Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, uit het antwoord op een vorige vraag om uitleg bleek dat er momenteel een onderzoeksproject loopt bij Domus Medica, in samenwerking met de Universiteit Gent, om op een kwalitatieve manier het objectieve aanbod van huisartsengeneeskunde in kaart te brengen. Dit project zal een set indicatoren en een methodiek voor dataverzameling ontwikkelen om het huisartsentekort beter in kaart te brengen, en wordt door de Vlaamse overheid gesubsidieerd. Afhankelijk van de resultaten van het project zal worden beslist om al dan niet een centraal monitoringsysteem op te zetten. De eerste resultaten worden midden juli verwacht.
Intussen zijn er opnieuw berichten over een nijpend tekort aan huisartsen, dermatologen en tandartsen in bepaalde regio’s. Dit probleem zal in de toekomst alleen maar toenemen.
In het antwoord van uw voorganger werd, meer concreet wat de huisartsen betreft, verwezen naar de Impulseoregelgeving die momenteel wordt herzien. De principenota ‘Hervorming Impulseo en Oproep pilootprojecten Oprichting Eerstelijnspraktijken’ is door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 12 november van vorig jaar. Met deze hervorming wil de Vlaamse Regering inzetten op het interdisciplinair samenwerken en optimaliseren van de zorgcapaciteit, door samenwerkingsverbanden te ondersteunen en extra in te zetten op kwaliteitsdenken binnen het samenwerkingsverband. De Vlaamse Regering wil met haar beleid inzetten op zo weinig mogelijk administratieve lasten. Het Impulsfonds zal ook in die zin worden hervormd.
Minister, welke maatregelen zult u nemen in die regio’s waar er een tekort is aan huisdokters, dermatologen of tandartsen, in afwachting van de resultaten van het onderzoek?
Hoever staat het met de hervorming van het Impulsfonds en wordt overwogen om groepspraktijken ook te subsidiëren voor het aanwerven van praktijkassistenten om de zorg te optimaliseren?
Minister Crevits heeft het woord.
Er zijn verschillende initiatieven opgezet vanuit de beroepsverenigingen, al dan niet in samenspraak met de overheid. Het tekort aan huisartsen, dermatologen en tandartsen baart me heel grote zorgen.
Wat de huisartsen betreft, heeft een overleg plaatsgevonden tussen Domus Medica, de Vlaamse overheid en de federale overheid om af te stemmen over een heel concreet plan van aanpak om het aanbod en de vraag van de huisartsengeneeskunde op elkaar af te stemmen. Ik heb de mensen van Domus Medica intussen ook persoonlijk ontmoet en een heel interessant gesprek met hen gehad. De afspraak is dat Domus Medica ons heel binnenkort een nota voorlegt met de knelpunten die bijdragen aan de problemen binnen de huisartsenzorg.
Op 17 juni 2022 heeft federaal minister Vandenbroucke een ‘New Deal voor de Huisarts(praktijk)’ voorgesteld, met een aantal federale actielijnen. Ik vind het belangrijk om met de gemeenschappen te komen tot een interfederaal plan. Op onze vraag is er met Domus Medica afgesproken om rondetafels te organiseren om de pijlers van dit plan verder uit te werken.
Binnen onze Vlaamse bevoegdheden wil ik kijken welke hefbomen ikzelf kan inzetten Er zijn een viertal werven: een beter zicht krijgen waar de huisartsentekorten het meest prangend zijn of zullen zijn, de huisartsen helpen met taakdelegatie en ondersteuning, het verminderen van administratieve overlast, en het voorzien in ondersteunende subsidies inzake infrastructuur voor startende of samenwerkende huisartsen.
Intussen wacht ik op de resultaten van het project dat werd opgezet samen met Domus Medica om het huisartsentekort in kaart te brengen. Op basis van de resultaten van deze bevraging zal ik bekijken welke verdere acties nodig zijn.
