Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de nieuwe strategie van De Vlaamse Waterweg voor het gebruik van jaagpaden door fietsers
Vraag om uitleg over het intensieve gebruik van jaagpaden en fietssnelwegen
Vraag om uitleg over het naleven van de snelheidslimieten door fietsers op jaagpaden en de intentie van De Vlaamse Waterweg om jaagpaden te verbreden
Verslag
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, na de dood van een fietser van 73 die in botsing kwam met een groep wielertoeristen op het jaagpad langs het Albertkanaal, rijst de vraag of grote groepen wielertoeristen wel thuishoren op zulke paden. Volgens mobiliteitsexperten zijn er weinig andere alternatieven voor mensen die graag wat sneller fietsen, mensen met speedpedelecs of wielertoeristen. Ze worden door een slechte ruimtelijke planning van de openbare weg verdreven naar die jaagpaden, maar daardoor ontstaan daar nieuwe verkeersconflicten.
Volgens de Fietsersbond is er dringend nood aan meer ruimte voor fietsers op de openbare weg. De bestaande fietsinfrastructuur is te gevaarlijk en daardoor zoeken fietsers steeds vaker de jaagpaden op. Door corona hebben ook steeds meer mensen de weg gevonden naar de fiets en door telewerken wordt er ook op een ander moment buiten de weekends gefietst.
De Vlaamse Waterweg geeft aan op dit moment te bestuderen op welke manier de jaagpaden veiliger kunnen worden gemaakt voor alle verschillende gebruikers.
Minister, bent u van oordeel dat grote groepen wielertoeristen en speedpedelecs thuishoren op het jaagpad? Zo ja, welke maatregelen zult u nemen om de bijkomende verkeersconflicten te ontmijnen? Zo niet, waar horen deze groepen dan wel thuis?
Wat met het conflict met andere gebruikers van het jaagpad zoals voetgangers, vissers enzovoort?
Mobiliteitsexperten hekelen de slechte bestaande fietsinfrastructuur die geen alternatief zou zijn voor grote groepen wielertoeristen en speedpedelecs. Bent u bereid om de bestaande infrastructuur aan te passen en bijvoorbeeld parkeerstroken te vervangen door brede fietspaden zoals de Fietsersbond voorstelt?
Moet de signalisatie op de jaagpaden verbeterd worden? Welke andere oplossingen ziet u?
De Vlaamse Waterweg onderzoekt hoe de jaagpaden veiliger kunnen worden gemaakt voor alle gebruikers. Wanneer mogen we de resultaten van dat onderzoek verwachten?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, op woensdag 8 juni stierf een oudere fietser door een botsing met een groep wielertoeristen op het jaagpad langs het Albertkanaal. Onmiddellijk rees de vraag of dergelijke grote groepen wielertoeristen wel thuishoren op smalle jaagpaden. Zowel mobiliteitsexpert Kris Peeters als Wies Callens van de Fietsersbond zijn het erover eens dat er vandaag geen andere alternatieven zijn voor mensen die graag wat sneller fietsen: “Ze worden van de openbare weg verdreven naar die jaagpaden en daardoor verschuiven ook enkele verkeersconflicten.”
Het voorbije weekend besteedde het journaal ook uitgebreid aandacht aan het moeilijke samenspel tussen enerzijds de vele fietsers en anderzijds de smalle jaagpaden. De journalisten benadrukten weliswaar dat dergelijke dodelijke ongelukken tussen fietsers vrij zeldzaam zijn.
In hetzelfde stuk zei Chris Danckaerts, de gedelegeerd bestuurder van De Vlaamse Waterweg, dat ze aan een toekomstplan werken, dat er middelen worden uitgetrokken voor bredere jaagpaden waar het verkeer dit voorziet en dat gescheiden banen voor snelle en trage fietsers een optie zijn.
Opvallend is dat we ongeveer een maand geleden deze discussie ook hadden in de plenaire vergadering. Toen spraken we over het toenemend aantal conflicten als gevolg van de gestegen diversiteit van gebruikers van fietspaden. De jaagpaden kwamen daar ook aan bod en u sprak toen niet over deze visie of de verbreding die eraan zit te komen. Ik heb dan ook een aantal vragen voor u, minister.
Waarom had u toen nog niet gecommuniceerd over deze nieuwe visie?
Zijn de plannen van De Vlaamse Waterweg al met u besproken?
De heer Meremans heeft het woord.
Zoals de collega’s al zeiden, was er recent een dodelijk ongeval op een jaagpad. Het jaagpad wordt vaak door zeer veel verschillende mensen tegelijk gebruikt: wandelaars, recreatieve fietsers, steppers, wielertoeristen enzovoort. Ik kwam ooit mensen tegen die van een discotheek kwamen en die liepen ook op het jaagpad. Je komt daar dus van alles tegen. (Opmerking van Marino Keulen)
De maximumsnelheid ligt op 30 kilometer per uur maar die wordt niet altijd nageleefd. Er is ook weinig controle en in de zomer maken nog meer mensen gebruik van het jaagpad waardoor de drukte nog toeneemt.
