Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Met 88.000 openstaande vacatures bij VDAB is de krapte op de arbeidsmarkt groter dan ooit. Maandelijks loopt het aantal vacatures verder op, de werkgevers zitten met de handen in het haar en zijn naarstig op zoek naar werknemers.
In een poging om meer werkkrachten te vinden, kwam uw staatssecretaris, Sammy Mahdi, met een aanpassing aan de gecombineerde vergunning. De combivergunning voor werk en verblijf kon alleen vanuit het buitenland worden aangevraagd, maar voortaan kan dat ook vanuit België via een digitaal loket. Personen die naar België zijn gekomen met een humanitair visum of die een gezinslid vervoegen dat verblijfsrecht heeft in ons land, komen in aanmerking. Ook Oekraïners zullen toegang krijgen tot de procedure. De inschatting van Mahdi is dat enkele duizenden mensen geactiveerd kunnen worden door de uitbreiding van het systeem.
In uitvoering van de zesde staatshervorming werden diverse bevoegdheden inzake arbeidsmarktbeleid geregionaliseerd. Vlaanderen is nu zelf bevoegd voor het economisch migratiebeleid. Vlaanderen is dus gemachtigd om te controleren of migranten aan de voorwaarden voldoen om hier te komen werken.
Hierover heb ik de volgende vragen:
Wat vindt u van de aanpassing aan de gecombineerde vergunning door ex-staatssecretaris Mahdi?
Was u betrokken bij dat besluit? Zo ja, op welke manier?
Vindt u dat deze maatregel past in het economisch migratiebeleid van Vlaanderen?
Denkt u dat deze maatregel meer personen zal activeren richting arbeidsmarkt? Zo ja, voor welke beroepen? Op welke gegevens baseert u zich daarvoor?
Vindt u het aantrekken van niet-Europese allochtonen wenselijk?
Minister Brouns heeft het woord.
Wat uw eerste vraag betreft, collega Malfroot, ben ik van oordeel dat deze wijzigingen aan de verblijfswet ook het Vlaamse economische migratiebeleid ten goede komen.
Tot op vandaag kunnen sommige niet-Europeanen een statuutswijziging aanvragen naar ‘economisch migrant’. Concreet betekent dat dat mensen die met een studentenvisum, als onderzoeker of via kortverblijf als toerist aanwezig zijn in België, kunnen vervellen naar economische migrant door een gecombineerde vergunning aan te vragen. Zo kunnen zij hier werken als werknemer.
Voor de groep mensen met kortverblijf, bijvoorbeeld toeristen, hebben we in Vlaanderen echter een beperking ingeschreven in onze regelgeving. Toeristen kunnen enkel een gecombineerde vergunning aanvragen wanneer ze een hooggeschoolde vacature of knelpuntvacature invullen. Kortgeschoolden kunnen van deze mogelijkheid dus geen gebruik maken. Alle andere categorieën dienen terug te keren naar het land van herkomst om van daaruit hun aanvraag in te dienen voor een gecombineerde vergunning. Natuurlijk leidt dat vaak tot kafkaiaanse toestanden, dat zal u niet verbazen.
Daarom heeft voormalig staatssecretaris Sammy Mahdi, en mee op vraag van de regio’s, een uitbreiding voorzien. Door deze uitbreiding kunnen dus ook niet-Europeanen met een lang verblijf, van meer dan 90 dagen, een statuutswijziging naar economisch migrant aanvragen vanop het Belgisch grondgebied.
De meeste buitenlandse onderdanen met een langdurig verblijf zijn van rechtswege toegelaten tot de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld gezinsherenigers. Toch kan het voor sommigen interessant zijn om van statuut te veranderen. Iemand die bijvoorbeeld naar België kwam als gezinshereniger, hangt af van het verblijfsstatuut van de persoon waarmee de gezinshereniging zich voltrok. Stel dat het koppel uit elkaar gaat, moet de gezinshereniger terug naar het land van herkomst, terwijl die ondertussen in Vlaanderen werkt. Uiteraard moet de voorwaarde van werk steeds vervuld zijn.