Voor het tekort aan tandartsen werd contact genomen met het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Zij stimuleren de burgers die nog geen vaste tandarts hebben om daar actief naar op zoek te gaan door proactief een afspraak in te boeken voor een preventieve controle. Het Verbond der Vlaamse Tandartsen merkt ook een shift naar multidisciplinair werken, met mondhygiënisten en tandartsassistenten, waardoor de zorgcapaciteit van tandartsen toeneemt.
De Koninklijke Belgische Vereniging voor Dermatologie en Venerologie en de Belgische Beroepsvereniging voor Dermatologie en Venerologie voeren momenteel een bevraging uit bij hun leden over de lange wachttijden bij dermatologen, om zo een beter inzicht te krijgen in deze situatie.
Het ontwerp van besluit van de Vlaamse Regering tot ondersteuning van de eerstelijnszorgaanbieders wordt vrijdag 1 juli ter principiële goedkeuring voorgelegd aan de Vlaamse Regering. Ik zou daarbij willen voorzien in een tegemoetkoming in de loonkost voor huisartspraktijken die een praktijkondersteuner of een praktijkverpleegkundige in dienst hebben om de zorg binnen hun praktijk te optimaliseren. Wanneer wordt ingezet op vorming en opleiding van deze praktijkmedewerkers, kan het maximaal toegekende bedrag worden verhoogd. Maar dat is nog niet helemaal zeker, omdat het vrijdag nog moet worden goedgekeurd door de Vlaamse Regering.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het zou goed zijn mocht dit vrijdag goedgekeurd kunnen worden. Er lopen heel wat zaken. Het is ook goed dat de dermatologen die bevraging doen over de wachttijden. De administratieve last is een van de kerntaken waar huisartsen mee te kampen hebben. Het zou voor hen een heel grote verlichting zijn mochten we daar een oplossing aan kunnen bieden. We wachten nog op de resultaten en we zien dat die nog wel eventjes op zich laten wachten.
Ik las begin juni over de actie in De Panne. Dokters die er deze zomer willen komen werken, kunnen gratis logeren in een vakantiewoning en kunnen hun gezin meebrengen om zo het tekort aan dokters op te vangen tijdens de zomervakantie, waarin heel veel huisartsen met vakantie gaan en het tekort moeilijk op te vangen is. Is het mogelijk om in de toekomst te bekijken hoe we huisartsen flexibel kunnen inzetten en hoe we het aantal huisartsen kunnen opdrijven om bijvoorbeeld het fenomeen van bevolkingspieken tijdens de zomer of tijdens de winter in de griepperiode op te vangen?
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, het Impulseo Impulsfonds is hier al dikwijls ter sprake gekomen. Hopelijk wordt uw hervorming vrijdag goedgekeurd.
Ik heb nog een specifieke vraag met betrekking tot de soloartsen. Ik weet dat we naar multidisciplinariteit gaan, maar toch zijn er vanuit het Vlaams Artsensyndicaat zorgen omtrent soloartsen, omdat er toch ook jonge artsen zijn die dit graag verder willen doen. Is daar rekening mee gehouden en wordt daaraan tegemoetgekomen?
U had het over tandartsen en de omkadering daarrond. Op Vlaams niveau hebben we de opleiding voor mondhygiënist al in orde gebracht. Dat loopt en gaat prima, maar hoe staat het met de federale omkadering, de financiering? Wat heeft uw overleg met minister Vandenbroucke opgebracht?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
In februari van dit jaar heb ik aan voormalig minister Beke een vraag gesteld over de groep van artsen die uit het beroep wil stappen. Dat was naar aanleiding van een enquête die door de Artsenkrant was gebeurd. Daaruit bleek dat ongeveer een derde van de huisartsen overwoog om uit het beroep te stappen. Dat baart mij ook enorm veel zorgen omdat het een trend is die toch wel al enkele jaren aan de gang is.