Er zijn al een aantal oplossingen naar voren geschoven, zoals het aanbrengen van een middenlijn tot het aanleggen van een voetpad langsheen het jaagpad. Daarnaast zijn er ook voorstellen zoals het verbod voor wielertoeristen om deze paden al dan niet op bepaalde momenten te gebruiken of het verlagen van de maximumsnelheid, maar die lijken minder aan de orde.
Mobiliteitsexperten spreken in deze context van het verdrijvingseffect: doordat er ongeveer overal elders bebouwing is en dus auto’s en veel conflicten tussen verschillende types gebruikers, zijn jaagpaden samen met fietssnelwegen de enige plekken waar fietsers door kunnen rijden.
Minister, hoe kijkt u naar deze mogelijke oplossingen om dit probleem aan te pakken? Ziet u nog andere mogelijkheden om dit te doen?
Naast de vaste verkeersregels inzake jaagpaden bestaat er ook zoiets als hoffelijkheid en gezond verstand. Onder de vorige minister was er de campagne ‘Het jaagpad is er voor iedereen’. Toch lijkt dit nog steeds een probleem te vormen. Hoe zult u daar verder op inzetten?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, in de eerste drie maanden van dit jaar waren er op de Vlaamse wegen 1873 letselongevallen met fietsers. 14 procent daarvan gebeurde tussen fietsers onderling. 65 procent van de letselongevallen zijn enkelvoudig, zoals een fietser die ten val komt.
Als mogelijke oorzaak wordt verwezen naar het feit dat door corona veel mensen de fiets herontdekt hebben en die nog steeds meer gebruiken, ook voor woon-werkverkeer. Daarnaast is het fietsverkeer zelf steeds diverser geworden. Niet eens zo lang geleden waren er enkel de klassieke fiets en de koersfiets. Nu zijn er ook de elektrische en de bakfiets, de speedpedelec, de step enzovoort.
Deze tweewielers halen allemaal een andere snelheid, en dat snelheidsverschil verhoogt de mogelijkheid op conflictsituaties en ongevallen. Vias becijferde het snelheidsverschil tussen tweewielers. Zo rijden elektrische fietsers gemiddeld 2 kilometer per uur sneller dan traditionele fietsers, al zakt het verschil tot amper 1 kilometer per uur als er alleen naar de senioren wordt gekeken. Het onderscheid tussen de klassieke fiets en de speedpedelecs is veel groter: gemiddeld 9 kilometer per uur voor alle gebruikers. En datzelfde gaat op voor de ietwat getrainde wielertoerist. Dergelijke fietsers halen met 40 kilometer per uur gemakkelijk dezelfde snelheid als de speedpedelec, en dat kan tot gevaarlijke situaties leiden.
Snelheid zorgt voor een verhoogde remafstand, verhevigt het effect van botsingen en maakt het moeilijker om het overzicht over de verkeerssituatie en de omgeving te behouden. En dat vormt een gevoelig punt voor senioren, vanwege hun afgenomen vermogen om het hoofd te draaien en de blik te verplaatsen. Het is wellicht ook niet toevallig dat ruim de helft van de verongelukte fietsers op Vlaamse wegen ouder is dan 65 jaar. We hebben het daar onlangs nog over gehad.
Nadat er onlangs ook een dodelijk ongeval gebeurde op een jaagpad is het debat over het naleven van de maximumsnelheid op jaagpaden actueel. Gebruikers van snelle fietsen en wielertoeristen moeten ook, zoals elke weggebruiker, zorgvuldig zijn bij het inhalen en zich aan de maximumsnelheid op jaagpaden houden, die 30 kilometer per uur bedraagt, met soms, bijvoorbeeld aan een blinde bocht, zelfs een limiet van 10 kilometer per uur. De Fietsersbond pleit ervoor om meer aan snelheidshandhaving te doen op die jaagpaden. Bovendien ontbreekt het ook vaak aan hoffelijkheid. De ideale oplossing bestaat uit bredere fietspaden, met een strook voor tragere en een voor snellere fietsers.
De Vlaamse Waterweg heeft ondertussen de intentie om tegen het einde van het jaar een toekomstplan klaar te hebben om de jaagpaden langs waterwegen te verbreden. Men zal daarbij met de verschillende gebruikers van jaagpaden rekening houden. Daarvoor zal men overleg plegen met wandel- en fietsorganisaties.
Minister, gaat u in op de vraag van de Fietsersbond om aan snelheidshandhaving op jaagpaden te doen? Zo ja, hoe wilt u dat aanpakken? Zo neen, welke obstakels verhinderen het uitvoeren van snelheidshandhaving?
De Vlaamse Waterweg wil de jaagpaden verbreden. Minister, hoe wilt u deze infrastructuurwerken financieren?
