Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, de realisatie van de beoogde Vlaamse nationale parken en landschapsparken heeft stilaan de finale fase bereikt. Op dit ogenblik is er volgens de website van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) een shortlist met zes geselecteerde kandidaten voor de titel van nationaal park, en dingen er volgens de website van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) eveneens nog zes kandidaten mee voor de titel van landschapspark. Volgens de door het ANB en de VLM ter beschikking gestelde info dienen landschapsparken een oppervlakte van minimum 10.000 hectare te beslaan, en dient een nationaal park te bestaan uit een natuurkern die tot 10.000 hectare kan bedragen, met daarrond nog een zone voor omgevend landschap.
Binnen de zones waar deze nationale en landschapsparken in Vlaanderen zullen worden gerealiseerd, zijn er op dit ogenblik echter ook nog tal van Vlaamse familiale landbouwbedrijven actief. Dat zijn bedrijven waarvan een aantal nu reeds in hun voortbestaan worden bedreigd door de stikstofbeperkingen die de Vlaamse Regering oplegt, maar die mogelijkerwijze ook nog verdere beperkingen opgelegd zullen krijgen indien hun landbouwgronden en vestigingen binnen die parkcontouren terechtkomen. In het stikstofakkoord wordt gewerkt met de te behalen doelstelling in 2030. De einddoelstelling ligt echter in 2045, met nog eens dezelfde verlaging van waarden dan die te behalen in 2030. Dit heeft vanzelfsprekend ook gevolgen voor de landbouwbedrijven. Jonge boeren stoppen er liever mee, om dan hun gronden mogelijk te verpachten. Welke landbouwers willen nog investeren in de juridisch onzekere tijden van de komende 23 jaar?
Minister, kunt u verduidelijken welke toekomstperspectieven u nog kunt bieden aan de Vlaamse familiale landbouwbedrijven die binnen de contouren van een Vlaams nationaal park of van een Vlaamse landschapspark zullen terechtkomen? Kunt u verduidelijken in welke mate en op welke wijze u rekening zult houden met de aanwezigheid van Vlaamse familiale landbouwbedrijven bij de definitieve selectie van de Vlaamse nationale en landschapsparken? Kunt u verduidelijken op welke wijze de Vlaamse familiale bedrijven door u zullen worden gecompenseerd indien ze binnen de contouren van een Vlaams nationaal of landschapspark terechtkomen en hierdoor voor deze bedrijven door u geen verdere toekomstperspectieven kunnen worden geboden? Kunt u verduidelijken hoe er zal worden omgegaan met de zoekzones in de toekomst?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Pieters, dank u. Ik heb het al heel vaak gezegd in de commissie, maar ik zal het nog eens herhalen: ik benadruk dat er geen bijkomende restricties verbonden zijn aan de erkenning als landschapspark of nationaal park die doorwerken in de vergunningverlening. Het is aan de lokale gebiedscoalities om in deze fase, via dialoog en samenwerking, vorm te geven aan hun ambities voor een gebied en te bepalen waar zij de focus willen leggen. Tegen eind mei 2023 verwacht ik van de kandidaten een masterplan en een operationeel plan waarin de gebiedscoalities hun visies en ambities weergeven. Daaruit moet blijken hoe ze invulling willen geven aan de Vlaamse doelstellingen. Voor de beoordelingskaders verwijs ik naar de oproepreglementen, die u ook terugvindt op de websites van VLM en ANB. De jury zal aan de hand van dat kader ieder plan beoordelen.
Ik wil ook aangeven dat er geen directe relatie bestaat tussen de zoekzones en de nationale of landschapsparken. De zoekzones vormen een deel van de toetszone bij de toepassing van de passende beoordeling in uitvoering van artikel 36ter, paragraaf 3, van het Natuurdecreet. Dit wordt beschreven in de omzendbrief over de passende beoordeling en de bijhorende praktische wegwijzers voor de verschillende milieudrukken. De voorlopige zoekzones zijn sinds 2015 in gebruik als hulpmiddel bij de vergunningverlening. Ik plan geen wijziging in deze werkwijze.
De heer Pieters heeft het woord.
Dank u voor uw antwoord, minister, maar ik ben er niet veel wijzer uit geworden. U herhaalt wat u al eerder gezegd hebt. Ik had deze vraag niet gesteld om te vragen naar wat reeds bekend is.
U geeft niet aan hoe de beoordeling zal zijn in de omgeving van die parken, binnen het stikstofakkoord, of bedrijven er in de toekomst nadeel van zullen ondervinden, ja of nee. Daar is totaal geen antwoord op. Nochtans, in de omschrijvingen van het ANB of de VLM wordt wel duidelijk rekening gehouden met beperkingen van bijvoorbeeld nulbemestingen, van bijvoorbeeld reducties die gewoon eigen zijn aan de omgevingsvoorwaarden, die afhankelijk zijn van die parken.
U geeft gewoon geen antwoord, en dat is wel spijtig, want de landbouwbedrijven die daar gelegen zijn, zouden toch graag weten waar ze aan toe zijn. Nogmaals: het zal er niet beter op worden. We zijn er niet wijzer op geworden.
De vraag is duidelijk: zullen de bedrijven geïmpacteerd worden door die nationale parken, door die landschapsparken, omdat ze in de nabije omgeving liggen van die parken? Ik hoop dat daar toch een iets duidelijker beeld van komt.
Minister Demir heeft het woord.
Heel kort, collega Pieters: ik kan niet duidelijker zijn dan ik ben geweest. U weet dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) enkel toetst op Europees beschermde natuurgebieden, conform de Europese Habitatrichtlijn. De nationale parken hebben toch niets met stikstofbeleid of wat dan ook te maken? Ik snap eigenlijk niet waarom u het ene met het andere in verband brengt.
U weet ook dat het Nationaal Park Hoge Kempen, bij ons in Limburg, enorm succesvol is. Dat is ook van onderuit gegroeid, door verschillende actoren: natuur, landbouw en verschillende mensen die destijds ook in die coalitie zijn ingestapt. Het is eigenlijk ook een heel belangrijke economische hefboom voor onze provincie. Er komen 1,2 miljoen toeristen per jaar. We hebben 5000 directe en indirecte jobs gecreëerd. Ook qua omzet is dat gigantisch.
U bent daartegen, maar ik begrijp niet goed waarom u daartegen bent. Misschien moet u dat eens verduidelijken in uw antwoord, zodat ik goed weet wat eigenlijk het probleem is.
De heer Pieters heeft het woord.
U hebt me niet horen zeggen, minister, dat we tegen die landschapsparken zijn of dat we tegen die nationale parken zijn. We zijn wel voor een behoud van de landbouwsector rond die parken. En het is niet duidelijk of dat gegarandeerd wordt, ja of nee. Eigenlijk is onze vraag in dezen om te wachten met de beoordeling van die parken tot we een duidelijk stikstofbeleid hebben.
De vraag om uitleg is afgehandeld.