Het debat rond economische migratie heeft wat mij betreft niets te maken met het activeren van mensen met een migratieachtergrond, dat hebben we zonet nog besproken in de vorige vraag. Wel deel ik uw mening dat we prioritair moeten inzetten op het activeren van mensen die hier al wonen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, u verwees net naar toeristen. Kunt u dat nog even toelichten?
Verder is uw rol daarin me ook niet echt duidelijk. Wat uw inbreng in dit debat is geweest, blijft voor mij onduidelijk. Kunt u die nog eens toelichten?
Uw voorganger, minister Crevits, heeft al heel veel geprobeerd om meer bevoegdheden naar Vlaanderen te krijgen. Zult u het beleid dat zij voerde hier verderzetten?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Wat ik opmerkelijk vond in de communicatie over het nieuwe voorstel, is dat er heel veel nadruk is gelegd op de Oekraïners die in een tijdelijk verblijfsstatuut zitten. Dat verblijfsstatuut vervalt inderdaad normaal gezien in maart van volgend jaar. Er werd gezegd dat zij dan een gecombineerde werkvergunning zouden moeten aanvragen. Nu, die mensen zitten in een tijdelijk statuut. Wanneer dat tijdelijk statuut vervalt en de oorlog in Oekraïne nog niet afgelopen is, zou het beter zijn dat zij subsidiaire bescherming of asiel aanvragen. In dat geval zijn ze helemaal niet afhankelijk van een werkgever. Die mensen zijn niet naar hier gekomen om te werken, misschien gaan zij intussen wel werken maar wanneer we hier vanuit Vlaanderen het statuut zullen moeten overnemen van al die Oekraïners op basis van werk, dan zorgt dat er eigenlijk voor dat die mensen in een soort van afhankelijkheidssituatie terechtkomen ten opzichte van de werkgever.
Minister, dat is een opmerking die ik u vandaag graag wil meegeven. U kunt dit misschien samen met uw diensten eens bekijken. Het kan absoluut niet de bedoeling zijn dat het statuut van tijdelijk ontheemden wordt vervangen door een werkstatuut. Die mensen moeten in feite subsidiaire bescherming of asiel aanvragen wanneer de oorlog in Oekraïne nog niet is afgelopen, anders komt al die werklast onterecht bij de Vlaamse diensten.
Minister, ik had een schriftelijke vraag ingediend waarin ik het specifieke voorstel had opgevraagd zodat we dit in detail kunnen bekijken. Het gaat over een federale beslissing maar die een grote impact heeft op de regio’s. Mijn vraag blijft dan ook om dit in detail te kunnen bekijken.
Wat die toeristen betreft, is me niet helemaal duidelijk wat u daar precies over hebt gezegd. Is het dan zo dat een toerist die hier is als toerist, in kortverblijf, een werkvergunning zou kunnen aanvragen, of heb ik dat nu verkeerd begrepen?
Minister Brouns heeft het woord.
Ik zal beginnen met die verwijzing naar toeristen te verduidelijken. Voor mensen in kortverblijf hebben we in Vlaanderen inderdaad een beperking ingeschreven in onze regelgeving. Toeristen kunnen enkel een gecombineerde vergunning aanvragen wanneer zij een hooggeschoolde vacature of een knelpuntvacature invullen. Het gaat over een periode korter dan negentig dagen. Dit lijkt me een belangrijke aanvulling ter verduidelijking.
Collega De Vreese, u doet een aantal interessante suggesties. Ik deel uw mening dat een gecombineerde vergunning in tijden van oorlog niet echt de beste optie is omdat men dan inderdaad afhangt van één werkgever. Mijn antwoord op uw schriftelijke vraag is onderweg.
Vandaag kunnen hooggeschoolden en knelpuntberoepen in kortverblijf een werkvergunning krijgen. Kortgeschoolden kunnen dat niet. Wanneer dus bijvoorbeeld een Japanner in kortvisum naar hier komt om te solliciteren, moet hij, wanneer hij wordt aangenomen, niet terug naar Japan om die aanvraag te doen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Minister, ik begrijp uw antwoord nog altijd niet volledig want ik denk niet dat het de doelstelling is van deze combivergunning om toeristen naar Vlaanderen aan te trekken, tenzij ik dat verkeerd begrepen heb. Ik zou daar dus graag nog eens op terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.