Hoeveel kilometer aan jaagpaden komen er in aanmerking om aangepast te worden?
Minister, u streeft ernaar om het aantal ongevallen met fietsers te reduceren. Om dat doel te bereiken, wordt er onder andere ingezet op betere fietsinfrastructuur. Zult u de Vlaamse Waterweg stimuleren om bij het opstellen van het toekomstplan voor jaagpaden rekening te houden met het voorstel om aparte stroken te voorzien voor snellere en tragere fietsers?
Zult u ook bij de aanleg van fietspaden, indien ruimtelijk mogelijk, rekening houden met dit voorstel?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de vele vragen over onze jaagpaden, collega’s.
Sta me toe, vooraleer ik in detail inga op de vragen, het eerst even te hebben over het noodlottige ongeval van 1 juni. Daar gebeurde, bij een inhaalmanoeuvre op het jaagpad langs het Albertkanaal in Ranst, een aanrijding tussen een van de kopmannen van een peloton van een tiental wielertoeristen en een man van 73 jaar met een elektrische fiets. Op de plek van het ongeval is het jaagpad vier meter breed en in perfecte toestand. De aanrijding bleek helaas noodlottig, want de man kwam met zijn hoofd ongelukkig terecht op het asfalt en is op 8 juni aan zijn verwondingen overleden. Het onderzoek van het Antwerpse parket naar de omstandigheden van het ongeval is lopende. U zult dus begrijpen dat ik daar niet verder op kan ingaan.
Een tweede algemene bedenking die ik even wil meegeven, is het statuut van een jaagpad. Een jaagpad is een exploitatieweg voor waterwegen, en daarvoor zijn het Scheepvaartdecreet en het Algemeen Scheepvaartreglement (ARSK) van toepassing. Dat wil ik even meegeven, omdat een jaagpad niet zonder meer gelijk te stellen is met eender welke openbare weg.
Zijn fietsers toegelaten op de jaagpaden? Ik heb de heer Meremans al horen zeggen: ‘het jaagpad is er voor iedereen’. Fietsen is er wel toegestaan in al zijn vormen. Wielertoeristen, individueel of in peloton, zijn bijgevolg ook toegelaten op de jaagpaden. De speedpedelecs vormen een uitzondering. Die zijn enkel toegelaten op jaagpaden als dat jaagpad is opgenomen in het fietssnelwegennetwerk. Indien dit het geval is, dan staat dat expliciet op de verkeersborden vermeld, zo niet is de toegang voor speedpedelecs op de jaagpaden verboden.
Naast fietsers zijn ook wandelaars en voertuigen met een bijzondere vergunning op jaagpaden toegelaten. Tot deze laatste categorie behoren onder andere mindervalide hengelaars, binnenvaartondernemers en nutsbedrijven die over een beperkt traject van De Vlaamse Waterweg een voertuigvergunning kunnen krijgen.
Een jaagpad is dus zeker niet exclusief voor fietsers voorbehouden, het wordt gedeeld met meerdere gebruikers. Dat gedeelde gebruik geeft natuurlijk af en toe conflicten. Wij hebben een netwerk van in totaal ruim 2000 kilometer jaagpaden langs onze Vlaamse waterwegen, en juist omdat die gebruikt worden door verschillende weggebruikers, dient iedereen zich aan de regels te houden en de nodige hoffelijkheid aan de dag te leggen.
Enkele vraagstellers hebben het al gezegd: op jaagpaden geldt momenteel een algemene snelheidsbeperking van 30 kilometer per uur voor alle gebruikers. In het geval dat lokale omstandigheden erom vragen, kan de maximumsnelheid ook beperkt worden door bijkomende signalisatie. Bijvoorbeeld bij een gebrekkige toestand of bij werken, dan kan het verlaagd worden. Alle medegebruikers van het jaagpad, ook wielertoeristen en speedpedelecs, dienen de Wegcode te volgen. Op de jaagpaden is immers de Wegcode van toepassing, voor zover die niet in strijd is met het Scheepvaartdecreet en ARSK. We verwachten van alle medegebruikers van het jaagpad dat ze hoffelijkheid en respect tonen naar mekaar. Uiteraard mag niemand een ander in gevaar brengen.
De Vlaamse Waterweg heeft dan ook al jaren geleden het initiatief genomen voor een oproep tot hoffelijkheid, door de boodschap ‘Het jaagpad is er voor iedereen’. Zo kan men heel duidelijk weten dat iedereen er welkom is, maar in hoffelijke omstandigheden.
Dan waren er een aantal vragen rond de visiestudie. Het aantal en de diversiteit aan fietsen in Vlaanderen zijn de laatste jaren sterk gegroeid. En ook op de jaagpaden zien we dat het fietsgebruik aanzienlijk is toegenomen. Dit toegenomen gebruik was voor De Vlaamse Waterweg de aanleiding om een studie te laten uitvoeren die moet leiden tot een actuele visie ‘Functioneel en recreatief medegebruik van jaagpaden in Vlaanderen’.