De beeldvorming is niet goed. De administratieve overlast is een doorn in het oog van huisartsen. Er is ook een enorme nood aan ondersteuning. Artsen moeten mee met de digitalisering. Dat is voor jonge huisartsen meestal iets evidenter, maar we hebben een zeer grote groep aan oudere soloartsen. Als we die groep willen opvangen, zullen we een pak meer jonge huisartsen nodig hebben. De mentaliteit is ook anders. De oudere, vaak mannelijke, soloartsen werkten dag en nacht, maar de jongere generatie wil, terecht, meer work-lifebalance en vestigt zich ook meer in multidisciplinaire huisartsengroepen.
Er moet een groot plan komen om zoveel mogelijk te remediëren. We hebben het in deze commissie heel vaak over taken die de eerstelijnszorg op zich moet nemen. We hebben het over preventie. Dat moet meer overgedragen worden aan de huisarts. Die moet zich daar meer op instellen. Huisartsen moeten meer geïntegreerde zorg oppakken. Maar men vergeet dat er daarnaast heel wat acute problemen zijn. Vaak is er zo'n tijdsgebrek dat men zich met die andere zaken niet kan bezighouden. Dus graag overleg met het federale niveau om tot een geïntegreerd plan te komen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, veel van de dingen die ik hoor, kan ik alleen maar absoluut beamen.
Collega De Rudder, de samenwerking met lokale besturen om huisartsen te lokken, is er absoluut. Dat wordt ook gedaan. Door samenwerking met verpleegkundigen kan een huisarts ook meer patiënten verzorgen. Op zich is dat een goede zaak.
Soloartsen zijn belangrijk. Zij zien de meeste patiënten en gaan het eerst met pensioen. Soloartsen worden ook meegenomen in de proefprojecten van de eerstelijnspraktijken.
Collega Sleurs, ook soloartsen kunnen een beroep doen op de maatregelen van het Impulsfonds. Dat is misschien belangrijk om aan te stippen.
In juli hebben we een overleg met het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Daarna zal ook een overleg gepland worden met het federale niveau. We bekijken dan waar we staan.
De huisartsen in Vlaanderen kunnen anderhalf tot twee maal minder patiënten verzorgen. Door in te zetten op verpleegkundigen, kan de huisarts zich veel meer bezighouden met corebusiness en preventie. Het gaat dus om meer handen en voeten geven in de praktijk.
Wat alle collega’s hebben aangegeven rond de administratieve overlast, baart mij ook heel veel zorgen. Dat is ook het eerste wat je hoort in een gesprek: ‘Wat wij allemaal moeten doen, dat is ongelooflijk.’ Maar ik heb al diverse bevoegdheden uitgeoefend. In onderwijs hoorde je net hetzelfde. (Opmerkingen van de voorzitter)
Voilà, de voorzitter heeft het over landbouw. In alle sectoren van de samenleving hoor je: ‘Wat is dat toch, die overlast aan administratieve verplichtingen?’ Het is echt belangrijk dat we – niet alleen de Vlaamse, maar ook de federale overheid – eens een grote oefening doen in vereenvoudiging, zeker als ik hoor dat sommigen soms nog twee keer dezelfde gegevens moeten doorgeven. Dat zijn echt zaken die niet meer van deze tijd zijn.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat iedereen het ermee eens is dat we het belang van de huisarts zeker onderschrijven. Ik hoor bijvoorbeeld in mijn eigen gemeente van mensen die bij ons komen wonen, dat ze gewoon echt geen huisarts vinden, omdat huisartsen een patiëntenstop hebben en geen nieuwe patiënten meer aannemen. Dat is heel zorgelijk voor die mensen, als ze niet weten waar ze terechtkunnen als ze een probleem hebben. En het is natuurlijk dan dat men naar spoeddiensten gaat, waardoor er daar opnieuw een overbelasting is. En zo gaat de cirkel verder.
Minister, ik heb u zeer positief horen antwoorden, in die zin dat er nog heel wat gesprekken lopende zijn en studies, waarvan we binnenkort de resultaten verwachten. We zullen dit thema dus binnenkort zeker opnieuw aansnijden, om te bekijken wat het vervolg zal zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.