brusselfonds middelen over zijn. Vorige keer dat ik u daarover hoorde, was het allemaal veel te weinig. Het was allemaal niet genoeg. (Opmerkingen van Hannelore Goeman)
Vandaag zijn er blijkbaar te veel middelen in het Brusselfonds en kan ik die eenmalige investeringsmiddelen blijkbaar gebruiken om in te gaan tegen expertenadviezen en om structurele betoelaging te geven aan cultuurorganisaties. Sorry, ook dat is slecht bestuur. Daar doe ik niet aan mee.
Wat gaan we daar wel mee doen? We gaan verder blijven kijken naar welke infrastructuurinvesteringen we kunnen doen. Ik heb er al naar verwezen. Bijvoorbeeld voor het Kaaitheater zorgen we voor een ondersteuning van hun verhuis omdat het daar inderdaad over infrastructuur gaat. Maar via een investeringsfonds structurele betoelaging geven aan instellingen, vzw’s, organisaties die op basis van een expertenadvies daar geen aanspraak op maken? Excuseer, dat gaan we niet doen. Dat is slecht bestuur.
Mevrouw Goeman heeft het woord.
Minister, wat ik hier gezegd heb, is dat ik vind dat minister-president Jambon zijn werk heeft gedaan en dat ik nu van de minister van Brussel verwacht dat hij hetzelfde doet. We zitten met een aantal organisaties die hun werk doen in Brussel, die een meerwaarde zijn in ons kunstenland en die nu voor een probleem staan. Ik vertrek gewoon vanuit de idee dat u daarvoor de oplossing hebt en dat mijn voorstel om te werken met middelen uit het Brusselfonds helemaal niet zo vergezocht is want dat er in het verleden verschillende Brusselministers geweest zijn die net hetzelfde hebben gedaan.
Kom mij niet vertellen dat het geld er niet is. Ik zal u nog eens een vraag stellen over het Brusselfonds want het is ongelooflijk onduidelijk wat er gaat gebeuren. U weet zeer goed dat u een deel van uw eenmalige relancemiddelen nu aan het gebruiken bent voor de investeringsprojecten in een deel van uw lijn Brusselfonds, waardoor u eigenlijk in uw structureel budget extra ruimte over hebt. Ik begrijp gewoon niet waarom u niet minstens wilt overwegen, uiteraard in samenspraak met die organisaties, om te kijken of er geen oplossing kan worden geboden vanuit het Brusselfonds. U hebt in het verleden de organisaties waarvan sprake extra middelen gegeven, subsidies. Dus kijk toch gewoon vanuit het Brusselfonds wat er nu mogelijk is om ervoor te zorgen dat zij hun werking eventueel in een aangepaste vorm kunnen voortzetten.
Ik ga afsluiten met het Kaaitheater: hun subsidies blijven status quo. (Opmerkingen van minister Benjamin Dalle)
Maar dat is net genoeg. Ik hoop dat u ook hebt gesproken met de mensen van het Kaaitheater. Wat zij mij zeggen is dat ze nu verhuizen en dat op dit moment de middelen net genoeg zijn om de indexering van het personeel te betalen, maar dat als zij op termijn naar die grote zaal gaan, ze voor een groot probleem staan. Blijf toch niet doof voor dat soort opmerkingen! Wij willen allebei dat het Kaaitheater een belangrijke speler blijft in het Brusselse kunstenland. Zij hebben die extra zaal. Zorg ervoor dat ze er iets mee kunnen doen. Dat is wat ik van u verwacht als minister van Brussel. Zoals ik zei: over de rest van de werking van het Brusselfonds gaan we na het reces nog eens een hartig woordje babbelen. Want die broedplekken, ik hoor het u allemaal graag zeggen, maar ik heb er sindsdien niets meer van gehoord.
De vraag om uitleg is afgehandeld.