De studie, die in opmaak is, brengt het huidige gebruik van jaagpaden in beeld, mede op basis van een grootschalige individuele bevraging en tal van bilaterale gesprekken met stakeholderbewegingen zoals onder andere de Fietsersbond, de Wielrijdersbond, het Netwerk De Vlaamse Waterweg, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), de provincies, en andere.
Op basis hiervan wordt een SWOT-analyse (strengths, weaknesses, opportunities, threats) uitgevoerd waarbij ook alle opportuniteiten en knelpunten of bezorgdheden in kaart worden gebracht. Deze SWOT-analyse vormt de insteek voor het uitwerken van een beleidsvisie voor de toekomst, waarin aspecten zoals jaagpadinfrastructuur, jaagpadinrichting, maximumsnelheid, vermijden of beheersen van conflicten, evaluatie van de huidige signalisatie en sensibilisering aan bod zullen komen. De resultaten van die visiestudie worden dit najaar verwacht, en de communicatie zal worden opgestart als de visie is afgerond. De visie zal aan een breed publiek bekendgemaakt worden en gekoppeld worden aan een sensibiliseringscampagne gericht op de verschillende medegebruikers in al hun diversiteit.
Ik heb zelf uiteraard met De Vlaamse Waterweg een nauw contact, en De Vlaamse Waterweg houdt mij op de hoogte van de voortgang van die studie. Samen met mij en met mijn kabinet zal die studie dan ook afgerond worden tegen september. Het is een complexe materie met zeer veel betrokken stakeholders met elk hun eigen wensen en verlangens, en met heel veel maatschappelijke belangen. En daar moeten we natuurlijk zoeken naar een goed evenwicht. De Fietsersbond is ook bevraagd als stakeholder, naast vele andere stakeholders. Een voorstel voor een bepaalde snelheid op jaagpaden en handhaving maakt hier ook deel van uit en zal dus ook aan bod komen in de visie die we later op het jaar zullen kunnen brengen.
Dan ging het over de investeringen in veilige fietsinfrastructuur. Het klopt dat wegbeheerders moeten zorgen voor veilige en comfortabele infrastructuur. Onze fietsinfrastructuur heeft een historische achterstand, dat hebben we hier al meermaals in de commissie behandeld. We proberen die historische achterstand volop weg te werken door historisch hoge budgetten aan te wenden.
Dat geldt niet alleen voor het Agentschap Wegen en Verkeer, Lantis en De Werkvennootschap, maar dat geldt ook voor De Vlaamse Waterweg. Ook De Vlaamse Waterweg wil langs onze waterwegen de fietspaden future-proof maken, en alleszins ook de fietsers daar ontvangen. Alleen al voor 2022 – u kon dat zien aan de hand van de resultaten uit het geïntegreerd investeringsprogramma (GIP) – is er een investering van 53 miljoen euro voorzien, specifiek voor onze jaagpaden en voor fietsbruggen rondom onze waterwegen.
Wat betreft het verbreden van de jaagpaden: daar moeten we realistisch zijn. Het is niet overal mogelijk om zonder meer het jaagpad vier meter breed te maken. Een veilig, kwaliteitsvol en comfortabel jaagpad is uiteraard wel de ambitie.
De fietspaden langs het Albertkanaal zijn opgenomen in het fietssnelwegennetwerk, daar heeft het jaagpad al een breedte van 4 meter, zoals ik al zei. Dus specifiek daar waar dit ongeval en eerder nog een ander triest ongeval gebeurd is, zal het zeker niet liggen aan de breedte van het jaagpad als dusdanig.
Op andere plaatsen zal een verbreding mogelijk wel kunnen. We kunnen onder meer verwijzen naar het jaagpad langs de Dender, dat ook in de VRT-reportage aan bod is gekomen. Dat is momenteel iets breder dan 2 meter. Daar zijn er al plannen om dat jaagpad te verbreden, maar we moeten daarvoor eerst een MER-procedure (milieueffectrapport) doorlopen. Pas als die MER-procedure gunstig evolueert en we een omgevingsvergunning kunnen verkrijgen, kunnen we overgaan tot de realisatie.
Alleszins maakt De Vlaamse Waterweg binnen zijn investeringsprogramma een aanzienlijk bedrag vrij voor fietsinvesteringen. Dat gaat dan over fietsbruggen, over ontbrekende delen van jaagpaden of jaagpaden die nog niet verhard zijn, over verbredingen en over een algemene verbetering van het fietscomfort.
Ik heb ook al gezegd dat we ruim 2000 kilometer aan jaagpaden hebben. Het gros daarvan is in perfecte staat. De inventaris van de jaagpaden, die meer inzicht in de staat van de jaagpaden zal verschaffen, is momenteel lopende. Ik verwacht de resultaten daarvan tegen eind 2022. Jaarlijks wordt een investeringsprogramma goedgekeurd waarin heel wat fietsinvesteringen vervat zijn. Voor de fietsinvesteringen van De Vlaamse Waterweg verwijs ik dan ook naar het Geïntegreerd Investeringsprogramma (GIP) 2022.
