Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Minister, u besliste aan het begin van de legislatuur om sociale huisvestingsmaatschappijen en sociale verhuurkantoren om te vormen tot eengemaakte woonmaatschappijen. Die vorming van woonmaatschappijen houdt complexe fusies en overdrachten in. Dat vergt veel tijd, energie en middelen, en zorgt op het terrein voor veel onzekerheid. We hebben het er gisteren bij de actuele vragen ook over gehad.
U hebt steeds beweerd dat deze fusie ook in het belang van de sociale huurder werd doorgevoerd. Desondanks hebben het middenveld, de betrokken actoren en de oppositie u reeds van bij het begin gewaarschuwd voor de negatieve gevolgen van een overhaaste en ondoordachte vorming van woonmaatschappijen. Een van de grootste bezorgdheden was dat de onzekerheid ertoe zou leiden dat sociale huisvestingsmaatschappijen niet langer zouden investeren in de verwezenlijking van bijkomende sociale woningen, nu er nog zo veel vraagtekens zijn, zoals – niet onbelangrijk – de vraag of nieuw verwezenlijkte sociale woningen wel in het werkingsgebied van de woonmaatschappij zullen liggen na de fusie.
We hadden al verschillende signalen ontvangen dat de fusies inderdaad een verlammend effect hebben op de verwezenlijking van bijkomende sociale woningen. Nu krijgen we echter ook het signaal dat huisvestingsmaatschappijen die nieuwe projecten willen opstarten en hiervoor een FS3-lening aanvragen bij de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW), een neen te horen krijgen. En de reden? Er worden momenteel geen FS3-leningen meer toegekend in het kader van de vorming van de woonmaatschappijen. Dat terwijl er bijna 170.000 kandidaat-huurders op de wachtlijst staan voor een sociale woning en er dus zo snel mogelijk bijkomende sociale woongelegenheden gecreëerd moeten worden.
Minister, dat is toch wel merkwaardig. Betekent dat dat de VMSW geen FS3-leningen meer toekent tot de woonmaatschappijen gevormd zijn, ook al gaf de Vlaamse regering al uitstel tot half 2023 voor de formele oprichting van woonmaatschappijen?
Naar wij horen, wil de VMSW bovendien voorlopig ook geen renteloze leningen meer toekennen om dezelfde reden. Klopt dat? Bent u het eens met deze beslissing – en de facto dus een stop op dergelijke projecten tot half 2023 – terwijl de wachtlijsten voor een sociale woning gigantisch zijn en we weten dat dat niet opgelost is op enkele jaren? Hoe wilt u dat opvangen? Hoe onderbouwt u deze vertraging?
Minister Diependaele heeft het woord.
Mevrouw De Martelaer, ik zal u eerlijk zeggen: uw vraag is voor ons onbegrijpelijk. Er moet ergens een reden zijn waarom u die op die manier stelt, maar ik kan u geruststellen: de VMSW blijft kredieten verstrekken aan woonactoren binnen de contouren van de leningenreglementering. Dat betekent dat de VMSW nog steeds FS3-leningen of renteloze leningen geeft in de omstandigheden en voor de verrichtingen die dat toelaten. Voor het bouwen of renoveren van sociale huurwoningen wordt dus natuurlijk wel nog altijd een FS3-lening toegekend, liefst zo veel mogelijk. Ik zou niet liever hebben dan dat ze dat doen.
Er moet ergens een reden of een specifiek dossier zijn waarom u deze vraag stelt. Waarschijnlijk ligt de reden binnen dat dossier, dat niet voldeed aan de voorwaarden of wat dan ook. Ik weet het niet, ik kan het niet achterhalen en ik zou u vragen om dat met ons te delen. Uw vraag is in die zin onbegrijpelijk.
Het is dan ook bijzonder jammer dat u op basis daarvan een hele reeks negatieve vooronderstellingen maakt in uw vraagstelling: dat de vorming van de woonmaatschappijen nu plotseling daarom niet goed zou zijn en in het nadeel zou zijn van de mensen op de wachtlijsten. Waarschijnlijk is er gewoon iets mis in een dossier op basis van waarvan u de vraag stelt.
Kunt u dat meedelen? Dan kunnen we het bekijken, in de hoop dat u dan ook uw mening kunt herzien. In uw vraagstelling zit naar mijn aanvoelen immers heel wat foute informatie, die op die manier wordt verspreid.
Mevrouw de Martelaer heeft het woord.
Ik ben dan eigenlijk ook heel blij met uw antwoord, om te horen dat dat niet de bedoeling is.
U vraagt aan mij dat ik het dossier doorgeef. Zult u zelf niet contact opnemen met de VMSW, om te zien welke problemen er daar zijn?
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Bedankt aan collega De Martelaer voor de vraag en aan de minister voor het antwoord. Ik wil van deze gelegenheid gebruikmaken om niet meteen een vraag aan de minister te stellen, maar aan collega De Martelaer zelf.
Het is mij uit de vraagstelling niet helemaal duidelijk of u en uw partij nu voor of tegen de eengemaakte woonmaatschappij zijn en of u en uw partij nu voor of tegen een meer logische en coherente indeling van het sociale woonlandschap zijn, mevrouw De Martelaer.
Ik heb er alle respect voor dat u het proces van dichtbij opvolgt en dat u problemen aanwijst. U mag daar voor mijn part de minister elke dag over bevragen. Dat is niet alleen uw goed recht als volksvertegenwoordiger, dat is ook uw plicht. Alle respect daarvoor. Dat is iets wat wij allemaal moeten doen. Maar wat ik niet goed begrijp, is het altijd maar kappen op die fusieoefening. En dat is misschien een stukje politiek, daar ben ik me heel goed van bewust. Maar ik zit hier nu al van in het begin van de legislatuur. Eerst ging die oefening voor sommige partijen niet snel genoeg. Nu gaat ze voor diezelfde partijen – want u bent helemaal niet alleen, er zijn zeker ook andere partijen – te snel en te onverwacht. Wat is het nu? Bent u nu voor of tegen die fusieoefening? Dat had ik graag gehoord.
Minister Diependaele heeft het woord.
Wat u vraagt, hebben we natuurlijk gedaan, mevrouw De Martelaer. Maar het is maar een vermoeden dat u op dat dossier uw vraag baseert. Ik kan hier moeilijk dingen de wereld insturen over één individueel dossier, terwijl dat alleen maar een vermoeden is. Ik zou u dus toch aanraden om zelf eens na te kijken of het dossier waarvoor men u gevraagd heeft er een vraag over te stellen, wel klopt. Er is zeker ook een antwoord gegeven vanuit de VMSW, als het daarover gaat. En misschien voldoet dat antwoord wel perfect aan de reglementering, maar heeft men dat niet willen aanvaarden of wat dan ook. Ik weet het niet. Maar als daar nog twijfels over zijn, staan wij er altijd voor open om dat van dichterbij te bekijken en om klaarheid te schenken.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Ik dank de minister voor het antwoord. Wij zullen het nodige opzoekingswerk doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.