Conform het vademecum fietsvoorzieningen is er op een jaagpad geen scheiding tussen de verschillende actieve gebruikers. Fietsers, wandelaars, skaters, wie dan ook, ze maken allemaal gebruik van het volledige jaagpad, zonder een fysieke scheiding en ongeacht de richting waarin ze zich bewegen. En uiteraard is hoffelijk zijn en elkaar met de nodige verantwoordelijkheidszin bejegenen, dan ook de boodschap.
Het is natuurlijk aan het parlement en de commissie om zelf te oordelen, maar zodra de studie klaar is, wil ik die hier zeker komen toelichten, samen met de mensen van De Vlaamse Waterweg. Bij dezen wil ik dat zeker aanbieden.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel voor deze info, minister. U hebt goed uitgelegd wie er allemaal op mag. Speedpedelecs mogen dus op de jaagpaden, als ze in dat netwerk van fietssnelwegen zitten. Maar wat vindt u daar eigenlijk van? Speedpedelecs gaan net snel en die mogen dan maar 30 kilometer per uur rijden. Vindt u dat logisch? Of is dat niet de visie waar u verder mee wilt gaan?
Ik heb nog geen antwoord gekregen op de vraag of u bereid bent om bepaalde infrastructuur aan te passen, zoals bijvoorbeeld parkeerstroken vervangen door brede fietspaden. Dat is een voorstel van de Fietsersbond. Ook op de vraag of er betere signalisatie moet komen op jaagpaden, heb ik geen antwoord gekregen. Of hebt u andere oplossingen?
De toekomstvisie waar De Vlaamse Waterweg mee bezig is, hebt u goed toegelicht. We wachten daarop. Maar daarnaast is er ook het Fietsplan. Is daarin ook een hoofdstuk gewijd aan de jaagpaden? En wanneer komt dat Fietsplan hier in de commissie?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw duidelijke antwoord. Ik heb nog twee concrete vraagjes. U verwees een paar keer naar het Scheepvaartdecreet. Heeft dat gevolgen voor de gebruiker, voor de fietser, voor de voetganger op het jaagpad? Wat voor gevolgen heeft dat? Kan dat voor conflicten zorgen voor de gebruiker van een jaagpad?
Helemaal op het eind had u het over de studie die eraan zit te komen. Het zou inderdaad wel interessant zijn dat we die hier in de commissie kunnen bespreken en dat er een toelichting wordt gegeven. Voorzitter, ik denk dat we dat graag ingepland zouden zien in het najaar.
Dan heb ik ook nog een algemene bedenking. Er is hier al heel vaak gezegd, niet alleen vandaag, maar ook in andere commissies, dat heel veel draait om hoffelijkheid en respect voor de andere weggebruiker. Ik denk dat er veel te weinig rekening gehouden wordt met de andere weggebruiker. Iedereen denkt: ‘Ik ben hier alleen op de baan en de baan is van mij.’ Maar dat is niet zo. Ik erger mij meer en meer mateloos aan bijvoorbeeld chauffeurs die net nog door het oranje of het rood te rijden, om dan midden op een kruispunt stil te staan en heel het kruispunt te blokkeren, aan e-steppers die zigzaggen tussen de auto’s, voetgangers die opeens voor je auto springen om de straat over te steken. Het is misschien door te verouderen dat ik mij meer en meer erger, maar ik denk dat ik niet alleen ben. Er zijn al campagnes geweest, maar ik wil toch een oproep doen, minister, om toch nog eens heel duidelijke campagnes te maken rond hoffelijkheid en respect voor de andere weggebruiker. En als dat niet helpt: handhaving. Ik heb dat ook al een paar keer aangekaart in de commissie. Het is wel uw bevoegdheid niet, maar ik denk dat u wel goed geplaatst bent om met uw federale collega nog eens alle veiligheidsgevaren van het verkeer af te toetsen en te kijken waar we eventueel nog meer en beter kunnen handhaven.
De heer Meremans heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoorden, minister. We hebben de vraag natuurlijk gesteld omdat het ook wel leeft. Maar, zoals mijn voorgaande collega zegt, heeft het natuurlijk te maken met een beetje gezond verstand, zelfs als we die jaagpaden vier meter breed maken. Dat zit er toch aan te komen, ik denk aan het jaagpad langs de Dender dat ook verbreed zal worden. Ik doe geregeld ritten die uitgestippeld zijn door wielertoeristenclubs, en ik heb eigenlijk nog nooit geweten dat men mensen langs jaagpaden stuurt. Ik kan mij dus niet voorstellen dat een wielertoeristenclub zou beslissen om met veertig man een jaagpad op te gaan. Dat is gewoon niet te doen. Dat is zelfs niet comfortabel, om daar te rijden. Dat neemt uiteraard niet weg dat een groep van vier of vijf man ook als een peloton wordt aanzien, maar ik heb het nu over grote georganiseerde groepen. Die kiezen gewoon de rijweg. Dat is ook zo voorzien door de Wegcode, omdat ze gewoon met te veel zijn. Dat is logisch.
We kijken dus ook uit naar de beleidsvisie, naar die studie. Zoals de voorgaande sprekers al zeiden, hoop ik dat we die hier zullen kunnen bekijken. En we hebben het inderdaad ook al talloze malen gehad over sensibiliseringscampagnes. Ik denk dat we daar hier ook weer op moeten blijven hameren. We moeten natuurlijk opletten dat we op de duur niet voor elk onderdeel een campagne gaan doen, maar hier kunnen we voor de zomer toch wel de nodige aandacht aan geven.
Wat je ook doet, of je nu naar vier meter gaat en dergelijke, zoals ik eerder al zei hangt veel ook af van gezond verstand en van hoffelijkheid.
Ik zou nog graag willen weten wanneer precies de data vallen, of de termijnen waarop we dat verder kunnen bespreken aan de hand van die studie?
De heer Verheyden heeft het woord.
Bedankt voor uw uitgebreide toelichting, minister. Ik heb toch wel een paar bedenkingen. Ik vraag me af of er niet heel veel gebruikers van jaagpaden zijn die eigenlijk niet weten welke regels gelden op die jaagpaden. We hebben het over de maximumsnelheid van 30 kilometer per uur, maar ik denk dat er heel veel mensen zijn die daar geen benul van hebben, dat men daar maar 30 per uur mag rijden. We zien dat dagelijks. Het gaat niet alleen over groepen wielertoeristen of mensen met speedpedelecs. Ik zie het ook vaak bij individuele mensen die op een jaagpad rijden, dat ze vaak veel te snel rijden. Het is natuurlijk ook een kwestie van hoffelijkheid, daar kan ik me bij de collega’s aansluiten. We hebben het al bij diverse onderwerpen gehad over hoffelijkheid. Ik heb ook een beetje de indruk dat het ‘ieder voor zich’ aan het worden is, zoals mevrouw Fournier zei. Dat kunnen we zeker niet tolereren.
Ik heb toch nog een paar vragen. U zegt dat men in dat visieplan de snelheidshandhaving mee zal opnemen, maar ik vraag me af hoe we ons dat dan moeten gaan voorstellen? Daar heb ik niet echt een antwoord op gekregen. We hebben vorige week reeds gezien dat snelle motorfietsen flitsen of hen te pakken krijgen, als ze te snel rijden, geen sinecure is. Ik vraag me af hoe men dat dan gaat doen met fietsers? Ik denk dat die optie moet bekeken worden. Het is een heel nuttige piste, maar ik vraag me af hoe men dat technisch gaat aanpakken. Is dat wel realistisch?
Ten slotte zijn er de verschillende rijvakken – bij wijze van spreken – op de jaagpaden, waar de heer Danckaerts naar verwijst. U zegt dat u geen fysieke barrières op de jaagpaden gaat ontwikkelen, maar ziet u markeringen ook als een fysieke barrière? Ik denk toch wel dat het op bepaalde jaagpaden, als ze breed genoeg zijn, een optie kan zijn om iedereen te kanaliseren in de eigen rijstrook?
Dat zijn nog twee bijkomende vragen.
De heer Bex heeft het woord.
Ik wil me inderdaad graag aansluiten bij de vragen van de collega’s. Uiteraard vinden we allemaal dat het bijzonder erg is wanneer iemand overlijdt, ongeacht of het een fietser is die tegen een fietser rijdt of tegen een auto, en dat dit zoveel mogelijk vermeden moet worden. Alleen valt het mij op dat we hier nu een grote focus op leggen, laat het mij zo zeggen. Wat me deze week ook is opgevallen is dat er twee dodelijke ongevallen gebeurd zijn met een fietser die in aanraking kwam met een openslaand portier van een auto, en dat daar dan wordt gezegd ‘de fietser reed tegen het openslaand portier’, terwijl het natuurlijk het openslaand portier is dat verantwoordelijk is voor het ongeval. Ik denk dat we in het algemeen toch moeten durven blijven zeggen dat we het veilig moeten maken voor fietsers en dat fietsen zelf gezond is en gezondheidsvoordelen heeft. Een man van 78 die nog steeds fietst op het jaagpad is waarschijnlijk gezonder dan mijn pa die thuis in zijn zetel zit. Ik vind ook dat we niet mogen focussen op wat er allemaal fout loopt op die jaagpaden. Het is vooral goed dat veel mensen daar fietsen. Dat moeten we durven blijven zeggen.
Minister, waar we meer plaats kunnen voorzien voor fietsers moeten we dat blijven doen, denk ik. Ik verwijs dan bijvoorbeeld graag naar de F20. Dat is ook een jaagpad langs het kanaal van Brussel richting Halle. Het is daar eigenlijk ontdubbeld. Iemand die echt trager wil rijden, kan gerust op het oude jaagpad rijden, en iemand die sneller van of naar Brussel wil fietsen, die kan op het super-de-luxe fietspad zeer snel doorrijden. Ik denk dat dat een optimale manier is. In het algemeen moeten we vooral zorgen voor meer plaats voor fietsers. Dat is de essentie denk ik. Ik denk niet dat we moeten kopiëren van de autosnelwegen, met baanvakken voor de een en de ander. Ik denk dat we vooral moeten zorgen dat er voldoende plaats is. Hier was er blijkbaar vier meter beschikbaar, dat is toch ook belangrijk om te vermelden.
Ik heb, net als de collega’s, de vraag wanneer die studie er komt. U hebt gezegd in september. Maar als u dan in september die studie hebt, wat gaat u daar dan de rest van deze legislatuur nog mee doen? En daarnaast: wanneer mogen we dat fietsplan en dat fietsvademecum verwachten? Want we zijn stilaan toch al echt ver in de legislatuur. Het wordt hoog tijd dat die dingen op tafel komen. Kunt u daar nog even toelichting bij geven?
Minister Peeters heeft het woord.
Ten eerste, mevrouw Lambrecht, is het logisch dat speedpedelecs maar 30 kilometer per uur mogen? De speedpedelec neemt ook gewoon deel aan het verkeer en moet de geldende verkeersregels uiteraard respecteren. Met andere woorden, als iemand met een speedpedelec in een zone 30 rijdt, zal hij maximaal 30 kilometer per uur mogen rijden. Rijdt hij langs een jaagpad, dan kan hij maximaal 30 kilometer per uur rijden. Dat is de stand van zaken. Ik denk dat er geen specifieke regelgeving moet worden gecreëerd dat een speedpedelec mag afwijken van de geldende snelheidslimieten.
U had het ook over parkeerstroken, maar ik neem aan dat u dat in zijn algemeenheid bedoelt en niet gekoppeld aan de jaagpaden. Ik kan u meegeven dat wij op heel wat plaatsen parkeerstroken aan het opheffen zijn, specifiek om bredere fietsinfrastructuur aan te leggen. Vergeef me dat ik een Limburgs voorbeeld geef, maar hier zitten toch een aantal Limburgers en zij kennen sowieso het verhaal van de Noord-Zuidverbinding, waar wij nu dus brede fietspaden leggen. Die leggen we op een plaats waar voorheen autoparkeerplaatsen waren.
Wat betreft het fietsplan, met de mogelijke acties die we daarin opnemen: dat zit in een finale fase. De bedoeling is om in september, denk ik, ook nog met alle stakeholders van gedachten te wisselen, in de hoop dat dan ook zo snel mogelijk te kunnen finaliseren.
Mevrouw Fournier, wat betreft het Scheepvaartdecreet en de gevolgen: het feit dat het Scheepvaartdecreet en het algemeen reglement van toepassing zijn op onze jaagpaden, heeft specifiek betrekking op het feit dat schepen heel vaak moeten lossen aan de kaaimuren, waar dan ook een fietspad is. Dan moeten daar specifieke omleidingen en dergelijke worden voorzien, dus de prioriteit is nog altijd de scheepvaart. Dat kan daar soms tot conflicten leiden en vandaar is het Scheepvaartdecreet in zijn algemeenheid van toepassing. Het Scheepvaartdecreet geeft ook de mogelijkheid aan de Vlaamse Waterweg, onder meer ook aan de dijkwachters, om inspecties te doen, maar ook om over te gaan tot verbalisering als er bijvoorbeeld auto’s geparkeerd staan op het jaagpad die niet over de nodige vergunningen beschikken. Dat zijn een aantal gevolgen van het Scheepvaartdecreet.
De ruimte is uiteraard beperkt, of het nu gaat over jaagpaden of de ruimte tout court. Er zijn de ergernissen waar we allemaal wel eens mee worden geconfronteerd in het verkeer, van sommigen die als het ware al de regels aan hun laars lappen, die menen dat ze zelf heer en meester kunnen zijn en dat alle anderen maar met hen rekening moeten houden. Wat dat betreft is er opnieuw de oproep om hoffelijk te zijn in het verkeer, om respect te hebben voor elkaar. We hebben vorig jaar een grootschalige hoffelijkheidscampagne uitgerold, samen met de lokale besturen en her en der zie ik de bordjes nog hangen in het straatbeeld. Er is alleszins een nieuwe hoffelijkheidscampagne komende, in samenspraak met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV). Ik weet niet voor wanneer die precies is ingepland, maar ik weet wel dat daarover is gepraat.
Mijnheer Meremans, u hebt inderdaad een punt over de wielertoeristen en -clubs. Artikel 43bis van de Wegcode bepaalt heel expliciet dat een wielertoeristenclub die bestaat uit 15 personen, waar volgwagens en dergelijke bij zijn, uiteraard niet is toegelaten op de jaagpaden. Ik fiets zelf ook heel veel langs onze jaagpaden, onder andere langs de Zuid-Willemsvaart, en ik kan niet zeggen dat ik daar continu mensen zie die aan extreem hoge snelheden rijden, behalve af en toe wel eens. Ik kom ook geen clubs van 15 tot 20 mensen tegen. Jullie hebben daar misschien andere ervaringen mee, misschien zijn ze bij ons wel wat hoffelijker.
Net omdat het zo aantrekkelijk is om te fietsen langs het water, in de natuur, maken heel veel mensen er gebruik van, en niet alleen om te fietsen, maar ook om te wandelen, met kinderbuggy’s en dergelijke. Opnieuw is hoffelijkheid dan uiteraard de boodschap, we moeten rekening houden met elkaar.
Mijnheer Verheyden, wat de handhaving betreft, is het inderdaad niet evident. We hebben op Vlaams grondgebied 2000 kilometer aan jaagpaden. Trajectcontroles zijn daar helemaal uit den boze. Trouwens, enkel speedpedelecs hebben een nummerplaat, ik zie dus niet in hoe we de andere gebruikers zouden verbaliseren. Men kan natuurlijk wel gerichte controles doen, en dat gebeurt nu ook af en toe. De mensen van De Vlaamse Waterweg kunnen zelf overgaan tot handhaving wanneer het gaat over hengelaars of anderen die geparkeerd staan op het jaagpad. Zij hebben de bevoegdheid om te verbaliseren maar wanneer er signalen zijn dat zich op bepaalde locaties telkens grote groepen tegen extreem hoge snelheden verplaatsen, dan lijkt het me aangewezen om dat ook door te geven aan de lokale besturen en de politie te vragen om gerichte acties te voeren.
Dat komt ook aan bod in de studie zelf. Men heeft me gezegd dat de studie midden september klaar zou zijn, ik neem dan ook aan dat wij die de eerste weken na het reces zeker kunnen agenderen. Ik zal de voorzitter laten weten wanneer de studie klaar is zodat we daarover van gedachten kunnen wisselen.
De commissie zal dat dan inplannen.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, het verhaal van de hoffelijkheid is zeker waar maar daarnaast moet ook het nemen van vaardigheidslessen worden aangemoedigd om met die zware nieuwe soorten fietsen te rijden. Ik wacht uw fietsplan af want het is inderdaad, zoals de collega zei, een nieuwe realiteit dat wij fietsen, met de wagen rijden, misschien ook de step nemen, gebruikmaken van het openbaar vervoer. Het is niet zo dat wij ons met slechts een verkeersmiddel verplaatsen.
Minister, ik ben heel erg nieuwsgierig naar uw fietsplan waarin u alle verkeersmodi op een veilige manier op de Vlaamse wegen wilt laten rijden. Ik denk dat het de uitdaging van de toekomst wordt om daarmee om te gaan. Wanneer het gaat over conflicten als gevolg van veel fietsers, dan moeten we dat zien als een luxeprobleem. Dat betekent dat we erin slagen om de mensen uit de auto te krijgen. Ik ben heel erg benieuwd naar dat plan. Misschien kunnen we ook overwegen om de signalisatie nog iets duidelijker te maken, maar dat laat ik aan u over.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Ik verwijs graag kort naar iets wat collega Bex daarnet zei. Iedere commissievergadering opnieuw zetten we hier het gevaarlijke en negatieve van fietsen in de kijker. Dit is dan ook een oproep aan u, minister en aan iedereen in deze commissie, om af en toe een positieve boodschap te brengen en te benadrukken hoe zalig fietsen kan zijn, of het dan recreatief is of als woon-werkverkeer en hoeveel investeringen uw departement daarin doet. Dit is dus een oproep aan u, minister en aan de hele commissie, om iets positiever naar het fietsbeleid te kijken.
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, het is goed dat er een visieplan komt in september of oktober, we kijken daar met belangstelling naar uit. Ik denk dat het normaal is dat we onze jaagpaden aanpassen aan de veranderde mobiliteit. We doen dat elders in de samenleving, ik denk dat we ook de jaagpaden moeten aanpassen.
We hebben 2000 kilometer aan jaagpaden die de mensen langs prachtige stukken natuur en langs waterrijke gebieden in Vlaanderen brengen. De Vlaamse Waterweg zal blijkbaar zijn taak uitvoeren maar ik denk dat het ook aan de gebruiker is om zijn duit in het zakje te doen en rekening te houden met andere gebruikers. Ik denk dat dat de boodschap moet zijn, dat het een en-enverhaal is. En dan hopen we inderdaad dat ook de conflicten op die jaagpaden kunnen verminderen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.